In het leger kende men het handboek Soldaat. Zo'n handboek waarin wordt uitgelegd hoe een strijder zich moet gedragen en moet overleven. Zo'n boek is 'De Culturele Stad' ook. Nie voor de soldaat maar wel voor de culturele strijder en hoe deze kan overleven in de jungle van de stad.
De stad als eco-systeem
Wijn staat vrij uitgebreid stil bij de functies van de stad en beschouwt de stad als een eco-systeem. Een systeem waar alle functies op een goede manier op elkaar moeten aansluiten. Tegelijkertijd is geen stad hetzelfde en moet ook geen enkele stad hetzelfde willen zijn. Elke stad moet zijn eigen meerwaarde en identiteit (door)ontwikkelen. De stad is een culturele biotoop voor de mensen die er wonen. En hoe beter die mensen gedijen, des te beter functioneert de stad.
Dat perspectief bood voor mij als vakspecialist in één keer een breder perspectief. Bibliotheken dragen bij aan die culturele biotoop. Wie vanuit dat perspectief redeneert, komt los van bestaande structuren waarin vakspecialisten zich zo makkelijk laten vangen en waarbij ieder zijn eigen instituut verdedigt.
Model voor de culturele stad
Wijn behandelt de onderdelen van de 'Culturele Stad' met bovenstaande model. Daar zaten voor mij nog wel wat aardige zaken bij. Zo geeft hij bijvoorbeeld een mooi overzicht van alle regelgeving waaraan de verschillende culturele instellingen en gemeenten moeten voldoen. Daarmee blijkt tegelijkertijd dat hoe zeer je ook gelooft in 'maakbaarheid' van de samenleving, je domweg ook te voldoen hebt aan een aantal wettelijke taken.
S-woord
Verder zit er een mooi hoofdstuk in over samenwerking (mijn favoriete S-woord) tussen culturele instellingen en over samenwerking met burgers. In dat hoofdstuk blijkt ook dat het organiseren van die samenwerking tussen instellingen en burgers een steeds belangrijke wordende rol is voor directies van culturele instellingen. Instituten programmeren niet alleen voor hun eigen instituut maar programmeren voor de stad. Het is een verantwoordelijk om gezamenlijk het juiste aanbod voor de culturele stad tot stand te brengen. En zo zijn we weer terug bij de stad als culturele biotoop.
Wijn is realistisch over veel zaken: het gaat niet alleen om mooie gebouwen, het gaat vooral ook over wat er gebeurt, het gaat niet alleen om de fusies of schaalvergrotingen maar vooral ook wat het oplevert en dergelijke.
Evaluatie
Een sterk punt heeft Wijn als hij het heeft over de evaluatie van culturele instellingen. Want hoewel ambitie vaak met veel tamtam wordt gepresenteerd, wordt er zelden goed geëvalueerd. Gemeenten belijden met de mond beleidsgestuurde contractfinanciering maar stappen bij bezuinigingen makkelijk over op eenzijdig opgelegde budgetwijzigingen. Bibliotheken kennen met hun certificering een instrument om die evaluatie goed op te pakken. Dat zou onze sector nog verder kunnen uitbuiten.
Bezuinigen
Een gewaagd hoofdstuk gaat over verantwoorde bezuinigingen op cultuur. In dat hoofdstuk geeft Wijn een pijnlijk scherpe analyse over de financiële staat van gemeenten en de verwachte bezuinigingseffecten. Hoewel helder is dat het boek 'midden in de crisis' is geschreven, denk ik dat de analyse ondanks verbeterde financiële perspectieven nog niet veel aan kracht heeft verloren.
Wat betreft die bezuinigingen: in het boek staat een overzicht van welke stappen nodig zijn bij welke omvang van bezuinigingen. Ik herkende er veel in van de bezuinigingsplannen die ik de afgelopen jaren heb gemaakt voor bibliotheken.
Naast alle loftuitingen is toch ook nog wel een serieuze kanttekening te maken. Wijn geeft in zijn financiële analyse van gemeenten aan dat door de decentralisatie van taken, de budgetten voor culturele instellingen behoorlijk onder druk kunnen komen te staan. Juist voor iemand die zo 'holistisch' naar de stad kijkt, zou die decentralisatie ook juist een impuls kunnen zijn om alle krachten in dit veld op de juiste wijze elkaar te kunnen laten aanvullen. Dat is in ieder geval en opinie die ik onder veel bibliotheken tegen kom.
Handboek Soldaat
Voor mij was altijd al helder dat het hebben van een stevige visie op de toekomst van bibliotheken noodzaak is om goed sturing te kunnen geven aan een bibliotheek. Wie niet weet waar hij naar toe wil, zal nooit aankomen of wie zich niet goed voorbereid op een expeditie naar onbekend gebied loopt makkelijk de kans het loodje te leggen.
Het boek van Wijn heeft daar voor mij iets aan toegevoegd: het management van een bibliotheek moet evenzeer een visie op zijn eigen stad hebben om te weten wat ze bijdragen aan de stad als eco-systeem voor inwoners. Een bibliotheek moet dus niet alleen zelf goed functioneren maar moet vooral ook goed functioneren in interactie met burgers en binnen het geheel van voorzieningen in een stad. Wie op die manier kijkt, zit op een nieuwe manier aan tafel bij ambtenaren en wethouders. Op die wijze blijken ambtenaren en wethouders geen tegenstanders die alsmaar willen knagen aan een budget maar medestrijders voor een goede culturele biotoop voor alle inwoners.
Dus wie zijn nieuwe wethouder nog moet verwelkomen: dit is helemaal geen gek welkomstgeschenk.
Voor wie het boek wil lenen:
Hier is het boek te lenen via Literatuurplein
Hier is het boek te koop via VOC-uitgevers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten