Alleen in mijn woorden kan ik wonen. Het is een zin die ik de afgelopen weken wel een paar keer gepreveld heb. Een zin die een beetje vrij is naar het gedicht van Slauerhoff.
Sinds mijn puberteit schrijf ik. Mijn eerste schrijfsels - waar ik er nog een paar van heb - waren vooral voor mezelf bedoeld. Het waren gedachten en notities om alles wat er in mijn puberteit gebeurde te snappen. Later schreef ik kleine light verse gedichtjes voor het academieblad. Gedichtjes zoals de ode aan de lantaarnpaal als houvast voor dronken studenten. Helaas voor u, dat gedichtje heb ik niet meer. Mocht iemand het vinden, ik houd me aanbevolen. Van een klein boekje in 1997 (waar ik ook nog eens over zal schrijven) naar mijn eigen boeken later en een blog vanaf 2008. Ik ben altijd blijven schrijven. Eigenlijk zonder het zelf door te hebben.
Ik leef in woorden.
Omringd door woorden
De afgelopen week was ik omringd door woorden. Heel veel woorden. Het was mijn eerste vakantieweek en ik had met mezelf afgesproken die te besteden aan mijn derde boek. U weet wel, dat boek over die moedige bibliothecaresse die stand houdt tegen chantage en vriendjespolitiek van de bezetter.
Eerder had ik er al een week onderzoek in archieven en interviews erop zitten. Daarna was ik een week bezig geweest om honderd pagina's handgeschreven notulen te ontcijferen. Van die notulen ziet u hierboven een belangrijk stukje. Het is het stukje het besluit neemt op te stappen. Tja, en in deze week moest dus alles bij elkaar komen. Alle stukjes die ik had moesten in elkaar gelegd. Ik had het verhaal al een paar keer op verschillende manieren aangevlogen door de verschillende bronnen die ik gebruikte. Dat waren brieven van in en na de oorlog, notulen, dossiers die nog onder embargo zaten en zelfs kasboeken.
Leven als een monnik
Maar ik weet inmiddels hoe dat bij mij werkt. Zodra ik begonnen ben met schrijven, sluit er iets in mij en leidt zelfs mijn telefoon me niet meer af. Ik moet mezelf dwingen om tijdig te pauzeren zodat ik voldoende energie houd om een dag door te kunnen. Ik sport en beweeg in de vroege ochtend of in de middag. Maar mijn beste tijd, zo tussen half negen in de ochtend en drie uur in de middag leef ik als een monnik. In stilte en met aandacht voor niets anders dan letters. En zo volgt woord na woord, zin na zin, hoofdstuk na hoofdstuk.
Het bouwen van de zinnen heeft iets geruststellends. Alsof woordjes zich als magneten gedragen en zich als vanzelf aaneen rijgen. Woorden worden gewogen. Zegt deze zin wat het is? Is dit het juiste woord? Werd iemand 'voorgeleid' of 'berecht'? En wat weet ik echt en wat vul ik in? Feiten worden gecheckt en bronnen met elkaar vergeleken. Klopt de volgorde? Kan ik deze tekst niet beter voor die tekst zetten, is dat niet logischer? Wat is het goede woord voor de broer van iemands opa?
En dat alles in rust. Ik leef met de woorden. Ze omringen me. Ze worden deel van mij, ik word deel van hen. Niets anders dan concentratie op die woorden. Een leven dat slechts wordt onderbroken door koffie en lunch. Om vervolgens na die toewijding juist wat te ontspannen door af te spreken met vrienden of kennissen of even heel wat anders te gaan doen. En de volgende ochtend herhaalt het proces zich.
De geboorte van een verhaal
Aan het eind van de week kijk ik achterom. En ik zie de weg die ik heb afgelegd. Er liggen duizenden woorden achter me. Duizenden woorden die zeggen wat ik zeggen wil. Er is een verhaal geboren. Ik blijf me in dat wonder verbazen.
Niemand geeft me opdracht om dit te doen. En toch doe ik het. De drijfveer moet ergens diep in mij zitten. Ik sprak deze week een eveneens schrijvende kennis en dan is het leuk om bij iemand datzelfde plezier te ontdekken. En ik las het boekje de Creatiespiraal dat ik van een vriendin kreeg en eigenlijk feilloos het proces beschrijft dat ik doorloop.
Dat scheppingsproces is iets waar ik ongelofelijk blij van wordt. Ik ken het ook van fotograferen en van muziek maken maar het meest ontwikkeld ben ik toch wel met woorden. Een weg die ik aflegde zonder hem zelf echt op te merken.
Het zijn woorden waardoor ik ontdek
Het zijn woorden waardoor ik uitdrukking kan geven.
Het zijn woorden waardoor ik ben.
En om Slauerhoff in mijn eigen stijl te parafraseren: alleen in mijn woorden kan ik wonen.
Voor het overige hoeft u zich niet ongerust te maken. Er is ook echt nog wel wat tijd voor wat gewone mensen 'vakantie' noemen. Tot over enige tijd!