Tussen vandaag en de structurele zorgplicht over een paar jaar staat dus alleen nog een tijdelijke regeling die het mogelijk maakt om gemeenten te laten investeren in versterking van het bibliotheeknetwerk. Vrijdag kwam de zogenaamde tijdelijke regeling uit. De volledige titel:
Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 maart 2023, nr. WJZ/37384724 (ID14608), houdende regels voor het verstrekken van eenmalige specifieke uitkeringen aan gemeenten en eenmalige subsidies aan provinciale ondersteuningsinstellingen ten behoeve van het realiseren van toekomstbestendige lokale bibliotheekvoorzieningen (Regeling eenmalige specifieke uitkeringen en subsidies lokale bibliotheekvoorzieningen)
Nou, een hele mond vol. Wat houdt de regeling in en hoe past die in de route naar de zorgplicht?
Op naar de zorgplicht
En voordat ik bij de regeling kom, begin ik toch even met het voortraject. Waar waar komt het vandaan dat die zorgplicht er moet komen? Oké, in vogelvlucht dan. In 2015 werd de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen ingevoerd. Een stelselwet die drie overheidslagen aanmoedigt om zich in te zetten voor bibliotheekwerk. Een bevorderingstaak, geen zorgplicht. In 2019 wordt deze wet geëvalueerd en geconstateerd dat in de afgelopen jaren het aantal vestigingen terugloopt en dat het aantal gemeenten dat geen volwaardige bibliotheekvoorziening heeft niet verminderd. Dat heeft vooral te maken met snel teruglopende middelen voor bibliotheekwerk doordat de gemeenten krap bij kas zitten. De stelselwet zelf werkt over het algemeen goed, maar niet op dit punt. Die conclusie wordt in 2020 bevestigd door het rapport van de Raad voor Cultuur, 'Een bibliotheek voor iedereen'. Ook de Raad hekelt dat de bibliotheekwet niet heeft geleid tot een bibliotheek in elke gemeente en zij adviseert om de wet op dit punt aan te passen. Na de verkiezingen in maart 2021, komt er uiteindelijk in december 2021 een regeerakkoord met daarin extra cultuurgeld en een passage waarin staat dat gestreefd wordt naar een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente. In november 2022 volgt dan de Bibliotheekbrief waarin de plannen definitief ontvouwd worden: een tijdelijke regeling voor de korte termijn en een zorgplicht voor de lange termijn. En een oplopend en structureel bedrag van ruim € 50 miljoen.
Zo, bent u weer bij. Waarom vertel ik dit? Nou, omdat de grootste winst niet zit in die tijdelijke regeling met incidenteel geld maar in de de structurele investering in bibliotheekwerk en de borging van de functie op lokaal niveau. Plat gezegd: een tijdelijke regeling is leuk, structureel budget is beter.
Is al helder wat die zorgplicht precies gaat inhouden? Nee. De staatssecretaris geeft in haar brief al wel wat richting. Ze zegt daar in die brief het volgende over:
'Het coalitieakkoord spreekt over een ‘toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente’. Het begrip ‘toekomstgerichte bibliotheekvoorziening’ omvat verschillende aspecten. Ik versta hieronder: een goed bereikbare openbare bibliotheek die de hele breedte aan maatschappelijke bibliotheekfuncties aanbiedt en daarmee van belang is voor de lokale gemeenschap. Het is een fysieke plek met een relevante digitale aanwezigheid en een robuuste bestuurlijke en financiële verankering.'
Nou, alles bij elkaar lijken me dat best redelijke eisen toch? En dit kunt u vooralsnog ook gebruiken als leidraad voor een visie. Uiteraard moet dit nog via de wet en wellicht via verplichte certificering en bestuurlijk overleg verder ingevuld worden. De belangrijkste opgave voor bibliotheken is om nu al het gesprek te beginnen met de gemeente waar die extra middelen in 2025 naar toe moeten in bibliotheekwerk. Waar worden burgers, politiek, ambtenaren én bibliotheek warm en beter van?
En daarna volgt natuurlijk de vraag: en wat doen we met de tijdelijke regeling?
De tijdelijke regeling
Waarom die lange aanloop? Nou, vooral dus om aan te tonen dat die tijdelijke regeling dus vooral een opstapje naar die zorgplicht is. Hou de ogen op de bal.
De regeling is duidelijk uitgelijnd op de definities die horen bij de ministeriële regeling gegevenslevering van de WSOB. Er wordt onderscheid gemaakt naar verschillende typen voorzieningen en je kunt voor vier prestaties subsidie aanvragen. 1) een nieuwe vestiging, 2) verbeteren van een beperkte voorziening, 3) verruiming van openingsuren van een vestiging en 4) verruiming van sta-uren van een bus als er geen andere voorzieningen zijn in een gemeente. Voor elke prestatie kan € 220.000,- subsidie ontvangen worden behalve voor een nieuwe vestiging daar geldt een maximum bedrag van € 440.000,-. Het gaat om een eenmalige bijdrage. Wie hier dus op inzet moet weten dat hij of zijn daarna de inzet ook kan blijven dragen. Dat kan dan weer door voor te sorteren op het extra geld dat in 2025 naar gemeenten gaat.
Inzet op personeel en brede functie
Wie de regeling bekijkt, ziet dat het op veel vlakken gaat om bemande - lees professionele - openstelling. Je kan 10 uur extra open gaan maar dat mogen geen onbemande uren zijn. Ook de upgrade van een servicepunt naar een vestiging is vooral een personele kwestie. Het ministerie zet dus duidelijk in op ruime openstelling met personeel.
Wat betreft de inzet van de subsidie laat de regeling veel open. Ook het parallel aan verruiming van openingstijden organiseren van extra activiteiten zou je onder de subsidie kunnen laten vallen. Sterker nog, er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat een vestiging moet voldoen aan artikel 5 en 8 van de bibliotheekwet waarin de brede functie van de bibliotheek wordt genoemd. Ergo: alleen open zijn is niet voldoende. Je kunt dus ook wat kosten voor cursussen, bijeenkomsten of dialoog en debat meenemen bij een aanvraag.
Rangschikking en prioriteit
De aanvragen voor subsidie worden in een bepaalde volgorde afgehandeld. Eerst komen altijd gemeenten aan bod die nog geen volwaardige bibliotheek hebben. Dat zijn er twaalf in Nederland. Dat wil niet zeggen dat er niets is in die gemeenten. In deze gemeenten is sprake van 1) geen voorziening, 2) alleen een voorziening samen met andere gemeenten, 3) een beperkte voorziening of 4) een onvolwaardige voorziening. Veel gemeenten in deze lijst beginnen dus niet met niks. Het lijkt vaak een zaak om met maatwerk op te plussen. Deze regeling kan daar zeker bij helpen en biedt daar ook ruimte voor.
Na die eerste categorie komen alle andere gemeenten. En die kunnen punten krijgen op basis van afstand in hun gemeente tot een vestiging of servicepunt en een drietal maatschappelijke opgaven. In totaal kun je 50 punten 'verdienen'. 50 punten dan voor 40 punten etc. Tot 0 punten. Bij een gelijk puntental bepaald het financieringsniveau de volgorde. Bibliotheken die krapper gefinancierd worden, gaan voor bibliotheken die al wat ruimer gefinancierd worden. De hele regeling gaat dus uit van 1) investeren waar nog geen volwaardige voorziening is 2) investeren op plekken waar afstand groot is of veel maatschappelijke opgaven liggen en 3) alle overige gemeenten beginnend bij gemeenten met de meest krappe financiering. Wie wil weten waar zijn of haar gemeente staat in deze lijst, kan op deze site kijken.
Nu heb ik zelf wel wat mee mogen denken over deze regeling en ik denk dat het voor deze fase wel een goede keuze is. Nu tijdelijk gerichte investeringen op die plekken waar het het beste uit komt. Straks zal het geld weer naar alle gemeenten verdeeld worden en is het weer gelijk voor iedereen. En ja, natuurlijk blijft zo'n regeling altijd enigszins arbitrair maar probeer maar eens een genuanceerde regeling te maken waar iedereen het mee eens is. Als jou gemeente nét buiten de criteria valt, blijft dat natuurlijk even zuur. Maar als ik door de lijst van gemeenten kijk en hun volgorde kan ik daar best vrede mee hebben. En last but not least: elke gemeente kan aanvragen. Dat had gezien het karakter ook anders kunnen zijn. Bijvoorbeeld dat gemeenten zonder punten niet hadden kunnen aanvragen.
Cofinanciering
De staatssecretaris is van begin af aan - vanaf de bibliotheekbrief - helder geweest over de cofinanciering. Zij legt € 50 miljoen op tafel en verwacht dat gemeenten met elkaar dan € 12,5 miljoen aan cofinanciering vinden. 20% van het totaal. Die cofinanciering mag alles zijn, behalve de structurele exploitatiesubsidie van de gemeenten. Natuurlijk is cofinanciering altijd lastig maar op zich is het een hele reguliere vraag bij subsidies. En om eerlijk te zijn is het geen zware eis tot cofinanciering. Er zijn ook regelingen waar je zelf elke euro subsidie moet cofinancieren.
Verder hoef je niet de maximale bedragen aan te vragen. Als je maar € 12.500,- aan cofinanciering kunt vinden, kun je er ook voor kiezen om voor € 50.000,- subsidie aan te vragen.
Die cofiannciering kan dus nog uit alle hoeken komen. Dat kan een extra potje van de gemeente zijn, maar ook een fonds, geld uit een andere SPUK-regeling (ik denk dat je zelfs geld van de IDO's hiervoor zou kunnen gebruiken) of compensatieregelingen van de gemeente voor hogere kosten of energie.
Per saldo, die eis van cofinanciering is niet heel hoog, was allang bekend en kan ruim geïnterpreteerd worden.
Aanvraagtermijn en uitvoering
Tja, het moet alleen wel snel aangevraagd worden. Er komen twee aanvraagrondes. Eentje van half mei tot half juni en eentje van half november tot half december. Dat zal gaan via deze site van dus-i. Kijk, een nieuwe vestiging heb je niet in een paar maanden rond. Maar verruiming openingstijden, upgraden van een servicepunt dat zijn best zaken die met enige snelheid kunnen worden opgepakt.
En vervolgens krijg je overigens ook nog tot eind 2025 om de activiteiten af te ronden. De aanvraag moet vlot maar voor de uitvoering krijg je ook nog wat tijd.
Rol van POI's
Tot slot biedt de regeling ook nog ruimte aan ondersteuning door Provinciale OndersteuningsInstellingen, de POI's. Ook deze regeling wordt dus als stelsel opgepakt met een taak voor elk van de partijen. POI's wordt gevraagd om bibliotheken en daarmee in het verlengde ook gemeenten op hun vraag te ondersteunen. Het is niet verplicht maar wie wil kan zijn of haar POI vragen om mee te denken bij het maken van plannen of voor hulp bij het opstellen van de aanvraag. Wie wil weten wie de contactpersonen zijn in zijn of haar provincie, kan hier terecht voor een overzicht.
Op weg naar de zorgplicht...
De regeling is dus vooral een tussenstap naar de zorgplicht. We zien hier een overheid die graag investeert in bibliotheekwerk, nu incidenteel en straks structureel. Wijs mij een partij aan die de afgelopen tijd zoveel extra geld in onze sector wilde stoppen. En ik zie een overheid die andere overheidslagen uitdaagt om mee te doen in die investering. Ik word er blij van.
Belangrijk is om de ogen op de bal te houden: we zijn op weg naar een zorgplicht en de tijdelijke regeling is een tussenstap. Gemeenten en bibliotheken moeten zich samen een beeld vormen van hoe die bibliotheek er in de toekomst uit moet zien. Visie dus. En ja, daarvan is nog lang niet alles helder maar wie een beetje opgelet heeft, weet wel ongeveer wat belangrijk is. En op basis van zo'n gezamenlijk beeld dan samen bepalen of de tijdelijke regeling hierbij past. En pas dan is de vraag van cofinanciering relevant. Dus zoals het plaatje hier helemaal bovenaan dit artikel aangeeft. En aangezien de zorgplicht ook voor provincies gaat gelden: ook provincies en hun POI's moeten de handschoen oppakken.
Met dit spel dat nu op de wagen is, weten we nu al dat het twee interessante jaren gaan worden voor bibliotheekwerk. Ik heb er nu al zin in.