vrijdag 22 december 2017

Voor onder de kerstboom: Het Annie M.G. Schmidt Rusthuis


Afgelopen weekend zag ik een bericht voorbij komen dat de huidige bibliotheek van Deventer in de verkoop is gekomen. Het pand is eigendom van de Gemeente Deventer en met het zicht op de verhuizing van de bibliotheek naar de nieuwe locatie moet hier natuurlijk wat nieuws komen.

De gemeente verkoopt het pand voor de vaste prijs van € 1,4 miljoen euro. Dat is een laag bedrag maar de gemeente wil nadrukkelijk kiezen voor een goede nieuwe bestemming die ten dienste zal staan voor de hele stad. Alleen een Mc Donalds erin, zal het dus niet halen als plan.

In een tweetwisseling met stadgenoot Rayond Snijders ontstond het beeld dat een rusthuis voor bibliothecarissen wellicht nog niet zo'n gek idee is.

Ziehier, het Annie M.G. Schmidt Rusthuis.

Huis op de Brink
Annie MG Schmidt schreef voor de opening van dit pand een gedicht: 'Het huis op de brink'

De beginregels luidden:

HET HUIS OP DE BRINK

 Heel nieuw en toch oud
en bekend en vertrouwd
het huis met de tienduizend levens;
hier binnen de muren
is ’t vol met figuren,
de Bartjes en ook de Van ’t Reves.

Wat is er te halen?
Het is (in ’t mentale)
de supermarkt, waar U kunt kiezen,
een onsje techniek of een pak romantiek
en een pond erotiek –maar-geen-vieze

Het gaat nog een aantal refreinen door. Annie M.G. Schmidt had overigens net na de oorlog gesolliciteerd naar de functie van directeur van de bibliotheek maar werd het toen niet. De toenmalige directeur Timmenga (die het toen wel werd) vroeg haar later wel voor het gedicht. Het gedicht kon overigens niet op alle punten de goedkeuring wegdragen van de directeur wat tot een stekelige briefwisseling leidde. Want Schmidt schuwde de erotische kant niet en Timmenga vond dat maar ongepast. Uiteindelijk moest Timmenga zelf maar wijzigen wat ze nog wilde wijzigen vond Schmidt. Wat Timmenga dan vervolgens ook deed.

Annie M.G. Schmidt Rusthuis
Tja hoe zou zo'n rusthuis eruit moeten zien? Ik stel me voor dat er een kleine 20 appartementen in te maken moeten zijn en dat de voorkant van het gebouw dan kan blijven bestaan. Ik stel me een leescafé voor dat gerund wordt door de bewoners zelf. Waar iedereen uiteraard binnen mag lopen en waar natuurlijk allerlei leeskringen bij elkaar komen.

Ook het winkeltje van de Vrienden van de Bibliotheek zou dan zijn oorspronkelijke plek kunnen behouden in de kelder. En tot slot zou de Stichting voor het Oude Kinderboek  eraan gekoppeld kunnen worden. Gewoon een lekkere ouderwetse leeszaal. 

Met uiteraard een klein podium voor wat variété in de stijl van Annie MG Schmidt: dus het Ja-zuster-nee-zuster-genre. De bibliotheek kent al een klein filmzaal die natuurlijk ook in het rusthuis weer zijn plek zal krijgen.

Het lijkt mij een mooie bestemming: een clubhuis voor seniore bibliothecarissen die vervolgens ook weer wat organiseren voor de stad. De nieuwe bibliotheek op de Stromarkt en een hele oude bibliotheek op de Brink. Waar juist de oude bibliotheek weer een belevenis wordt. Het zou wel passen bij de Deventer Boekenstad. 

Met Abeltje als portier en met de vader van Otje als kok. 

Bibliotheekpensioenfonds
Met 20 appartementen moet de exploitatie toch wel rond te krijgen zijn Het Bibliotheekpensioenfonds kan uiteraard financieren en het lijkt me een prima belegging. Daar moet 1,4 miljoen toch een peulenschilletje voor zijn. 

Heilige Geest Gasthuis
Het idee van een rusthuis is overigens nog niet zo gek. Brink 70 was ooit het Heilige Geest Gasthuis, een bijzonder oud pand in de binnenstad. 

Dit oudste gasthuis van Deventer, dat al bestond in 1267, was gelegen aan de Brink (nu nr. 70) en de aangrenzende Kleine Overstraat. Het gasthuis beschikte over een uitgebreid erf. Oorspronkelijk was het bedoeld voor vreemdelingen, zwervers en reizigers die geen herberg konden betalen. Later werden ook zieke en arme burgers van de stad opgenomen. Aan het gasthuis was een gemeenschap verbonden van zusters en broeders. In 1645 werd het gebouw aan de Brink verlaten en verhuisde men naar het gebouw van het voormalige Meester Geertshuis aan de Bagijnenstraat.
Hoewel dit idee begon als een geintje, zie je toch dat er meer raakvlakken zijn dan je denkt. Genoeg elementen voor een goed verhaal....   Een oude bibliotheek voor oude bibliothecarissen. Plannen moeten voor 15 maart ingediend worden. Ik denk er onder de kerstboom nog eens over na.

Goede dagen!

Meer info op Funda.

dinsdag 19 december 2017

Brussels lof: Cook en Book en Muntpunt


Een tijdje geleden bezocht ik met collega's van de Koninklijke Bibliotheek twee bijzondere plekken in Brussel: Cook en Book en het Muntpunt. Beide maakten wel indruk en dus toch aardig om even te delen denk ik.

Cook en Book
Cook en Book is een boekwinkel annex restaurant of andersom. Of eigenlijk het zijn vele boekwinkels en vele restaurants.  Een jaar of vijftien geleden nam een ondernemer de beslissing om een compleet nieuwbouwproject van een winkel- annex cultuurcentrum over te nemen. Zijn enige voowaarde: ik moet in het geheel boekwinkels en restaurants kwijt kunnen. Zo geschiedde.


Dat levert dus plaatjes op zoals deze. Links de tafeltjes voor het restaurant en daar om heen de boeken. Je kunt je voorstellen dat dit de boekhandel is waar mensen de langste verblijfsduur kennen. En misschien kopen ze daardoor ook wel meer. 


Het bestaat nu vijftien jaar - een bewezen concept dus - maar het heeft  wel een kanteling meegemaakt. Waar eerst de omzet grotendeels bestond uit boekverkoop is dat in de loop der tijd meer en meer ook horeca geworden. De hele dag door zijn er meerdere restaurants open.


Er was een vrij grote aparte jeugdafdeling. Qua interactiviteit vond ik die nog wel wat mager maar de speelse boekenkasten vond ik wel mooi om te zien.


Aan de buitenkant is het eigenlijk een onooglijk pand in een wat troosteloze wijk maar de binnenkant is echt met heel veel sfeer aangepakt. Wie wil zien hoe je van een ruimte een belevenis maakt, moet zeker eens gaan  kijken bij  Cook en Book.

Muntpunt



Het Muntpunt was niet alleen een prachtige moderne bibliotheek maar ook even een lesje bestuurlijke  Belgische drukte. Elke Brusselse wijk heeft twee bibliotheken: een Nederlandstalige en een Franstalige. Of een Vlaamse en een Waalse, zo je wilt.  De 19 wijken die Brussel rijk is, hebben dus gezamenlijk 38 bibliotheken. Gevoelsmatig denk je dat dat handiger moet kunnen maar ik ben voorzichtig met mijn oordeel omdat ik niet ben opgegroeid in tweetaligheid.


Brussel is een veelkleurige en internationale stad.Het krioelt er van de nationaliteiten en veel mensen zijn voor kortere tijd door werk aan Brussel verbonden. De bibliotheek is dan vaak een belangrijke plek om je te oriënteren of om te internetten. Veruit de drukste plek in het Muntpunt was deze zaal. En eigenlijk weet ik zeker dat als hij twee keer zo groot zou zijn, hij dan ook zo vol zou zitten.

Het Muntpunt is als bibliotheek in het centrum van Brussel opvallend klein. Wie het vergelijkt met Amsterdam moet menen met een filiaal te maken te hebben. Maar in het compacte gebouw is toch nagenoeg alles wel aanwezig.


Een mooi project dat tentoongesteld werd was het project: Het verhaal van mijn leven. Een project waarbij zevendegroepers van de basisschool werden gekoppeld aan een oudere en over het leven van die ouder een kunstig boek moesten maken. Prachtig om te zien hoe verhalen zo kunnen verbinden. Hoe ouderen de mooie en lelijke en dingen van hun leven verwerken en hoe kinderen daar op hun kinderlijke manier mee omgaan en daar vorm aan geven.



Het verbinden van mensen lijkt dan ook wel een belangrijke taak geworden van de bibliotheek. Het is één van de weinige plekken is waar deze verschillende bevolkingsgroepen elkaar echt zien. Rijk en arm, allochtoon en autochtoon lopen hier door elkaar. Een prachtig instituut.

Navrant was het dan ook dat een half uur nadat wij waren vertrokken er relletjes uitbraken op het Muntplein. Een Franse vlogger organiseerde een meetup die volledig uit de hand liep waarbij auto's werden verwoest en waarbij diverse ruiten van de bibliotheek sneuvelden. Saillant detail: de bibliotheek deed dienst als schuilplek voor velen die niet tussen de relletjes terecht wilden komen. De bibliotheek als plek om gezien te worden, je te oriënteren en te schuilen. Er zijn slechtere defenities zou ik zeggen.

Twee fraaie plekken om wellicht zelf eens te bezoeken.

zondag 10 december 2017

Ode aan de mannen van de leestafel....


Mannen, zijn het. Maar aardige mannen. De mannen van de leestafel. Wie kent ze niet? In elke bibliotheek zijn ze te vinden. Trouwe bezoekers die bijna horen bij het meubilair.

Want  als we om negen uur open gingen stonden ze al voor de deur. Als we om half negen open zouden gaan, zouden ze er ook staan, dacht ik vaak. Soms kregen ze ruzie over wie het eerste het regionale dagblad mocht. Gekibbel als in een goed huwelijk. Ze konden niet met en niet zonder elkaar.

Zoals die man die er elke dag zat om negen uur. Behalve op maandag. Want dan ging hij altijd naar de uitlooptraining van de plaatselijke voetbalclub. Samen met andere mannen-op-leeftijd werd de wedstrijd van het weekend geëvalueerd terwijl hun helden rondjes sjokten rond het veld. Zijn leven lang gewerkt in de opkomende industrie van de stad en aan het eind van zijn carrière als velen met een regeling eruit gegaan. Ik ken zijn verhaal want hij heeft het me al meerdere malen mijmerend verteld.

Of die man die altijd komt voor het Reformatorisch Dagblad. Elke keer kwam hij vertellen dat dat niet vervangen mocht worden door het Nederlands Dagblad. Voor mij allebei kranten voor het bevindelijk christelijk smaldeel maar voor hem een wereld van verschil. Waarna hij vervolgens begint over: "Weet u wie een goede dominee is?" Waarna hij me dat nog eens haarfijn ging uitleggen.

Op woensdagmiddag zaten er altijd drie mannen uit voormalig Nederlands-Indië. Ze lezen met elkaar de krant en praten bij over wat ze meemaakten deze week. Vroeger waren ze met z'n vieren. Maar één is een paar jaar geleden overleden. Soms zijn ze een tijdje met z'n tweeën want nummer drie is soms ziek en dan minder mobiel.

Maar de mooiste is de man die telkens langs komt om te melden met welke puzzel hij bezig is. De uitkomsten stuurt hij op. En hij wint verrekte vaak. Soms een kleine prijs als een horloge maar soms ook een reis. Hij is een meester in slagzinnen. Ik heb hem al vaak voorgesteld dat hij ons als bibliotheek toch eens een taart verschuldigd is. We wachten er nog tevergeefs op.

Mannen zijn het. Gewoon midden uit de samenleving. Soms dacht ik wel eens dat wethouders en raadsleden eens tussen deze mannen moesten gaan zitten. Als je de gewone man wilt spreken, moet je naar de leestafel gaan. Mannen met kleine zorgen en grote woorden.

Die leestafel.  Die tafel die veel meer is een tafel met kranten en wat heren er om heen.
Mannen zijn het. Maar aardige mannen.

Op de foto: de mannen van de leestafel in Lichtenvoorde. Een foto die afgelopen week - in kleur weliswaar - werd gepost op twitter. De foto bracht me terug naar mijn eigen herinneringen over mannen aan de leestafels. Genoemde verhalen gaan dus niet over deze mannen. 





woensdag 6 december 2017

Handleiding voor het leenverkeer (1972)


De afgelopen weken had ik contact met Henk Middelveld, de oud-directeur van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. Hij meldde me dat hij door een verbouwing bij hem thuis ook zijn vakliteratuur maar eens ging opruimen. 'Of ik nog interesse had in wat oude meuk?'

En zo trof ik met Sinterklaas twee dozen met oude rapporten, notities en boeken over het bibliotheekwerk uit de jaren '60 en '70. Briljant materiaal waar ik de komende tijd nog wel eens over zal bloggen. Materiaal zoals dit boekje: 'Handleiding voor het Leenverkeer'.

Het IBL stond - zeker in openbare bibliotheken - nog redelijk in de kinderschoenen. Maar met de snelle groei van het aantal openbare bibliotheken in deze jaren nam ook dit toe.

De opkomst van de Plus-functie
Universiteitsbibliotheken kregen hierdoor steeds meer vraag van openbare bibliotheken. En daar waren die universiteitsbibliotheken eigenlijk niet voor bedoeld. Begin jaren '70 komt er dan ook een regeling voor de bibliotheken met een Regionale SteunFunctie (RSF, later WSF, thans Plus).

De commissie die deze handleiding schrijft merkt daar het volgende over op.


De commissie acht de tijd nog niet rijp om deze voorlopers van de Plusbibliotheken toe te laten tot het landelijk IBL. De Plus-bibliotheken moesten vooral hun regionale functie eerst maar eens goed gaan spelen. Volgens mij duurde het nog tot ver in de jaren '80  - met opkomst van Pica en het GGC -voordat de Plus echt mee mocht gaan doen.

Wel bijzonder dat thans juist die Plusfunctie weer onderwerp van studie is in het landelijk collectieplan. Dit omdat in bijna alle provincies geen geld meer beschikbaar wordt gesteld voor deze functie. En waar het in de jaren '70 nog een heidense klus was om uit te vinden waar een boek zich bevond, doen we dat nu natuurlijk met een druk op de knop.

Formulier van bibliotheek naar bibliotheek

Bibliotheken dienden hun aanvragen in bij de Koninklijke Bibliotheek, bij de Landbouwuniversiteit Wageningen of bij de Technische Universiteit Delft. Zij hadden tot taak op hun gebied een centrale catalogus bij te houden. Dat zullen vele kaartenbakken zijn geweest vermoed ik zo. Zij zochten uit waar iets zich bevond en stuurden dan een lijstje langs bibliotheken om het te leveren. Als de eerste bibliotheek niet kon leveren, ging het naar een tweede.

Dat formulier zag er als volgt uit.



In het tabelletje werden dan codes of afkortingen van bibliotheken geplaatst. Deze procedure - van bibliotheken die aanvragen aan elkaar doorsturen totdat iemand levert - is eigenlijk nog steeds de basis van het NCC/IBL. Ik zeg het met een beetje twijfel omdat ik zelf de laatste jaren niet meer zelf in het NCC/IBL actief was.

Het is toch wel bijzonder om te zien hoe vijfenveertig jaar geleden dat hele IBL echt nog moest groeien en wat voor monnikenklus het toen was om aan je materialen te komen.

Van een tijd waarin toegang tot informatie nog schaars toen,  naar een tijd waarin we echt nieuws van fake-nieuws moeten onderscheiden nu. De tijden veranderen en de bibliotheek verandert mee. De vraag die we ons nu stellen is of we iets fysiek nog moeten bewaren als het gedigitaliseerd is. Dan is er in 45 jaar toch een hoop veranderd en is het logisch om die collectietaken opnieuw tegen het licht te houden.

Wie het boekje (in een net iets latere druk) ook eens wil hebben, het is te bestellen via Bibliotheek.nl. Met een druk op de knop heb je het.