zondag 17 september 2023

Over voetballende bibliothecarissen, landelijke sportdagen en de derde helft

Het is 31 oktober 1970. Het is een druilerige zaterdag. Waterkoud en van tijd tot tijd een bui. Vanuit Velp vertrekt een bus met de personeelsvereniging van de Centrale Plattelandsbibliotheek Gelderland (CPG).  Ze zijn onderweg naar Friesland. Aan boord voornamelijk dames maar ook minstens elf heren. 

31 oktober 1970 is namelijk een bijzondere dag. Op die dag voetballen de mannen van de CPG (met gestreept shirt) tegen de mannen van de Centrale BibliotheekDienst (CBD, en Bols-shirt) Friesland. De wedstrijd eindigt in gelijkspel: 2-2. Maar er zit een randje aan deze wedstrijd. Het is namelijk het begin van een traditie. Een half jaar later treffen Friesland en Gelderland elkaar weer. En dan niet alleen met voetbal maar ook met volleybal. En langzamerhand groeit die eerste wedstrijd uit tot een jaarlijks terugkerende sportdag waar alle PBC's (de provinciale bibliotheekcentrales, voorloper van de POI's) aan meededen.

Overigens is de Centrale Plattelandsbibliotheek Gelderland één van de rechtsvoorgangers van Rijnbrink,  de Provinciale OndersteuningsInstelling (POI) waar ik ook aan verbonden ben. En er zijn dus foto's bewaard gebleven in het bedrijfsarchief. Zoals bovenstaande. En als ik mij niet vergis loopt in het Bols-shirt een jonge Leo Popma, die later nog directeur van het NBLC (de voorloper van de VOB) zou worden. 

Hoewel er alleen heren op het veld stonden, mocht een vrouw de wedstrijd aftrappen. Die eer viel te beurt, volgens oudgedienden, aan de Gelders blonde Sonja Snellenburg. De prachtige foto van die aftrap zet ik dan ook graag boven dit artikel. Een beetje een aftrap zoals filmdiva Jane Mansfield ooit bij Sparta deed in 1957. 

Het feit dat we de exacte datum en uitslag weten van de wedstrijd hebben we te danken aan de dagboekjes van Lucy Mesdag, die van begin jaren '60 tot ver in de jaren '80 in de directie van de Gelderse bibliotheekorganisatie zat. Een tijdje terug schreef ik al meer over deze door oud-collega Henk ten Zijthoff teruggevonden dagboekjes. 

In dat dagboekje schreef ze het volgende.


Tussen een vergadering met burgemeester en wethouders in Epe op 24 oktober en een bespreking met architect Morsink op 2 november staat de wedstrijd met de Friezen. De uitslag, 2-2, heeft ze later gecorrigeerd. Blijkbaar een afgekeurd doelpunt of iets dergelijks. Hoewel het ook kan zijn dat in de 'derde helft', met cafébezoek en bowling, de uitslag verneveld is geraakt in alcohol. 


De wedstrijd werd nog lang gememoreerd. In de kantine in Velp, waar de CPG gehuisvest was, heeft lange tijd deze foto gehangen met de dappere redding van de keeper. Dat alles ter herinnering aan het moedig standhouden tegen de Friezen. 

Van een voetbalwedstrijd naar landelijke sportdagen
Bibliothecarissen en sport is iets dat velen in onze samenleving niet gelijk met elkaar zullen verbinden. En toch groeit deze voetbalwedstrijd in de jaren daarna uit tot legendarische sportdagen waarin verschillende provincies het tegen elkaar opnamen. Honderden vakgenoten deden  mee aan die sportdagen waarbij tal van sporten werden beoefend. Van touwtrekken tot schaken. Er werd overnacht en avond ervoor werd er met elkaar gefeest. De derde helft vond dus plaats voor de eerste en tweede helft zullen we maar zeggen. Dat leidde uiteraard niet tot betere prestaties. Menig sporter verscheen dus brak bij de wedstrijd.


Toch was men bloedfanatiek en er werd gestreden om de eer. En het ging er soms hard aan toe. Bij menig sportdag stond de ambulance al langs het veld omdat er altijd wel iemand was die een been of arm brak. Mindere sportieve kwaliteiten werden soms met lomp gedrag gecompenseerd. Van de PBC Gelderland is bekend dat ze af en toe spelers van Vitesse lieten meedoen bij het voetbal om de beker te winnen. De PBC Gelderland had namelijk een aantal spelers van deze voetbalclub in parttime dienst als chauffeur of expeditiemedewerker. En inderdaad wonnen ze op die manier een aantal keer de beker.
 
Ook de PBC Oost-Overijssel, een andere rechtsvoorganger van Rijnbrink, behoorde tot de partijen die flink meededen. Zij speelden in de rode shirtjes met het Twentse ros. Van deze organisatie is bekend dat ze bij sollicitatiegesprekken standaard vroegen aan welke sport je deed. Een goede voetballer, volleyballer of hardloper had een streepje voor en werd sneller aangenomen.


Elke POI moet in het archief nog van deze foto's hebben want de sportdagen werden goed gefotografeerd.  Waarna collega's waarschijnlijk de foto's nog na konden bestellen. Bovenstaande foto is uit 1986 en een aantal mensen op deze foto is nog aan het werk in bibliotheekwerk. Vindt u maar uit wie!

In het archief van de rechtsvoorgangers van Rijnbrink vond ik foto's tot 1990 van de sportdagen. Daarna bloedde het blijkbaar dood. Ik kan mij herinneren toen ik begon bij de Overijsselse BibliotheekDienst in 1998 er nog wel provinciale sportdagen werden gehouden maar een landelijke sportdag heb ik niet meer meegemaakt. 

Hoe komen we aan deze geschiedenis?

Tja, waarom zoek je dit op? Nou, dat heeft alles te maken met het 75-jarig jubileum van Rijnbrink. De Overijsselse tak van Rijnbrink begon in 1948 en was de eerste POI die in Nederland startte. Het jubileum van Rijnbrink is dus ook het jubileum van het hele provinciale bibliotheekwerk. 

Op woensdag 20 september vindt het grote jubileumsymposium van Rijnbrink plaats. Voor dat jubileum was ik al eerder - samen met oud-hoofdredacteur van Bibliotheekblad Eimer Wieldraaijer - in de geschiedenis van Rijnbrink gedoken. En veel van die geschiedenis zal woensdag dan ook feestelijk het licht zien. Ik til hier vast een tipje van die sluier op. Want uiteraard horen ook deze sportdagen en de mooie anekdotes bij die geschiedenis. 

En zie ik je woensdag 20 september?

zondag 10 september 2023

Over indexering, SPUK-middelen en gratis lidmaatschappen

De zomervakantie is nu definitief voorbij. En dat merken we aan het bibliotheeknieuws. Het is veel en het is divers. In dit blogje deel ik drie ontwikkelingen die in de afgelopen twee weken voorbij kwamen. Over hoe bibliotheken meer geld krijgen maar toch minder kunnen, over of de tweede SPUK-ronde nog wel zin heeft en over een politieke partij die pleit voor een gratis bibliotheeklidmaatschap voor alle Nederlanders. 

Benieuwd? Mooi. Lees dan verder.

Bibliotheken krijgen meer geld maar de kosten stijgen nog harder

Net voor mijn zomervakantie maakte ik al de Staat van het bibliotheekbestel op. In dat overzicht liet ik in acht grafieken zien hoe de sector ervoor staat. Eén van de staatjes ging ook over het feit dat sinds lange tijd de gemeentelijke subsidie aan de sector als geheel weer redelijk stijgt. Toen meldde ik ook al dat ook de kosten verder stegen.  De VOB, in de persoon van Klaas Gommers, rekende nog even verder na die opmerking en meldde in de nieuwsbrief van de VOB dat de kosten veel harder gestegen waren dan de subsidie. Ik vroeg bij Klaas Gommers zijn rekenmodel op en rekende daar nog even mee verder. 

Dan kom je tot bovenstaande grafiek. De gemeenten gaven in 2022 2,8% meer gemeentelijke subsidie dan in 2021. Dat is mooi zou je denken. Maar de kosten stegen veel harder dan die 2,8%. De totale kosten stegen met 9,0% waarbij de personeels- en huisvestingscomponent nog gunstig afsteekt met 8,0% en 7,7%. De landelijke inflatie lag in 2022 volgens het CBS op 10,0%. In die zin hebben bibliotheken het nog netjes gedaan. Gemeenten blijven met hun subsidie dus nog flink achter op de kostenstijging. Zo kan het dus dat je meer geld krijgt en toch moet bezuinigen. 

Hebben gemeenten dat geld dan niet? Dat is het stomme. Dat geld is er wel. De VOB meldt dat gemeenten met de Voorjaarsnota structureel € 271 miljoen hebben gekregen voor de compensatie van de gestegen kosten van maatschappelijke organisaties. Let even op: dat bedrag is structureel. Dat gaat dus niet om een tijdelijke compensatie, hiermee kan op dit moment gewoon structureel verhoogd worden. Niet alleen dit jaar. Ook volgende jaren.

Gaan bibliotheken nu failliet? Nee, dat niet. De extra kosten worden alleen niet gedekt met structurele subsidie. Wie in het dashboard van de bibliotheekstatistiek kijkt, ziet dat bibliotheken in 2022 samen zo'n € 30 miljoen aan 'overige inkomsten binnenhaalde'. Dan moet je denken aan extra tijdelijke projectsubsidies of coronasteun. Ook waren er in 2022 ten opzichte van 2021 zo'n € 11 miljoen extra 'eigen inkomsten'. Dan moet je denken aan gestegen contributies verhuur van ruimten of boetegelden.

Overigens complimenten op deze plek voor Klaas Gommers en de VOB-nieuwsbrief. Want Klaas had handig rekening gehouden met de verschillen die er in gegevenslevering zitten tussen 2021 en 2022. En het is knap hoe dat kleine VOB-bureau zo goed op alle ontwikkelingen zit. Chapeau. 

Heeft aanvragen in de tweede SPUK-ronde nog zin? Spoiler: jazeker!

Dan door naar het tweede onderwerp. En dat gaat niet over minder geld maar juist over meer. Het gaat over de afhandeling van het extra rijksgeld voor bibliotheken in 2023 en 2024. Dat gaat via een zogeheten Specifieke Uitkering, ook wel de SPUK genaamd. In een eerder blog noemde ik die SPUK al 'een regeling van kansen' was. 

Dat velen dat ook zo zagen, bleek wel uit de eerste van twee rondes. Die eerste ronde werd namelijk meer dan dubbel overtekend. In totaal was voor er € 39 miljoen aangevraagd terwijl er € 17,6 miljoen beschikbaar was. Dus-i, de uitvoeringsorganisatie voor deze subsidie, heeft op 5 september bekend gemaakt dat de toekenning in de eerste ronde zijn gedaan. Velen hebben in deze ronde dus geen toekenning gekregen. In totaal zal dit voor een bedrag zijn van zo’n € 21,4 miljoen. Wie wil zien welke gemeenten allemaal gehonoreerd zijn, kan dat vinden in deze link. 

Als er zoveel overtekend is, heeft het dan nog zin om in te dienen in de tweede ronde vragen velen zich af?

Het antwoord is: ja, dat heeft zeker zin. 

Kijk maar even maar naar bijgaande grafiek. Het budget in de eerste ronde was € 17,6 miljoen (voor 2023) maar in de tweede ronde (voor 2024) is € 38,4 miljoen beschikbaar. 

De verwachting is dat de aanvragen die nu niet gehonoreerd zijn doorgaan naar de tweede ronde. Ik begrijp van de ambtenaren dat er wordt gekeken of dat automatisch kan maar in het ergste geval moet een bibliotheek opnieuw indienen. Dat is overigens niet heel veel werk. Ik ga er dus voor het gemak maar vanuit dat die € 21,4 miljoen overtekende aanvragen doorschuiven naar ronde twee. Als dat gebeurt is er nog altijd € 17 miljoen beschikbaar voor extra aanvragen. Dat is net zoveel als er in de hele eerste ronde kon worden toegekend. Daarbij komt dat de ‘concurrentie’ om dit budget danig is geslonken omdat veel bibliotheken die bovenaan de lijst stonden, nu al gehonoreerd zijn en niet meer kunnen aanvragen. Aanvragen heeft dus zeker nog zin. Statistisch gezien heb je zelfs meer kans in de tweede ronde. De tweede ronde gaat open op 15 november. De Provinciale Ondersteuningsinstellingen zijn beschikbaar voor bibliotheken en hun gemeenten om de aanvragen te ondersteunen of mee vorm te geven.  

Samenvattiend: de regeling is succesvol en biedt in ronde twee nog volop kansen. Pak die kans, zou ik zeggen.

PvdA/GroenLinks: Gratis basisabonnement voor alle Nederlanders


En dan door naar het laatste onderwerp van deze week: de verkiezingen. 

We gaan opnieuw naar de stembus op 22 november van dit jaar. En dat betekent dat alle partijen - opnieuw - verkiezingsprogramma's maken. Ook in de conceptverkiezingsprogramma's staan bibliotheken prima genoemd. Ook daar wordt gewoon doorgebouwd op de zorgplicht. De VOB liet in hun nieuwbrief al een mooi overzicht zich dat ik hieronder zo graag nog herhaal.

Twee partijen vallen echt op. Meest opvallen: PvdA/GroenLinks pleiten voor een een gratis basisabonnement. Zij schrijven in hun programma het volgende: 

‘We maken het basisabonnement van de bibliotheek gratis voor iedereen. Bibliotheken gaan samenwerken met scholen om daar een wisselende en hoogwaardige collectie boeken te garanderen. We houden vast aan de plannen om een zorgplicht voor gemeenten in te voeren die voorschrijft dat in iedere kleine gemeente of grootstedelijke buurt met kansengelijkheidsproblematiek een bibliotheek moet zijn.’

Ook VOLT valt op. Zij pleiten voor een verhoging van de leeftijd van het gratis lidmaatschap. Tot welke leeftijd meldt het verkiezingsprogramma niet. Verder noemt bijna elke partij die nu al een concept-verkiezingsprogramma heeft, de bibliotheek. 

Van alle overige partijen is de VVD wellicht nog het meest uitgesproken die heel direct wijst op een bibliotheek in élke gemeente.   

Hieronder het overzicht dat de VOB eerder verspreidde in haar nieuwsbrief: 
  • De VVD pleit voor een bibliotheekvoorziening in elke gemeente en zet in op de online bibliotheek.
  • De SP wil dat gemeenten meer geld krijgen om te investeren in voorzieningen, waaronder de bibliotheek. 
  • PvdA/GroenLinks willen een gratis basisabonnement van de bibliotheek voor iedereen, doorwerken aan de zorgplicht en samenwerking met scholen stimuleren. 
  • De Partij voor de Dieren wil investeren in voldoende bibliotheken en benadrukt de belangrijke sociaal-maatschappelijke functie van bibliotheken. 
  • Het CDA wil dat gemeenten voldoende geld hebben om te investeren in bibliotheken en wil in samenwerking met bibliotheken dat er een onderwijsbreed leesoffensief komt. 
  • VOLT wil betere toegang tot cultuureducatie en bibliotheken door betere gemeentelijke financiering en door de leeftijdsgrens van gratis lidmaatschap van de openbare bibliotheek te verhogen. 
  • JA21 wil basisvoorzieningen die dorpen en steden vitaal houden garanderen, waaronder de bibliotheek. 
Afgelopen week kwam daar nog - ná verspreiding van de nieuwsbrief van de VOB - nog het programma van de BBB bij. Zij noemen de bibliotheek een belangrijke ontmoetingsplaats en willen in het onderwijs extra inzetten op lezen. 

Voor mij was dit weer de eerste week na mijn vakantie. U ziet, de vakantie is echt om en er is genoeg te doen: zorgen voor een goede compensatie van kostenstijgingen, een kans pakken bij de SPUK en zien dat de landelijke partijen ook in hun verkiezingsprogramma's opnieuw voor de bibliotheek kiezen. 

Ik zeg: volle kracht vooruit!

zondag 3 september 2023

De bizarre geschiedenis van koningin Christina

Gisteren was in Leiden enige tijd een noodverordening van kracht omdat in de bibliotheek een dragqueen zou voorlezen en hiertegen een demonstratie zou plaatsvinden. Het voorlezen zou plaatsvinden in het kader van Pride Leiden en het protest liep gelukkig met een sisser af. En het belangrijkste: de kinderen hadden plezier bij het voorlezen.

Jezelf kunnen zijn en mogen uiten, is in dit land dus nog best een opgave. En of je nu tot de LHBTI behoort of tot de demonstranten, dan heb ik als bibliothecaris in mijn vakantie toch een aardig boek voor jullie gelezen. Het is het boek 'Passage naar Rome' van Frans Godfroy. En u weet: ik heb een fascinatie voor bizarre geschiedenissen en deze past absoluut in dat rijtje.

De biseksuele koningin van Zweden

Het boek handelt namelijk over de biseksuele Zweedse koningin Christina (1626-1689, afbeelding hierboven) die afstand deed van haar troon om vervolgens van de Lutherse kerk over te gaan naar de Katholieke. Dat laatste is een transfer die vergelijkbaar is van Ajax naar Feyenoord. Voordat ze op die troon kwam had ze overigens al geweigerd om te trouwen en voor nageslacht te zorgen en wees ze een neef aan als troonopvolger. En na een relatie met haar hofdame zal ze later langdurig een relatie hebben met een Italiaanse kardinaal.

Verder was een groot cultuurliefhebber, omringde zich met veel kunst, hield van boeken en theater en sprak vele kunstenaars en wetenschappers. Ze wilde van Stockholm het Athene van het Noorden maken.

Koningin Christina was overigens ook één van de personen die zich heeft ingezet inzette om  zorg te dragen voor godsdienstvrijheid in het vredesverdrag van Münster en Westfalen in 1648. Wie dus dacht, dat dit wel een modern verhaal zou zijn: nee, dit speelt zich allemaal af rond 1650. 

Het hoofd van de Lutherse Kerk vindt religie een politiek uitvinding

Maar goed, ik overval u in een paar regels met heel veel informatie. Laten we even bij het begin beginnen. Koningin Christina van Zweden is de dochter van Gustaaf II Adolf. Deze koning  komt om op het slagveld bij Lützen. Christina is dan net zes jaar oud. Een Rijksraad neemt het regentschap waar zolang zij nog niet op de troon zit. Als ze opgroeit ontwikkelt ze de grote liefde voor cultuur en wetenschap. Hugo de Groot is haar bibliothecaris en Descartes haar huisfilosoof met wie ze diepzinnige gesprekken over de liefde voert. 

In Zweden is de Lutherse kerk, zoals nog steeds volgens mij, de staatsgodsdienst. Dat betekent dat het staatshoofd ook het hoofd van de kerk is. Vergelijkbaar met de Engelse koning en de Anglicaanse kerk. Christina wordt bij haar troonsbestijging in 1649 dus ook het hoofd van de kerk. Hoewel in 1648 die godsdienstvrijheid in de vredesonderhandelingen was benoemd, betekende dat toch vooral dat elk land vrij was in zijn keuze. In Zweden moest je Luthers zijn.  Katholieken waren niet echt welkom en een mis houden was ronduit verboden en kon je gevangenisstraf opleveren of je leven kosten.

In die setting besluit koningin Christina twee zaken: ze wil eigenlijk helemaal niet op de troon en ze wil weg bij de Lutherse kerk. Overigens heeft ze op dat moment een redelijk openlijke relatie met haar hofdame Ebba Sparre (zie afbeelding). Maar even de troon neerleggen en je wellicht bekeren tot een ander geloof, zijn zaken die zich voor een koningin niet zomaar laten regelen. De troonsafstand kost haar een aantal gevechten met de senaat en zal in 1654 een feit worden. Ze heeft dan maar een paar jaar op de troon gezeten. 

Ondertussen heeft ze filosofielessen gevolgd van tal van knappe koppen uit Europa waarvan Descartes dus een belangrijke was. Ze was een zoektocht begonnen naar het universum. Godfroy schrijft hierover: 

'Al op jonge leeftijd had ze twijfels over het lutherse geloof. Ze was zich erin gaan verdiepen en stelde vast dat de religie waarin zij was grootgebracht ver afstond van de waarheid en vol tegenstrijdigheden zat. Ze had gedurende meerdere jaren informatie verzameld over verschillende religies en alle informatie gewikt en gewogen. Ze had zich het hoofd gepijnigd zoekend naar duidelijke aanknopingspunten voor een serieuze overtuiging, maar die niet gevonden. Als ze met gezond verstand nadacht over godsdienstige leerstellingen moest ze vaststellen dat het meestal politieke uitvindingen waren om het gewone volk in het gareel te houden. De argumenten van de ene opvatting tegenover de andere leken zich tegen zichzelf te keren. Ze had ook de joodse werken van Mozes vergeleken met de islamitische geschriften van Mohammed. Uiteindelijk leek geen enkel geloof het ware.'

En iets verder:

'Uiteindelijk was ze gestopt met piekeren en had ze een eenvoudige methode ontwikkeld. Iedere geloofskwestie bekeek ze voortaan met gezond menselijk verstand. Het deed er niet meer toe of de ene of de andere godsdienstige stroming moest volgen. Het volstond als ze zich hield aan wat de redelijkheid ingaf en niets deed waarover ze zich zou moeten schamen.'

Een paar eeuwen voordat Marx godsdienst het opium van het volk zou noemen, geeft Christina aan dat geloof vooral door heersers werd gebruikt om het volk in toom te houden. Ze ontwikkelt eigenlijk een humanistisch mensbeeld waarin de redelijkheid van de mens de norm is.

In de tijd dat ze op de troon zit onderhoudt ze ook contacten met katholieke priesters en gaandeweg ontwikkeld ze toch een voorliefde voor dat Katholieke geloof. En in het diepste geheim besluit ze dat ze zich wil bekeren.  En dat terwijl ze zelf op dat moment het hoofd is van de Lutherse kerk. Hier ligt een intern dilemma van jewelste.

Op reis naar Rome

Na haar troonsafstand - ze mag zich echter wel koningin blijven noemen - reist ze af naar het zuiden van Zweden. Velen denken dat ze zich daar zal terugtrekken. Maar zij heeft dan al in het diepste geheim een plan gemaakt om in stappen naar Rome te reizen, naar de paus! Haar oversteek naar Denemarken doet ze undercover. Ze knipt haar haren af, trekt mannenkleren aan en neemt de identiteit aan van een naast familielid. Dat ze een zware stem had, was in haar voordeel.

Godfroy beschrijft hoe ze doorreist naar het katholieke Antwerpen. Een reis waarbij ze mijn eigen Deventer heeft aangedaan en waarbij ze een nacht doorpraat met de geleerde Gronovius in de bibliotheek van het Athenaeum Illustre. Het tekent haar honger naar kennis.

Ze bekeert zich in Brussel en doet een openbare geloofsbelijdenis in Innsbruck om vervolgens door te reizen naar Rome. De Katholieke kerk behandelt de Zweedse Koningin natuurlijk als een trofee van bekering en vinden haar een fantastische publiciteitsstunt. Ze wordt dan ook met alle egards behandeld. De vrouw die tot dan toe zo autonoom leek, acteert volstrekt onderdanig aan de Paus en waar ze eerst religie nog iets noemde om het volk in toom te houden, geeft ze zich nu over aan heiligenverering.

Interessant om te lezen is ook het diplomatieke spel dat ze moet spelen. Ze bruskeert Zweden natuurlijk totaal met haar overstap maar ze is wel afhankelijk van de inkomsten die ze uit Zweden krijgt. Eerst legt ze het nog aan met de Spaans Koning Filips IV van Spanje om daarna weer vriendjes te worden met Lodewijk XIV die op dat moment nog in oorlog is met Spanje. Het leidt er toe dat ze het idee krijgt dat ze wel Koningin van Napels kan worden en bereid is met een leger die staat aan te vallen. De koningin die we aan het begin van hoog verheven gedachten kennen, blijkt zich langzaam te ontwikkelen tot een machtswellusteling. Hoewel, nog steeds verpakt in hoog verheven idealen. 

Oud worden met kardinaal Azolino

Met al deze stappen heeft ze ondertussen al het krediet wel ongeveer verspeeld op het toneel van Europa. Frankrijk probeert haar richting Rome te schuiven, terwijl Rome haar in Frankrijk probeert te houden. Maar Christina volgt, zoals heel haar leven, haar eigen weg en keert terug naar Rome, in een paleis in het volle zicht van de Paus. Daar worden kardinaal Azalino (zie afbeelding), die de rechterhand van de volgende paus zou worden, en Christina verliefd op elkaar. De huidige paus probeert de verliefdheid van de kardinaal nog in te perken. Kansloos natuurlijk. Liefde laat zich niet gebieden. Het zou een vriendschap worden die tot haar dood in 1689 zou standhouden.

Een boek lezen is altijd een goed idee

In het epiloog geeft Godfroy nog een aardige beschouwing op de stappen die Christina zette en hoe rede en geloof hebben gestreden in haar. Overigens gaf de Paus haar ooit een rozenkrans cadeau zodat ze zich wat devoter zou gedragen tijdens de kerkdienst... Devotie en opstandigheid, volgzaamheid en autonomie zijn thema's die telkens terugkomen.  

Christina was een bijzonder dame.  Hoewel, dame... Ze schijnt veel mannelijke trekken te hebben gehad, had een lage stem en kleedde zich lang niet altijd naar de vrouwelijke norm. Christina werd daarmee in beperkte mate een symbool voor interseksualiteit, transseksualiteit, homoseksualiteit en crossdressing. 

Ik heb tijdens het lezen zitten genieten van deze eigenzinnige en wat mysterieuze vrouw. Heel af en toe dacht ik: hoe zou Nederland reageren als een koning, koningin, prins of prinses bekend zou maken niet te vallen op het andere maar het zelfde geslacht. Of op beide. Ik zou er geloof ik blij van worden als dat eens openlijk zou gebeuren. Hoewel onze koning Willem II, die om zijn homoseksualiteit nog gechanteerd werd en moest aftreden, natuurlijk toekomstige koninklijke generaties al voorging.

Het boek van Godfroy , 'Passage naar Rome',  over de levensreis die Christina aflegt, is een prachtige en bizarre geschiedenis. Maar ook een geschiedenis die je nog eens kunt spiegelen met je eigen leven. Hoe kijk ik tegen zaken aan, en waarom?  En welke afslagen nam ik in mijn leven (of juist niet) en waarom? 

Bijna vierhonderd jaar na Christina leidt het voorlezen door een dragqueen nog tot de nodige commotie. Misschien is het lezen van dit boek dan toch nog een idee. En overigens, of je nu tot de LHBTI behoort, tot de demonstranten of ergens daar tussenin: een boek lezen is altijd een goed idee.

Beeldverantwoording
Koningin Christina: David Beck, Nationaalmuseum
Ebba Sparre: Sébastien Bourdon
Kardinaal Azolina: Jacob Ferdinand Voet

zondag 13 augustus 2023

Alleen in mijn woorden kan ik wonen

Alleen in mijn woorden kan ik wonen. Het is een zin die ik de afgelopen weken wel een paar keer gepreveld heb. Een zin die een beetje vrij is naar het gedicht van Slauerhoff.

Sinds mijn puberteit schrijf ik. Mijn eerste schrijfsels - waar ik er nog een paar van  heb - waren vooral voor mezelf bedoeld. Het waren gedachten en notities om alles wat er in mijn puberteit gebeurde te snappen. Later schreef ik kleine light verse gedichtjes voor het academieblad. Gedichtjes zoals de ode aan de lantaarnpaal als houvast voor dronken studenten. Helaas voor u, dat gedichtje heb ik niet meer. Mocht iemand het vinden, ik houd me aanbevolen. Van een klein boekje in 1997 (waar ik ook nog eens over zal schrijven) naar mijn eigen boeken later en een blog vanaf 2008. Ik ben altijd blijven schrijven. Eigenlijk zonder het zelf door te hebben.  

Ik leef in woorden.

Omringd door woorden

De afgelopen week was ik omringd door woorden. Heel veel woorden. Het was mijn eerste vakantieweek en ik had met mezelf afgesproken die te besteden aan mijn derde boek. U weet wel, dat boek over die moedige bibliothecaresse die stand houdt tegen chantage en vriendjespolitiek van de bezetter

Eerder had ik er al een week onderzoek in archieven en interviews erop zitten. Daarna was ik een week bezig geweest om honderd pagina's handgeschreven notulen te ontcijferen. Van die notulen ziet u hierboven een belangrijk stukje. Het is het stukje het besluit neemt op te stappen. Tja, en in deze week moest dus alles bij elkaar komen. Alle stukjes die ik had moesten in elkaar gelegd. Ik had het verhaal al een paar keer op verschillende manieren aangevlogen door de verschillende bronnen die ik gebruikte.  Dat waren brieven van in en na de oorlog, notulen, dossiers die nog onder embargo zaten en zelfs kasboeken.

Leven als een monnik 

Maar ik weet inmiddels hoe dat bij mij werkt. Zodra ik begonnen ben met schrijven, sluit er iets in mij en leidt zelfs mijn telefoon me niet meer af. Ik moet mezelf dwingen om tijdig te pauzeren zodat ik voldoende energie houd om een dag door te kunnen. Ik sport en beweeg in de vroege ochtend of in de middag. Maar mijn beste tijd, zo tussen half negen in de ochtend en drie uur in de middag leef ik als een monnik. In stilte en met aandacht  voor niets anders dan letters.  En zo volgt woord na woord,  zin na zin, hoofdstuk na hoofdstuk. 

Het bouwen van de zinnen heeft iets geruststellends. Alsof woordjes zich als magneten gedragen en zich als vanzelf aaneen rijgen.  Woorden worden gewogen. Zegt deze zin wat het is? Is dit het juiste woord? Werd iemand 'voorgeleid' of 'berecht'?  En wat weet ik echt en wat vul ik in? Feiten worden gecheckt en bronnen met elkaar vergeleken. Klopt de volgorde? Kan ik deze tekst niet beter voor die tekst zetten, is dat niet logischer? Wat is het goede woord voor de broer van iemands opa?

En dat alles in rust. Ik leef met de woorden. Ze omringen me. Ze worden deel van mij, ik word deel van hen. Niets anders dan concentratie op die woorden. Een leven dat slechts wordt onderbroken door koffie en lunch. Om vervolgens na die toewijding juist wat te ontspannen door af te spreken met vrienden of kennissen of even heel wat anders te gaan doen. En de volgende ochtend herhaalt het proces zich.

De geboorte van een verhaal

Aan het eind van de week kijk ik achterom. En ik zie de weg die ik heb afgelegd. Er liggen duizenden woorden achter me. Duizenden woorden die zeggen wat ik zeggen wil. Er is een verhaal geboren. Ik blijf me in dat wonder verbazen. 

Niemand geeft me opdracht om dit te doen. En toch doe ik het. De drijfveer moet ergens diep in mij zitten. Ik sprak deze week een eveneens schrijvende kennis en dan is het leuk om bij iemand datzelfde plezier te ontdekken. En ik las het boekje de Creatiespiraal dat ik van een vriendin kreeg en eigenlijk feilloos het proces beschrijft dat ik doorloop.

Dat scheppingsproces is iets waar ik ongelofelijk blij van wordt. Ik ken het ook van fotograferen en van muziek maken maar het meest ontwikkeld ben ik toch wel met woorden. Een weg die ik aflegde zonder hem zelf echt op te merken.

Het zijn woorden waardoor ik ontdek  

Het zijn woorden waardoor ik uitdrukking kan geven. 

Het zijn woorden waardoor ik ben. 

En om Slauerhoff in mijn eigen stijl te parafraseren: alleen in mijn woorden kan ik wonen. 

Voor het overige hoeft u zich niet ongerust te maken. Er is ook echt nog wel wat tijd voor wat gewone mensen 'vakantie' noemen. Tot over enige tijd!

zondag 30 juli 2023

De staat van het bibliotheekbestel 2023 in acht grafieken


Net als iedereen net op vakantie is, publiceert de KB, samen met CBS, VOB en SPN het overzicht met alle statistieken van bibliotheken. En en net als vorig jaar maak ik op basis daarvan de 'Staat van het Bibliotheekbestel' op. Opnieuw in acht grafieken.  Vorig jaar waren de cijfers een bloedbad als gevolg van corona met lockdowns en andere beperkende maatregelen. In 2022 waren bibliotheken weer nagenoeg zonder enige beperking open en zou dit dus het jaar van herstel moeten zijn. Waar staan we, een jaar na corona?

BNetwerk begint het persbericht dan ook als volgt: 

'Bibliotheken organiseerden in 2022 meer activiteiten dan ooit tevoren: 247 duizend. Daarnaast zijn er meer mensen lid geworden van een openbare bibliotheek dan in 2021 en nam ook het aantal bezoeken weer toe. Dat en meer blijkt uit de Gegevenslevering Wsob 2022 die nu is gepubliceerd.'

Ook de VOB opent met een soortgelijk statement. De hoofdboodschap: er is herstel na corona. En ze hebben gelijk zullen we  zien in de grafieken. Maar, er is meer te zeggen dan dat. Want klaar zijn we nog zeker niet. Ik neem u mee naar de staat van het bibliotheekbestel. 

Aantal activiteitenweer aan bij groei en maar liefst 3,4 miljoen deelnemers

Het beste nieuws is inderdaad te vinden bij activiteiten. Daar zien we de volgende cijfers. 

Het aantal activiteiten is inderdaad naar een recordhoogte gestegen. Ruim 247.000 maar liefst. Je ziet de dip van corona maar ook dat het herstel zelfs zit in lijn van de groei die er voor corona al in zat. Het is een groei van zo'n 12% ten opzichte van 2019, het pre-coronajaar. 

Mooi, is ook dat de VOB meldt dat het aantal deelnemers aan activiteiten zo'n 3,4 miljoen was in 2022. In 2019 was dit nog 2,2 miljoen. Ook daar een hele forse stijging dus. Het werken met die deelnemersaantallen is overigens een mooie verbetering die de KB heeft doorgevoerd in de statistieken. Daar gaan we nog profijt van hebben als sector (lees: daar ga ik nog eens extra induiken). Want zo'n cijfer van 3,4 miljoen deelnemers is indrukwekkend. 

Bezoekersaantallen bijna verdubbeld en toch niet terug op oude niveau

Dat die activiteiten zo prominent in de persberichten zitten, snap ik wel. Het is inderdaad het beste cijfer van 2022. De bezoekersaantallen over 2022 zitten in onderstaande grafiek. 

Ook het herstel in bezoekersaantallen is sterk in 2022. Van 31,3 miljoen in het coronajaar 2021 gaan we naar 50,3 miljoen. Een beetje ruim gerekend is dat bijna een verdubbeling. Nu was 2021 ook wel een rampjaar voor bibliotheken waarbij er een sluiting was van ruim vier maanden. 

Toch zijn we niet terug op het niveau van topjaar 2019. We missen nog steeds zo'n 10 miljoen bezoekers en bevinden zich nog op een niveau van voor 2015. Toch heb ik het gevoel dat het beeld op die bezoekersaantallen wisselvallig is. Ik hoor sommige bibliotheken die zeggen dat ze weer helemaal op het oude niveau zitten en dat betekent dat er andere bibliotheken zijn die daar nog ver onder zitten en waar het dus nog echt een stuk rustiger is dan voor corona. Misschien dat ik dat uit de statistieken nog kan filteren maar dat vraagt wat meer onderzoek.

Meer uitleningen en weer terug in lijn met neerwaartse trend


Dan door naar de uitleningen van bibliotheken. Ook die herstellen zich sterk. Van 40,6 miljoen in 2021 naar 54,3 miljoen in 2022. Een sterk herstel maar nog altijd een daling van 15% ten opzichte van 2019.  Wie echter kijkt naar de dalende trend die er daarvoor al in zat, die ziet dat 2022 eigenlijk zit op het niveau dat je had kunnen verwachten als er geen corona was geweest. Volg de trendlijn maar eens die door de grafiek loopt. Eigenlijk dus een volledig herstel naar verwacht niveau. Hoewel je telkens toch weer hoopt dat mensen weer meer gaan lezen.

Bovenstaande drie grafieken leveren dus toch nog wel wat vragen op. Want we hebben meer activiteiten en de uitleningen zijn weer redelijk op niveau maar de bezoekersaantallen blijven nog echt achter. Dus welke bezoekers missen we nou precies? Zijn dat studenten en scholieren die vooral studeren en geen boeken lenen of activiteiten bezoeken? En natuurlijk: minder uitleningen dan voor 2019 is natuurlijk ook minder bezoekers maar ondanks die dalende trend hadden we voor 2019 toch nog groeiende bezoekersaantallen. Wie het weet mag het zeggen. 

Ledentallen: een inhaalrace bij volwassenen, nog altijd minder jeugdleden


Bij de ledentallen is het beeld wat gemixt. Het mooie nieuws is dat het aantal volwassen leden met een inhaalrace bezig is. In de coronaperiode zijn door gesloten gebouwen er tijdelijk minder mensen als nieuw lid ingeschreven terwijl er wel opzeggingen waren. Dat trekt dus echt goed bij. En wie de trendlijn volgt ziet dat die inhaalrace zelfs boven de trendlijn uitkomt. Een mooi teken! Het gaat nog niet om hele grote aantallen. Zelf wijt ik deze groei ten dele ook aan de bibliotheken die gratis lidmaatschappen tot 27 of 30 jaar beschikbaar stellen. In die groep blijkt het percentage lid dan flink te stijgen waar het eerder decimeerde als men met 18 jaar moest gaan betalen. En dat is een groeiende groep bibliotheken, liet ik begin dit jaar zien.  Ook hier is een nadere analyse interessant.

Bij de jeugd vind ik de ontwikkeling zorgelijker. We veren daar nog nauwelijks terug. Ik mis daar ten opzicht van de trend nog steeds zo'n 130.000 jeugdleden. Deels zal dat te wijten zijn aan het feit dat we door corona even minder makkelijk konden schakelen met het onderwijs maar eigenlijk hadden we in 2022 dan toch een sterker herstel mogen zien. Misschien volgt het volgend jaar maar ik zou er als bibliotheek of als sector toch aandacht aan besteden. 

De maatschappelijke waarde groeit, het aantal formatieplaatsen groeit


Sinds 2021 zien we een stapsgewijze groei van formatie. Na jarenlange stabilisatie rond de 4.200 formatieplaatsen zie je in de afgelopen twee jaar dat er 10% personeel bij is gekomen. Dat extra personeel reflecteert het optimisme van de branche dat de wind mee kreeg door een grote maatschappelijke zichtbaarheid. Het kwam in het regeerakkoord met extra middelen en eerder werden al stappen gezet met extra miljoenen voor IDO's. Ook op lokaal niveau werd minder bezuinigd en weer geïndexeerd. De jaren van stilstand lijken dus voorbij op dit punt. 

Zelf verwacht ik dat die groei de komende jaren nog zal toenemen. De zorgplicht moet leiden tot extra lokale middelen en een groot deel daarvan zal geïnvesteerd worden in personeel, zoals dit altijd een hoofdbestanddeel van onze begroting is. Ik houd er dus rekening mee dat er in de komende jaren in onze sector nog zeker zo'n  400-600 formatieplaatsen bij komen, een groei dus van 10% tot 15%.

De sector vergrijst niet maar verjongt


Een trend die ik vorig ook al signaleerde maar die onverminderd doorzet is de verjonging van onze sector. Was in 2015 het aandeel 50+ers nog 65%, in 2022 is dat nog maar 51%. En dat terwijl de pensioenleeftijd telkens stapsgewijs verhoogd is in die periode. Het aandeel 50+ en 50- is daarmee ongeveer in balans gekomen. Een aangezien we de komende jaren nog gaan groeien in formatie, vermoed ik dat de gemiddelde leeftijd nog verder omlaag zal gaan. Ik denk dat dat een goede ontwikkeling is voor een diverse samenstelling naar leeftijd. 

Groei aantal vrijwilligers in gelijke tred met betaalde formatie


De vrijwilligers vormen een groeiend leger om de maatschappelijke en educatieve taak van de bibliotheek vorm te geven. Als taalmaatje, als voorlezer bij gezinnen of als gastheer/gastvrouw en tal van andere taken. In de coronaperiode kwam de groei van dit leger wel enigszins tot stilstand maar in 2022 steeg het van 23.000 naar 25.000 personen. Ook hier verwacht ik dat we absoluut nog niet aan het eind van de groei zitten. Wie ziet op hoeveel vlakken we onze impact nog kunnen en moeten vergroten, ziet dat deze goede krachten een onontbeerlijke schakel zijn. 

Het is fijn om te zien dat de groei van zowel betaalde formatie als vrijwillige formatie gelijke tred houden. Dat betekent enerzijds dat er geen verdringing plaats vindt maar anderzijds dat er ook betaalde formatie is om vrijwillige formatie te ondersteunen. 

Gemeentelijke bijdrage stijgt (maar de kosten ook)

Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook altijd over geld... Hoewel we het soms wat moeilijk vinden om erover te praten. Maar ook die cijfers zitten er dit jaar ook gewoon weer in. Ook daar zien we in 2022 een groei in de gemeentelijke subsidie. 


We zien een aardige stijging van de gemeentelijke subsidie. Ik hanteer die gemeentelijke subsidie de definitie die het CBS altijd hanteert. Dat is het totaal aan gemeentelijke subsidie, de reguliere exploitatiesubsidie inclusief de projectsubsidies. In de onderlinge vergelijking halen we daar dan vaak weer de huisvestingskosten af om dat die door broekzak-vestzakconstructies van gemeenten soms versluierend kunnen werken. Maar beide bedragen zijn gestegen en dat verklaart dus bijvoorbeeld ook de groei in formatieplaatsen. Daar was dus ook ruimte voor. 

In 2023, volgend jaar dus, zal de gemeentelijke subsidie in de statistieken nog een sprongetje maken. Want naast mogelijke indexering gaat dan ook de IDO-subsidie (€ 0,83 per inwoner plus een beetje) dan in de statistiek via de gemeentelijke subsidie lopen. Dat was in 2022 nog een subsidie via de KB. 

De sector is veerkrachtig maar er is nog wel wat te doen!
Het bericht dat de sector veerkracht toont en maatschappelijke relevantie toont, zoals de KB en de VOB dat verwoorden, is meer dan terecht. Er zijn bergen verzet om weer met deze resultaten voor de dag te komen. Chapeau dus.

We groeien als sector, zowel in financiële als in personele zin. De sector is ook qua leeftijd steeds meer in balans. Allemaal signalen dat we ook in de toekomst nog meer waarde kunnen bieden. 

Maar wie daar stopt, mist toch nog wat. Er liggen nog wel een paar opgaven. Er ligt nog potentie bij de bezoekersaantallen en het is goed om dat nog eens te analyseren en wellicht stappen in te zetten. Ook het aantal jeugdleden blijft nog teveel achter. Verder gaf ik op sommige punten aan dat nadere analyse fijn zou zijn. Wat is bijvoorbeeld van de gratis lidmaatschappen tot 27 of 30 jaar en moet je daar als sector niet breder wat mee? De eerste brede cijfers zijn er nu. 

Tot slot opnieuw een compliment aan het team van de KB die elk jaar deze cijfers weer verzamelt. Zij hebben sinds 2015 - het eerste jaar dat zij deze taak kregen - een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. En elk jaar ontdek ik weer een mooie nieuwe verbetering. Dit jaar is bijvoorbeeld een eerste stap gezet rond uitsplitsing voor multifunctionele organisaties. Dit team zorgt er voor dat de sector professionele overzichten oplevert waar menige andere sector jaloers op is. Hulde dus aan Mirjam Klaren, Annemiek van de Burgt en Mirjam van den Bremen die er dit keer voor zorgden. 

En zij zorgen er dan dus weer voor dat een zondagmorgenblogger zoals ik met een uurtje die statistieken dan weer klaar kan hebben. Doe er uw voordeel mee!

zondag 23 juli 2023

De dagboekjes van Lucie Mesdag, bibliotheekpionier van het Gelderse platteland

 

In de afgelopen maanden was ik door het 75-jarig jubileum van Rijnbrink wat intensiever met onze geschiedenis bezig. En daarbij kwam toch nog een bijzonder vondst boven tafel: de dagboekjes van één van onze eerste directeuren: Lucy Mesdag. 

Lucy Mesdag is één van de iconen van het Gelders bibliotheekwerk op het platteland. Ze werd in 1961 Directeur Buitendienst van de Centrale Plattelandsbibliotheek Gelderland (CPG) en volgens mij werkte ze er al eerder maar in een andere functie. Ze volgde de heer Ooms op die deze functie als eerste had gehad vanaf de oprichting in 1957. De CPG zou later de Provinciale Bibliotheekcentrale Gelderland heten (afgekort PBG) en in 1978 zal een fusie plaatsvinden met de katholieke Gelderse tak, de KCVL en dat heet het PBC Gelderland. Mesdag maakt het allemaal mee en zal tot 1985 actief zijn.  

Vanaf 1965 tot juni 1976 houdt zij een dagboekje bij met de belangrijkste gebeurtenissen in haar werk. Het levert een uniek kijkje op in het leven van een provinciale directeur in de groeiperiode van het bibliotheekwerk. De foto overigens hierboven is overigens van 1965 en even hoopte ik dat het dagboekje zelfs op haar bureau zou liggen. Maar volgens mij is dat niet zo. 

Bouwen, bouwen, bouwen...

Wie de dagboekjes doorleest ziet vooral dat ze tot 1970 vooral bezig wat met bouwen. Bouwen van bibliotheken in dorpen op het platteland van Gelderland. Openingen van nieuwe gebouwen onderstreept ze met rood. Soms waren er heel veel openingen achter elkaar. Kijk maar eens naar deze pagina uit 1966


In 1966 werden er zes bibliotheken geopend. in 1967 even niets maar werd wel een nieuw gebouw voor de PBG in gebruik genomen waarvan je hierboven ziet dat op 26 mei 1966 al de buitenwanden waren geplaatst. In 1968 werden acht bibliotheken geopend en in 1969 weer zes. Het is een enorme bouwwoede. Van Neede tot Zaltbommel en van Oldebroek tot Oosterbeek. Overal was ze actief.

In 1966 vind een verhuizing plaats voor de bibliotheek in Hattem. Dat staat als volgt in het dagboek.


De verhuizing zou plaatsvinden met 2 VW-bussen. Tegelijkertijd vind ik in het fotoarchief onderstaande foto van de bibliotheek in Hattem, met als titel: verhuizing bibliotheek Hattem.


Je zou denken, dit hoort bij 1966. Toch klopt het niet want de foto is gedateerd met het jaartal 1972. En wie heel goed kijkt ziet ook al een moderner logo van de bibliotheek achterop de bus. En overigens in 1966 had men nog geen eigen busjes maar reed men boeken in auto's rond. De genoemde VW-busjes uit 1966 moeten toen dus gehuurd zijn. 

Wat blijkt: in 1972 is de bibliotheek in Hattem opnieuw verhuisd. Het ging snel die tijd.  Want bij 22 september 1972 staat in haar dagboek het volgende. 


En opnieuw verhuisde men dus met VW-busjes. Maar nu met eigen busjes.

De zwarte dag: 6 maart 1971

Op 6 maart 1971 worden alle directeuren van PBC's ontboden op het ministerie. En ze krijgen slecht nieuws. Lees maar.


"Begin van de malaise, BLACK DAY", schrijft ze. Nederland staat vlak voor de oliecrisis, de ongebreidelde naoorlogse groei hapert en dus ook de overheidsfinanciën. 

De PBC decentraliseert in 1972 al het personeel naar lokale stichtingen om het risico van de grote stichting te verkleinen, nu er financieel slecht weer dreigt. In 1973 krijgen de bezuinigingen echt consequenties. Het dagboek begint op 1 januari dan als volgt.


Na de overdracht van personeel worden lokale stichtingen ook gedwongen om de collectie over te nemen. Een maatregel waarmee men fl.1,4 miljoen ophaalt bij de gemeenten. Men raakt 12 personeelsleden kwijt, men stoot auto's af en zegt huur op van een pand. Het is echt een hele forse operatie geweest. 

Maar ook: de salarisadministratie gaat per 1 januari 1973 op de computer! Die automatisering is dus inmiddels 50 jaar geleden. 

Bibliotheekwet van 1975

Men zit dan al vlak voor 1975. Dan wordt de bibliotheekwet ingevoerd en krijgt bibliotheekwerk juist weer een geweldige financiële impuls (en volgens mij werd toen het personeel weer gecentraliseerd). Bij 21 januari 1975 vinden we deze aantekening.  


Die wet had natuurlijk een aanloop gekend. De aller vroegste aantekening daarover vind ik al in 1967. Dan staat er op 26 september in haar dagboek dat ze met een wekgroep van PBC's bij elkaar komt.


In 1967 ligt er dus al een voorstel op tafel. Dat moet haast betekenen dat de inzet naar de bibliotheekwet van 1975 dus zelfs al voor 1967 op tafel lag. Ook toen duurde het dus wel een tijdje voor je een wet had. 

De bouw van 'mijn' bibliotheek


Wie denkt dat het alleen landelijk lang duurt, komt bedrogen uit. Ook op gemeentelijk niveau duurt het vaak wel even voordat een idee voor een nieuwe bibliotheek gerealiseerd is. 

Zelf ben ik opgegroeid in het Gelderse Neede. Van die bibliotheek werd ik in 1977 lid. De bibliotheek blijkt geopend te zijn op 25 maart 1971. Ik was toen acht dagen oud en hierboven zie je een foto van die bibliotheek uit mijn geboortejaar.

In het dagboekje van Mesdag kan ik terughalen dat de allereerste bespreking voor een bibliotheek in Neede al op 13 juni 1968 plaats vond. In september werd er een lokale stichting opgericht en vervolgens moest van alles voorbereid worden voor de verbouwing van de boerderij waar de bibliotheek in terecht zou komen. 

Veel dorpsbibliotheken zijn dus vaak pas eind jaren '60, begin jaren '70 ontstaan. Zo heel lang is dat dus ook nog niet. Het waren mensen als Lucy Mesdag en bij de Gelderse Katholieke variant Harry de Werd die als heuse pioniers het platteland van bibliotheken voorzagen. En zo recent is die ontwikkeling dus eigenlijk nog maar. 

De zwerftocht van de dagboekjes van Lucy Mesdag
Mesdag zal samen met Harry de Werd van de KCVL de fusie van beide stichtingen voorbereiden die in 1978 zal plaatsvinden. Samen zullen ze nog een tijdje als directie en management van de PBC Gelderland fungeren. Mesdag, geboren in Zwolle in 1921, zal in 1985 afscheid nemen en 1999 overlijdt ze. Ze had een opleiding in de bosbouw, trouwde, kreeg een zoon maar scheidde van haar man in 1948. Geen leven over rozen. Maar vanaf 1960 is de ze pionier van Gelderland en zorgt ze dat er een fijnmazig netwerk van bibliotheken ontstaat. Veel kleinere bibliotheken hebben hun bestaan aan haar te danken. 

Na het overlijden van Mesdag in 1999, stuurt haar zoon de dagboekjes op naar de toenmalige PBC-directeur George Vodegel. Hij bewaart de dagboekjes in zijn bureau, waarschijnlijk omdat hij ook even niet wist wat er precies mee te doen. Als Vodegel vertrokken is naar een nieuwe baan ruimt haar secretaresse het bureau op. Zij vindt de boekjes en geeft ze aan Henk ten Zijthoff, toenmalig manager bij de PBC Gelderland. Omdat hij ook niet weet waar de boekjes goed bewaard blijven, besluit hij ze maar mee naar huis te nemen en te zelf te beheren. Als ik hem benader met de vraag om meer informatie over de geschiedenis van de Gelderse tak van Rijnbrink, stuurt hij me de dagboekjes op. Met één opmerking: je gaat er verrekte goed voor zorgen! Die opmerking is terecht. Het is een mooi stukje geschiedenis. En daarmee zijn de aantekeningen van Lucy Mesdag weer terug bij de provinciale organisatie waar ze begon. 

Pionier van het platteland
Lucy Mesdag, bibliotheekpionier van het Gelderse platteland. Tientallen dorpen hebben hun bibliotheek aan haar te danken. Een icoon, een heldin.  En hoewel ik haar nooit heb gekend, ben ik postuum trots op deze vrouw. Met wat een energie heeft ze gebouwd!

zondag 16 juli 2023

Waarom de Bibliotheek op school nog wel zes tot acht keer zo groot mag worden

Zo, na de complimenten voor onze fijne staatssecretaris Uslu, ga ik deze week gewoon weer over tot flinke meningen. Dit keer dat er veel meer geïnvesteerd mag worden in de Bibliotheek op school. De afgelopen week mocht ik deelnemen aan een strategische sessie over de Bibliotheek op school, georganiseerd door de Kwinkgroep. Kwinkgroep doet namelijk onderzoek als uitvoering van de motie Mohandis. In die motie deed Mohandis van de PvdA, samen met andere partijen de volgende oproep: 

verzoekt de regering te komen tot een meerjarige toekomstvisie en te onderzoeken op welke wijze de «bibliotheek op school» als concept duurzaam verankerd kan worden en welke financiële en juridische voorwaarden daarvoor benodigd zijn

De motie werd ingediend omdat de leesvaardigheid en met name de leesmotivatie van kinderen steeds verder achteruit gaat. Het lijkt bijna vechten tegen de bierkaai. Elk jaar lijkt het wel verder achteruit te gaan. Er ligt een flinke opgave: de trend is neergaand, het gaat om heel veel leerlingen en die trend wil je ombuigen. Daar is heel veel voor nodig.

Investeer zes tot acht keer zoveel in de Bibliotheek op school!

In de genoemde sessie met de Kwinkgroep bepleitte ik dat het niet alleen gaat om duurzame verankering of borging wat we nu hebben maar dat wie echt wat wil doen aan de leesvaardigheid vooral nog veel meer moet investeren in de Bibliotheek op school. Vele malen meer dan nu het geval is. En met een vlotte rekensom kom ik uit op zes tot acht keer zoveel als dat we er nu in stoppen. 

Ik zal u meenemen hoe ik daarbij kom.

Naar 100% Bibliotheek op school

Ik heb even gekeken naar het dashboard van de KB over de samenwerking met basisonderwijs. Deze geeft aan dat er op dit moment 5.298 locatie voor primair onderwijs zijn. 2.586 daarvan werken met het concept de Bibliotheek op school. 731 scholen werken met een soortgelijk concept maar onder een andere naam. In totaal gaat het dan om 3.317 scholen die al een vorm van Bibliotheek  op school hebben. Een beetje afhankelijk van of je die 731 scholen met een alternatief meetelt heeft 50% tot 60% procent dus nu een Bibliotheek op school. 

Wil je naar 100% Bibliotheek op school, omdat je ieder kind leesmotivatie gunt, dan moet je dus 1,6 tot 2 keer zoveel inzet plegen als thans het geval is. 

Maar er is meer.

Leesconsulenten: Van minder dan 2 uur per week inzet naar.... 8 uur per week per school?

Leesconsulenten maken voor een groot deel het succes van de Bibliotheek op school.  Zij zijn degenen die leraren en leerlingen methoden moeten meegeven om leesplezier te ontdekken. Een expert die ook aan tafel zat bij de strategische sessie meldde dat een leesconsulent op dit moment minder dan twee uur per school per week heeft om een school te ondersteunen. Twee uur per week! Voor vaak meer dan 200 leerlingen en een docententeam met meer dan tien leraren. Ik heb een diep respect voor al die leesconsulenten. Ik word enthousiast van hun enthousiasme. Maar we sturen ze weg met een onmogelijke opdracht. 

In een wereld die rap leesmotivatie aan het verliezen is en waar leesvaardigheid jaar na jaar daalt is twee uur per week voor een hele school alsof je een zinkende Titanic wilt redden door te hozen met een theekopje. 

Wie echt wat wil doen aan leesvaardigheid moet dus gewoon veel forser inzetten. We hebben het tij al tegen en we willen de stroom op roeien. Er is dus echt veel meer nodig. Maar hoeveel? In oktober 2022 schreef ik al eens een opinie over het 'Masterplan Leesplezier'. Daar bepleitte ik toen dat elke school eigenlijk een fulltime leesconsulent zou moeten hebben. Experts hebben het soms ook over 'teacher-librarians' die in andere landen gewoon gemeengoed zijn.

Tja, hoeveel is genoeg? Op dit moment stoppen - volgens het KB-dashboard - de Nederlandse bibliotheken 419 formatieplaatsen in de samenwerking met het basisonderwijs. Voor de goede orde het basisonderwijs in Nederland telt in totaal 136.000 formatieplaatsen. 419 tegen 136.000 formatieplaatsen. Welke deuk in dit pakje boter wil je slaan? En nogmaals, grote fan van al die collega's die hier actief zijn.  

Als je uitgaat van een verviervoudiging van de huidige inzet, dus naar 8 uur per school per week, kom je op ongeveer 1.600 formatieplaatsen uit. Dat is dan ruim 1% van wat er in totaal in het basisonderwijs beschikbaar is. Dat is een hele grote groei voor het bibliotheekwerk maar nog steeds een kleine speler ten opzichte van het onderwijs. En wil je ook nog eens de scholen meenemen die nu niet meedoen, dan is het dus nog een keer het dubbele. Dat is zoveel dat ik het niet eens op durf te schrijven. Het toont aan hoeveel inzet dit probleem vraagt en waar een eerste flinke - en vooral ook structurele - stap nodig is.

Sommigen bepleiten ook dat het onderwijs zelf wel meer kan doen. Maar om eerlijk te zijn spreek ik dan toch weer teveel onderwijsmensen die zeggen dat ze zelf nog naarstig op zoek zijn naar capaciteit. En als de bibliotheek een beetje stuurkracht wil ontwikkelen heb je gewoon echt meer tijd nodig. Ik houd die acht uur maar even aan als minimum. Meer kan altijd nog.

Duurzaam borgen betekent fors groeien, investeren en innoveren

De Bibliotheek op school kan met recht één van de succesnummers van de bibliotheek worden genoemd. Met dank aan al die leesconsultenten met zo weinig tijd. Dwars door de jaren van bezuinigingen heen wisten bibliotheken en gemeenten bedragen te vinden om hierop in te zetten. Op een paar duizend scholen wist men zo al een eerste start te maken. Het leverde prachtige plaatjes op van wethouders die linten knipten en staatssecretarissen en ministers die er lof over spraken. Maar van aaibaarheid kan je niet leven. Van vooruitgang in leesvaardigheid wel. En die voortuitgang is er nog lang niet. Op micro-niveau zien we met een forse aanpak vooruitgang. Maar op macro-niveau ontbreekt die forse aanpak.  

Duurzaam borgen, zoals de motie Mohandis vraagt, betekent voor mij dan ook dat er nog fors gegroeid en geïnvesteerd moet worden. Kwink doet er nu onderzoek naar en dat onderzoek kon wel eens de opmaat worden naar structurele financiering. Dus nu hier iets over roepen, is wel het moment. 

Willen we aaibaarheid of vooruitgang?

Dus: wie echt effect wil hebben, heeft veel meer enthousiaste leesconsulenten nodig. Om alle scholen mee te laten doen heb je al 1,6 tot 2 keer zoveel inzet nodig. Maar wil je een leesconsulent van twee uur naar acht uur per week op een school laten gaan dan heb je vier keer zoveel inzet nodig. Alles bij elkaar is dat dus zes tot acht keer zoveel als we echt werk willen maken van leesmotivatie van Nederlandse jongeren. Daaronder praten we toch eigenlijk van lapmiddelen die het verval alleen maar dempen.

Toch is het niet alleen een kwestie van meer geld. Als je groeit moet je ook nadenken over slimmere manieren. Hoe kun je met minder inzet toch meer leesmotivatie stimuleren? Hoe kun je wellicht met inzet van digitale ondersteuning iets betekenen? Of met een programma op  afstand zoals bijvoorbeeld de BiebBoys aanbieden? Onderzoek dan ook meer van dit soort mogelijkheden. Datzelfde geldt voor het aansluiten van nieuwe scholen. Kan dat nog eenvoudiger? Wat kan een digitale collectie nog betekenen of wellicht is het onderhoud van collecties nog efficiënter te maken. 

En dan heb ik het hier natuurlijk nog niet gehad over intensivering van Boekstart of Bibliotheek op school in het voortgezet onderwijs. Kortom, we zijn er nog lang niet.

Duurzaam borgen is dus vooral investeren. Investeren in de leesmotivatie van de kinderen van Nederland. 

Beste politiek, maak een keuze: gaat het om aaibaarheid of echte vooruitgang? Als het dat laatste is, moet er meer tempo, urgentie en meer (structurele) financiële ruimte komen. Bibliotheken vindt u aan uw zijde, zij willen met plezier de handschoen oppakken. 

P.s. U moet toch weer nieuwe verkiezingsprogramma's maken. Wellicht een idee?

zondag 9 juli 2023

Heel de sector prevelt zacht: 'Blijf nog even Gunay Uslu'

Het was vrijdagavond. Eerst was er één bron die zei dat het kabinet was gevallen.  En daarna twee, drie, vier, tien bronnen. In mijn gedachten hoorde ik op hetzelfde moment in de huizen van de 140 bibliotheekdirecteuren een krachtterm vallen. Her en der is misschien zelfs wel gevloekt of zat iemand met een brok in de keel. Want met de val van het kabinet raakt het bibliotheekwerk een zeer geliefde staatssecretaris kwijt. Zeg maar onze staatssecretaris. En dat op een kwetsbaar moment op weg naar de zorgplicht voor provincies en gemeenten. 

Officieel valt dit kabinet op het asielbeleid. Maar u en ik weten natuurlijk wel beter. Tenminste dat houd ik mezelf dan maar voor. Want vorige week schreef ik nog dat de leeftijd tot waar de bibliotheek gratis is, makkelijk verhoogd kan worden van 18 naar 27 jaar. Een brisant plan natuurlijk, doch kinderlijk eenvoudig uitvoerbaar. In mijn gedachten is staatssecretaris Uslu met dat plan aan de haal gegaan. Rutte was tegen schijnt, speelde powerplay maar had daar later geen actieve herinnering aan. Nou ja, zoiets. En omdat een kabinet niet kan vallen op die aardige bibliotheken, werd het het asielbeleid. De media ontkennen dit natuurlijk, maar laat deze zondagsblogger maar even in de waan. 

De vraag is natuurlijk: hoe behouden we Gunay Uslu voor de bibliotheeksector?  Want in al die jaren dat ik meeloop heb ik nog nooit zoveel enthousiasme meegemaakt voor de verantwoordelijke bewindspersoon. Waar staatssecretaris Uslu ook kwam in onze sector, overal werd ze met applaus en soms zelfs met een staande ovatie ontvangen. En ja, natuurlijk dat ze extra geld meebracht voor de sector beschikbaar scheelde enorm. Tegelijkertijd kan ik niet ontkennen dat er een soort wederzijdse klik was tussen bibliotheeksector en staatssecretaris Uslu. 

En omdat de sector haar natuurlijk graag wil behouden, heb ik daar vast voor u over nagedacht. Aanval is immers de beste verdediging, toch? Ligt er niet nog ergens een mooie baan voor haar waar we haar mee kunnen verleiden? En ja, dat misschien dan iemand zijn positie moet opgeven die hij of zij nu heeft, dat hoort daar natuurlijk bij. Daar zeg ik vast sorry voor maar daar zijn we natuurlijk van harte toe bereid. 

Welnu, ik heb tien functies gevonden die het zeker waard zijn om met de kwaliteiten van een staatssecretaris in te vullen. Wat kan de sector Uslu aanbieden?

1. Netwerkmanager KB: De functie van netwerkmanager bij de Koninklijke Bibliotheek komt per 1 augustus vacant omdat Astrid Kraal stopt. Ik zeg: geluk bij een ongeluk. 

2. Directeur KB: Tja, misschien vindt ze de vorige functie toch nog iets met onvoldoende eindverantwoordelijkheid.  Dan zou directeur van die mooie KB natuurlijk kunnen. Helaas moeten we dan natuurlijk wel sorry zeggen tegen Lily. Je doet het fantastisch maar je snapt, voor het grotere doel.... 

3. Directeur VOB: Op hetzelfde niveau maar nog dichter op die lokale bibliotheken en met heel veel goed politiek lobbywerk naar de Tweede Kamer. Ik zeg: daar is ze geknipt voor. En sorry Klaas, je bent de rust zelve voor de sector en je brengt veel constructieve energie maar je snapt, als het nodig is...

4. Ere-voorzitter VOB: Een absolute functie met cachet en zou zeker passen bij deze staatssecretaris die in 18 maanden meer voor elkaar kreeg dan menig ander bewindspersoon. Alleen heeft de VOB al een ere-voorzitter. Sorry Laurentien.

5. Directeur-bestuurder Probiblio: Liever wat meer naar de uitvoering? Dan directeur of bestuurder worden van een POI. Wat ligt een beetje dichtbij? Ah, Probiblio. Wordt ze ook tegelijk voorzitter van de Samenwerkende POI's in Nederland. En eh, sorry Frans in dat geval.

6. Bestuurder Rijnbrink: Mag het wat verder reizen zijn? En dan ook nog met een leukste bestuurssecretaris van Nederland, dan is Rijnbrink een optie. Sorry Bernard, ja, bijna gelijk gestart met Uslu....

7. Directeur-bestuurder OBA: Nog dichter op het werkveld? Amsterdam is dan natuurlijk de beste plek. Sorry Martin, voor jou lonkt vast nog iets groters.

8. Senior beleidsmedewerker Ministerie OCW: Kijk, ambtenaren hebben geen last van vallende kabinetten, hebben inhoudelijk veel invloed en ja, er komt natuurlijk een prachtig proces aan voor de zorgplicht. Dus, pak die kans! De sector is bereid om het inkomsensverlies te compenseren en via crowdfunding een arbeidsmarkttoeslag bij elkaar te sprokkelen. En sorry Aad, hoewel, volgens mij kun je best een extra kracht gebruiken.

9. Professoraat Information Society bij de Universiteit van Amsterdam: Toch weer liever de wetenschap in? Dan is deze functie geknipt. De enige stoel voor een bijzonder hoogleraar rond het openbaar bibliotheekwerk. Gewoon weer lekker onderzoek doen! En sorry Frank, hoe zeer we je ook waarderen. 

10. Bibliotheekblogger op zondag: Wie A zegt moet ook B zeggen. Makkelijk om iets over anderen te zeggen maar ook mijn positie mag u ook hebben: bibliotheekblogger op zondag. Beetje onderzoek doen. Beetje stukjes typen. Soms een geintje uithalen en daar dan voorpret aan beleven en de lol van gelezen worden. Ook mijn plek sta ik graag af. 

Maken we kans denkt u? Ik ben eigenlijk bang van niet. Maar wie niet probeert is ook geen knip voor de neus waard in het leven. 

En eigenlijk is deze column ook maar mijn sociaal onhandige manier om uit te drukken dat ik net zo blij met haar ben als al die andere bibliotheekmensen.  Ik ga haar nu al missen. Complimenten voor politici, ze worden zelden uitgesproken. Ik doe het toch. Ze is gelukkig nog niet weg. 

Stilletjes hoop ik op een hele lange formatie, iets van drie jaar of zo.  

Heel de sector prevelt zacht: Gunay Uslu, blijf alsjeblieft nog even bij bibliotheken....

zondag 2 juli 2023

Maak iedereen tot 27 jaar gratis lid van de bibliotheek en regel het in de bibliotheekwet en de zorgplicht


De bibliotheekwet zal de komende tijd onderwerp van gesprek zijn. De aanstaande zorgplicht voor gemeenten moet namelijk in deze wet geborgd gaan worden. Die zorgplicht betekent dat gemeenten verplicht worden om een bibliotheek te hebben. En die bibliotheek moet ook nog aan bepaalde eisen voldoen. Welke eisen? Dat moet nog blijken. Ik stel voor om mee te nemen dat iedereen tot 27 jaar gratis lid van de bibliotheek kan zijn. Bij wet, nu is dat nog tot 18 jaar. Het lijkt mij te kunnen en  laat me je uitleggen hoe ik hier toe kom. 

Twee weken gelden pleitte Martin Berendse, directeur van OBA, in de Volkskrant voor een gratis lidmaatschap van de bibliotheek voor elke Nederlander. Een goed en sterk verhaal. Hij legde keurig uit waarom dat in Nederland op dit moment (nog) niet het geval is. Het vindt zijn grondslag in het 'profijtbeginsel' dat de overheid als uitgangspunt hanteert. Het profijtbeginsel wil zeggen dat, als iemand ergens profijt van heeft, het eerlijk is dat hij of zij deels meebetaalt. Op zich een heel begrijpelijk principe. Maar meebetalen aan iets waar een overheid tegelijkertijd zo ruim mogelijk toegang toe wil bieden, heeft iets dubbels. Er ontstaat namelijk gelijk een financiële drempel. 

In Nederland hebben kinderen en jongeren tot 18 jaar gratis toegang tot de bibliotheek. Dat is wettelijk geregeld. in artikel 13 van de bibliotheekwet waarin het volgende staat 'Voor het uitlenen van gedrukte werken of overige werken door lokale bibliotheken aan personen beneden de leeftijd van achttien jaar wordt geen contributie of andere geldelijke bijdrage geheven.'

Is er een drempel dan?

Het profijtbeginsel werpt dus een financiële barrière op en de vraag is wat het effect daarvan is. Nou, dat zie je in bovenstaande grafiek. Je ziet hier  welk percentage van de Nederlanders lid is van de bibliotheek. Zodra we onze jeugdleden feliciteren met hun 18e verjaardag en ze zeggen dat ze vanaf nu moeten betalen voor de bibliotheek, haken ze massaal af. Het aantal leden decimeert. De financiële bijdrage speelt daarbij - zeker voor jongeren - een belangrijke rol. 

Het totaal aantal volwassen leden daalde overigens tussen 1999 en 2022 van 2,3 miljoen naar 1,2 miljoen. Dat heeft zeker te maken met ontlezing.  Tegelijkertijd is de maatschappelijke opgave voor een getetterde samenleving groter dan ooit. Wie blijft lezen - maakt niet uit wat je leest - onderhoudt zijn of haar taalvaardigheid. Lezen levert dus een grote bijdrage aan die maatschappelijke opgave. Dat is dus één van de redenen waarom een overheid subsidie geeft aan een bibliotheek. En daar waar de behoefte aan lezen wellicht kleiner wordt, wordt ook de bereidheid om ervoor te betalen kleiner.  Het principe van het profijtbeginsel dat de overheid hanteert gaat dan dus steeds meer knellen en schiet uiteindelijk voor een aantal groepen zijn doel voorbij. En dat geldt zeker voor jongvolwassenen. 

Kan het anders en werkt het?

Ja, het kan anders en het is ook al bewezen. En last but not least, het is financieel ook nog best te doen. De Boekenberg in Spijkenisse is wellicht het bekendste voorbeeld waar men het gratis lidmaatschap een flink eind oprekte. In 2017 veranderden zij al de abonnementenstructuur waardoor iedereen tot 30 jaar gratis lid was van de bibliotheek. Door het gratis lidmaatschap te verlengen naar 30 jaar verliest een bibliotheek nauwelijks inkomsten maar blijven ze wel lid. 

Het aantal leden nam snel toe bij de Boekenberg. En niet alleen met gratis abonnementen - die je recht geven op 12 uitleningen per jaar - maar ook in duurdere abonnementen van mensen die toch overstapten vanuit het gratis abonnement. 

Kijk maar even wat er bij hen gebeurde terwijl in de rest van Nederland de leden aan het dalen waren. 


En natuurlijk, een lidmaatschap is niet zaligmakend. Een lidmaatschap betekent nog geen gebruik.  Maar zonder lidmaatschap weet je zeker dat dat gebruik er niet komt of beperkt blijft tot bezoek.

En overigens, de bibliotheek in Spijkenisse staat zeker niet alleen. Op het landkaartje hierboven zie je op welke plekken nog meer al wordt gewerkt met een gratis lidmaatschap boven 18 jaar. Vanaf september komt daar mijn eigen stad Deventer ook nog eens bij. Super.  

In dit artikel ging ik er eerder en met meer in detail op in . Daarin lees je ook dat al bijna 18% van de inwoners in een gemeente woont waar dit zo is. En daarin lees je ook dat deze stap past binnen het vinden van een overgang van een ledenmodel naar een communitymodel voor bibliotheken. Het gaat dus om meer dan alleen de klassieke taak van leesbevordering.

Gratis tot 27 jaar en leg het vast in de bibliotheekwet

Martin Berendse pleit in zijn opinie eigenlijk voor een gratis lidmaatschap voor iedereen maar biedt tegelijkertijd een tussenstap die op korte termijn te realiseren is: iedereen gratis lid tot 27 jaar.

Hij zegt daarover: 

'De consequentie is dat we aan iedereen die 18 jaar wordt, moeten vragen om te gaan betalen voor de bibliotheek. Op een cruciaal moment in iemands leven en ontwikkeling. Dat wringt en voelt niet goed. Toegang tot kennis, kunde en ontwikkeling, troost en inspiratie maar dan met hindernissen. Een logischer leeftijdsgrens zou die van 27 jaar zijn: in veel regelgeving, zoals de Bijstandswet, hanteren we dat als de leeftijd waarop de ‘lerenden’ de ‘werkenden’ worden.'

Ik kan die 27 jaar prima volgen. Van mij had ook het 30 jaar mogen zijn, dat is de leeftijd die nu veel bibliotheken gebruiken die ook boven de 18 jaar gratis zijn. Maar ieder snapt dat die exacte leeftijd bijzaak is. Ergens eind twintig. Prima.

En kan het financieel? Tussen de 18 en 27 jaar zijn op dit moment nauwelijks jongeren lid van de bibliotheek. Dat betekent dat ze op dit moment ook maar beperkt bijdragen aan de begroting. Met andere woorden: het is financieel een zeer beperkt verlies als deze contributie-inkomsten wegvallen. Als je dan ook nog weet  dat wat rijksmiddelen naar gemeenten gaan voor de zorgplicht per 2025, dan snap je dat dit best een haalbare kaart kan zijn.

Maak iedereen tot 27 jaar gratis lid van de bibliotheek en verander artikel 13 van de bibliotheekwet

Ik pleit er dan ook voor om dan ook in de bibliotheekwet te vast te leggen dat jongeren tot 27 jaar niet hoeven te betalen voor hun bibliotheeklidmaatschap. Verander in artikel 13 van de wet de 18 jaar door 27 jaar. 

Doen? Doen!

Als we dat doen, borgen we op die manier de vrije toegang tot de bibliotheek voor jongeren die op een cruciaal moment in hun ontwikkeling staan. En een groep waarvoor het profijtbeginsel in die fase van hun leven niet werkt. Er zijn bewezen voorbeelden met goede resultaten. En de wet moet toch gewijzigd worden, dus neem dit mee. Die wetswijziging gaat in per 2025 en dat geeft nog genoeg voorbereidingstijd voor bibliotheken. En tot slot: financieel is het geen onmogelijke opgave voor een ieder. Ik kom zelden kansen tegen die aan zoveel voorwaarden voldoen.

Dus sector: laat samen dit geluid horen, het zou een mooie stap zijn die in gezamenlijkheid direct iets oplevert voor de samenleving. Laat je horen, deel dit bericht en breng het met elkaar verder! 

En beste staatssecretaris die zo van bibliotheken houdt, ik zeg: doen!