woensdag 14 februari 2018
Hoe de collectie uit de bibliotheek sluipt...
1,4 miljoen media minder in twee jaar tijd
Een paar dagen geleden kreeg ik van Johan Stapel van de Koninklijke Bibliotheek een overzicht met tellingen van aantallen titels uit de NBC+. Kort door de bocht: hoeveel boeken (en andere media) heeft elke bibliotheek. De telling ging over februari 2016 en februari 2018. In 2016 kenden de gezamenlijke openbare bibliotheken nog 28,2 miljoen items. Twee jaar later zijn dat er nog 26,8 miljoen. Een kleine 1,4 miljoen minder. In twee jaar tijd is de collectie 5,1% kleiner geworden, een kleine 2,5% per jaar.
In bovenstaande landkaartje heb ik aangegeven hoe elke provincie in dat overzicht scoort. Als u met de muis over landkaart gaat, ziet u de exact stijging of daling in procenten in deze periode. De verschillen zijn opvallend. De meest opvallende is Groningen die een stijging laat zien van bijna +10%. Groningen heeft in de afgelopen tijd ook de boeken die zij gebruiken bij de bibliotheek op school toevoegd aan de NBC+. Daar zit dus de collectiestijging.
Verder zien we in Drenthe een flinke daling en die zit eigenlijk bij alle bibliotheken in die provincie. Midden en Zuid Nederland kennen het mild collectieklimaat met hier een daar nog opvallende stijgers zoals Den Bosch. Hoewel ik me ook daar kan voorstellen dat dit met collecties van schoolbibliotheken te maken heeft.
Het westen van Nederland scoort iets bovengemiddeld met zo'n 7 à 8% teruggang. Als ik door de cijfers kijk zie ik dat ook veel Plusbibliotheken thans hun collecties laten krimpen, zij het vaak lichter dan het landelijk gemiddelde.
Tot slot is mijn indruk dat kleine bibliotheken op dit moment hun collectie harder laten teruglopen dat grote bibliotheken. Bekend is dat kleine bibliotheken vaak een relatief grotere collectie hebben en daardoor nu harder zakken. Maar het kan ook een effect zijn van de vaak zwaardere bezuinigingen op het platteland dan in steden.
Is het erg?
Is het erg dat de collecties kleiner worden? Tja, daarover zullen de meningen verschillen maar wil de omvang van de collecties relateert aan hoeveel er geleend wordt kan even kijken naar de ontwikkeling van de uitleningen in de afgelopen jaren.
Bijgaande cijfers komen uit de statistieken van het CBS en laten zijn dat we jaren achter de rug hebben waarbij landelijk gezien het aantal uitleningen zo'n 3% tot bijna 9% per jaar terugliep. Als de uitleningen met deze percentages teruglopen zou je kunnen zeggen dat je ook je collectie mag verkleinen. In die zin is de teruggang die we op de kaart zien nog mild te noemen. In 2015 en 2016 tezamen liepen de uitleningen met ruim 9% terug. Terwijl de collectie dus slecht met 5% verkleind werd.
Bovenstaande cijfers sluiten aan bij eerder onderzoek dat ik deed naar het gerucht dat bibliotheken louter nog aan rendementsdenken zouden doen als het gaat om collectievorming. Ook toen zagen we dat er een groter vraaguitval was in uitleningen dan teruggang in collecties.
Van lenen naar programmeren
Er is nog een reden waarom het niet zo erg is dat de uitleningen dalen. En dat is dat bibliotheken bezig zijn met een stevige transformatie. Van lenen naar programmeren.
Eerder publiceerde ik bij de cijfers over 2015 al eens dit overzicht van activiteiten in bibliotheken.
In totaal organisseerden de bibliotheken in 2015 zo'n 78.000 activiteiten. Dat betekent ruim 500 activiteiten per bibliotheekstichting per jaar. Bij elke stichting zijn er elke werkdag dus meerdere activiteiten.
Mens volgt werk
En dat bracht mij bij weer een andere klus waar ik mee bezig ben: een samenwerking tussen drie bibliotheken in Overijssel. Bij het op een rijtje zetten van die organisaties brachten we ook in beeld hoeveel personeel er nog nodig was voor de traditionele uitlening (de publieksdienst) en hoeveel personeel er nu al werkt aan al die maatschappelijke en educatieve programma's.
Dat leverde het volgende beeld op.
Wie denkt dat 80% van onze middelen nog in de klassieke bibliotheek zit, komt bedrogen uit. In deze situatie houden de publieksdienst en de programma's elkaar nog net niet in evenwicht. De grotere bibliotheek bij deze drie had al een 50%/50% tussen publieksdienst en programma's. Het aantal leesconsulenten, onderwijsspecialisten en taalhuiscoördinatoren groeit als kool.
Conclusie: bibliotheken zijn stevig de bakens aan het verzetten. En die transformatie is misschien al wel verder dan je denkt.
In 2030 stoppen we met uitlenen?
De fysieke collectie sluipt via de voordeur de bibliotheek uit. Maar de programma's komen er via de achterdeur stevig voor in de plaats.
Blijft die collectie? Met dit tempo in dalende uitleningen en slinkende collectie, zal tussen 2030 en 2035 de fysieke uitlening stoppen. Dat is nog drie beleidsplannen vanaf nu. Als ik bovenstaande bekijk kan ik me er ten dele wat bij voorstellen. En ten dele ook niet.
Anders leren lezen
Misschien is één disruptieve anekdote nog interessant in dit opzicht. Mijn dochter van 11 kijkt soms Engelse films zonder ondertiteling. Nee, ze snapt niet alles maar ze heeft in haar leven al zoveel Engels gehoord via YouTube en Netflix dat ze ondertussen qua luistervaardigheid veel films kan volgen. Zo leren kinderen dus tegenwoordig. En vraag in uw eigen omgeving maar eens na of er jongeren gamen met andere jongeren in het buitenland.... Die praten via headsets allemaal Engels met elkaar. Op hun niveau en gebied weliswaar maar toch. Wie ergens goed in wil zijn, moet veel tijd investeren. En hoe laat je mensen dat tegenwoordig doen? We leren anders dan vroeger. En wat betekent dat voor lezen? En wat betekent dat voor bijvoorbeeld bestrijding van laaggeletterdheid. Zetten we wel de juiste middelen in?
De collectie sluipt de bibliotheek uit. Met tedere gevoelens nemen we afscheid maar vol vertrouwen kijken we naar de toekomst.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
6 opmerkingen:
Interessant! Nav het Gezamenlijk Collectieplan en de herijking van de plusfunctie onderzocht Maurits van de Graaf ook de omvang van de OB-collecties. We zagen toen dat de OB-collecties in 2017 (peildatum 1/1) qua aantal beschikbare exemplaren met 2,8% zijn gekrompen tov een jaar eerder, maar dat het aantal beschikbare titels juist 3,7% is gestegen. Totale omvang neemt dus
af, maar het aanbod is wel meer divers. Te wijten aan het beter op elkaar afstemmen van collecties dmv o.a. gezamenlijk collectioneren?
@Elma: dank voor je reactie en je snijdt inderdaad een goed punt aan. Het kan inderdaad goed zijn dat het aantal items afneemt maar het aantal unieke titels (nagenoeg) gelijk blijft. Interessant om daar nog eens naar te kijken. Zijn daar al cijfers van?
Hi Mark,
Wat met digitale content? Reken je e-books als titels? Er zijn ook mogelijkheden dat een e-content platform pay per use aanbied, waardoor de mogelijkheid voor de Bibliotheek ontstaat een brede collective e-books aan te bieden zonder deze in bezit te hebben.
Groet,
Marco Gerritsen
@Marco.... tja, digitiaal. Dat is er zeker. Kijk even naar pagina 29 van het beheerplan van de KB daar staat het aantal titels dat thans digitaal te krijgen is: https://www.kb.nl/sites/default/files/docs/beheerplan-landelijke-digitale-openbare-bibliotheek.pdf Het zijn er max. 20.000. In de openbare bibliotheken (nog zonder universteitsbibliotheken) zijn thans tussen 3 en 4 miljoen titels verkrijgbaar. Digitaal is dus nog maar 1% van alle titels in biblitoheken verkrijgbaar. Voor veel mensen inderdaad genoeg maar het geeft ook aan wat nog ontbreekt. Voor de gebruikscijfers verwijs ik je naar deze blog http://www.markdeckers.net/2018/01/alle-ebook-statistieken-over-2017-en.html Dus ja, digitaal is er zeker maar de omvang is beperkt. Hoe zich dat verder ontwikkelt zullen we zien.
Bij Probiblio zijn we bezig met onderzoek in Zuid-en Noord-Holland naar titelspreiding/breedte.
Graag zouden we zo snel mogelijk het Bovenlokaal/Provinciaal collectioneren verder uitbreiden omdat dat de
manier is om de titelbreedte te bewaken bij teruglopende budgetten. We onderzoeken doorlopend hoe het collectioneren
steeds efficiënter kan gebeuren en welke tools daar allemaal voor beschikbaar zijn.
Wat ik graag zou willen weten is welke titels op dit moment alleen nog digitaal beschikbaar zijn, zodat we helder hebben
op welke manier dit aanvullend is, dan kun je daar ook duidelijker rekening mee houden bij het collectioneren.
En uit de cijfers zou gefilterd moeten worden wat op scholen staat en wat in 'reguliere' bibliotheekvestigingen, dan heb je
een duidelijker beeld.
@Monique: dank voor je reactie. Interessant! Mocht je meer info hebben van jullie situatie waar ik wat mee kan, dan ben ik daar benieuwd naar. Wat betreft de cijfers: cijfers vragen weer om andere cijfers. Ik deed het even met de cijfers die er nu waren. Maar inderdaad. Verdere uitsplitsing kan interessant/nodig zijn.
Een reactie posten