zondag 29 mei 2022

De hoofdlijnenbrief Cultuur: drie observaties en één wenkend perspectief voor bibliotheken


Ook deze week las ik weer een beleidsbrief voor u. Zoals ik al zei: het regent op dit moment beleid. Dit keer de hoofdlijnenbrief voor cultuur van staatssecretaris Uslu. Ook hier gaat het, net als bij het masterplan Basisvaardigheden van minister Wiersma, om de eerste uitwerking van paragrafen uit het regeerakkoord. Ik loop de brief weer eens even met u door, ik geef u drie observaties en één wenkend perspectief. En de conclusie is dat het haast niet anders kan dan dat er in 2023 extra geld komt voor bibliotheken. Lees maar mee.

Regeerakkoord

Om te beginnen, deze beleidsbrief is de uitwerking van het regeerakkoord. Wat stond daar ook al weer in over cultuur? Wel dat was het volgende:  


Voor 2022 zou er € 135 miljoen beschikbaar komen dit zou in de komende jaren oplopen naar € 170 miljoen. Te verdelen over bovenstaande punten. 

Korte termijn: herstel langs vijf lijnen

Toen het regeerakkoord uitkwam schreef ik al dat dit een mix was van incidentele en structurele bedragen. Dat incidentele zat hem vooral in herstelmaatregelen na corona. Die lijn trekt Uslu inderdaad door in de hoofdlijnenbrief. En ook met een volgorde: eerst herstellen en daarna de structurele zaken. De € 135 miljoen gaat dit jaar dus ook vooral naar herstel en een stukje innovatie.

Bij dat herstel kijkt ze vooral naar 1) maatregelen om publiek weer uit te dagen om naar culturele instellingen te komen, 2) herstel van de arbeidsmarktpositie in het algemeen en 3) die van makers in het bijzonder en tot slot wil ze 4) extra aandacht voor jongeren en 5) voor innovatie. Hoewel er voor bibliotheken zeker op onderdelen wel haakjes te vinden zijn in deze herstelmaatregelen is deze toch vooral bedoeld voor de podia, de musea en de producenten. Als je haakjes voor bibliotheken wil vinden, zitten ze bij jongeren (extra cultuur op het MBO, pilot met mentale gezondheid van jongeren via cultuur) en bij innovatie (hybride burgerdialogen en kennisdeling met andere sectoren). Ik denk dat veel bibliotheekdirecteuren deze paragraaf aan zich voorbij laten gaan. Het echte bibliotheeknieuws staat namelijk in het tweede deel van de brief. 

Bibliotheken en leesbevordering

Waar in het eerste deel al concrete bedragen werden genoemd voor herstel staat er onder de structurele lijn nog geen enkel bedrag genoemd. Voor nog geen enkele partij en geen enkele lijn. Het tweede deel bestaat uit investeringen voor 1) een Nationaal Slavernijmuseum en een Nationaal Historisch Museum, 2) de gevolgen van ruimtelijke transities voor het cultureel erfgoed, 3) het potentieel van de creatieve industrie, 4) een bibliotheekvoorziening in elke gemeente, 5) leesbevordering en 5) een cultureel audiovisueel aanbod.

Voor bibliotheken is natuurlijk die lijn over bibliotheken en de leesbevordering van belang. Maar kijk ook even wat er verder nog op de rol staat want die € 170 miljoen moet dus verdeeld gaan worden over deze partijen. En om eerlijk te zijn, dat lijkt toch wel aardige ruimte op te leveren. Bibliotheken gaan niet met lege handen naar huis kunt u alvast noteren.

De staatssecretaris zegt over bibliotheken: 

'De bibliotheek is de meest laagdrempelige, algemene publieke cultuurvoorziening die door alle bevolkingsgroepen wordt bezocht, ongeacht leeftijd, inkomen, opleiding of sociale klasse. Door het brede aanbod van diensten en activiteiten draagt de bibliotheek bij aan persoonlijke ontwikkeling, aan verbetering van maatschappelijke kansen en aan sociale cohesie. De evaluatie van de Bibliotheekwet uit 2020 laat over de afgelopen circa tien jaar een afname van het aantal bibliotheekvestigingen zien. De behoefte blijft echter groot. Daarom streeft het kabinet de komende periode naar een toekomstbestendige bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Ik wil samen met de gemeenten en provincies inzetten op deze ambitie uit het coalitieakkoord, waarbij aanpassing van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen tot de mogelijkheden behoort.'

Naast deze paragraaf gaat ze met bijna evenveel woorden ook in op het bibliotheekwerk in Caribisch gebied.  Die zijn ruim bedeeld in deze brief. Hun lobby voor meer geld werpt vruchten af. Daar ga ik in dit kader even aan voorbij maar het gejuich aan de overkant van de plas kun je als je goed luistert nog horen.

Over leesbevordering zegt ze:  

'Het maatschappelijke belang van goed kunnen lezen is groot. Goed kunnen lezen geeft toegang tot de basisvoorzieningen in onze samenleving. We zien echter dat jongeren moeite hebben met diep en kritisch lezen.25 Door de coronacrisis hebben leerlingen extra vertraging opgelopen in begrijpend lezen.26 Het is ook slecht gesteld met de leesmotivatie; bijna de helft van de 15-jarigen vindt lezen tijdverspilling, terwijl juist leesmotivatie leesniveaus verhoogt. Onderzoek heeft aangetoond dat lezen leidt tot meer begrip en genuanceerde opvattingen. Het lezen van verhalen brengt ons dichter bij elkaar. Leesbevordering vormt dan ook een grote uitdaging, zowel voor ouders, leerkrachten als de professionals in de bibliotheken en de letterensector. Dit onderwerp raakt de portefeuilles van alle OCW-bewindslieden. Wij zullen ons gezamenlijk inzetten om de samenwerking tussen scholen (inclusief het MBO), bibliotheken en de omgeving rond jongeren te versterken.'

Nou, dat is het. Wat kun je hier bij opmerken en wat kun je tussen de regels lezen? Ik deel graag drie observaties met u. 

Observatie 1: Hoe stilletjes leesbevordering van afdeling verandert

Ik begin bij de laatste paragraaf over leesbevordering. Daar zijn we namelijk snel mee klaar maar hier gebeurt wel iets groots zonder dat je het doorhebt. Bij de behandeling van de beleidsbrief van minister Wiersma merkte ik het al op: het leesoffensief wordt een masterplan basisvaardigheden en daar komt leesbevordering in terug. Uslu geeft, door op te merken dat de bewindslieden zich gezamenlijk gaan inzetten, Wiersma de leiding over leesbevordering met zijn masterplan. Ik vind dat heel slim want die leesbevordering viel tot nog toe vooral onder de C van Cultuur en niet onder de O van onderwijs. Uslu laat hier bijzonder handig een onderwerp verspringen van afdeling. Leesbevordering gaat van de C van Cultuur naar de O van Onderwijs. Ja, natuurlijk in afstemming enzovoort enzovoort maar dat is wat hier tussen de regels gebeurt. En geloof me, dat is goed en groot nieuws.

Observatie 2: Kom met een plan met meer vestigingen, voorzieningen en toekomstbestendigheid

Terug naar de paragraaf over bibliotheken. Wat valt daar op? Op de eerste plaats blijft de politiek vooral aanslaan op het gedaalde aantal vestigingen. De veranderde rol: van klassieke bibliotheek naar maatschappelijk-educatieve bibliotheek vraagt inderdaad om vestigingen die dichtbij blijven maar ook om vestigingen die anders ingericht zijn. Als de sector dus dicht bij het kabinetsbeleid wil blijven en aansluiten op de gelden in het regeerakkoord dan moeten er beloftes komen over extra vestigingen en nabijheid. Niet alleen in gemeenten waar nu nog geen bibliotheek is maar ook op plekken waar we nog niet nabij genoeg zijn. Een soort nationaal deltaplan voor spreiding van bibliotheken dus. Denk daarbij overigens niet alleen aan eigen vestigingen maar vooral ook aan gedeelde voorzieningen: kulturhusen, multifunctionele organisaties of multifunctionele accommodaties. 

En voordat u nou denkt: mogen we dan alleen nog maar vestigingen openen en verder niets? Dat is niet het geval. Welk haakje zit er dan nog in de tekst. Nou, dat is het woordje 'toekomstbestendig', onder die titel kan inhoudelijk nog een hoop ingevuld worden. Zowel inhoudelijk als financieel.  Inhoudelijk kun je dit ook invullen met extra investeringen voor maatschappelijke en educatieve programma's.  En over het financiële gaat de derde observatie.

Observatie 3: Extra geld in 2023 en een afspraak van het Rijk met gemeenten en provincies

De staatssecretaris schrijft dat ze samen met gemeenten en provincies deze ambities wil inzetten. Het wordt dus niet alleen een feestje van het land maar ook provincies en gemeenten moeten dus een financiële stap zetten. Tenminste, dat betekent dit meestal in beleidstaal. En die zin die erachter staat, namelijk dat ze bereid is de bibliotheekwet hiervoor aan te passen, lijkt ook daar op te slaan. Al langer wordt gesproken over een mogelijke zorgplicht voor gemeenten waardoor er in elke gemeente een bibliotheek zou moeten zijn. Maar het is ook mogelijk dat de staatssecretaris hint op een ministeriële matchingsregeling waarbij eisen worden gesteld aan een landelijke bijdrage. 

Wat het ook wordt: er komt geld. Als ik dit zo bekijk voorspel ik dat er in 2023 extra middelen komen voor bibliotheken. Het kan haast niet anders. Eerder kan niet, want dat geld is net verdeeld en later wordt ongeloofwaardig als passage uit het regeerakkoord. Het bedrag dat vrijkomt zal wel een groeiend bedrag zijn met ook groeiende afspraken (met de overige beleidslagen).  En nee, dit staat niet zo in de tekst maar met deze brief durf ik er wel een fles wijn op in te zetten.  



Toekomstkracht Overijssel als wenkend perspectief ?

Als de staatssecretaris nog een voorbeeld zoekt van die matching is het misschien toch aardig om nog te kijken naar de provincie Overijssel. Deze provincie zette onlangs zelf al stappen in deze richting. Begin dit jaar is een subsidieregeling Toekomstkracht Overijsselse bibliotheken opengesteld door gedeputeerde Roy de Witte. Daarbij biedt hij de Overijsselse bibliotheken de mogelijkheid om € 95.000,- per bibliotheekstichting aan te vragen voor toekomstbestendig bibliotheekwerk. Er zijn twee voorwaarden: op lokaal niveau moet een vergelijkbaar bedrag op tafel gelegd worden en de gemeente moet aangeven de komende jaren niét te bezuinigen op bibliotheekwerk. Die cofinanciering komt vaker voor maar de afspraak dat er niet bezuinigd mag worden is redelijk uniek. De provincie vindt dat er niet aan de ene kant geïnvesteerd kan worden en aan de andere kant tegelijk bezuinigd. Als de provincie overigens tegen de gemeenten zegt dat ze niet mogen bezuinigen, kunnen ze zelf natuurlijk ook niet bezuinigen op bibliotheekwerk. Ook mooi meegenomen. 

Deze constructie levert rust op om te bouwen aan die toekomstbestendige bibliotheek. Wellicht nog een wenkend perspectief. Op veel kleinere schaal natuurlijk, maar toch.

Bouwen!

Wat is de afdronk van deze brief? Nou, die is zeer positief wat mij betreft. Veel daadkracht op korte termijn voor herstel en wat tijd om nog eens goed naar die structurele uitgaven te kijken. De afgelopen jaren hebben de bibliotheekambtenaren van het ministerie stap voor stap extra investeringen voor bibliotheekwerk op de kaart gehouden. Via de motie Asscher, via de evaluatie van de bibliotheekwet en nu de hoofdlijnenbrief. Dat kostte geduld, altijd blijven opletten en geen misstap maken. Knap werk daar, een huzarenstukje! Want geloof dat het weinig moeite kost een onderwerp van de agenda te laten verdwijnen en dat het veel aandacht vraagt om het erop te houden.  En als ik het zo inschat kort er in 2023 toch echt extra geld voor bibliotheken.  Goed nieuws dus. En en passant laat de de staatssecretaris het onderwerp leesbevordering ook nog eens verspringen naar het budget van onderwijs.  

Alles bij elkaar: zicht op kansen om te bouwen aan bibliotheekwerk. Niet krimpen, niet afbreken maar bouwen! De sector moet zich na jaren bezuinigen gaan voorbereiden op investeringen. En dat zal wel even wennen zijn. Aan de slag!

zondag 22 mei 2022

Hoe ik met mijn bed vast kwam te zitten in het poolijs (en hoe ik het overleefde)


De afgelopen weken overkwam het mij dat ik met mijn bed vast kwam te zitten in het poolijs van Antarctica. Hoewel u mij niet echt kent als een reislustig type, gebeurde het me toch. Leest u mee wat ik meemaakte en hoe ik het gelukkig overleefde.

Uitslapen is niet één van mijn kwaliteiten. Ik ben meestal vroeg wakker. Maar op die vroege momenten waarop de wereld nog helemaal stil is, maak ik de grootste reizen. Ik drentel naar de keuken, maak koffie, smeer een ontbijtkoek, loop terug naar mijn bed en schud de kussens nog eens op. Klaar voor vertrek. En ik open een boek. 

Een Belgische poolexepeditie

De afgelopen weken las ik 'Waanzin aan het einde van de aarde' van Julian Sancton en zo reisde ik mee met de Belgische expeditie naar de Zuidpool. Ik hoor het u denken: een Bélgische expeditie? Wij kennen België niet echt als maritieme natie maar toch is het zo. De onderneming vond plaats van 1897-1899 en werd gestart door baron Adrien de Gerlache. Zijn vader vond het maar niks dat hij wilde varen. En eerlijk gezegd: de Belgische marine stelde niet echt veel voor en Adrien was er dan ook snel klaar. Koning Leopold bood hem een baan aan bij de scheepvaart in de Congo maar dat sloeg hij af. Hij had grotere dromen. Hij wil naar Antarctica.

Via 'crowdfunding' weet hij zijn expeditie bij elkaar te krijgen. Zijn bemanning bestaat onder andere uit de latere ontdekkingsreiziger Roald Amundsen en de Amerikaanse scheeparts Frederick Cook. Alle mannen hebben zo elk hun redenen om mee te gaan. De één om aan de druk van zijn vader te ontkomen, de ander als opstap naar een eigen expeditie en en derde vlucht voor meegemaakt verdriet. Allemaal mannen die om verschillende redenen hunkeren naar erkenning.  En alles bij elkaar team met op zijn zachtst gezegd niet al te veel ervaring en de nodige gebreken. Het schip, met de mooie naam de Belgica, loopt dan ook al snel achterstanden op bij de start en komt eigenlijk te laat aan in het poolgebied. 


Mannen die  hunkeren naar erkenning

De Gerlache, die kampt met de enorme druk op de expeditie om zo zuidelijk mogelijk te gaan, weet dat het niet gaat lukken om een zuidelijk record te vestigen omdat er steeds meer ijs komt en de zeeën al dichtvriezen. Teruggaan zou echter een afgang betekenen voor hem. Hij moét zich bewijzen. En dus besluit hij zijn schip het ijs in te varen. Moedwillig overwinteren dus. Een strategie van de dood of de gladiolen.

Wat er dan gebeurt, laat zich het beste omschrijven als een psychologische thriller. De mannen moeten het tijden met elkaar zien te rooien en naast de fysieke ellende als kou en tekort aan gevarieerd voedsel, word je deel van men mentaal meemaakt. Dat proces is goed gedocumenteerd door de scheeparts Cook.  De eeuwige nacht breekt aan en mannen lijden aan gebrek aan daglicht. Hij lost dit op door mannen naakt voor een vuur te laten staat. Het zal de eerste vorm van lichttherapie blijken. Er ontstaat scheurbuik en dat lost hij op door de mannen vers pinguïnvlees te laten eten. Totdat natuurlijk ook de laatste pinguïn vertrokken is naar het noorden. 

De waanzin is de grootste vijand in het ijs. Maand na maand verstrijkt en de tijd komt dat het ijs zo moeten ontdooien. Om hen heen gebeurt dat inderdaad maar het schip blijft muurvast zitten. De angst ontstaat dat men nooit meer wegkomt. Ook hier wordt een list verzonnen. Men komt met een truc van Houdini vrij uit het ijs maar die spoiler geef ik nog niet.

Piramidespel 

Het schip komt veilig los en kan terugkeren. De Gerlache keert als een kleine held terug naar  België. Cook keerde terug naar Amerika en deed ook nog een expeditie naar de Denali, de hoogste berg van Noord-Amerika. Hij beweerde dat hij de top had bereikt maar later werd bewezen dat hij loog.  Daarna doet hij een expeditie naar de Noordpool en beweert dat hij de pool heeft bereikt. Ook dat nieuws wordt groot gebracht in alle kranten maar even snel al weer in twijfel getrokken. Hij bleek geen enkel bewijs te hebben. Cook beweerde dat hij zijn meetresultaten had meegegeven aan een vriend die ze was kwijt geraakt. Cook komt te boek te staan als een pathologische leugenaar. Later begint hij in de oliehausse een Oliemaatschappij en verkoopt daar aandelen voor. Enige puntje van zorg: de olie moet nog gevonden worden. Daarvoor geeft hij steeds meer aandelen uit. Hij haalt zo honderden miljoenen dollars binnen en betaalt zijn dividend aan aandeelhouders door nog meer aandelen uit te geven. Hij heeft zijn eigen piramidespel gemaakt en dat gaat natuurlijk ook fout en hij beland voor lange tijd in de gevangenis.

Amundsen wordt later de ontdekker van Zuidpool. Het was de tip van Cook om naar de Zuidpool te gaan. De Noordpool was immers al ontdekt, was zijn betoog. Amundsen had geld ingezameld voor een expeditie naar de Noordpool maar als hij vertrekt, gaat hij, zonder het zijn geldschieters te vertellen, naar de Zuidpool. Daar komt hij in een race terecht met Scott, wie het eerste op de pool is. Amundsen wint die race en laat voor de verliezende Scott een briefje achter in een tentje op de pool. Hij vraag de Britse Scott om het briefje mee te nemen en te overhandigen aan de Noorse koning. Scott overleeft de expeditie niet en sterft op de terugtocht van de pool.

Fotograaf op de zuidpool

Dat er zo'n gedetailleerd verslag is van de tijd in het ijs is te danken aan het feit dat zowel De Gerlache als kapitein Lecointe, als Amundsen als Cook hun ervaringen gepubliceerd hebben. Daar kregen ze ook weer ruzie over want De Gerlache en Lecointe vonden dat zij daar het alleenrecht op hadden.  Het was ook Cook die als fotograaf aan boord was en dat levert op dat we ook beelden hebben van die expeditie van met nu 125 jaar gelden. Een deel van deze foto's zie je bij dit artikel.

De Gerlache, Amundsen en Cook, een team met gebreken en mannen hunkerend naar erkenning. En toch boven zichzelf uitstijgend in deze expeditie door de goede combinatie van talenten. 

En zo, zat ik dus weken vast met mijn bed in het poolijs. De koffie naast me, de wereld nog stil. Lezend zat ik naast De Gerlache, Amundsen en Cook. Mijn bed was de Belgica en net als zij ben ik ook maar een man die zo zijn gebreken heeft en die hunkert naar erkenning. En kennen we allen niet momenten dat het leven voelt als poolijs en dat je zit op een plek waar je niet voor- of achteruit kunt? 

Zo mijmerend stapte ik elke ochtend ook weer uit dat poolijs, stapte onder de douche en toog aan het werk. Aan het werk voor die sector die elke dag mensen lezend naar de meest bizarre plaatsen laat reizen. In hun hoofd. Bibliotheken zijn hofleveranciers van verbeelding! En Julian Sancton, die schreef een vijfsterrenboek!

Wil je het boek lezen, dat kun je hier klikken om het te lenen als gedrukt boek, ebook, of luisterboek. 

De getoonde foto's van de Belgica en hun bemanning zijn van Frederick Cook en zijn geplaatst onder een creative commons licentie.

zondag 15 mei 2022

Van Leesoffensief naar een Masterplan Basisvaardigheden? Een actieplan voor bibliotheken met vier punten

Om eerlijk te zijn: het regent op dit moment beleid. Het nieuwe kabinet is een half jaar onderweg en de beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord moeten nu gestalte krijgen... Voor wie afhankelijk is van dat beleid doet er goed aan om nu even niet met de ogen te knipperen, je kan zo maar wat essentieels missen. Deze week leid ik u door de brief van minister Wiersma die gaat over het masterplan Basisvaardigheden. En aan het eind geef ik vier punten die bibliotheken nu zouden kunnen doen.


Rapport onderwijsinspectie

Een kleine maand geleden schreef ik over het rapport van de onderwijsinspectie 'De staat van het onderwijs 2022'. De conclusie: voor het vijfde jaar op rij slaagt het onderwijs er niet in de leesprestaties van kinderen te verbeteren. Ondertussen zit 24% van de 15-jarigen in het voorportaal van de laaggeletterdheid en dat gaat met het huidige beleid niet verbeteren. Ook in het volgende PISA-rapport kunnen we dus nu al voorspellen dat die 24% gestegen zal zijn. En opnieuw zullen we moord en brand schreeuwen. Want dat PISA-rapport gaat meten waar we nú staan en dat is niet beter dan de vorige meting. Overigens, over de volle linie van basisvaardigheden gaat het slecht. Naast lezen gaat het ook om  schrijven, rekenen en (digitaal) burgerschap.

De onderwijsinspecteur Alida Oppers riep dan vorige maand ook op dat in twee jaar dit moet verbeteren en minister Wiersma van onderwijs nam dat over en beloofde te komen met een 'masterplan basisvaardigheden'. Deze week verscheen een kamerbrief over dit masterplan. Is het masterplan al klaar dan? Nee, dat is niet het geval. 

De brief meldt: 

'De komende tijd werken we samen met leraren, schoolleiders, bestuurders, lerarenopleidingen, leermiddelenmakers, ouders, bibliotheken, gemeenten, wetenschap en andere relevante partners het masterplan basisvaardigheden voor het funderend onderwijs verder uit.'

En verder

'Daarom kom ik samen met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de staatssecretaris van Cultuur en Media met een masterplan voor de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Het masterplan richt zich op de voor- en vroegschoolse educatie (hierna vve), primair onderwijs, voortgezet onderwijs (inclusief het speciaal onderwijs) en het middelbaar beroepsonderwijs.'

Kortom, de brief van 10 pagina's aan de Kamer is toch vooral om aan te kondigen dat er pas in de zomer iets ligt. Uit bovenstaande passages kun je een paar zaken halen. Op de eerste plaats dat het een plan wordt van drie bewindslieden. Twee onderwijsministers maar ook de staatssecretaris van Cultuur gaat zich er mee bemoeien. Die bemoeienis van de staatssecretaris van Cultuur heeft direct te maken met bibliotheken. Die worden ook genoemd in de passage ervoor. 

Het tweede dat je eruit kunt concluderen is dat grote stappen pas gezet gaan worden in schooljaar 2023-2024. Het schooljaar dat in september begint zal dus nog geen schokkende veranderingen kennen. De begroting voor volgend jaar passeert pas in november en krijgt dan dus pas effect in het volgende schooljaar. 

Verschillende analyses

Opvallend is ook dat de beleidsbrief van Wiersma een andere analyse maakt dan de onderwijsinspectie over waarom kinderen het toch zo slecht doen rond lezen, taal en rekenen. Inspecteur Oppers zei ronduit dat het onderwijs beter kon presteren: er was een gereedschapskist vol met bewezen interventies en scholen die het label 'onvoldoende' hadden gekregen bleken in staat om binnen twee jaar te verbeteren. In de optiek van Oppers lag het duidelijk aan het onderwijs. 

De minister heeft toch een mildere analyse:

'Er dragen veel factoren bij aan de problematiek op de basisvaardigheden, zowel binnen als buiten de school. Voorbeelden hiervan zijn het toenemende aantal opdrachten dat een school krijgt, een verouderd en onduidelijk curriculum en een gat tussen wetenschap en praktijk. Maar ook maatschappelijke trends zoals minder lezen en schrijven in vrije tijd, minder vestigingen van bibliotheken, digitalisering en veranderde sociale verhoudingen in de samenleving hebben invloed op de beheersing van de basisvaardigheden van leerlingen. De problemen verschillen per onderwijssector, per basisvaardigheid, en zelfs per schoolsoort.'

Het zal een opzetje zijn: de inspectie als 'bad guy' die zegt dat de scholen het beter moeten doen en de minister als 'good guy' die de scholen weer mee moet zien te krijgen. Saillant detail is ook dat de minister ook de gesloten bibliotheekvestigingen als oorzaak noemt. Het directe verband hiertussen is nooit bewezen maar toch aardig dat het als zodanig gevoeld wordt. Ook al zijn er in diezelfde periode ook een paar duizend schoolbibliotheken geopend. Maar goed, de minister zoekt duidelijk meer draagvlak bij het onderwijs en weet dat het daarbij niet handig is om de harde woorden van de onderwijsinspectie te herhalen. 

Lezen als belangrijk pijler

De brief geeft aan dat het plan - dat dus in de zomer gepresenteerd zal worden - vijf pijlers zal kennen. Die vijf pijlers zijn:

  1. Extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren.
  2. Effectieve leer- en ontwikkelmiddelen.
  3. Aansluiting school en omgeving (incl. extra aandacht voor lezen en boeken op school). 
  4. Basisblik, door monitoring en onderzoek, inclusief scherper toezicht.
  5. Duidelijke opdracht aan het funderend onderwijs. 

Die derde pijler bevat een hele nadrukkelijke verwijzing naar de samenwerking tussen school en bibliotheken. De brief  gaat ook al in op wat er ongeveer moet gaan gebeuren in deze pijler: 
'Scholen spelen een grote rol in de ontwikkeling van de basisvaardigheden, maar een kind leert ook daarbuiten en voordat het naar het funderend onderwijs gaat. Voor- en vroegschoolse educatie van goede kwaliteit is bewezen effectief en leidt tot hogere resultaten op de basisvaardigheden. Een goede verbinding tussen school en kinderopvang draagt bij aan het welbevinden van kinderen, en dat is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen leren. Er zijn veel kansen voor scholen om hun belangrijke taak op het gebied van basisvaardigheden te koppelen aan partners om de school heen. Een voorbeeld hiervan is leesontwikkeling: ouders, grootouders, de bso en kinderopvang spelen hier ook een rol in en bibliotheken beschikken over expertise en collectie die de school kan verrijken. Een laagdrempelige toegang tot goede boeken en persoonlijke begeleiding, via onder andere de Bibliotheek op School, zorgen voor meer leesmotivatie, wat cruciaal is voor leesvaardigheid. Ook op het gebied van digitale geletterdheid kunnen bibliotheken de aanpak van scholen versterken. De samenwerking tussen scholen, de buitenschoolse omgeving van leerlingen en partners rond de school is op dit moment echter te versnipperd. We willen een veel sterkere wederkerige verbinding tussen de verantwoordelijkheid van de school voor het aanleren van de basisvaardigheden, en ondersteuning van de omgeving om dit leerproces te versterken. We zullen inzetten op een sterkere samenwerking tussen het onderwijs en de cultuursector, op zowel landelijk als lokaal niveau om de brede omgeving van het kind te betrekken bij het versterken van de basisvaardigheden. De komende tijd zullen wij verder onderzoeken hoe deze samenwerking op zowel de korte als lange termijn beter verankerd kan worden. Wij zorgen daarnaast voor verbinding tussen het masterplan basisvaardigheden en de kabinetsambities op het gebied van bijvoorbeeld de aanpak van laaggeletterdheid, waaronder de gemeentelijke gezinsaanpak geletterdheid.'

Sorry, het is een wat lang citaat maar in één alinea worden wel heel veel verbindingen gelegd. Op de eerste plaats krijgen de bibliotheken een cruciale rol in het versterken van leesmotivatie en wordt ook een rol gezien in de digitale geletterdheid.

Daarnaast moet enerzijds het onderwijs zich beter openstellen voor de interactie met partijen om hen heen (zoals bibliotheken) en anderzijds moeten die partijen beter integreren in het eco-systeem van de school.

Aangezien de minister nog een paar maanden uittrekt om het plan op te stellen, gaat hij te laat komen voor schooljaar 2022-2023. Voor dat jaar geeft hij dus aan dat er nu met 150 scholen gewerkt gaat worden met 'basisteams' om scholen op weg te helpen. Deze basisteams bestaan uit 'externe deskundigen' die gaan meehelpen. Dat zouden ook bibliotheken kunnen zijn. Daarnaast komt er voor 350 scholen extra geld als zij met een eigen plan komen tot verbetering. In totaal 500 scholen van de in totaal 9.000 scholen volgens Wiersma.

Volgend jaar dus nog een 'pilotjaar' maar vanaf  schooljaar 2023-2024 moeten veel meer scholen mee gaan doen. Overigens sluit dat ook aan bij de budgetten die vrij kwamen achter het coalitieakkoord. Het miljard dat hiervoor beschikbaar is, komt pas volledig in 2024 beschikbaar. 

Bibliotheken, kom in beweging, een actieplan met vier punten!

Wat moet je nu als bibliotheek of als sector gaan doen?  Ik zie drie lijnen (lokaal, provinciaal en landelijk)  en vier acties.

Laat ik eens lokaal beginnen. 

Actie 1: Lokale rondetafel over pijler 3: in 2026 overal een Bibliotheek op school

Okee, komend schooljaar is nog een pilotjaar maar dat jaar erna moet er veel gaan gebeuren. Misschien een mooi moment om als bibliotheekdirecteur nu een aantal schooldirecteuren uit te nodigen voor een rondetafel. Samen met wellicht kinderopvang en gemeente. En leg eens op tafel: hoe gaan we dit in onze gemeente doen en wat kunnen we samen oppakken?  Ik weet zeker dat uw gemeente dit zal waarderen en de scholen eigenlijk ook. De vragen zijn: Hoe zorgen voor goede toegang tot boeken? Hoe zorgen we voor leesmotivatie? En hoe zorgen we voor digitale geletterdheid? En: hoe verbinden we de omgeving van de bibliotheek aan die van de school? Niet alleen op het gebied van boeken maar ook op digitaal gebied. Begin eens met wat de droom op dit gebied zou zijn en hoe je dit in een aantal jaren zou kunnen bereiken? Zo'n droom kan bijvoorbeeld zijn: in 2026 overal een Bibliotheek op school en elk kind leest elke dag 15 minuten. Als iedereen dat lokaal meeneemt is dit ook tegelijk de landelijke doelstelling. Maar goed, lokaal kan het natuurlijk nog wel variëren.

En als je zo een coalitie hebt van een aantal partijen en dat eens uitwerkt in een schets van een plan dan kun je misschien een grotere bijeenkomst maken. Misschien met álle scholen en nog meer partijen. 

Als ik vervolgens provinciaal kijk, zie ik hier wel een logische stap voor ondersteuning:

Actie 2: Provinciale ondersteuningsinstellingen (POI's) ondersteunen lokale rondetafels

Een flink aantal bibliotheken zal blij zijn met wat hulp bij die lokale rondetafels. Bijvoorbeeld met een specialist die over verschillende gemeenten kan vertellen wat er gebeurt of een specialist die gewoon briljant kan vertellen over inhoudelijke mogelijkheden. Maar ook het uitwerken van de rondetafel in een eerste schets van een plan? En ja, de vraag om ondersteuning zal verschillend zijn per bibliotheek. En soms zul je ook nog rekening moeten houden met VO-scholen die in verschillende gemeenten of regio's werken en dat je misschien nog wat af te stemmen hebt met collega-bibliotheken. 

De POI's kunnen wat er lokaal gebeurt ook monitoren en meegeven aan de landelijke partijen als VOB, KB en stichting Lezen en Kunst van Lezen. Wat me dan ook brengt bij die laag.

Actie 3: Gesprek met de minister en staatssecretaris

Het is een actie die door de minister al zelf aangekondigd wordt. Landelijke partijen zullen worden uitgenodigd bij de minister. Voor bibliotheken lijkt dan het logische gezelschap VOB, KB en de Stichting Lezen/Kunst van Lezen. Als die nou een meenemen dat de sector graag in 2026 ervoor wil zorgen dat overal een Bibliotheek op school is en dat alle kinderen 15 minuten per dag lezen met programma's die de leesmotivaties verhogen? Dat sluit denk ik prima aan. Daar ligt echt alles al voor klaar. Het gaat vooral om geld om vervolgens ook extra te investeren in collectie en vooral leesconsulenten. Goede mensen als Adriaan Langendonk die zich hier al jaren voor inzetten, kunnen dit zo aangeven. Extra handen, boeken en programma's op school!

Toch ben je er niet alleen met deze - vooral leesbevorderende - activiteit. De brief roept op verder te kijken. Is de lees- en leeromgeving van de bibliotheek te koppelen aan de omgeving van de school? Hebben we naast programma's voor lezen ook digitale informatie? Waar is de schoolbibliotheek al gekoppeld aan andere digitale bronnen? En waar is alles met een simpele toegang georganiseerd? Dat brengt me bij de vierde actie.


Actie 4: Inzet op gecombineerde fysieke en digitale elementen binnen de Bibliotheek op school 

Een actie die op landelijk niveau door vele partijen opgepakt moet worden is die van een veel sterkere verbinding tussen fysiek en digtaal. Zowel in het lezen als in het leren. Dat treft, want in de net verschenen update van de netwerkagenda (zie plaatje) van de branche staat bij de lijn Geletterde Samenleving volgende actie benoemd: 

'Stichting Lezen, de KB, POI’s en NBD Biblion gaan lokale bibliotheekvestigingen en schoolbibliotheken toerusten om de fysieke en digitale collectie en leesbevorderingsactiviteiten intensief onder de aandacht te brengen bij kinderen en leerlingen, maar ook bij docenten. Daarvoor wordt gezamenlijk gewerkt aan de hybride de Bibliotheek op school. Deze bevat, naast fysieke activiteiten, digitaal lezen (e-books, luister boeken, leesapps) en digitale leesbevordering (via keuze-apps, social media of websites). Digitale geletterdheid, onder andere informatievaardigheden, is de derde factor die onderscheiden kan worden.'

Op dit vlak wordt op dit moment door de genoemde partijen al gewerkt aan een mogelijk plan van aanpak. Doorpakken lijkt hier dan ook het devies om op tijd te zijn voor schooljaar 2023-2024 waar men grootschaliger wil inzetten. Geen tijd te verliezen dus.

Eerst zien dan geloven?

Bovenstaande acties lijken toch niet al te ingewikkeld zou je zeggen. Moeten ze wel allemaal gebeuren en dat betekent dus inzet van iedereen. En een beetje in dezelfde richting. en ja ook nog met een redelijk tempo.  

Ik zie dus veel kansen maar ik weet ook dat deze lobby al heel lang loopt. Al heel lang is bekend dat we graag uitbreiden naar veel scholen en dat dat een kwestie van vooral geld is. Bibliotheken hebben al veel kunnen doen door te herschikken in middelen. Scholen betalen deels mee en soms hebben ook gemeenten een extra duit in het zakje gedaan. De grote afwezige is tot nu toe nog het ministerie van Onderwijs. Ik kan mij voorstellen dat menigeen denkt: voordat ik echt hard ga rennen is het toch vooral eerst zien en dan geloven. Een knipoog van de minister in de richting van onze sector zou welkom zijn.

Tegelijkertijd speelt landelijk de overheveling van de financiering van de Informatiepunten Digitale Overheid naar gemeenten. Ook hier wordt in de komende maanden helderheid verwacht op welke wijze dit zal plaats vinden. Ook hier op zich bemoedigende signalen maar ook nog geen zekerheid. En tot slot loopt nog de invulling van het bedrag voor bibliotheken uit het regeerakkoord gericht op de toekomstgericht en robuuste bibliotheekvoorziening. Dat gaat onder andere over die gesloten bibliotheekvestigingen waar de minister van Onderwijs naar verwees.

Wie dit bij elkaar ziet, ziet dat er op landelijk niveau een hoop te praten valt en dat de verloven bij de branchevereniging wel ingetrokken zullen zijn. Want wanneer moeten die met deze agenda in deze zomer op vakantie? Zoals gezegd: er is geen tijd om met de ogen te knipperen.

Maar goed, de komende maanden wordt dus geschreven aan dat echte masterplan Basisvaardigheden. Geloof maar dat heel veel partijen zich melden bij de minister om ook mee te willen praten. Dus bibliotheken, borst vooruit, een beetje wrikken met ellebogen en een voet tussen de deur. Zou dat leesoffensief dan nu toch echt komen?  Ik hoop het echt. Want volgens mij hebben wij de kinderen van Nederland iets moois te bieden: Leesplezier!

zondag 8 mei 2022

Over 95 miljoen euro en de 148 verdwenen bibliotheekvestigingen


U was het wellicht al bijna vergeten maar bibliotheken staan in het regeerakkoord. Er was gejuich toen het nieuws bekend werd maar sindsdien is het toch akelig stil op dit vlak. Ongetwijfeld werken noeste ambtenaren en ijverige medewerkers van de branchevereniging achter de schermen hard door. Maar het kan toch ook geen kwaad om samen eens een openlijke denkoefening te doen. Ik doe alvast een voorzet.

Waar ging het ook al weer om?

Tja, waar ging het ook al weer over? Het ging over deze passage uit het regeerakkoord: 

Cultuur is van wezenlijk belang voor onze samenleving en een investering in onze maatschappij: de verbindende, inspirerende en prikkelende kracht van kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar brengt, daagt uit en biedt nieuwe perspectieven. Corona toonde het innovatie vermogen van de cultuursector, maar ook haar kwetsbaarheid.

  • Om herstel, vernieuwing en groei weer mogelijk te maken, investeren we structureel €170 miljoen per jaar in de creatieve en culturele sector.
  • We hebben daarbij aandacht voor het verbeteren van de arbeidsmarktpositie inclusief een eerlijk salaris voor makers in de gehele creatieve sector, van media en mode tot muziek. We stimuleren cultureel ondernemerschap.
  • Er komt een herstelplan om zowel professionals, instellingen als amateurverenigingen er weer bovenop te helpen en te versterken.
  • We willen cultuur toegankelijk maken voor iedereen, onder andere door een goede regionale spreiding door heel Nederland en extra investeringen in cultuurparticipatie.
  • We willen meer aandacht geven aan onze gezamenlijke geschiedenis. Daarom draagt het Rijk bij aan een Nationaal Historisch Museum en een Slavernijmuseum. In aanloop naar het herdenkingsjaar 2023 besteden we extra aandacht aan dialoog over het slavernijverleden en hedendaags racisme.
  • We stimuleren muziek- en cultuureducatie op school, waaronder bezoeken aan musea.
  • We streven naar een toekomstgerichte bibliotheek(voorziening) in elke gemeente

 Er is dus € 170 miljoen beschikbaar maar die moet nog verdeeld worden over verschillende partijen. Daar zitten incidentele en structurele doelen tussen. De Raad voor Cultuur pleitte destijds voor 95 miljoen extra voor bibliotheken. Laten we er eens vanuit gaan dat dat bedrag de komende jaren, wellicht in stapjes die opbouwen beschikbaar komt. Wat is er dan mogelijk? En welke eenvoudige rekensom zou je daarvoor kunnen maken? Want leer me één ding in de politiek: iedereen moet het kunnen snappen.

De veranderende rol van de bibliotheek en de 148 verdwenen vestigingen

In de afgelopen tien jaar is het karakter van de bibliotheek stevig veranderd. Bibliotheken hebben zichzelf voor een deel opnieuw uitgevonden. Dat hadden ze zelf al wel een tijdje door maar ook de samenleving ervaart dit nu ook zo. Ondersteuning van laaggeletterden, cursussen in het omgaan met je DigiD, ondersteuning bij je belastingaangifte, leesprogramma's bij consultatiebureaus... het programma van bibliotheken is veel breder en rijker geworden. Een grote opgave, dwars in een tijd waarbij ook nog eens bezuinigd werd. Eerst door de bankencrisis, daarna door de euro-crisis en daarna door bezuinigingen door overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten. Ga er maar aan staan. Bibliotheken deden het. 

Maar dat ging niet zonder schade. In de afgelopen tien jaar zijn er 148 bibliotheekvestigingen verdwenen. In 2012 waren er nog 1.063 bibliotheekvestigingen en in 2020 nog maar 915. Hierboven ziet u dat overzicht. Dat betekent dat er in die acht jaar, elk jaar 19 bibliotheken sloten. Ik heb de bibliobusposten dan nog buiten beschouwing gelaten (ook bijna overal verdwenen) en ook afhaalpunten, miniservicepunten/zelfservicevestigingen heb ik er even buiten gelaten. Waarom? Omdat die nieuwe dienstverlening vooral in vestigingen en servicepunten plaats vindt. 

Afstand tot de bibliotheek

Als we kijken naar de gemiddelde afstand tot de bibliotheek dan zien we ook dat deze sinds 2012 steeds verder oploopt. Met de sluiting van deze vestigingen liep de gemiddelde afstand op van 1,7 naar 2,0 kilometer. Gemiddeld 300 meter lijkt wellicht weinig maar het zijn gemiddeldes. Kijk maar eens naar deze kaar van Nederland en de gemiddelde afstand per provincie. Dat verschilt nogal. 

Bedenk daarbij ook dat bibliotheken één van de instellingen is waar ouders hun kinderen vrij snel zelfstandig naar toe laten gaan. En onder de mensen die we ondersteunen met programma's zitten ook vaak relatief veel ouderen. Ook voor hen is nabijheid van belang. 

Wat kun je doen met 95 miljoen?

Wie zo kijkt zou zeggen: zorg dat je weer meer vestigingen opent als je extra geld krijgt! Laten we die rekensom eens maken. In 2020 kostte het bibliotheekwerk in Nederland als geheel € 522 miljoen. Daarvan bekostigden bibliotheken dus 915 vestigingen. Per vestiging was dit dus € 571.000,-. Dat is een gemiddelde van de grote vestiging van de OBA tot de kleine vestiging in Okkenbroek bij Deventer. En realiseer je ook dat dit niet alleen de kosten voor de vestiging zijn maar dat dit ook inclusief alle kosten voor programma's als Boekstart en Bibliotheek op school is zoals die nu al in de begroting staan. 

Als je er structureel € 95 miljoen bij zou krijgen kun je met dit bedrag 166 nieuwe vestigingen openen met alles erop en eraan. Als je kleine vestigingen hebt, kunnen het er nog veel meer zijn. Wil je alleen de148 verdwenen vestigingen weer terug laten keren dan zou je kunnen rekenen met € 84 miljoen. 

Het voorbeeld van Amsterdam: investeer in groei!

Als je dit weet, pak dan dat beleidsplan van de Amsterdamse OBA er nog eens bij. Waar ze al instaken op groei maar daarbij tevens een wenkend perspectief boden voor al die vestigingen: minimaal 60 uur per week open, maximale samenwerking met de buurt, tot 27 jaar gratis en de bibliotheek als studieplek voor iedereen, elke dag van de week. 

Ik snap dat de uitwerking van een regeerakkoord en verdelen van geld een ingewikkelde opgave is. Maar soms kan een eenvoudige rekensom verhelderend werken. Ik zeg: 150 nieuwe vestigingen en de gemiddelde afstand in de komende vier jaar weer van 2,0 kilometer naar 1,7 kilometer. En ja, met mooie programma's, met bibliotheken op school en mooie studieplekken. Een aangezien die vestigingen gemiddeld wel wat goedkoper gaan zijn dan die € 517.000,- per jaar, heb je ook nog wel ruimte voor andere speerpunten. 

Ik zou zeggen: aan de slag!