dinsdag 31 januari 2017

IBL-barometer: Wat kosten 10 aanvragen bij een andere bibliotheek? Antwoord: tussen € 0,- en € 130,-



De Nederlandse bibliotheken bieden gezamenlijk toegang tot de collectie Nederland. Wat je eigen bibliotheek niet heeft, kun je bestellen en wordt opgevraagd bij een andere bibliotheek. Op deze manier borgen Nederlandse bibliotheken gezamenlijk vrije toegang tot informatie.

10 aanvragen: tussen € 0,- en  € 130,-
Alleen wat kost die toegang? Nou dat verschilt behoorlijk. Voor 10 aanvragen bij een andere bibliotheek betaal je tussen de 0 en 130 euro en alles er tussenin. Het wordt slechts bepaald door de bibliotheek waar je toevallig lid bent.

156 stichtingen en 88 tariefgroepen met 264 tarieven
Samen met Johan Stapel van de Koninklijke Bibliotheek zette ik op een rijtje wat het kost om 10 boeken aan te vragen die niet in de eigen bibliotheek aanwezig zijn. Alle 156 bibliotheekstichtingen vullen hun tarieven in in het aanvraagsysteem van VDX. Deze maakt onderscheid tussen aanvragen in het provinciale netwerk, een aanvraag bij de Plusbibliotheken of een aanvraag bij de universiteitsbibliotheken. Bij sommige bibliotheken is het tarief voor alledrie hetzelfde en bij andere zijn ze allemaal verschillend. De 156 stichtingen slagen erin om 88 verschillende tariefopbouwen te hebben. Elke tariefopbouw bestaat uit drie tarieven en in totaal ging het dus om 264 verschillende tarieven.

Vervolgens hebben we een pakket samengesteld van 10 aanvragen: 6 uit de provincie, 3 van een Plusbibliotheek en 1 bij een Universiteitsbibliotheek. Voor elke bibliotheek hebben we uitgerekend wat dit pakketje aan aanvragen kost.

De uitkomsten zijn per gemeente geplot op de kaart. Op de kaart staan bedragen afgerond in hele euro's.

De duurste en de goedkoopste



De duurste bibliotheken zijn Eindhoven (€ 130,-) en Nieuwegein (€ 75,-). Daarna volgt een flinke groep bibliotheken uit Utrecht (€ 50).  Onder de € 50,- worden de verschillende steeds kleiner.

Gemiddeld kost het pakket van tien aanvragen € 24,91.

Er zijn een aantal bibliotheken waar dit pakket volledig gratis is. Dat is het geval bij de bibliotheek Hengelo, Hof van Twente, Almelo, Rivierenland, Stadkamer Zwolle, Nijkerk en ZOUT. Bijna allemaal bibliotheken in Overijssel en Gelderland.

Witte vlekken
Een paar gemeenten blijven ongekleurd in dit overzicht. Het gaat om gemeenten waar geen openbare bibliotheek is (zoals bijvoorbeeld Korendijk) of waar Karmac actief is (Buren en Lopik). Korendijk heeft alleen vrijwilligersbibliotheken en heeft geen koppeling met een andere openbare bibliotheek. Karmac kan geen mogelijkheid bieden tot IBL omdat zij geen onderdeel uitmaakt van het bibliotheekstelsel. In al deze gemeenten blijven burgers verstoken van de toegang tot de collectie Nederland.

IBL-tarieven tussen klantperspectief en bedrijfsvoering
Hoe kan het dat de tarieven zo verschillende zijn? Waarom biedt de ene bibliotheek het helemaal gratis aan en waarom vraagt de ander € 13,- per aanvraag? Vooropgesteld: lokale bibliotheken bepalen zelf hun tarieven en zijn vrij om te doen wat ze willen. Toch is er wel enige duiding te geven.

Bibliotheken die IBL gratis aanbieden handelen vanuit het perspectief dat de burger altijd overal toegang moet hebben en dat de kosten geen belemmering mogen zijn. Bibliotheken die een hoog tarief hanteren kunnen daar zo hun redenen voor hebben. Redenen zijn bijvoorbeeld dat men met de prijs het gebruik wil ontmoedigen of redelijk kostendekkend wil laten zijn. Een aanvraag bij een andere bibliotheek vergt meer werk dan een gewone uitlening en daar past dan die hogere prijs bij. Ook kan je als bibliotheek vinden dat het IBL niet voor elke uitlening gebruikt moet worden en dat een prijs dat speciale gebruik uitdrukt. Bedrijfsvoering en klantperspectief schuren hier langs elkaar.

Naar een groeimodel voor een uniform tarief?
Ik denk dat velen schrikken van de grote verschillen in prijs voor IBL-aanvragen. Om eerlijk te zijn: ik zie de gemiddelde middelbare scholier nog niet 80 tot 130 euro neertellen om zijn boeken voor het profielwerkstuk bij elkaar te krijgen. Die haakt af en gaat naar internet.Vanuit  klantperspectief zou je iedereen gratis toegang tot alles willen geven. Maar ook dat is de uitzondering.

Gemiddeld zitten we rond de € 25,- voor tien aanvragen. En hoewel we veel verschillende tarieven weten te hanteren, ligt de rekening aan het eind toch ook vaak dicht bij elkaar. En laten we wel wezen: het gaat hier niet om de grootste inkomstenbron. Het isveel minder dan de subsidie-inkomsten of de contributies en vaak ook nog ver onder de inkomsten van de boetes (tenzij u boetevrij bent natuurlijk).

Zou het mogelijk zijn om in Nederland toe te groeien tot een uniform IBL-tarief? Bijvoorbeeld in twee of drie jaar? Johan Stapel en ondergetekende bieden onze kennis hiervoor aan. Welke bibliotheken willen mee opstaan om voor Nederlandse bibliotheken te komen tot een groeimodel voor een uniform tarief? We horen het graag.

Het gebeurt alleen als we dat zelf willen. Tot die tijd regeren 264 tarieven voor 156 basisbibliotheken en loont het om je aanvragen wellicht bij een bibliotheek in een dorp verderop aan te vragen.

Meer info over het onderzoek
Dit onderzoek is met de grootste zorg samengesteld. Daarbij is gebruik gemaakt van de laatst bekende tarieven zoals deze in de VDX-applicatie bekend zijn. Het overzicht aan alle data kun je vinden onder deze link.  Een directe link naar de bovenstaande landkaart vind je hier. Op biebtobieb is een discussie actief onder deze link, daar zijn ook enkele verbeteringen weergegeven die hier al zijn verwerkt. De bedragen in de landkaart zijn afgerond op hele euro's. Mocht ondanks de grote zorg toch onvolkomenheden constateren, laat ons dat dan weten, maar controleer ook zelf of tarieven goed vermeld zijn in VDX.

Op verzoek kunnen voor regio's of provincies verdere uitsnedes gemaakt worden of verder onderzoek worden gedaan. 

woensdag 25 januari 2017

Het mijnenveld van de bibliotheeksystemen?

Op dinsdag 24 januari presenteerde Marc van den Berg, sectorhoofd innovatie en ontwikkeling en plaatsvervangend directeur van de Koninklijke Bibliotheek, de uitkomsten van het onderzoek naar een landelijk bibliotheeksysteem. Hoewel ik over dit onderwerp al veel geschreven heb, past het mij dit keer niet om er artikelen lang op in te gaan. Waarom niet? Nou, omdat ik deel uitmaakte van het team dat het onderzoek deed en zelfs aan de wieg van dit onderzoek heb gestaan. Met andere woorden: een kritische houding kunt u hier van mij niet verwachten.

Maar mijn mond houden kan ik toch ook niet. Ik zal er een paar woorden aan wijden en paar dingen aanwijzen waarvan ik denk dat het interessant is om daar het lampje eens op te zetten.

Mijnenveld?
Sommige mensen zeggen dat de wereld van de bibliotheeksystemen een mijnenveld is. In ieder geval een gebied waar het voorzichtig manoeuvreren is. Bibliotheken die zelfstandig automatiseren (ik werkte ooit bij zo'n bibliotheek) ontlenen namelijk een bepaalde mate van autonomie aan zo'n systeem.  Dan gaat het om het gevoel dat men het helemaal zelf kan inrichten en innovaties ook volledig zelfstandig kan uitvoeren. Ja, ook alles zelf betalen. Dat ook. En nooit toegeven dat je meer betaalt dan een ander uiteraard.

Verder sturen de bibliotheeksystemen heel veel processen in bibliotheken. Het gaat zoals een systeem het wil. Een overstap naar een ander systeem betekent dan ook dat ontzettend veel processen opnieuw bekeken moeten worden. Daar worden we als bibliotheken redelijk 'merkentrouw' van en roepen we al snel: 'mijn systeem is de beste'. Sommige mensen zeggen zelfs dat de bibliotheeksystemen kenmerken hebben van fundamentalistische geloofsrichtingen.

En tot slot: elke bibliotheek heeft er een mening over, terwijl ze lang niet altijd zelf de contractpartner zijn met een leverancier. Dat is vaak weer een provinciale ondersteuningsinstelling die dit in opdracht van een groep bibliotheken doet.

Simpel is het dus niet. En binnen dat mijnenveld geeft het rapport aan dat bibliotheken een collectief systeem mogelijk is en dat dat het operationeel zou kunnen zijn vanaf  2019. De keurig geformuleerde eindconclusie luidt dan ook:
"Op basis van dit onderzoek concluderen de onderzoekers dat een landelijk bibliotheeksysteem voor Nederland technisch, bestuurlijk-organisatorisch en financieel haalbaar is. Met een landelijke bibliotheeksysteem kan het netwerk van openbare bibliotheekorganisaties voordelen behalen, in het bijzonder het versnellen van innovatie en het behalen van efficiency- en ketenverbetering binnen de branche. Voorwaarde is dat de bibliotheken bereid zijn processen en functionaliteiten te harmoniseren zodat alle bibliotheken gebruik maken van een ‘standaard’ systeem." 
Iemand noemde het een 'wollige' conclusie. Dat zal, maar wie bovenstaande veld ziet, moet die opinie denk ik toch bijstellen. De conclusie beweegt binnen de meest maximale ruimte die op dit moment mogelijk is. En laten we wel wezen,  Denemarken en Vlaanderen gingen ons al voor. Onmogelijk is het zeker niet. Maar het vraagt wel wilskracht en stuurmanskunst.

Een basissysteem mét schoolbibliotheken en een impliciete keus voor vernieuwing
In het rapport worden vier scenario's geschetst om te komen tot een landelijk systeem: 1) houden zoals het is, 2) modulaire opbouw, 3) basissysteem en 4) breed bibliotheeksysteem.  Beredeneerd wordt uitgelegd waarom gekozen wordt voor een basissysteem. Overigens wordt wel benoemd dat ook schoolbibliotheken al binnen dit systeem vallen. Dat is dus geen aanvullende functionaliteit. Iets waar veel bibliotheken op dit moment óf veel voor betalen óf waar men kiest voor een niet geïntegreerde oplossing vanwege de kosten.

Dat basissysteem is impliciet ook een keus voor vernieuwing. Tijdens het proces waren er bibliotheken die aangaven dat systemen vooral ook ruimte moeten bieden voor allerlei nieuwe functies.  Een enkele bibliotheek was zelfs zo stellig dat deze aangaf in het geheel geen bibliotheeksysteem meer te willen. Dat lijkt me met bijna 80 miljoen uitleningen (160 miljoen transacties) wellicht te vroeg maar duidelijk is dat er allerlei nieuwe functies bijkomen. De vraag is echter: komen die in het bibliotheeksysteem of naast en gekoppeld met het bibliotheeksysteem.

Op dit moment werkt de KB bijvoorbeeld aan een marketingplatform dat hier natuurlijk goed op kan aansluiten. Niet in datzelfde systeem maar wel afgestemd op elkaar.


Kosten
Er wordt in het rapport wel iets gezegd over een mogelijke prijs van het bibliotheeksysteem. Die zou tussen 40 en 50 cent per inwoner kunnen zitten. Maar daar worden nog allerlei opmerkingen bij gemaakt en zelfs dat dat nader onderzocht moet worden.

Interessanter naar mijn mening is het om nog eens goed naar de bijlage te kijken. Daar zit een vrij aardige analyse in van de kosten van biblliotheeksystemen. Gemiddeld besteden bibliotheken € 1,- per inwoner aan het bibliotheeksysteem (in totaal € 17.000.000,- in heel Nederland). Maar er zit een stevige variatie in naar onder en boven. Hoe groot die exact is, is niet bekend omdat in het onderzoek dat niet voor alle bibliotheken is onderzocht. Het is interessant om die calculatie nu voor de eigen organisatie te gaan maken en bovenstaande schema daarbij te gebruiken. Daarmee voorkom je dat je veel verborgen kosten vergeet.

Wie dus € 1,- per inwoner vergelijkt met die 40 tot 50 cent ziet dus dat er voor de sector als geheel  toch wat te winnen moet zijn. De kunst is dan om het voor iedereen interessant te maken. Ook voor partijen die wellicht aan de onderkant van deze prijs zitten. Maar dat er wat te winnen valt, mag duidelijk zijn.

Vlaanderen
Ondertussen is men in Vlaanderen aan de aanbesteding begonnen. Die moet ergens rond de zomervakantie afgerond worden. Stel dat het in Nederland nu aan het eind van dit jaar of ergens in 2018 helder is dan wordt het ook nog interessant om nog eens naar samenwerking met Vlaanderen te kijken. Want zou het interessant zijn om bijvoorbeeld IBL en collectiebeheer ook grensoverschrijdend te laten gaan. Niet de collectie Nederland maar de collectie Nederland en Vlaanderen dus. Hoe groter de netwerkcollectie is, hoe beter de dienstverlening zou moeten kunnen zijn.

Interactief proces
De Koninklijke Bibliotheek heeft al aangekondigd dat er een vervolgtraject komt. Om met de woorden van de website te spreken:
"Er moet nog een aantal onderwerpen helder worden voordat bibliotheken zich kunnen committeren: de invulling van de regievoering, de precieze uitwerking van de noodzaak tot standaardisering, de financiering van een collectief systeem en de richtprijs en de voorwaarden waaronder bibliotheken kunnen deelnemen."
Het traject was tot nu toe vormgegeven met een brede stuurgroep en een brede projectgroep. De projectgroep waar ik aan deelnam was een mooie mix van kwaliteiten van bibliotheken, POI's en KB. Al pratend kwam je bijna altijd tot goede of acceptabele oplossingen. Daarnaast zijn verschillende informatiesessies georganiseerd waar telkens 50 tot 70 bibliotheken aan deelnamen en die met goede aanvullingen kwamen in het onderzoek. Ik heb daarvan genoten. En ik kijk dus ook wel uit naar het vervolg.

Denemarken, Vlaanderen en nog een handje Europese regio's gingen ons al voor. Ik ken de tijd nog dat er meer dan 100 bibliotheekinstallaties waren (zo eind jaren '90 van de vorige eeuw). Dat zijn er nu nog maar 45. Bibliotheken werken meer samen dan ooit als het gaat over allerlei programma's zoals Bibliotheek op school en Basisvaardigheden. Alle bibliotheken gebruiken een landelijk logo of hebben een goede reden om ervan af te wijken. We delen een mooi gezamenlijk systeem voor ebooks waar best wat aan te verbeteren valt maar waar iedereen in kan en gebruik vna kan maken.  Tja, zo bekeken is het geen mijnenveld maar een mooie kans.

Het is aan de sector zelf: zien we samen een kans en hoe moet die er uit zien?  De ruimte is er. De vraag of we hem samen in willen vullen. Ik doe graag weer mee om die vraag te beantwoorden.

Download hier het rapport en de bijlagen

maandag 23 januari 2017

Over mentale drempels en spelend leren


Wie me een beetje kent, weet dat ik nog wel eens fotografeer. Als hobby. Gewoon omdat ik er lol aan beleef om iets moois te creëren. Een mooie combinatie tussen techniek en kunst. Een snijvlak wat met nog steeds fascineert. De afgelopen jaren fotografeerde ik steeds vaker mensen. En om eerlijk te zijn: dat vind ik nog steeds spannend. Daar zitten twee componenten aan. Op de eerste plaats ben je ook bij het maken van portretten ongelofelijk aan het hannesen met je techniek en je licht. En tegelijkertijd wil je degene die je vastlegt gerust stellen en meenemen in het beeld dat je maakt. Maar het is een fantastische kick als het lukt om dat beeld ook echt te maken en ik heb er ook al best wat mensen blij mee kunnen maken. Het is een mooie mentale uitdaging.

Maar alles bij elkaar blijf ik echt een amateur. Ik heb niet de beste camera en niet de beste spullen maar ik heb er wel lol in.

Met m'n stoute schoenen aan meldde ik me dan ook aan voor een cursus studiofotografie van Mich Buschman. In fotoland best een bekende naam als redacteur van het fotoblad Focus. Vooral als het om technische zaken gaat is hij denk ik wel één van de mensen die je in Nederland het beste kunt hebben.  En hoewel ik best wel wat technisch onderlegd ben, ligt daar toch nog wel mijn zwakke punt.

En zo belandde ik tussen een groep semi-professionele fotografen die van Mich wel wat kneepjes wilden leren. Een ochtend met wat techniek en een middagdeel waar samen met een model geoefend werd. In het ochtenddeel was ik zelf ook één van de modellen. Hierboven zie je dan wat je als model ziet.  Raar hoor, als iedereen zo naar je zit te loeren. Het resultaat - door Mich Buschman - zie je hieronder. Misschien niet spectaculair maar wel gebalanceerd belicht.

In het middagdeel mocht je soms ook zelf aan de slag maar ik merkte dat ik met zoveel mensen om me toch wat opgelaten voel. Toch heb ik wel veel geleerd over lichtval en hoe een studio werkt. Ik was vooral verbaasd over hoeveel apparatuur je kunt gebruiken. Dan doe ik het met mijn beperkte set nog helemaal niet zo gek.

En tja, zet fotografen bij elkaar en het gaat veel over allerlei technische vergelijkingen zoals  auto-liefhebbers alle details van alle auto's kennen. Daar heb ik wat minder mee maar ik zie ook wel dat je een bepaalde technische kennis nodig hebt om artistiek te kunnen maken wat je graag wilt.

Wie een keer op foto wil (of een foto van een ander wil), mag zich melden. Voor mij een uitdaging en voor jou misschien ook wel.

Wie eerdere foto's van wil zien die ik maakte: klik hier, of hier, of hier, of hier.

dinsdag 17 januari 2017

Een nieuwe generatie catalogi?


Nadenken over een goede interface naar je catalogus. Ik herinner me tijden dat we daar middagen druk mee konden zijn. Wat moest waar? Hoe zochten gebruikers? Waar klikken ze op? Het kan aan mij liggen maar volgens mij is die aandacht wel wat verslapt. Sterker nog, sommige nieuwe catalogi vind ik zelf geen verbetering ten opzichte hun voorgangers. We hebben de ebooks misschien nu ook in onze catalogus zitten maar zijn we er in hoe we presenteren of zoeken op vooruit gegaan?

Via via werd ik gewezen op bijgaande filmpje van Erik Vlemmix. Het filmpje hoort bij de master thesis van Erik 'Public Library Exploration' voor de design academy in Eindhoven. In tijden waarin de hegemonie van Google en Facebook alomvattend lijkt, vond ik dit toch wel een aardige om nog weer eens na te denken: waar staan wij eigenlijk met onze eigen zoekinterface?

Ik geef hem graag even mee als u uw gedachten er weer eens over wilt laten gaan of als stimulans om er toch maar weer eens beter naar te gaan kijken.

donderdag 12 januari 2017

Bestselleritis

Een bevriende journalist vroeg mij of ik hem kon vertellen hoe vaak de werken van Bert Schierbeek nog uitgeleend worden in Nederland. Ik vertelde hem dat ik dat voor heel Nederland niet kon achterhalen maar wel voor heel Overijssel.' Overijssel heeft ruim één miljoen inwoners dus als je het aantal van Overijssel keer zestien doet, heb je wel heel Nederland'. Hij nam er genoegen mee.

Bert Schierbeek, wie kent hem nog?  Wie goed heeft opgelet tijdens de literatuurlessen weet nog dat hij 'iets' met de vijftigers had. Maar kunt u nog snel een titel noemen? Nee hè. Ik deed ooit onderzoek naar hem toen ik voor de WSF-bibliotheken werkte. Naast Schierbeek waren ook Jacq Firmin Vogelaar en Sybren Polet in dat onderzoek betrokken. Schrijvers die misschien nog wel meer vergeten zijn.

Ik belde Jan - een goede collega - en vroeg hem of hij aan die cijfers kon komen. Geen tevergeefs beroep. Al snel meldde hij me dat in Overijssel er nog 40 verschillende titels van Schierbeek aanwezig zijn  en dat we daar 90 exemplaren van hadden. In Overijssel hebben we ongeveer 90 vestigingen. In elke vestiging zou dus wel een Schierbeek kunnen staan. Dat was het goede nieuws.

Die 90 boeken van Schierbeek waren vorig jaar samen twee keer uitgeleend. Twee keer. 'Dat is niet zo veel.' legde ik de journalist eufemistisch uit. 'Gemiddeld in Overijssel lenen we elk boek dat we hebben per jaar zo'n vijf keer uit. Eigenlijk hadden die boeken samen dus zo'n 450 keer uitgeleend moeten zijn. Maar gelukkig hebben we ook boeken van Herman Koch. Die lenen we zo'n veertien keer per jaar uit. Dus alles bij elkaar komt dat wel goed.' Tot zover mijn college collectiemanagement voor journalisten.

We mijmerden nog even dat Schierbeek wel in het weeshuis van de literatuur terecht was gekomen. 'Ja, weeshuis, dat wel', zei de jounalist. 'Maar geen stiefkind!' zei hij erachter aan, doelend op het feit dat er nog 90 exemplaren zijn die slechts een muisklik verwijderd zijn van alle lezers in Overijssel.

Er zijn wel eens mensen die fluisteren dat bibliotheken leiden aan 'bestselleritis'. Een ziekte die zou  leiden tot versmalling van collecties onder de zakelijke druk van uitleenaantallen. Ik zocht ooit al eerder uit of dat zo was. De 'uitleenfrequentie' - hoe vaak een boek per jaar wordt uitgeleend - is in de  afgelopen jaren niet gestegen maar gedaald. Minder uitleningen per boek dus. Bibliotheken worden niet geleid door rendementsdenken maar men is wel de afgelopen vijftien jaar de helft minder gaan uitlenen.

Meer boeken zijn niet de oplossing als je vindt dat er te weinig gelezen wordt. Meer boeken van Schierbeek leiden dus niet tot meer uitleningen.

Er is geen 'bestselleritis'. Hooguit een gebrek aan verlangen naar verhalen en verbeelding. En het is maar de vraag wat moeilijker te bestrijden is. Er ligt in ieder geval een schone taak.

woensdag 11 januari 2017

De actuele boetebarometer van bibliotheken


Laatste update: 11 januari 2017

Op 9 januari 2017 publiceerde ik voor het eerst een overzicht over boetevrije bibliotheken. Dat deed ik op deze plek. Omdat er nogal wijzigingen kwamen na afloop en omdat ik vermoed dat er in de toekomst nog meer volgen, heb ik besloten er maar een dynamische barometer van te maken die je bovenaan in het tabbladen-gedeelte van mijn website ook direct terug kunt vinden.

De boetebarometer geeft de actuele situatie aan bij Nederlandse bibliotheken als het gaat om boetevrije abonnementen. Daarbij wordt in de landkaart onderscheid gemaakt tussen geheel boetevrij of gedeeltelijk boetevrij (alleen kinderen bijvoorbeeld of alleen 'top'-abonnementen).

Opmerkingen, wijzigingen, 
Een fout is in dit soort overzichten zo gemaakt. Mocht u die zien of mocht wijzigingen of opmerkingen willen doorgeven dan kun je die aan mij doorgeven: mark.deckers-at-rijnbrink.nl of via het opmerkingenveld onder dit bericht.

Wie interesse heeft in mijn actuele excel-bestand met alle onderzoeksgegevens kan deze ook bij mij opvragen.

Klik hier voor een directe link naar bovenstaande afbeelding.

Inwoners, stichtingen en gemeenten die boetevrij zijn




Boetevrij per provincie


In dit overzicht wordt het percentage inwoners per provincie weergegeven dat gebruik kan maken van een boetevrij abonnement. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen volledig boetevrij of gedeeltelijk boetevrij.


maandag 9 januari 2017

De boetevrije bibliotheek rukt op: 26% van alle Nederlanders is nooit meer te laat!



Na de eerste publicatie op 9 januari kreeg ik van verschillende bibliotheken nog een update. Er zijn vooral bibliotheken bij gekomen met een top-abonnement dat boete vrij is. De  uitkomsten zijn op 10 januari aangepast.

De boetevrije bibliotheek is aan een onstuitbare opmars bezig. Ruim 26% van alle Nederlanders woont in een gemeente waar een geheel of gedeeltelijke boetevrije bibliotheek. Dat kan geconcludeerd worden na een inventarisatie die ik afgelopen week maakte en waar ik na een weekendje knutselen ook bovenstaande kaart van had.

De groene gebieden zijn gemeenten waar elk lid bibliotheek boetevrij kan lenen. De oranje gebieden laten gemeenten zien waar leden alleen met een zogenaamd pluspakket of alleen kinderen nooit meer te-laat-geld hoeven te betalen.

De opkomst van de boetevrije bibliotheek
In 2009 schreef ik voor het eerst over de mogelijkheid dat een bibliotheek zonder boetes mogelijk moest zijn. Op 1 april 2012 was het Biblioplus (Boxmeer en omgeving) de eerste bibliotheek die bij wijze van pilot startte met een boetevrije bibliotheek. De pilot werd in 2013 grondig geëvalueerd waarna het blijvertje werd in deze bibliotheek. Op 1 januari 2014 startte de Bibliotheek Rivierenland - net voor het aflopen van de pilot bij Biblioplus - met boetevrij lenen in alle vestigingen. En daarmee waren de eerste schapen over de dam.

In het najaar van 2016 volgde de eerste complete provincie die volledig boetevrij werd: Groningen! En per 1 januari 2017 hebben opnieuw een aantal bibliotheken de boetes afgeschaft. Een goede tijd dus om maar eens de balans op te maken.


26% van de inwoners, 32% van de gemeenten en 18% van de stichtingen



Wie de lijst met alle bibliotheken doorloopt, ziet dat het vooral stichtingen zijn met relatief kleine gemeenten. Uitzonderingen zijn Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Almere waarvan de laatste twee het alleen in een pluspakket aanbieden en niet voor alle leden. Het is echt opvallend dat grote steden hier niet voorop lopen. Hoewel ik hoorde - maar ik weet niet of het waar is - dat Amsterdam ook bezig is met voorbereidingen om boetevrij lenen mogelijk te maken.

Verder kun je stellen dat het gaat om basisbibliotheken zijn die voor relatief veel gemeenten werken. Denk aan Biblionet Groningen, Bibliotheek Rivierenland of Bibliotheek Noord Fryslân. 18% van de stichtingen rekent geen te-laat-geld meer maar zij werken gezamenlijk voor 32% van het aantal gemeenten.

Iemand merkte op dat boetevrij lenen wel gekoppeld is aan het financieringsniveau van de bibliotheken. Met andere woorden: alleen bibliotheken die veel geld per inwoner krijgen zouden dit kunnen doen.  Het lijkt een zeer logische redenering maar op het eerste gezicht lijkt die opmerking niet te kloppen. Bibliotheken die voor kleinere gemeenten werken, kennen in de regel een lagere financiering per inwoner.

Sterk verschil per provincie




Groningen was de eerste provincie die als geheel de boetes vaarwel zei. 100% van de inwoners kan daar gebruik maken van een boetevrije bibliotheek. Ook Flevoland is voor 100% ingevuld, zij het dat het daar alleen gaat om 'top-abonnementen'. Hoewel ze allebei op 100% staan, zullen in Flevoland maar relatief weinig mensen echt 'boetevrij' zijn. Misschien dat ik daar in een volgend blogje nog wat inzicht in kan geven. .

Verder valt op dat  provincies die nu al afspraken hebben over gezamenlijke tarieven in de provincie wat achter lijken te lopen op deze ontwikkeling. Denk dan aan Drenthe, Overijssel en Zeeland. Daar moet met meerdere bibliotheken overeenstemming komen om boetevrij lenen door te voeren. En dat kost natuurlijk extra tijd. Maar ik kan me niet voorstellen dat men daar al niet mee bezig is of dat men op basis van dit onderzoek zich nog eens achter de oren krabt.

Trend?
Bibliotheken gezamenlijk laten komen tot één bibliotheekabonnement is knap ingewikkeld. Maar hier tekent zich toch onvermijdelijk een trend af. Hoewel bibliotheken er ook wel meesters in zijn om weer allerlei varianten te verzinnen. Vooral bij de 'top'-abonnementen zien we allerlei variaties terug.  Een mooie vind ik bijvoorbeeld het pluspakket van de Bibliotheek Zuidoost Fryslân. Daar kent men het 'Comfort'pakket waarbij je de materialen een jaar mag lenen, waarna je het overigens ook weer mag verlengen. Aangezien er toch te-laat-geld wordt gevraagd na een jaar, heb ik deze bibliotheek toch maar buiten beschouwing gelaten. Maar het is ook wel een beetje welke definitie je hanteert. Je zou hem er ook wel onder kunnen laten vallen.

Ingroeien
Verder toont het onderzoek aan dat een bibliotheek kan 'ingroeien' naar boetevrij. Door bijvoorbeeld eerst alleen de 'kinderen' niet meer te laten betalen of door het in het 'duurdere' abonnement te doen. Barneveld en Ede hebben er bijvoorbeeld ervoor gekozen om kinderen als eerste boetevrij te maken. En dat vind ik een mooie gedachte: laat kinderen niet afhaken door boetes.

Voor wie wil beginnen is de evaluatie van Biblioplus een prima aanknopingspunt omdat men veel zaken waar men bang voor was heeft onderzocht: komt het boek wel terug, geven bibliotheekleden de bibliotheek een hoger cijfer hierdoor en neemt het aantal kashandelingen wel echt af? Op al die vragen geeft de pilot antwoord.

Blijft over dat je als bibliotheek er de financiële ruimte voor moet zien te vinden. Boetes zijn naar schatting zo'n 2 a 3% van de begroting van een bibliotheek. Dat is niet niks maar ook geen onmogelijkheid.  Doordat ook steeds vaker inleverattenties worden verstuurd voor het aflopen van de uitleentermijn, lopen deze inkomsten ook nog terug.

Wellicht  is het met het kaartje van Nederland in de hand wel mogelijk om er met uw gemeente over te spreken. Nederland komt langzaam uit de crisis en verkiezingen komen er ook weer aan....En anders is een telefoontje naar een bevriende bibliotheekcollega die het al heeft ingevoerd om eens te vragen hoe zij het financieel rond hebben gekregen misschien wel een goed plan.

In 2009 discussieerden we er met elkaar over. In 2012 durfde BiblioPlus de pilot aan. In 2014 startten BiblioPlus en Rivierenland er volledig mee. Binnen drie jaar na de eerste start heeft 16% van alle inwoners en 20% van alle gemeenten een boetevrije bibliotheek.

Ik neem mijn petje af. Volgend jaar de peiling maar eens herhalen?

Verantwoording van de onderzoeksgegevens
Mijn inventarisatie vond plaats via een oproep via Twitter en Facebook. De gegevens die ik op deze wijze kreeg heb ik verwerkt. Hoewel ik het gevoel heb dat ik een redelijk compleet heb, kan het zijn dat ik bibliotheken niet vermeld heb. Laat het mij weten via het reactieveld of via een e-mail en ik neem ook uw gegevens mee. Als er veel wijzigingen komen, zal ik een update van dit artikel maken. 

Wie het bronbestand van mijn onderzoek wil hebben, kan het hier downloaden.

woensdag 4 januari 2017

Waarom de computer verdwijnt uit Nederland, waarom we stoppen met lezen in 2031 en waarom bibliotheken zo belangrijk zijn

Drie conclusies: De computer is dood. De luisteraar naar de publieke omroep is terminaal. En we stoppen met lezen in 2031.

Drie conclusies die door mijn hoofd spelen na het lezen van de SCP-uitgave Media: tijd in kaart.  Drie conclusies waarvan de uitkomst is dat de bibliotheek nog bijzonder belangrijk is maar ook nog veel te doen heeft. Leest u even mee?

Opgebakken onderzoek, maar goed opgebakken onderzoek....
Bij het lezen van het rapport bekroop mij het gevoel: ik heb dit onderzoek toch al eens gelezen? En inderdaad, het is een 'remake' van een eerder onderzoek dat ik hier ook al eens besprak. Een opgebakken onderzoek dus, maar wel goed opgebakken, vooral door de internetversie waar een aantal mooie onderzoeksanimaties in verwerkt zijn. Het is leuk om de pdf-versie en de internet-versie eens naast elkaar te leggen want het SCP is er in geslaagd om de internetversie beter leesbaar te maken dan de papieren versie. En dat vind ik echt een compliment.

Maar goed Deckers, genoeg geleurterd. Kom maar eens voor de dag met die bizarre feiten....

Conclusie 1: Waarom de computer verdwijnt uit Nederland


De computer gaat verdwijnen uit Nederland. Kijk maar eens naar de verschillen tussen bezit in media-apparaten in Nederland. De desktop computer staat net onder het midden. Had twee jaar geleden nog bijna 60% van de Nederlanders een desktop computer, twee jaar later is dat nog maar net meer dan 40%. In twee jaar tijd is er een derde minder! En nu hoor ik u denken: ja, die zijn allemaal overgestapt op een laptop. Dat blijkt niet het geval..... De laptop blijft redelijk stabiel op de 70%. De opkomst van smartphones en tablets, zijn de nekslag voor die ouderwetse chipsbak die u op uw bureau had staan.En die desktops die verdwenen zijn: mijn vermoeden is dat dat in een aantal gevallen nog een tweede computer was die nu eindelijk is opgeruimd.

Met andere woorden: de tijd dat de computer nog een eigen tafel of zelfs een eigen zolderkamertje had, is verdwenen. De nieuwe technologie is volledig geïntegreerd in onze huiskamer. Dag computer!

Conclusie 2: waarom de luisteraar naar de publieke omroep dood is



Dit zijn de statistieken van de luisteraars naar 'old school' radio... En kijk even naar de leeftijdsopbouw en de verschillen tussen publieke en commerciële omroepen. Het beeld van de publieke omroep is bijna identiek aan dat van de krantenlezer. En dat dat de krantenlezer een uitstervend ras is daarvan hoef ik u niet te overtuigen (als u toch twijfelt, lees dan deze). De enige hoop is dat de  levensverwachting van de Nederlanders ook elk jaar ook stijgt. Maar de radiozenders van de publieke omroep trekken nauwelijks meer jonge luisteraars. Vreemd? Nee, niemand zal er van staan te kijken.

Overigens: we luisteren nog altijd gemiddeld bijna twee uur en drie kwartier radio per dag. Daarvan is het overgrote deel nog 'gewoon' radio luisteren. Het duurt dus nog wel even voordat de laatste luisteraar zijn toestel uit gaat zetten. Maar de trend is helder en u kunt zich voorstellen hoe de politiek hier tegen aan kijkt.

Wat ons brengt bij ons eigen gebied: lezen.

Conclusie 3: In 2031 stoppen we met lezen



In 2013 lazen we nog gemiddeld 42 minuten. Op papier en op andere apparaten. Al jarenlang loopt de leestijd terug. En lezen is voor veel Nederlanders geen dagelijkse routine meer. In twee jaar tijd is de leestijd met 5 minuten terug gelopen. Dat is ruim 12%. 6% eraf per jaar. Als we met dit tempo blijven teruglopen, zijn we rond 2030 wel klaar met lezen en slaan we per 2031 ons boek en onze ereader dicht.

Over ereaders gesproken: saillant is dat de leestijd van ereaders tussen 2013 en 2015 sterk is teruggelopen. De onderzoekers zeggen daarover:

"Opvallend is de daling in leestijd op e-readers. Het percentage Nederlanders dat via een e-reader leest, is gelijk gebleven, maar de leestijd van deze lezers is met een halfuur gedaald (van 1:41 naar 1:10 uur)." 
Het lezen op de tablet of de mobiel dat wel licht steeg, compenseert deze terugval niet. De totale leestijd op digitale apparaten liep dus ook terug.

Maar voordat de papierliefhebbers weer beginnen te juichen dat papier het wint:  welnee, met dit tempo is ook de laatste papierlezer gewoon in 2031 klaar. En dat als geheel is zorgelijk. Niet zozeer dat we minder lezen maar vooral omdat lezen als vaardigheid hier zwaar onder zal leiden.

Aanknopingspunten voor bibliotheken
De computer is weg, de lezer is dood en de luisteraar terminaal. De smartphone heeft de postbode definitief vervangen maar er wordt meer dan ooit naar informatie gezocht. Wie het 'opgebakken' rapport goed leest, ziet veel aanknopingspunten voor het beleid van bibliotheken: basisvaardigheden als lezen en digitale vaardigheden worden bittere noodzaak. Maar vergeet ook niet dat onze dienstverlening ook nog veel digitaler moet worden. Maar goed, ik ga mijn eigen aanbevelingen niet nog een keer opbakken. Die kunt u hier nog eens lezen.

Complimenten voor het SCP voor hun mooie digitale uitgave. Dat is nog eens 'practice what you preach'.

En voor u als lezer natuurlijk weer de beste wensen. U ziet, wij zijn nog niet klaar. Weer een jaar vol aan de slag!


Meer lezen over andere SCP-rapporten: klik dan hier.