Het is onrustig in de wereld. Er zijn mensen die zeggen dat de Derde Wereldoorlog al begonnen is. En velen weten niet wat ze moeten doen om te bereiken wat iedereen wil, namelijk overal vrede. In dit artikel sta ik stil bij een man die ruim een eeuw geleden probeerde bij te dragen aan wereldvrede door alle kennis voor iedereen beschikbaar te stellen. Dat zou, volgens deze man, tot een zodanige ontwikkeling van de wereld leiden waarbij iedereen zou zien dat oorlog een volstrekt onnozel fenomeen is. Het was de man die wereld in een kaartenbak wilde stoppen. Zijn naam: Paul Otlet.
Otlet werd in 1869 geboren in de Brusselse bourgeoisie. Een familie met een flink kapitaal. Als kind groeit hij in relatieve eenzaamheid op waarbij boeken zijn vrienden zijn. In het bijzonder encyclopedieën. In zijn schooltijd zal hij de schoolbibliothecaris zijn. En in zijn jeugd ziet hij België groeien: van wankele dwergstaat tot een industriële natie die het eind eind 19e, begin 20e eeuw zal zijn. Alles leek mogelijk.
Universele bibliografie
Als jongvolwassene ontmoet Otlet de socialist Henri La Fontaine, onder andere bekend als de oprichter van de Liga voor Vrouwenrechten. Samen met hem begint hij in 1895 het Internationaal Bureau voor Bibliografie.
Binnen dat instituut was Paul Otlet grondlegger van de Universele Bibliografie. Doel van de Universele Bibliografie was om elk geschrift, boek, tijdschrift of krant op een cataloguskaartje vast te leggen. Alle kennis moest worden verzameld. Van waar ook ter wereld. Het was een analoog internet waaraan hij bouwde. En dat alles met als doel: wereldvrede en verbroedering van alle rassen en nationaliteiten. Want hij leefde in de overtuiging dat als alle kennis voor iedereen toegankelijk is, een solidaire, rechtvaardige wereld zonder oorlog voor het eerst in de menselijke geschiedenis mogelijk zou worden.
Met het vele werk dat Otlet deed en de hoeveelheden informatie waar hij mee werkte, zorgde er voor dat hij veel heeft betekent voor allerlei zoektechnieken en manieren om informatie op te slaan. Hij werkte actief met tal van verwijzingen tussen informatie, een technologie die later als hypertext terugkeert bij de introductie van internet. Ook experimenteerde hij met mechanische zoekmachines en massaopslag op microfilm. En zelfs met algoritmes die weer binnen die microfilms zouden kunnen zoeken. Heel soms krijg je het idee dat hij internet al uitvond voordat het bestond.
Het is overigens Koning Leopold II, de koning die Congo als zijn persoonlijk eigendom koloniaal uitbuitte, die het instituut ruim van financiële middelen voorzag. Dat is natuurlijk wel wat dubbel: door gruwelijk kolonialisme werd een instituut gefinancierd dat wereldvrede mogelijk moest maken. Zeker afschuwelijk maar zeker niet ongebruikelijk in die tijd. Het kolonialisme werd met graagte voorzien van een stichtelijk sausje.
Wereldwijde inlichtingenbalie en de voorspelling van de mobiele telefoon
Otlet beschreef zo miljoenen geschriften. Alles werd geschreven op cataloguskaartjes van 125 x 75 mm. Per saldo legde hij daarmee de standaard vast voor die kaartjes die nog decennia lang gebruikt zijn in bibliotheken. Maar leuk dat je zoveel miljoenen kaartjes hebt, maar wat doe je er mee? Want hoe bereik je met al die kennis alle mensen? Hij begint een inlichtingendienst waarbij mensen via briefkaart of telefoon hun vraag kunnen stellen. Wel tegen betaling overigens.
In een document uit 1906 voorspelt Otlet al dat telefoons draagbaar zullen gaan worden en later ook dat we boeken op die telefoon zullen kunnen raadplegen. En weer niet veel later zal hij ook verkondigen dat we zullen gaan communiceren via televisieschermen. Het was de tijd van expo's en wereldtentoonstellingen. Er was een enorm vooruitgangsgeloof.
Een wereldstad bouwen
Naast het Internationaal Bureau voor Bibliografie geloofde Otlet ook in architectuur en stedenbouw. Hoe wij de ruimte inrichten zou bepalend zijn voor ons geluk en onze ontwikkeling. Het is de tijd dat in vele steden zogeheten 'tuindorpen' ontstaan. Samen met La Fontaine doet hij op de wereldtentoonstelling van 1910 een voorstel voor een wereldstad: een modelstad die de samenleving zo goed mogelijk verder moest helpen. Een stad waar cultuur en wetenschap het hart vormen.
Otlet en La Fontaine zijn ook de oprichters van het Internationaal Bureau voor de Vrede. La Fontaine zal daar in 1913 - een jaar voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog - nog de Nobelprijs voor de Vrede voor krijgen. Het internationaal bureau zal de aanzet zijn tot de oprichting van de Volkerenbond na de Eerste Wereldoorlog en daarmee weer de aanzet tot de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog.
Otlet ontwaakt hard uit zijn idealistische dromen in de Eerste Wereldoorlog. Hij verliest zijn zoon op het slagveld en hij vlucht naar Den Haag waar hij zich inzet voor de Vredesbeweging.
Het Mundaneum: het museum van alle kennis
Na de Eerste Wereldoorlog start Paul Otlet - dan op voorsprak van Koning Albert I - het Mundaneum. Het is een paleis waar alle kennis van de wereld tentoongesteld kan worden. Het is een combinatie van een beeldbank, een boekenmuseum en een communicatiemuseum. Het museum laat zich wellicht het best omschrijven als een levende encyclopedie waar snel wisselende informatie tentoongesteld kan worden. Veel van de huidige museumconcepten zijn nog terug te voeren op concepten die in het Mundaneum ontwikkeld zijn.
Dat Mundaneum houdt stand tot het begin van de Tweede Wereldoorlog. Dan kloppen de Nazi's bruut op de deur en ontruimen het museum om er een tentoonstellingsruimte van te maken met kunst uit het Derde Rijk. Het overgrote deel verdwijnt dan: drieënzestig ton boeken, pamfletten, kranten en documentatie wordt door de bezetter vernietigd. Het is in één klap weg. Alles? Nee, niet alles.
De reis naar een parkeergarage
De restanten van het museum zwerven vervolgens door de stad. Telkens valt er wat af maar gezien de imposante omvang blijft er altijd wat behouden. Midden jaren '90 van de vorige eeuw werden de laatste resten van het Mundaneum van Paul Otlet teruggevonden in een ondergrondse verdieping onder parkeergarage Rogier in Brussel. Niemand wist meer dat het daar stond. Het was ondertussen een ruimte geworden die was opengebroken en die werd gebruikt door junks en daklozen.
De restanten zijn gelukkig bewaard en vormen nu de basis voor het museum Mundaneum in Mons/Bergen in België.
Van het Mundaneum naar de Europese hoofdzetel van Google
Saillant detail is dat vlakbij de plek waar ooit het Mundaneum in Brussel stond nu het Europese hoofdkantoor van Google staat. Google kent als missie: 'to gather the world's informatei and to make it universally accessible and useful'. Hoewel die missie dicht lijkt te staan bij de gedachten van Otlet, weet iedereen natuurlijk ook dat Google een commerciële partij is waarbij het primaire belang een financiële is en waarbij privacy op gespannen voet met dat financiële belang staat. Overigens schijnt er in dat hoofdkantoor wel een ruimte naar Otlet genoemd te zijn.
Van wapens voor massa-destructie naar wapens voor massa-instructie
Otlet overleed op 10 december 1944, een paar maanden na de bevrijding van België. Het zou nog 25 jaar - tot 1969 - duren voordat het ARPAnet de voorloper werd van internet. En het duurde nog 50 jaar - tot 1994 - voordat het eerste bedrijf een echte website had. Otlet voorzag al veel van dit alles maar maakte het niet meer mee. Paul Otlet was de man die zich inzette voor vrede door informatie te delen, en wist veel van zijn idealen vast te houden ondanks twee wereldoorlogen.
Paul Otlet is ondertussen een vergeten man. Een enkele student van de bibliotheekacademie zal zich het experiment van Otlet en La Fontaine nog herinneren. Dat hij in de vergetelheid verdwijnt is onterecht. Zijn idealisme en activisme - informatie als een democratisch middel voor de ontwikkeling van de mensheid en het voorkomen van oorlog - is een thema dat nog bitter actueel is.
Bibliotheken hebben gelukkig steeds vaker aandacht voor hun functie van ontmoeting en debat. Debat, dialoog en informatie horen onlosmakelijk bij elkaar. Het behoort tot de grondwaarden voor een functionerende democratie en tot de basisvoorwaarden voor ontwikkeling van mensen. Otlet had één bureau van waaruit hij dat probeerde te doen.
Ondertussen is er een groot netwerk van openbare bibliotheken die deze taak kunnen invullen. Een netwerk dat zich met debat, dialoog en informatie inzet voor die democratie. Het is een netwerk van massa-instructie. Een netwerk tegen onverschilligheid. Wereldvrede is nog altijd ver weg maar de idealen van Paul Otlet zijn nog nodig en gelukkig springlevend in al die bibliotheekvestigingen.
Leve Paul Otlet!
Wie verder wil lezen: Pascal Verbeken schreef het prachtige boek 'Brutopia' over de dromen van Brussel. Daarin zit een heel toegankelijk artikel over Otlet waar ik ook dankbaar gebruik van heb gemaakt. Verder is er de Engelstalige biografie Alex Wright 'Cataloging the world'. Ook heel goed leesbaar maar iets minder persoonlijk. Wie eens een kijkje wil nemen in het Mundaneum, kan terecht bij dit populaire filmpje.