zondag 29 oktober 2023

Van oorlogswinter naar het meisje met de halve ster

Een bibliothecaris die niet af en toe een goed boek aanprijst, is geen knip voor neus waard. Toch? Dus daar is er dus weer één. Dit keer: Het meisje met de halve ster van Judith Visser. Judith Visser waar kent u die ook al weer van? Inderdaad, van die weergaloze autobiografische romans Zondagskind en Zondagsleven. Wat Hersenschimmen van Bernlef is voor dementie zijn Zondagskind en Zondagsleven voor autisme. Deze twee boeken van haar recenseerde ik al een eerder en het waren voor mij echte eyeopeners die veel voor me betekenden. Wat maar weer aantoont hoe boeken een leven kunnen veranderen.

Rotterdam in de oorlog

Toen mijn boek 'Geruisloos verdwenen uit de geschiedenis' uitkwam, kreeg ik contact met Judith Visser. Ze liet mij weten dat ze bezig was met een roman over een Joodse bibliotheekassistent in Rotterdam ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Ik hielp haar met wat vragen rond het bibliotheekwerk in de oorlog. Die roman waar ze toen mee bezig was,  Het meisje met de halve ster dus, werd op vrijdag 13 oktober gelanceerd bij Donner in Rotterdam. Ze nodigde me uit om te komen. Het was hondenweer, de wegen stonden vol files en ik arriveerde te laat voor de start maar nog wel op tijd genoeg om een boek te bemachtigen. 

Het meisje met de halve ster gaat over de half-Joodse Debra die in de gemeentebibliotheek Rotterdam werkt. Half-Joods is overigens een verzinsel van de nazi's en hun Neurenbergse rassenwetten. In het Jodendom ben je Joods met een Joodse moeder. half-Joods of zelfs kwart-Jood bestaat dus helemaal niet. 

Debra maakt het verschrikkelijke bombardement mee in mei 1940 en ziet Rotterdam branden. Een groot deel van de stad wordt verwoest. Ook de diergaarde krijgt het zwaar te verduren. Sommige dieren ontsnappen zoals de zeeleeuwen die vervolgens in de singel zwemmen. Anderen worden afgemaakt. Eén van de dieren die ontsnapt in de roman is een jonge wolf, Chaver, die nog een bijzondere rol zal spelen in het boek.

De duivelse dilemma's van een gemengd gehuwd gezin

Debra raakt haar baan kwijt bij de bibliotheek om haar achtergrond. Het gezin met een Joodse vader en een niet-Joodse moeder maakt mee hoe stap voor stap de bezetter alle Joden samendrijft.  Eerst in de stad, dan in Westerbork en dan naar, ja waarheen eigenlijk? Zijn het echt werkkampen of zijn de geruchten over vernietiging toch waar? De roman neemt je als lezer mee in de duivelse dilemma's van een gemengd gehuwd gezin in de oorlog. Moet men zich aan de regels houden of moet men de grenzen opzoeken? Moet men gehoor geven aan een oproep tot 'werkverruiming' of moet men onderduiken. Familiebanden die je graag wilt behouden maar als je onderduikt moest je elkaar vaak loslaten. En dan koos men toch vaak voor bij elkaar blijven. 

Debra belandt in een bijzondere vorm van onderduik. Ze komt in haar eentje in de duinen bij Rockanje terecht. En door een speling van het lot treft ze daar Chaver, de ontsnapte wolf uit de diergaarde. Samen proberen ze de oorlog te overleven. Wie haar eerdere romans las, zal niet verbaast zijn over die wolf. Zelf heeft ze een aantal wolfhonden waarvan er ook één altijd meeneemt naar lezingen.

Judith Visser heeft ervoor gekozen om de roman vanuit twee perspectieven te schrijven, die van Debra en die van wolf Chaver.  Het levert een boek op met korte hoofdstukken dat leest als een trein. Behalve dat het goed geschreven is, is het ook historisch een goed onderbouwde roman. In die zin is het historische fictie. Van de oorlogssituatie in Rotterdam en het leven in de bibliotheek tot aan het verzet en onderduik op het Zuid-Hollandse eiland Voorne waar Rockanje op ligt.

Is Het meisje met de halve ster de opvolger van Oorlogswinter?

Tijdens het lezen drong de vergelijking met Oorlogswinter van Jan Terlouw zich aan me op. Dat boek dateert inmiddels uit 1972. Het is een boek dat ik las maar dat ik ook voorlas aan mijn kinderen (gewoon blijven voorlezen, ook als ze wat ouder zijn!). Terlouw spitst zich meer toe op goed en fout in de oorlog en gebruikt vooral 'gewone' burgers. Visser staat meer stil bij de dilemma's van de Joden die het moeten ondergaan. Elke optie die Joden ongeveer hadden in de oorlog komt voorbij. Terlouw laat een kind de hoofdrol spelen, Visser heeft een jongvolwassene. De perspectiefwisseling met wolf Chaver zal zeker kinderen en jongeren aanspreken. 

Ik denk dus dat dit boek een hele geschikte opvolger is voor Oorlogswinter van Jan Terlouw. Het is overigens zeker niet geschreven als jeugdboek maar ik denk zeker leesbaar als jeugdboek voor 12+ of C-boek.  Ik hoop dus dat het boek niet alleen op de volwassenafdeling terecht komt (NBD, leest u mee? Ook aanbieden als jeugdboek)

Judith Visser schreef een krachtige roman. Zo krachtig dat aan het eind inderdaad een epiloog en een nawoord zeer op hun plek zijn. De roman is dan voorbij maar ze zet in het nawoord nog even neer hoe het in historische context zat. Het verhaal landt daarmee volledig en overstijgt daarmee de fictie.

Mijn wens: Jan Terlouw, Judith Visser en Coen Verbraak

Judith Visser gaat nog toeren langs tal van plekken. Gaat dat zien (de agenda van haar, vindt u hier). Maar vooral, lees het boek. Eerder schreef ik al dat dit een prima cadeau is om aan iemand te geven die werkt in een bibliotheek. Gratis cadeautip dus en de feestdagen komen eraan. 

Als ik nog echt werkzaam was als bibliothecaris en niet als saaie kantoorklerk met een blog dan zou ik proberen om Jan Terlouw en Judith Visser samen te laten spreken. Beiden hebben een krachtig verhaal. Elk vanuit hun eigen perspectief en generatie. En ik zou ze laten interviewen door Coen Verbraak. Laat ze praten over het leven, over schrijverschap en wat woorden voor mensen kunnen betekenen. Wat vrijheid is en hoe je trouw blijft aan jezelf. Dat moet iets heel moois opleveren. De bibliotheek die dat voor elkaar krijgt, moet mij even een seintje geven. Want dan ga ik voor de deur liggen om een kaartje te bemachtigen. De poster heb ik alvast gemaakt. 

U snapt: onbevooroordeeld ben ik niet maar een bibliothecaris ben ik nog zeker. Hup, lezen dus!

Voor wie het boek wil lenen, die kan hier terecht

Voor wie het boek wil kopen bij een echte boekhandel, kan hier terecht.

zondag 22 oktober 2023

Jongeren die meer lezen maar die zich er minder op kunnen concentreren


Warempel, jongeren lijken weer meer te gaan lezen en het imago van lezen lijkt ook te veranderen! Ik keek de sheet met onderzoeksgegevens toch drie keer na. Kon ik dat nou echt uit deze dat lezen? 

Dat is inderdaad de conclusie die ik trok na het lezen van het rapport 'In de leeswereld van jongeren'. Een rapport van KVB|Boekwerk. En eigenlijk is KVB|Boekwerk een onderschatte onderzoeksclub. Ze publiceren met grote regelmaat, de rapportages zijn zeer toegankelijk en ze krijgen lang niet altijd het podium dat ze verdienen. 

KVB|Boekwerk heeft GfK in de afgelopen tijd onderzoek laten doen onder jongeren tussen de 12 en 25 jaar en gekeken naar hun vrijetijdsbesteding, het lezen, de rol van sociale media en het gebruik van de bibliotheek. Daar komen toch wel wat opvallende zaken uit. Omdat het onderzoek ook in 2018 al eens is gehouden, is het ook nog eens mogelijk om vergelijkingen te maken met het verleden.

BREAKING: Het percentage van jongeren dat regelmatig leest stijgt

Het onderzoek blinkt uit in drukke grafieken. Eén daarvan is bovenstaande waar ik mee opende in dit artikel. Daar kun je veel uithalen maar je moet ook even weten waar je moet kijken. Als het plaatje te klein is, klik er dan even op. 

Als je alle groene vakjes bij een 'boek lezen' bij elkaar optelt komt je tot 46%. Dit zijn de jongeren die elke week minstens één keer een boek lezen, tot dagelijks toe. Wie het percentage pakt van dagelijks en meerdere keren per week - zeg maar de echte lezers - die kom tot 34%. Het mooie is echter dat dat cijfer is te vergelijken met 2018. En in 2018 lag dit nog op 27%. Dat is echt een significante stijging en tegen de trend van ontlezing in. Ook het gebruik van luisterboeken steeg overigens in die periode van 4% naar 7%.

Ik heb geprobeerd dit positieve nieuws nog te staven met onderzoeken van het SCP. Zij doen met regelmaat het onderzoek 'Over media: Tijd' maar dit onderzoek is voor het laatst gehouden in 2018 en levert dus geen controlemateriaal op. 

Wel zat daar nog deze grafiek in die liet zien hoe de leestijd van gedrukte media naar leeftijdsgroepen was verdeeld.  Jongeren gebruiken die een stuk minder dan ouderen. Ook heb ik gekeken naar de leestijd sinds 2013 die ook het rapport zit. Dan blijkt bij het SCP de leestijd voor 13-19-jarigen en voor 20-34-jarigen nagenoeg stabiel te zijn. Maar inderdaad flink lager dan de andere leeftijdscohorten. Ik hoop dus dat het SCP binnenkort met een update van dit tijdsbestedingsonderzoek komt. Dan kunnen we zien of we het onderzoek van KVB|Boekwerk bevestigd kunnen krijgen. 

Ruim een kwart van de jongeren is bekend met BookTok 

Ook heeft GfK gekeken naar het gebruik van sociale media in het algemeen en het gebruik van BookToks in het bijzonder. 27% van de jongeren is er mee bekend en 15% van de jongeren heeft wel eens een boek gelezen dat via een BookTok aangeraden werd. Wat je vooral tussen de regels doorleest is dat lezen eigenlijk wel weer leuk gemaakt wordt. Het is weer iets waar je je mee mag afficheren als jongere. Boeken lezen mag weer.

Er zit overigens wel een verschil tussen jongeren onder of boven de 20 jaar. Wie nog op school zit, geeft aan dat lezen saai wordt omdat het onderdeel is van het onderwijs. Boven de 20 geldt dat minder. En daar zit een significant verschil. Het onderstreept nog een keer hoe belangrijk het is om op leesPLEZIER in te zetten. Dat is echt de garantie dat kinderen er meer tijd aan gaan besteden. Wie wil dat kinderen meer lezen moet dus op de eerste plaats zorgen dat ze er plezier aan beleven. 

Engels is voor een derde van de jongeren de voorkeurstaal voor lezen


Steeds meer jongeren lezen in het Engels, zeker oudere kinderen. 28% van alle jongeren leest het liefst in het Engels. 69% leest het liefst in het Nederlands. Maar bij de 16-19-jarigen en de 20-25-jarigen is het percentage dat het liefst Engels leest respectievelijk 35% en 33%. Wie jongeren wil aanspreken in een bibliotheek moet dus eigenlijk ook gewoon een Engelse jeugdcollectie hebben. Dat dit een trend was, wist ik, maar dat dit al zo groot was, is voor mij een eyeopener. We gaan dus echt naar een tweetalige samenleving. Wen er maar vast aan.

Jongeren hebben moeite met concentratie voor lezen

Tot slot haal ik nog een grafiek aan waar ik zelf verdrietig van wordt. En dat is dat jongeren moeite hebben om geconcentreerd te lezen. 42% van alle jongeren geeft aan dat het in meer of mindere mate moeite heeft met geconcentreerd lezen. We zitten in een zapcultuur waar we heel veel in heel weinig tijd doen. We versnipperen letterlijk onze tijd. En dus langere tijd hetzelfde doen vraagt dus steeds meer van ons. 

In 2018 had 35% van de jongeren last van concentratieproblemen bij het lezen van een boek. Dat is dus flink toegenomen.

Blijdschap en zorgen, het is er allebei

Wat is nu de afdronk van dit rapport? En wat kunnen we ermee? Ik ben blij dat lezen langzaam weer een beter imago lijkt te krijgen bij jongeren. Dat geeft moed. En het onderzoek is een bevestiging dat het vooral om het plezier gaat bij het lezen. Wie van lezen een schoolprestatie maakt, raakt de kinderen kwijt. Wie kinderen leesplezier geeft, krijgt de schoolprestatie cadeau. 

Toch moet ik de verwachtingen ook nog wel temperen. Het is echt een eerste rapport met deze conclusie.  En het zijn kleine stapjes. Deze beweging heeft echt nog onvoldoende omvang om de leesprestaties op korte termijn snel te laten stijgen. Daarvoor hebben de afgelopen twee decennia teveel verloren op dit gebied. Ook in het volgende PISA-rapport - dat begin december 2023 uitkomt - zal Nederland er nog niet veel beter vanaf komen. Maar, een lichtpuntje is het zeker. 

Naast dat lichtpuntje zijn er ook wel zorgen. En dan gaat het vooral over het concentratieprobleem van jongeren. We versnipperen onze tijd en vermorzelen daarmee ons concentratievermogen. Dat geldt overigens niet alleen voor kinderen. Misschien moeten we dus wel inzetten om een mooie prikkelarme leesomgeving voor kinderen waar ze lange tijd plezierig en geconcentreerd met lezen bezig kunnen zijn. Terug naar het leeszaalconcept dus! 

Laten we een wellnessruimte maken voor het lezen! Ik doe gelijk mee. 

Complimenten dus voor het onderzoek dus van KVB|Boekwerk. Een club die echt meer aandacht verdient. 

Wie al het onderzoek van KVB|Boekwerk nog eens wil napluizen, kan hier terecht. Echt iets voor een druilerige zondag. En die zijn er de komende tijd vast nog genoeg. 

Veel leesplezier! 

zondag 15 oktober 2023

Wij zijn handelaren in nieuwsgierigheid

Ho, stop. Lees eerst bovenstaande tekst. Is het te klein op je mobieltje? Tik het plaatje even aan en vergroot het. Gelezen? Mooi. Dit had inderdaad een advertentie kunnen zijn van de de bibliotheek, toch? Maar is het niet. Hoe ik ongeveer tot deze tekst kwam leg ik hieronder uit. 

Deze week was ik bij een werksessie over merkstrategie. Zelf ben ik altijd wat ambivalent over dit soort marketingsessies. Enerzijds omdat ik liever heb dat je bent wie je bent dan dat je uitstraalt dat je bent wie je denkt te moeten zijn. Anderzijds laten dit soort sessies je ook weer opnieuw naar jezelf kijken en zie je soms - met de ogen van een ander - wat je zelf niet bij jezelf zag. Volgt u het nog?

Wat vertel je op een feestje over het werk dat je doet?

Eén van de vragen die tijdens de sessie aan de orde kwam was: 'wat vertel je op een feestje over welk werk je doet? Ik legde uit dat als ik een gesprek met iemand kort wilde houden, dat ik dan zei dat ik bestuurssecretaris was. Meestal volgde daarna geen enkele vraag meer. Niemand weet namelijk wat een bestuurssecretaris doet en elk vermoeden van een antwoord gaat richting saaiheid. Dus elke lust om verder te vragen vergaat de feestganger.

Als ik het wel interessant zou willen maken, zou ik het inderdaad anders vertellen. Wij werken voor  Overijssel en Gelderland, samen 3 miljoen inwoners. Wat als ik op een feestje zou zeggen dat ik eraan meewerk om 3 miljoen Oost-Nederlanders nieuwsgierig te maken.....  Wij zijn handelaren in nieuwsgierigheid. 

Kijk, dat klinkt toch een stuk interessanter? Want nieuwsgierigheid is de brandstof van iemand die wil leren, zich wil ontwikkelen of iets nieuws wil ontdekken.

Skillshare

Met die opmerking op dat moment gingen mijn gedachten terug naar een onderzoek dat ik in 2013 deed. Een tijd geleden alweer dus. Het was een onderzoek naar tal van alternatieve manieren om iets te leren. Eén van die initiatieven was Skillshare. En in die tijd was Skillshare al een platform waar burgers elkaar verder hielpen met online cursussen en praktische hulp. Maar het mooiste wat het introductiefilmpje dat Coursera gebruikte. Dat was het volgende. Het is een briljant filmpje. En de tekst  hierboven is een vrije bewerking uit dat filmpje.  

Hebt u het gezien? Welk gevoel kreeg u? Mijn gedachte toen ik het voor het eerst zag was: aan het eind had ook het logo van de bibliotheek kunnen staan. En zouden we dat merk dan niet willen zijn? En zo zijn we toch weer terug bij de merkstrategie.

Want zijn wij niet die handelaren in nieuwsgierigheid? De nieuwsgierigheid die ons doet interesseren voor die ander. De nieuwsgierigheid die ons verleidt om stappen te zetten naar degene die we ooit denken te kunnen zijn. De nieuwsgierigheid die ons aanzet om toch die cursus te doen, dat boek te lezen dat je leven verandert of die vaardigheid te leren die meer vrijheid geeft. 

Wat wij moeten doen is die nieuwsgierigheid voeden, stimuleren, aanwakkeren en uitnodigen. Met die nieuwsgierigheid komen mensen in beweging, gaan ze vragen stellen, stellen zichzelf en de wereld ter discussie. Met nieuwsgierigheid verlangen we naar iets mooiers en beters. Jaag het aan!

De toekomst is aan de nieuwsgierigen

We zijn allemaal leerlingen van het leven.
Van de eerste tot de laatste dag.
Daarom blijven we onderzoeken, 
verwonderen, 
ontdekken, 
verlangen 
en leren.

De toekomst is aan de nieuwsgierigen

Laten wij die nieuwsgierigheid voeden.

zondag 8 oktober 2023

Een lange sliert aan mensen


Een dag nadat een oorlogsconflict in deze wereld opnieuw oplaaide, zit ik achter mijn scherm. Raketten die worden afgeschoten op burgers in het ene land. En als vergelding gaan er ook weer raketten de andere kant op. Met waar je ook kijkt ongelofelijk leed. Komt dit ooit goed? Hoe komt een mooiere wereld en vrede binnen bereik?

Het sluit in ieder geval wel aan bij mijn wat melancholische bui van de afgelopen weken. Misschien is het omdat ik onlangs bij de uitvaart van mijn eerste baas en leermeester was. Misschien is het wel omdat mijn prettige collega Judith vertrekt waar het zo fijn werken mee was. En misschien is het omdat ik onlangs bij ons feestsymposium was waar ik ruim 400 collega's bij elkaar zag zitten. En terwijl ik zo over deze zaal heen keek, zag ik dat al die mensen de brandstof zijn waar we al dat moois voor de samenleving mee maken. Mensen die ik bijna allemaal kende. 

Misschien is het ook wel dat ik nu al zo'n dertig jaar in deze sector zit. En dat ik zie dat er een lange sliert aan mooie mensen is waar ik mee heb mogen werken. Dat begon inderdaad met de bevlogen Karel en met Jan-Willem en Lex op mijn eerste kantoortje. Daar al voor de eerste keer internet gezien. Toen door naar de bibliotheek in Deventer, met Jos D. Corrie, Goos, Roelie, Annelies, Jos O. en Henk niet te vergeten. Internet voor het eerst voor het publiek geïntroduceerd. 

Ik stapte over naar de Overijsselse Bibliotheek Dienst en dook de ICT in met Roel, Peter, Marcel, Brian, Eric en Cesar. Ondernemerschap met Bouke, Emiel, Bas en Jacqueline. Internet geïnstalleerd in alle Overijsselse bibliotheken. Trainingen gegeven. Zelfbediening geïntroduceerd.  

Jos D. ging weg uit Overijssel. Ik kreeg de kans zijn projecten over te nemen. En zo belandde ik in allerlei vernieuwing van bibliotheken. Met een mooi team mocht ik daar vorm aan geven. Met Dinant, Annelies, Jeroen, René, Cindy, Marc, Henk opnieuw, Astrid, Annemarie, Marcel opnieuw, Margriet, Jeannette, Jan, Stephan, Geny, Marion, Marjolein, Anouk, Karin en Annet. Samen met Wout bouwen aan een innovatielab. Met vis op vrijdag met Jos D.

Ik kreeg de kans om een tijdje mee te bouwen aan de nieuwe bibliotheek in Amsterdam. Met Rob, Hans en Jaap. Ik werkte een tijdje voor blindenbibliotheken met Thea, opnieuw Geny en Jan-Ewout. Een tijdje voor het projectbureau Kulturhus met Margreet, Corrie en opnieuw Jeroen. 

En vervolgens weer een langere tijd met de Koninklijke Bibliotheek. Opnieuw met Jos D, Maaike, Seher, Sander, Marc, Anton en niet te vergeten Stephanie.

Langzaam trok ik weer wat onze eigen organisatie in met Tineke, Duco, Marte, Albert, Arjen en Georges. Een MT in met Hanneke, Evelien, Wout, Michael, Judith, Richard, Michel en Ellen. Tineke werd Bernard. Ondertussen nog op het ministerie met Aad, Anita, Natalie, Sjoerd, Lieke, Edgar, Semra en Simon. 

Mooie ervaringen. Maar onderweg verloor ik ook collega's die te vroeg uit dit leven werden gerukt: Jan, Henk K., Gerda en Frans. 

En zo zijn we weer terug bij dat congres met 400 mensen in de zaal. Voorbereid met Maaike, Marsha, Astrid, Ellen, Jelle, Bernard en die andere Mark. 

Als ik achterom kijk, en soms mag dat, dan zie ik een lange sliert aan mensen. En wat ik hierboven noem is nog maar het puntje van de ijsberg van alle mensen waar ik mee werkte. En zelfs die lijst hierboven is verre van compleet. Alvast mijn excuses als je er tussen had moeten staan.

Niemand kan zeggen dat het zijn of haar verdienste was

Bibliotheken hebben de wind mee momenteel. Het ene na het andere mooie krantenartikel verschijnt. De Koning noemt ons zelfs in de troonrede. Het was ook wel eens anders. Ik heb nog blauwe vingers van de bezuinigingsplannen die lang gemaakt moesten worden. Ja, er is hard gewerkt en er is veel bereikt. Maar niemand kan zeggen dat het zijn of haar verdienste was. Dat is wat ik zag toen ik de zaal inkeek bij het jubileumsymposium. Het waren deze mensen die dat gedaan hadden. En achter hen stonden ook weer mensen. En achter hen ook weer....

Al die fijne collega's werkten mee aan dat ene doel: burgers verder helpen en de samenleving mooier maken. Daar zullen we niet elke dag bij stilstaan. Want je werkt ook omdat je het leuk werk vindt, je fijne collega's hebt of gewoon omdat er brood op de plank moet. Maar we kozen er ook voor om hier te werken en niet ergens anders. 

De samenleving mooier maken

Burgers verder helpen en de samenleving mooier maken.... dat is waar dat kleine leger aan bibliotheekmedewerkers zich voor inzet. Van voorlezen tot een debat en van een digitale cursus tot een bibliotheek op school. En dat doen we niet alleen, maar samen met vrijwilligers en partners die dat ook willen. Het bibliotheekwerk is een kleine kring van mensen die een grotere kring van mensen op sleeptouw neemt. En die samen de samenleving doortrekken. En die zo een steeds grotere groep vormt. Allemaal krachten die de maatschappij  dragen en verder brengen. Zonder deze mensen zou de samenleving er minder mooi en kleurrijk uitzien. 

Geen bommen maar boeken, stond in de jaren' 80 van de vorige eeuw gekalkt op de bibliotheek in Elst. Wie met bommen druk is, denkt niet aan boeken. Wereldvrede klinkt groot maar begint klein. In ons eigen land, onze eigen straat, ons eigen hart. Als ik kijk naar het bibliotheekwerk zie ik een lange sliert aan mensen die graag bijdragen aan die mooie samenleving. Niet op het wereldtoneel maar in de haarvaten. Iets groots begint klein.

Dit is een ode aan die lange sliert aan mensen. Een sliert van hoop. 

Beeldverantwoording: de foto's op het mozaiek zijn samengesteld met openbare profielfoto's op Linkedin. De foto Geen bommen maar boeken komt uit het archief van de PBC Gelderland.

zondag 1 oktober 2023

Een zevenpuntenplan voor bibliotheken, AI en ChatGPT


Deze week wil ik een lans breken voor een zevenpuntenplan voor AI en ChatGPT en bibliotheken. We zitten, naar mijn mening, als sector niet kort genoeg op deze ontwikkeling. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. De AI-parade is een leuke start maar is slechts een begin. Ik weet dat AI gevoelig ligt maar dat is geen reden om er niet beter naar te kijken. 

Ik stam nog uit een generatie die het internet heeft zien ontstaan. Voor mij is er een tijd vóór en na internet. Ik heb nog geleefd zonder zoekmachines. Ik kwam in aanraking met vroege versies van het internet begin jaren '90 van de vorige eeuw. Met de zoekmachine Veronica op het Gopher-protocol. Pas jaren later kwam Google. Maar ik kan me nog herinneren dat ik zo voor het eerst zocht door de hele wereld en informatie vond van de hele wereld. Er lag plotseling een wereld aan mijn voeten. Een wereld die sindsdien alleen maar makkelijker toegankelijk is geworden. 

De opkomst van internet werd door bibliotheken op twee verschillende manieren bekeken. De eerste was een positieve: we konden plotseling veel meer antwoorden geven op vragen en informatie was steeds eenvoudiger te vinden. Maar er was ook een keerzijde: wethouders die plotseling gingen zeggen dat de bibliotheek niet meer nodig was want alles was wel op internet te vinden. Wie de kranten de afgelopen weken heeft gelezen, heeft gezien dat die angst volstrekt onterecht was. De bibliotheek is, juist door al die digitale ontwikkelingen, relevanter dan ooit.

Van internet naar AI

En nu zo'n 30 jaar later staan we opnieuw voor een grote stap. We gaan van internet naar 'Artificial intelligence'. En het gaat net zo'n stap betekenen als de invoering van internet. Het Veronica van toen heet nu ChatGTP van OpenAI. Ik schreef er hier en hier al eens over. Zo had ik ChatGPT al eens een beleidsplan laten schrijven en had ik samen met een vriend een vriendenadvies gekregen van ChatGPT.  In beide gevallen stond ik versteld van de kwaliteit. 

De afgelopen week zat ik met een collega om tafel voor een traject rond een samenvoeging van een aantal bibliotheekorganisaties. Mijn collega vroeg ChatGPT om een intentieverklaring op te stellen voor deze organisaties waarin ze uitspreken over te gaan tot een samenvoeging. Wat denkt u? Inderdaad, daar kwam een adequate intentieverklaring uit die in de basis heel goed te gebruiken was. Het documenten moest op sommige punten wat lokaal gekleurd worden maar de basis was gewoon goed. Ook in het onderwijs kantelt de gedachte dat AI een gevaar is. Steeds vaker wordt gekeken hoe je het zinvol kunt inzetten in het leerproces.

Kortom de tijd is rijp voor deze vraag: hoe gaan bibliotheken AI en ChatGPT inzetten om burgers verder te helpen? De ontwikkelingen gaan snel en als het vandaag al van deze kwaliteit is, waar staat dit dan over enkele jaren? En als dat zo is, wat moeten we dan vandaag gaan voorbereiden?

Ik dacht er een paar uurtjes over na en maakt een zevenpuntenplan voor bibliotheken en AI en ChatGPT. Dat deed ik deels met ChatGPT zelf. Een schot voor de boeg. Maar ik sta open voor elke aanvulling, verbetering en zienswijze. Zie het dus zeker niet als een blauwdruk.

Hup, naar die zeven punten!

Punt 1. Landelijk projectteam AI

We kennen bij bibliotheken het programma Digitaal Burgerschap  Een mooi programma waar AI zeker aandacht krijgt. Dit programma heeft potentie om uit te groeien tot een landelijk projectteam AI. Na de ontwikkeling van landelijke programma's als Bibliotheek op School of Informatiepunten Digitale Overheid, denk ik dat het interessant is om ook voor AI voor te sorteren op zo'n landelijk team. Vanuit het programma Digitaal Burgerschap is het nu al mogelijk om kleine experimenten uit te voeren op het gebied van AI. Maar het zal niet bij kleine experimenten blijven. Ik denk dat AI onze ICT-infrastructuur op termijn gaat veranderen. Het raakt dan de inkoop van digitale content, de opzet van bibliotheeksystemen en de inzet van mensen. Wie zo kijkt, ziet dat het dan al om veel meer gaat dan een aantal experimenten, die overigens natuurlijk ook hard nodig zijn. Tegelijkertijd staan bibliotheken niet alleen. Ze maken onderdeel uit van die snel ontwikkelende maatschappij. Een nog actievere deelname aan de Nederlandse AI Coalitie ligt dan ook voor de hand om ook met andere sectoren sneller en beter uit te wisselen.

Veel begint natuurlijk met dit soort teams. En die moeten natuurlijk hun eigen agenda maken. Maar hieronder heb ik, naar eer en geweten maar eens een eerste aanzet gemaakt voor zo'n agenda.

Punt 2. Vergroot de experimenteerkracht

Het programma Digitaal Burgerschap is eigenlijk het enige programma waar AI aandacht krijgt in onze sector en waar ook middelen beschikbaar zijn voor experimenten. Die experimenten komen echter maar mondjesmaat. Veel aanvragen blijven steken bij makersplaatsen en conventionele digitale trainingen. Dat is begrijpelijk en ook goed maar levert nog onvoldoende snelheid op rond de nieuwste ontwikkelingen. Van onderop komen dus nog maar beperkt ideeën. Misschien moet je die ideeën dus meer vanaf de zijkant van of buiten de sector halen. Wat zeggen specialisten als ze onze sector zien en waar zouden zij op inzetten? En waar zou je kunnen starten met experimenten?

Punt 3. Breed scholingsprogramma

Tja, de volgende stap  is denk ik toch bewustwording en training. Niet iedereen gaat zelf een avondje oefenen met OpenAI en de tools ChatGPT en Dall-E. Maar er zijn er nog veel meer. Bij de introductie van internet, ging iedereen op cursus. Bij de introductie van sociale media hadden we de cursus 23Dingen van Rob Coers. En nu is het dus tijd voor weer een breed scholingsprogramma. 

Overigens niet alleen de tools maar ook de keerzijden van AI moeten aan bod komen. Het is niet voor niks dat grote techbedrijven zelf om regels vragen omdat ze het gevoel hebben een technologie te hebben die men nog niet volledig onder controle heeft. 

Punt 4. AI als hulp van de bibliothecaris

Toen ik als bibliothecaris werkte, had ik altijd avonddienst op de dinsdag. Dan was er een bezetting met twee bibliothecarissen. Dat was niet de drukste avond. Als mijn collega uitviel vroeg het hoofd of ik het ook alleen af kon. Dat kon. Als het druk werd en er ontstond een rij met vragen dan belde ik wel eens de Bibliofoon. De Bibliofoon was een telefonische hulpdienst van een aantal POI's die ook 's avonds bereikbaar was. Zo liet ik de Bibliofoon de ene klant helpen, terwijl ik zelf een tweede klant hielp. 

Zo kun je ChatGPT natuurlijk ook inzetten: als extra bibliothecaris. Probeer het zelf maar eens. Bij tal van vragen kan ChatGPT prima helpen: geef vijf Nederlandse organisaties die zich inzetten tegen dierenleed. Of een praktische vraag van mijn dochter: geef een recept voor het ontwikkelen van fotopapier.  

En ik hoor u denken: kan ik ChatGPT dit toevertrouwen? Tja, om eerlijk te zijn, als bibliothecaris wist ik ook niet alles. Sterker, ik had gebieden waar ik veel van wist en waar ik weinig van wist. 

Punt 5. Geef cursussen ChatGPT en annex

We geven cursussen internet, we geven cursussen Klik & Tik en Digisterker en zo nog een handje meer. Waarom ook geen cursussen rond AI-programma's? Op internet worden ondertussen als cursussen ChatGTP aangeboden die vergoed worden met het STAP-budget. Als AI net zo gewoon gaat worden als de zoekmachine of social media dan gaat de samenleving langzaam verwachten dat iedereen het kan gebruiken. Op een bepaald moment gaat het gebruiken van AI dus tot de basisvaardigheden behoren.


Punt 6. AI als boekenadviseur

ChatGPT stelde zelf voor om AI in te zetten als boekenadviseur. Ik had er zo mijn bedenkingen bij. Maar ik dacht ook: laat ik het proberen en vroeg ChatGPT om een leesadvies. Ik vind Rumeiland van Vestdijk een mooi boek en wat zou ik dan nog meer kunnen lezen? Ook daar kwam een adequaat antwoord uit. De beste boeken van Vestdijk werden aangeraden. Er werd gekeken naar klassiekers uit de Nederlandse literatuur en hij noemde een paar goede titels. Er werd gekeken naar andere boeken over magisch realisme en er werd geadviseerd om te kijken naar andere boeken die meeslepend schreven over andere landen. Anders dan leesadvies dat we tot nu toe kennen - wie dit las, las ook - viel mij op hoe meervoudig ChatGPT eigenlijk keek. Hij ontleedde de roman in facetten en vanuit die facetten gaf hij weer opnieuw advies. Dat is een breder advies dan alleen op basis van uitleencijfers. En om eerlijk te zijn: als bibliothecaris had ik het niet beter gedaan. En dan was Vestdijk nog een schrijver die ik goed kende.

Punt 7. Bouw AI in, in de infrastructuur

We helpen mensen met het leren van een taal, we helpen mensen met het invullen van formulieren en we helpen mensen bij het vinden van informatie. Het zijn allemaal processen waar AI nu of op termijn echt heel goed moet kunnen helpen. Ja, dat is een spannende stap want je hebt het gevoel dat je iets overdraagt aan een machine. Maar op veel plekken in onze samenleving vinden we dat al heel gewoon. We moeten met elkaar kijken of AI bijvoorbeeld iets kan betekenen in het terugdringen van laaggeletterdheid, het leren van tal van vaardigheden of het met meer plezier lezen van boeken. Bij elke opgave waar je eigenlijk heel veel mensen nodig hebt, is het eigenlijk interessant om na te denken of AI niet iets kan betekenen. Ik ben dus niet zo bang dat AI leidt tot ontslagen medewerkers maar wel opnieuw een verandering van het werk. Een ontwikkeling die we al eeuwenlang zien vanaf de industriële revolutie. 

ChatGPT zelf stelt het in een antwoord aan mij als volgt: 

'Door ChatGPT op deze manieren te gebruiken, kunnen openbare bibliotheken hun bereik vergroten, gebruikersondersteuning verbeteren en een waardevolle aanvulling bieden op hun traditionele diensten. Het stelt bibliotheken ook in staat om 24/7 toegankelijk te zijn voor gebruikers en hun diensten te moderniseren in overeenstemming met de digitale behoeften van de gemeenschap.'

Een kanttekening en waarom bibliotheken niet verdwijnen

Ondanks al dit optimisme is een kanttekening zeker op zijn plaats. Sommigen vergelijken AI met de ontwikkeling van kernenergie. Er zijn ongekende mogelijkheden maar ook zeker nog donkere plekken in de technologie: doordravende algoritmes die bubbels creëren die niet bepaald divers of inclusief zijn en technologie die zo dicht op de privacy komt, dat de vraag is hoe je daar nog grip op houdt. Maar ook overheden die nog meer digitale controle kunnen uitoefenen waardoor nog minder sprake is van wederzijds vertrouwen. 

Punt 8 moet misschien dan ook wel zijn dat we een veel bredere dialoog starten over gebruik van AI. Maar de Nederlandse AI Coalitie heeft dat ook als doel. Laten we elkaar de hand reiken en samen optrekken.

Ik denk dat deze nieuwe generatie technologie bibliotheken kan helpen bij het vinden van nieuwe oplossingen voor schier onoplosbare maatschappelijke problemen. In de schaarse arbeidsmarkt zijn we op zoek naar oplossingen waar we toch iedereen kunnen helpen met de beperkte formatie die we hebben. Zelfs als we die formatie fors uit zouden kunnen breiden, is het de vraag of we die maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Technologie zou dus wel eens een handig hulpmiddel kunnen zijn.  

Er gaat straks vast weer iemand die gaat zeggen dat AI het einde van bibliotheken gaat betekenen. Wie de geschiedenis goed heeft bekeken rond digitale ontwikkelingen, weet dat dat niet zo is. Met elke digitale ontwikkeling werd de bibliotheek steeds relevanter.

De bibliotheek is namelijk een plek om je als mens op een menselijke manier te ontwikkelen in een steeds verder digitaliserende samenleving. Geloof me, die worden in de toekomst nog belangrijker. Dus wacht niet af, aan de slag met elkaar! 

De hier getoonde illustraties zijn gecreëerd met kunstmatige intelligentie van Dall-e met op basis van verschillende aan het onderwerp gelieerde trefwoorden.