Vorige week schreef ik over de vijf dossiers die het bibliotheekwerk dit najaar nog op het bordje krijgt. En terwijl Nederland zich in een bestuurscrisis stort en door nieuwe verkiezingen ploetert, zullen de bibliotheken zich gewoon door deze vijf dossiers heen werken. Bij die dossiers ging het om 1) de wetswijziging, 2) een handreiking voor gemeenten met normenkader, 3) onderzoek naar gratis abonnementen, 4) de IDO's en 5) een regeling voor Bibliotheek op school en Boekstart
En verdraaid, alsof de duvel er mee speelt, de inkt van mijn blog is nog niet droog of staatssecretaris Van Marum van Binnenlandse Zaken stuurt een brief naar de Kamer over de IDO's, dossier nummer vier op de lijst. Die brief, verstuurd op 28 augustus, zat overigens diep verstopt in de krochten van het parlementair systeem met als titel 'Plan van aanpak aangenomen ontraden moties ingediend tijdens het Wetgevingsoverleg Digitale Zaken op 30 juni 2025'. Niet gelijk een titel waarbij je als geïnteresseerde IDO-volger denkt dat je dat document eens moet gaan lezen. Maar de brief bevat belangrijke informatie. Daarover verderop meer. Eerst neem ik u even mee in het dossier van de IDO's.
Hoe zat het ook al weer met die IDO's?
Ik snap dat u de draad wel een beetje kwijt bent. Ik help u even op weg. Op 1 juli 2019 begonnen de eerste 15 IDO's bij bibliotheken. Ja, dat hele concept is nog geen zes jaar oud. En we doen het omdat vier miljoen Nedelanders onvoldoende digitaal vaardig zijn. De financiering kwam van een potje bij het ministerie van Binnenlandse Zaken van een paar miljoen die door de KB verdeeld werd naar bibliotheken. De basis was een samenwerking met de landelijke uitvoeringspartijen als UWV, CAK, RDW, CBR, SVB etc. Binnen anderhalf moest dat groeien naar 150 informatiepunten bij bibliotheken over het hele land. Die doelstelling werd door de bibliotheken met gemak gehaald.
Vanaf 2023 werd de projectfinanciering werd vervangen door structurele financiering in een Specifieke Uitkering. De middelen komen uit extra financiering die beschikbaar kwam door Kindertoeslagenaffaire. Geld dat bedoeld is om vertrouwen bij de burger te herstellen. Het bedrag ging daarbij flink omhoog naar ongeveer € 17 miljoen voor bibliotheken. Het geld ging daarbij vanaf 2023 niet meer rechtstreeks via de KB naar bibliotheken maar naar gemeenten. De specifieke uitkering is een regeling waar voor gemeenten voorwaarden aan verbonden zijn. Gemeenten krijgen het geld maar ze moeten wel verantwoording afleggen. Daarmee kregen gemeenten een sterkere betrokkenheid en zijn ook de dichtstbijzijnde overheid voor veel burgers. Best een logische keus.
Elke specifieke uitkering kent een regeling met voorwaarden. Ook die van de IDO's en daarin is de rol van bibliotheken verankerd. In artikel 5. van regeling voor de Specifieke Uitkering Informatiepunten Digitale Overheid is namelijk opgenomen:
De ontvangende gemeente besteedt de specifieke uitkering aan:
a.de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid;
b.de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners;
c.het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn.
De regeling zegt dus specifiek dat de middelen bestemd zijn voor een Informatiepunt Digitale Overheid van de bibliotheek. Dat hoeft niet per se ín de bibliotheek te zijn maar wel gerealiseerd met hulp van de bibliotheek.
Ik heb zelf, namens de bibliotheken, destijds onderhandeld om deze tekst in die regeling te krijgen. Die onderhandeling was naast KB en VOB samen met het ministerie, met de VNG namens de gemeenten en een afvaardiging van de landelijke uitvoeringspartijen. De gemeenten wilden graag meer vrijheid, de bibliotheken drongen aan op samenhang.
De reden dat ik het belangrijk vond dat bibliotheken hier zo expliciet genoemd werden, heeft niet alleen met bibliotheken te maken. In mijn opinie zijn bibliotheken zo ongeveer de enige grote maatschappelijke partij die een landelijk dekkend netwerk heeft in alle gemeenten en een netwerk waar ook nog eens landelijk afspraken mee te maken zijn. Je kan altijd verwijzen naar de bibliotheek. Iedereen snapt wat dat betekent. Houd die gedachte nog even vast.

De ontwikkeling van IDO's en de afschaffing van de specfieke uitkering
Het kabinet dat in het voorjaar van 2024 ontstond met PVV, VVD, NSC en BBB, sloot een hoofdlijnenakkoord met elkaar af. In dat akkoord besloot men om per 2026 alle specifieke uitkeringen af te schaffen. Tegelijkertijd zou er met de afschaffing een efficiencykorting komen van 10%. Die efficiency zou dan moeten komen uit het feit dat een gemeente niet meer apart hoeft te beschikken of hoeft te verantwoorden.
Het wegvallen van de specifieke uitkering betekent niet alleen dat er 10% afgaat maar ook de regeling zelf verdwijnt en daarmee de verplichting van artikel 5 zoals ik die hierboven gaf. De gemeente is dan nergens meer toe verplicht.
Ondertussen is het aantal IDO's in Nederland doorgegroeid naar 859, waarvan 114 buiten een bibliotheek (maar wel verbonden aan het netwerk van bibliotheken). Het gebruik stijgt jaar na jaar en iedereen kan de resultaten volgen via een prachtig openbaar dashboard.
Het bedrag dat de bibliotheken hiervoor krijgen is dus zo'n € 17 miljoen. Daarnaast is er geld voor landelijke en provinciale ondersteuning. Het bedrag is niet geïndexeerd sinds 2023. Met andere woorden: bibliotheken verzorgen steeds meer IDO's tegen een klein en gelijkblijvend bedrag. Dat betekent dat er per IDO zo'n € 15.000,- beschikbaar is. Daar moet je huisvesting, personeel ICT en alles van betalen. Ter vergelijking, het UWV heeft een budget van 2,4 miljard. Of neem een kleine speler: Logius, de uitvoerder van Digid heeft een budget van € 350 miljoen per jaar. Met andere woorden, IDO's zijn een kleine korrel op verder hele grote budgetten.
2024: twee rapporten: burgers blij met IDO maar er moet € 9 miljoen bij
In 2024 kwamen er twee rapporten uit over de IDO's: een rapport van Mare over de klantbeleving en een rapport van KPMG over de kosten van IDO's.
Mare constateerde dat de IDO's geweldig goed werk doen. Ik haal één citaat aan uit dit rapport:
'Doorgaans worden ze (de bezoekers van het IDO, red) bij het IDO een stap in de goede richting én op bijzonder empathische wijze geholpen, ongeacht hun vraag en hoe het IDO ook is ingericht of georganiseerd. Zonder IDO’s is er in de beleving van mensen geen of niet altijd een goede andere plek om naartoe te gaan. Het IDO helpt bij een breed palet aan digitale vragen, (meestal) zonder afspraak, zonder tijdsdruk, kosteloos, met geduld en op professionele wijze. De positieve ervaringen moeten vaak ook gezien worden in de context dat mensen eerder bij andere organisaties weinig (goede) hulp hebben ervaren. Hun ervaring is dus dat het IDO wél helpt.'
Het rapport van KPMG - een onderzoe in opdracht van het ministerie zelf - constateerde dat die €17 miljoen die het bibliotheekwerk nu kreeg voor de IDO's ontoereikend is. Er moest minimaal € 9 miljoen bij en er moest geïndexeerd worden. Het bedrag moest naar € 26 miljoen.
En dat is dus precies wat er niet gebeurde. Men ging er geen geld bij doen maar de specifieke uitkering afschaffen en er € 1,7 miljoen afhalen. De mond vol over een bereikbare overheid maar 9 miljoen was niet te vinden. Een gotspe, wat mij betreft en een klap in het gezicht voor die honderden bibliotheekmedewerkers en duizenden vrijwilligers die de overheid zo goed helpen. En dat voor een paar rotcenten.
De Kamer roert zich
In november 2024, januari 2025 en in juni 2025 sprak de Kamer over deze kwestie binnen het bredere wetgevings- en digitaliseringsoverleg. Het is Kamerlid Barbara Kathmann van GroenLinks|PvdA die zich hier keer op keer inzet voor de IDO's. Hierboven laat ik u nog maar een keer één van haar vlammende betogen zien. Deze is van november 2024 waar ze al aangeeft dat er geld bij moet.
Op 3 juli 2025 stemde de Tweede Kamer over een motie van Barbara Kathmann. Daarin deed ze de volgende oproep:
- verzoekt de regering om structureel extra middelen beschikbaar te stellen aan gemeenten voor de uitvoering van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) door bibliotheken, en dit voor de komende jaren te dekken uit de vrij te besteden middelen ten behoeve van betere overheidsdienstverlening,
- verzoekt de regering om een voorstel uit te werken dat tenminste de huidige kosten en jaarlijkse indexering van de IDO’s dekt en dit te verwerken in de begroting van het komende jaar
De motie werd aangenomen en in de beleidsbrief die volgde schreef de staatssecretaris dat hij dit in Q4 zou hebben geregeld met gemeenten.
De brief : hoogte van bedrag, juridische inbedding en perspectief
De brief van 28 augustus waar ik hierboven mee begon, kwam voor mij dus een beetje als verrassing. In de brief kun je rond de motie van Kathmann die onderdelen onderscheiden: 1) de hoogte van het bedrag, 2) de juridische inbedding en 3) het perspectief. Alle drie de punten loop ik eens langs.
Punt 1: De hoogte van het bedrag
Staatssecretaris Van Marum, inmiddels de opvolger van Szabó, geeft aan dat hij de korting van 10% eraf zal halen in de begroting van 2026. Over extra middelen zegt hij dat hij op zoek zal gaan naar dekkingsmogelijkheden. De vorm zal wijzigen van een specifieke uitkering (SPUK) naar een decentralisatieuitkering (DU). In tegenstelling tot een SPUK kent een DU wel indexering en zal het bedrag dus jaarlijks stijgen en per gemeente bekend gemaakt worden na Prinsjesdag. Voor volgend jaar kunnen bibliotheken dus rekenen op een geïndexeerd bedrag.
Punt 2: Juridische inbedding
Ik meldde net al dat in de brief staat dat de specifiek uitkering wordt omgezet naar een decentralisatieuitkering. Het mooie is dus dat dat bedrage wel geïndexeerd wordt, maar juridisch is het een veel zwakkere vorm dan de SPUK. Een decentralisatieuitkering wordt toegekend aan gemeenten volgens bepaalde criteria en met een opmerking waar het in principe voor bestemd is. Voor gemeenten zijn decentralisatie-uitkeringen bestedingsvrij, wat betekent dat de gemeenten zelf mogen bepalen hoe ze het geld binnen het toegekende doel. Dit is anders dan bij specifieke uitkeringen (SPUK's), waarvoor verantwoording over de besteding moet worden afgelegd.
Door de IDO's over te hevelen van een SPUK naar een DU bestaat de kans dat de landelijke structuur wegvalt: in de ene gemeente is er wel een IDO en in een andere niet of IDO's krijgen zo'n verschillende invulling dat je er als landelijke overheid niet meer generiek naar kunt verwijzen. Als er morgen een crisis uitbreekt, kun je er met het bibliotheeknetwerk voor zorgen dat je overmorgen een hulpstructuur hebt. Als je dat met een allegaartje van partijen doet, kan dat niet. En zijn wij dit soort crises in de afgelopen jaren tegengekomen? Inderdaad! In de coronacrisis was het minister van Volksgezondheid maar wat blij dat bibliotheken in één dag konden toezeggen dat er ondersteuning kwam rond coronavaccinaties.
Punt 3: Het perspectief
Op korte termijn zullen de IDO's door kunnen met een nog steeds te laag bedrag en zullen gemeenten niet gelijk een alternatief hebben voor de bibliotheek. Maar een verplichting - die er nu wel is - is er niet meer. Het perspectief op langere termijn is echter zorgelijk. Het kabinet speelt met een infrastructuur waar op meer dan 800 plekken kwetsbare inwoners worden geholpen.
Dat het kabinet niet vol doorzet op IDO's heeft ook te maken dat er nog een andere ontwikkeling speelt. Die ontwikkeling benoemt de staatssecretaris in de Beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij. Bij die visie worden er twee routes genoemd die de burger kan volgen in contact met de overheid. De eerste zijn de IDO's maar de tweede zijn de nog te ontwikkelen 'Overheidsbrede loketten'.
De beleidsvisie schetst wat dit zou moeten zijn:
'De overheidsbrede loketten vormen een belangrijk onderdeel van de toekomstige inrichting van de loketfunctie van de overheid. Vanuit het streven dat mensen direct hulp krijgen bij al hun vragen aan de overheid, hoe complex die ook zijn, werken uitvoeringsorganisaties, gemeenten, VNG en departementen samen aan één sterk netwerk. Daardoor worden burgers niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. Bij de overheidsbrede loketten heeft een overheidsdienstverlener tijd voor het goede gesprek met de burger en zorgt, bij samenloop van problematiek, voor de coördinatie om te komen tot een antwoord.'
Met andere woorden: de overheid wil ook zelf de burger weer direct gaan helpen. Dat moet een netwerk van alleen professionals worden die ook achter de login van burgers kan helpen. Het zou fantastisch zijn als het zo kan. Maar dit zijn wel de woorden van diezelfde overheid die de afgelopen twintig jaar loket na loket sloot, dienstverlening door ambtenaren verving door digitale dienstverlening en die daar waar nog wel menselijk contact is, dit met een stopwatch meet of het niet te lang duurt. Sorry, dat ik hier een beetje scherp ben. Maar ook aan mijn kant is het vertrouwen in de overheid soms wat gebarsten.
En is dit er al? Nee, het is niet verder dan de conceptuele fase en er lopen - ik geef het toe - een mooi aantal experimenten. De gedachte is dat dit allemaal kan door gemeentelijke ambtenaren en landelijke uitvoerders beter aan elkaar te verbinden. Dat lijkt eenvoudig maar gemeenten zitten al tot hun nek in het werk. En één ding weten we ook zeker: dit gaat veel meer kosten dan de IDO's. En dan nog is de dienstverlening beperkt: deze loketten verzorgen geen trainingen aan burgers die met een beetje hulp het zelf wel zouden kunnen.
Maar ja, dit is wel een beeld waar ambtenaren graag mee verder gaan. En hoewel de beleidsvisie nadrukkelijk zegt dat de IDO's en Overheidsbrede loketten aanvullend moeten zijn, proeft men in de wandelgangen dat het ook beleidsconcurrenten zijn. Als er geld gaat naar het één, gaat het misschien niet naar de ander. Dit gaat natuurlijk nooit officieel gezegd worden maar de mensen die ermee te maken hebben noemen het wel.
En die concurrentie is natuurlijk wel het laatste wat moet gebeuren. Want weet wel: met die rottige € 17 miljoen die bibliotheken nu krijgen gaan we natuurlijk nooit het grote digitaliseringsprobleem oplossen waar drie miljoen Nederlanders mee kampen. Het bedrag dat er nu is voor de IDO's, is een druppel op de gloeiend plaat. Het echte probleem is dus dat er echt aan alle kanten geld bij moet: bij IDO's én ruimte voor overheidsbrede loketten.
Maar ja, dat maakt het wel zuur dat de staatssecretaris zelfs die paar miljoen, voor die ruim 800 IDO's die nu al elke dag open zijn, niet kan vinden. Welke beleidsvisie wil je zo invullen?
Beste politiek: pak door met IDO's en overheidsbrede loketten!
Tot zover het dossier van de IDO's. Mooi dat er een brief is en mooi dat er een toezegging is om de korting eraf te halen en de indexering aan te zetten via een decentralisatieuitkering. Dank namens alle bibliotheken. Dat is het zoet. Bibliotheken blijven daarmee organisaties die lokaal weten te kleuren en te manifesteren maar waarmee landelijk afspraken te maken zijn.
Maar er zit ook nog zuur. De borging dat lokale bibliotheken met een landelijk netwerk in de lead blijven voor IDO's verdwijnt met de overheveling naar een decentralisatieuitkering. Er is verplichting meer. Wie gaat nog bijhouden hoe het als geheel gaat? Hoe kun je nog een landelijke campagne voeren als het geen netwerk meer is maar allemaal losse initiatieven? Beste politiek, steek hier een stokje voor.
En beste politiek, haal de schijnbare concurrentie weg tussen de IDO's en de overheidsbrede loketten. Ze zijn allebei nodig. IDO's voor laagdrempelige toegang en trainingen. En overheidsbrede loketten om direct zaken te regelen achter de login van burgers. En daarbij gaat het om veel meer dan een paar miljoen.
Voor bibliotheken gaat het nu om een verhoging van de bijdrage en borging van de functie. Voor een ministerie misschien klein bier maar voor het bibliotheekwerk en burgers van essentieel belang. En wie dat al niet voor elkaar krijgt, hoeft niet eens te denken aan de bedragen die straks nodig zijn voor overheidsbrede loketten... Dan wordt het een loze belofte en is de burger opnieuw teleurgesteld.
Kortom, er zijn nog vragen genoeg. Op 2 oktober vindt het Kamerdebat hierover plaats, nog net voor het verkiezingsreces. Dat wordt dus een belangrijk debat om te volgen en de VOB roept bibliotheekmensen ook op om daarbij aanwezig te zijn. Hier kunt u zich bij de VOB aanmelden om het debat met de bibliotheekdelegatie bij te wonen.
Lieve collega's, ga ondertussen door met het goede werk...
Dit alles is een politiek en ambtelijk spel dat zich boven de hoofden van medewerkers, vrijwilligers en inwoners afspeelt. Lieve collega's, laat je er niet door afleiden. Ga ondertussen vrolijk door met het goede werk. Het gaat om de opluchting die we zien als inwoners voelen dat ze weer goed geholpen zijn. Dat ze het gevoel hebben zelf weer regie te hebben. Dat je als burger zelf aan het roer staat en niet het systeem. De overheid heeft daar nog een flinke opgave in. Daar helpen we graag bij. En nu maar hopen dat de overheid en de politiek ons ook helpen. Je moet er toch niet aan denken dat we weer moeten sluiten wat we zes jaar geleden pas begonnen. Dan zou de overheid echt een modderfiguur slaan.
Moedig voorwaarts!