zondag 20 oktober 2024

Doet de bibliotheek nog wel aan cultuur?


Het was in de tijd dat ik bibliotheekdirecteur was. Ik liep dan wel eens door de bibliotheek en had korte gesprekjes met mensen die op dat moment in de bibliotheek waren. Zo trof ik ooit een man die met een stapeltje romans door de bibliotheek liep. We kwamen aan de praat en ik vroeg wat hij zoal aan Cultuur deed. 

Hij dacht even na en zei: 'Cultuur? Nee, ik geloof niet dat ik daar veel aan doe.' 

Ik wees op zijn stapeltje romans en zei: 'Maar wat heeft u hier dan in handen?'. 'Tja, als je dat ook cultuur noemt...'  Ik zei dat ik dat zeker cultuur noemde en dat hij met die vijf romans samen toch zeker meer dan 40 uur zoet was. Dat is net zo lang als tien avondjes schouwburg en met evenveel verbeelding.

Het tekent een beetje hoe de samenleving tegen cultuur aan kijkt. Cultuur is een schouwburgbezoek, een kunstmuseum of een bezoek aan een poppodium. Cultuur met de grote C zeg maar. Maar een boek lezen of een bibliotheekbezoek, is dat cultuur? In totaal kennen de bibliotheken 57 miljoen bezoeken per jaar, het is de best bezochte culturele instelling van het land. Samen leenden die bibliotheken zo'n 54 miljoen boeken en andere media uit. Als elk uitgeleend boek staat voor zo'n twee tot drie uur verbeelding, ontwikkeling en leesplezier dan besteden we zo'n 100 tot 150 miljoen uur aan..... eh, cultuur. 

Een week geleden moest ik aan dat voorval nog eens denken. Voor een groot publiek mocht ik toen vertellen over de toekomst van de bibliotheek. Het was een gezelschap van politici en ambtenaren. Ik liet zien hoe bibliotheken in het afgelopen decennium een succesvolle transitie ondergingen. Het is de beweging van een klassieke bibliotheek naar een maatschappelijk-educatieve bibliotheek. Aan het eind van mijn verhaal neemt de dagvoorzitter het stokje weer over en vraagt of er nog vragen zijn. Die zijn er.  Een mevrouw zwaait naar de dagvoorzitter en vraagt: 

'Een mooi verhaal maar ik mis cultuur in dit verhaal. Doet de bibliotheek nog wel aan cultuur?' 

De dagvoorzitter, zelf een gewezen bibliotheekdirecteur beantwoordde zelf de vraag met verve. Maar als ik de vraag  had beantwoord had ik bovenstaande anekdote verteld. En als boeken voor u niet tellen als cultuur: het aantal activiteiten rond kunst en cultuur steeg bij bibliotheken van 8.270 in 2015 naar 87.329 in 2023. En nee, dat cijfer is geen typefout.

We vergeten wel eens hoe sterk de kracht is van boeken, films of muziek Want welke muziek of welk boek heeft u gevormd? Er zitten boeken, films of muziek diep in ons DNA. Het heeft mijn identiteit in ieder geval gevormd. Niet elk boek doet dat natuurlijk maar ze zijn er zeker.

Soms ging ik, toen ik nog zelf in de bibliotheek werkte, gewoon tussen de uitleenapparaten staan. Ik keek dan naar de mensen die een boek voor zichzelf uitleenden. Ik bedacht voor mezelf dan dat één op de honderd boeken een mensenleven zou veranderen. 

En zo stond ik dan te kijken naar een oude mevrouw met streekromans, een puber met young-adult-boeken of de man met de vijf literaire boeken. Ergens ging een leven veranderd worden, dat leven wist dat alleen zelf nog niet. Dat dat leven veranderd zou worden lag nog verstopt in het piepje dat de uitleenautomaat liet horen met de boodschap: dit boek is nu voor jou. 

Wie zo kijkt naar de bibliotheek ziet dat bibliotheken - zoals Aad Nuis het noemde - de vertrekhal van de verbeelding zijn. En de 'mainport' voor menselijke ontwikkeling.

Doen we dus nog aan cultuur? 
Zeker, en meer dan we zelf denken. 

zondag 13 oktober 2024

Het bibliotheekconvenant 2024-2027 in een notendop


Op elke basisschool en middelbare school een Bibliotheek op school. En de leeftijd van het gratis lidmaatschap omhoog naar bijvoorbeeld 27 jaar. Het zijn twee van de ronkende doelstellingen die in het nieuwe bibliotheekconvenant staan. Dat convenant werd afgelopen week, op donderdag 10 oktober, in de bibliotheek van Rijswijk ondertekend. Het persbericht kopte: 'Hoera, we hebben een nieuwe Bibliotheekconvenant!'. Mogen we inderdaad hoera roepen? Ik ging het voor u na en maakte een beknopte samenvatting. Die ziet u hierboven.  

Wat doet het convenant?

Het convenant is een inhoudelijke aanvulling op de bibliotheekwet. De wet regelt de stelselverantwoordelijkheid: het zegt wat elke overheidslaag moet doen om tot een goed bibliotheeknetwerk te komen. Maar het zegt weinig over de richting van die inspaning. In 2020 werd een eerste convenant opgesteld en zijn er drie maatschappelijke thema's benoemd waar de overheidslagen en bibliotheekpartners gezamenlijk willen oppakken. Die drie thema's zijn niet gewijzigd. Wel zijn er wat accentverschuivingen gekomen.

Verhoging leeftijd gratis lidmaatschap

In het vorige convenant werd bijvoorbeeld nog als doel opgenomen dat alle kinderen gratis lid zouden moeten zijn in Nederland. Medio 2022 is dat wettelijk verankerd en zijn alle kinderen tot 18 jaar wettelijk gratis lid. In het nieuwe convenant wordt benoemd dat het goed zou zijn deze leeftijd verder te verhogen. Steeds meer gemeenten maken hiervoor inderdaad afspraken met hun bibliotheken en verhogen die leeftijd van het gratis lidmaatschap tot 27 en soms zelfs 30 jaar. 

100% Bibliotheek op school

Ook de 100% dekking van Bibliotheek  op school  in zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs is een stevige aanscherping ten opzichte van het vorige convenant. Daar was toen sprake van inzetten op een leesoffensief en het doorontwikkelen van het voorkeursmodel van de Bibliotheek op school. Wellicht weet u nog dat er nog iets met rechthebbenden geregeld moest worden voor de Bibliotheek op school.  Dat was toen nog een belemmering. Ondertussen zijn er extra gelden van het ministerie van Onderwijs en breiden bibliotheken op volle kracht hun dienstverlening uit. 

De waarde van de bibliotheek als publieke ruimte en een rol in het versterken van de democratie

Ook de tekst dat 'de bibliotheek voor iedereen een openbare, neutrale en laagdrempelige leer-, ontmoetings- en ontwikkelplek moet zijn' geeft iets aan. Het benadrukt de hernieuwde aandacht voor de publieke ruimte die bibliotheken zijn en de rol die publieke ruimte heeft in het goed functioneren van een samenleving en een democratie.  Deze inzet sluit ook aan bij de SPUK-regeling waarbij gemeenten extra gelden konden aanvragen voor nieuwe vestigingen of verruiming van openingstijden. 

Dat goed functioneren van de samenleving zien we ook terug in een programmatische versterking van de thema's democratie en het burgerschap in het convenant.

Hoe maak je een convenant?

Ik heb de totstandkoming van het convenant vanaf de zijlijn gevolgd. Af en toe stuurde iemand eens een concept toe en ik hoorde hoe bibliotheekpartijen de voorbereiding deden. En daarna volgde de afstemming met Rijk, provincies en gemeenten. En telkens is het een beetje stoeien. Eerst om doelstellingen: die erin, die eruit en later nog op woordjes en punten en komma's. Ik heb doelstellingen zien sneuvelen en ik heb doestellingen overeind zien blijven staan. Criticasters kunnen zeggen dat het een gemiste kans is dat de zorgplicht niet nadrukkelijker gekoppeld is aan dit convenant. Of men kan zeggen dat een enkele doelstelling als vaag of enigszins cryptisch is. Maar over het geheel? Dit convenant typeert hoe we werken in een democratie: samen een weg vinden met oog voor veel standpunten. En ik denk dat we er onze handen wel vol aan  hebben de komende vier jaar.

Het vorige convenant telde elf pagina's, het nieuwe convenant nog maar zeven. Deels heeft dat te maken met het feit dat we minder hoeven uit te leggen waarom er een convenant is, deels is het echt puntiger geformuleerd en deels is het omdat er weinig beeldend wordt vormgegeven. 

Stap voor stap bouwen aan de toekomst

Stap voor stap kijken we hier naar hoe beleidsmatig de toekomst van het bibliotheekwerk wordt gebouwd. De afgelopen weken ging over het geld voor 2025 en volgende jaren. Nu is er het convenant en de volgende stap zal de consultatie van de bibliotheekwet worden. Ergens in de komende week zal ook die wel voorbij komen. En tot slot moet er nog iets met het normenkader van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het convenant en het normenkader zijn denk ik twee prima documenten om straks gemeentelijke meerjarenplannen op te bouwen.  

Vorige week stond ik stil bij de goede resultaten die de sector toonde. Ik zei toen dat het cijfers waren waarin je kon zien dat de sector zich voorbereid op een groeispurt. Wie het vorige convenant naleest ziet dat er veel gerealiseerd is. Dat geeft goede hoop dat dit nieuwe convenant één van de beleidsmatige documenten zal zijn die die genoemde groeisprong mogelijk gaat maken en richting zal geven. 

Het persbericht kopte: 'Hoera, we hebben een nieuwe bibliotheekconvenant'. En dat is geen holle kreet. Het is nu nog papier maar straks zal dit te zien en te voelen zijn in vele gemeenten en voor vele burgers. Want onze sector bestaat namelijk niet uit 'roepers' maar uit 'doeners'. Als er al iets geroepen wordt, gebeurt het ook bijna altijd. Kom daar eens om in onze samenleving van roepers.

Ook ik roep dus één keer: Hoera, we hebben een nieuw bibliotheekconvenant! En dan, hop, aan de slag!

zondag 6 oktober 2024

De staat van het bibliotheekbestel 2024: deze sector bereidt zich voor op een groeispurt...

Zoals beloofd loop ik ook dit jaar met u weer de statistieken door van het bibliotheekwerk. En 2023 was in de cijfers een interessant jaar kan ik u vertellen met een flink aantal opmerkelijkhe zaken. n aan het eind trek ik een bijzondere conclusie over de toekomst. Blijf dus even lezen, ook al is het een wat langer artikel met veel grafieken. 

Bijna 1.500 kolommen met data van 130 bibliotheekinstellingen

Op 12 september van dit jaar publiceerde de Koninklijke Bibliotheek de statistieken over het bibliotheekwerk over 2023. Wat later dan vorig jaar maar er was een goede reden voor, die ik helaas ook weer ben vergeten. Daarmee kwamen de statistieken wel net terecht in de week voor Prinsjesdag en de septemberciruclaire. Een snelle analyse van mijn kant kwam daardoor in een bestuurlijke file terecht. 

Ook vorig jaar maakte ik al de staat van het bibliotheekbestel, gewoon omdat het handig is om zelf nog af en toe de cijfers in te duiken. En ook om zelf conclusies te trekken. Nu moet ik wel zeggen dat ik even schrok toen ik de Excel met cijfers van dit jaar opende. Elk groeit namelijk het aantal kenmerken (en dus het aantal kolommen). Dit jaar omvat het bestand 1.495 kenmerken van 133 bibliotheekinstellingen. In 2016 bevatte de gegevenslevering nog maar 213 kenmerken. Dat geeft wel aan dat we veel meer zijn gaan registreren en uitsplitsen. We worden daarmee nauwkeuriger als sector maar je moet als onderzoeker ook steeds betere op letten welke kolom voor jou relevant is.

Volgend jaar weer een record aan bezoekers?

Maar genoeg gekletst. Tijd voor cijfers. 'En houd het een beetje beknopt Deckers', hoor ik u denken. We beginnen met de bezoekersaantallen. Dit bezoekersaantal verklapte ik al in een eerder blog. Daaruit bleek dat bibliotheken veruit de meest bezochte instellingen van Nederland zijn.  

Het gaat dus lekker met die bezoekersaantallen. Maar we zijn nog niet terug op pré-corona. Nu was 2019 ook een recordjaar. En dat record komt gewoon weer in zicht. En ik voorspel daar gaan we binnenkort gewoon weer over heen. Misschien al wel in dit jaar. Nou ja, het zal er een beetje om spannen. Doe uw best!

En een steeds groter aandeel van de bezoekers komt voor activiteiten

In de persberichten werd de stijging van het aantal activiteiten vaak genoemd. Nu weet ik dat die groei niet alleen voortkomt uit echte groei maar ook omdat we steeds nauwkeuriger registreren. 

In de cijfers zit daar sinds 2019 ook het aantal deelnemers aan activiteiten bij. Daarmee is het dus mogelijk om totaal aantal bezoekers van bibliotheken en deelnemers aan activiteiten naast elkaar te zetten. Dat zie je in bovenstaande grafiek. In 2019 hadden 2,1 miljoen deelnemers aan activiteiten. Dat is in 2023 gestegen tot boven de vijf miljoen. In 2019 was het aantal deelnemers aan activiteiten 3,4% van het totale bezoek en in 2023 is dat inmiddels bijna 9%. Deelnemers aan activiteiten vormen dus een steeds substantiëler deel van het bibliotheekbezoek.

Het zou interessant zijn een nog verdere uitsplitsing te kunnen maken. Bijvoorbeeld: hoeveel komen er om te lenen en hoeveel komen er dan nog voor bijvoorbeeld werk- en studieplekken of spreekuren? Ik denk dat het mogelijk moet zijn om daar nog iets meer over te zeggen door een aantal databestanden te combineren. Ik ga proberen daar de komende tijd nog eens achteraan te gaan. Voor nu: deelnemers aan activiteiten zijn een steeds groter bestanddeel van onze resultaten. 

Volwassen leden stijgen en dat is echt een trendbreuk, aantal jeugdleden is hersteld na corona, 

Hoewel we als bibliotheken steeds vaker naar bezoekersaantallen kijken, zijn we toch nog altijd een echte ledenorganisatie. En ook bij die leden gaat het bijzonder goed. Zowel bij de jeugd als bij de volwassenen zien we in het afgelopen jaar een stevige groei. En zeker bij de volwassenen is dat opmerkelijk. Wie de lijn volgt vanaf 2015 ziet dat daar telkens wat vanaf ging. Tot 2023... Wat is daar gebeurd?

Nou, het ligt zeer voor de hand dat dit het eerste effect is van het feit dat steeds meer bibliotheken hun gratis lidmaatschap doortrekken naar 27 jaar. Soms zelfs 30 jaar. In februari 2023 maakte ik hier een eerste overzicht van. Toen bleek dat in 13% van de gemeenten dat al een feit was en dat aantal stijgt snel. Ook hier geef ik me zelf maar een opdracht om daar binnenkort maar eens een update van de maken. Deze ontwikkeling is dus nog lang niet ten einde. Ik voorspel dat we hier de komende jaren nog een paar honderdduizend extra leden gaan zien. U leest het goed. We gaan snel naar vier miljoen leden in totaal. De ledenorganisatie is terug van weggeweest.

Ook de jeugdleden groeiden vorig jaar. Daar was met corona namelijk wel een beetje de klad in gekomen. Met bibliotheken die dicht waren, werden jonge kinderen even geen lid gemaakt. Dat lijkt in 2023 weer voor een groot deel goed gemaakt te zijn. Daar komt bij dat er in 2023 extra gelden beschikbaar kwamen voor de Bibliotheek op school en ook dat is een programma dat vaak bijdraagt aan lidmaatschap van kinderen. 

We zijn hier getuige van een  heuse trendbreuk....

Zien we ook een trendbreuk bij lenen?


Tja, dan door naar de fysieke uitleningen bij bibliotheken. Die kwamen in 2023 uit op 54,4 miljoen. En dat was 100.000 meer dan in het jaar ervoor. Wie de trendlijn sinds 2015 volgt ziet dat het fysiek lenen jaar naar jaar licht terugliep. Met corona klapte het naar beneden en in 2022 veerde het weer terug. Alles bij elkaar zijn we terug op de trendlijn. Het kan zijn dat we ook hier getuige zijn van een trendbreuk. Maar helemaal zeker ben ik daar niet van. Het wordt dus interessant wat er volgend jaar gebeurt. Stijgen de ledentallen door en is dat inderdaad de trigger om ook meer uit te lenen of vallen we terug in de trendlijn? 

Meer resultaten en meer formatie


Een trend die al wat langer langzaam sluimerde is de groei van de formatie. Na jaren van bezuinigen en minder betaald personeel, begon vanaf 2020 het herstel echt in te zetten. In 2023 steeg de totale betaalde formatie naar 5.049 voltijds arbeidsplaatsen, een groei van bijna 10%. En ik voorspel u vast: dat gaat volgend jaar weer gebeuren. De extra rijksmiddelen gaan zorgen voor een forse extra stijging van de formatie zorgen. Met name bij de Bibliotheek op school en Boekstart hoor ik wel bij bibliotheken dat het flink zoeken is naar de juiste kandidaten voor vacatures. En ik voorspel dus ook maar vast dat we hier ook wel krapte gaan krijgen. Werving van nieuw personeel zal de komende jaren dus wel creativiteit gaan vragen. Conventionele oplossingen zullen zeker niet altijd voldoende zijn. We gaan taferelen krijgen dat we vierdejaars PABO al hun studie betalen als ze in het jaar na hun slagen bij ons als onderwijsspecialist gaan werken. Dat soort oplossingen.

Voor het eerst meer dan 50% van personeel onder de 50 jaar


En dan gebeurde er in 2023 nog wat bijzonders. Onze sector stond decennia te boek als een vergrijsde sector. Maar al jaren verjongt onze sector. Was in 2015 nog 65% van het bibliotheekpersoneel boven de 50 jaar, in 2023 daalt dit voor het eerst onder de 50%! En dat terwijl de AOW-leeftijd ondertussen is gestegen.  De sector is hard op weg naar een goede en diverse balans in leeftijdscategorieën. Ik denk dat dit een hele gezonde ontwikkeling is voor de sector, zegt deze man die net de vijftig gepasseerd is en dus nu tot de minderheid behoort. 

Lichte groei in aantal vrijwilligers


De vrijwilligers vormen al jaren een groeiend leger om de maatschappelijke en educatieve taak van de bibliotheek vorm te geven. Als taalmaatje, als voorlezer bij gezinnen of als gastheer/gastvrouw en tal van andere taken. In de coronaperiode kwam de groei van dit leger wel enigszins tot stilstand maar in de afgelopen jaren steeg het weer keurig door. De groei is wel wat kleiner dan voorgaande jaren. Dat durf ik nog niet te duiden. Heeft dit te maken dat we langzaam aan het eind komen van het aantal vrijwilligers of lag hier het afgelopen jaar gewoon wat minder de nadruk op? Maar zorgelijk is dit geenzins, we groeien nog altijd door. 

Wat gebeurt er nu precies bij de subsidie? 

Tja, en dan gaan we toch nog eens naar het geld kijken bij bibliotheken. Als er tien procent meer personeel is, zouden de budgetten dan ook met 10% zijn gestegen? En daar is toch iets opmerkelijks te zien. Kijk maar eens mee.


Ik neem voor deze grafiek altijd het totaal aan gemeentelijke subsidie. Dit om het totaal aan geld van gemeenten in beeld te houden. En dan zie je dat er sinds 2017 - twee jaar na de grote decentralisaties - een dieptepunt was bereikt. Daarna zette herstel in, of laten we zeggen dat het weer een beetje groeide. Herstel is namelijk een te groot woord want de inflatie was ook hoog in die periode. 

Het afgelopen jaar steeg de subsidie met ongeveer € 17,5 miljoen. Maar tegelijkertijd vond er een financiële verschuiving plaats in 2023. De middelen voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's) kwamen niet meer via het Rijk naar bibliotheken maar via gemeenten. Je zou dus verwachten dat het gemeentelijk subsidiebedrag niet alleen zou stijgen met indexering, want de inflatie was nog altijd hoog, maar ook met het bedrag van de IDO's. 

En dat zien we niet terug in de cijfers. 

Nu heb ik echt het beeld dat alle gemeenten die middelen hebben doorgegeven aan de bibliotheken. Tja, dan blijf voor mij de conclusie over dat het bedrag voor bibliotheken niet echt gestegen is in het afgelopen jaar. De toelichting van de Koninklijke Bibliotheek bij de cijfers laat ook zien dat er het afgelopen jaar van de 130 bibliotheekstichtingen er nog zo'n tien waren die met bezuinigingen geconfronteerd werden.

In de afgelopen acht jaar steeg de subsidie in totaal met 8%

Wie vervolgens gaat kijken het bedrag per inwoner ziet hoe weinig er eigenlijk maar gecompenseerd is in de afgelopen jaren.


Tussen 2015 en 2023, acht jaar, steeg de subsidie met maar 8% in totaal. En daar zaten jaren tussen waarbij de inflatie 10% bedroeg. Met andere woorden: de afgelopen jaren hebben bibliotheken - opnieuw - flink ingeteerd op hun koopkracht. Als dit met uw loon was gebeurd, had het Malieveld nu vol gestaan met demonstranten. En hoewel er zeker een beeld is van een lichte stijging, steeg het aantal inwoners ook gewoon. En ik hoorde laatst een bibliotheekdirecteur zeggen, dat zijn gemeente vindt dat dat de bibliotheeksubsidie omhoog moet als het inwonertal stijgt. Dit naast prijscompensatie.

Eindconclusie: alle seinen op groen voor een volgende stap...

Tja, alles bij elkaar: het bibliotheekwerk er natuurlijk heel fijn op. 

Het zijn fantastische resultaten en er is zicht op extra financiële investeringen. En het mooie is dat de groei van de resultaten ook de transitie onderstreept die de bibliotheken succesvol doormaken. We zijn op weg naar een recordjaar voor bezoekers, ook het aantal volwassen leden stijgt weer, kinderen worden weer volop lid na corona en het aantal deelnemers aan activiteiten groeit met ruime dubbele cijfers. Ondertussen verruimen we met de rijksmiddelen onze openingstijden en bouwen we nieuwe vestigingen. Ons personeelsbestand groeit en vernieuwt.

We kunnen niet anders constateren dan dat we hier kijken naar een sector die bezig is om zich voor te bereiden op een groeispurt. Een sector die bezig is om een volgende stap te maken in rendement voor de samenleving. Maar ook een sector die gemeenten bij de les moet houden als het gaat om de financiering die bij dat maatschappelijk rendement hoort. De zorgplicht die aanstaande is een mooi bevestiging van het feit dat deze functie in elke gemeente nodig is. 

Alle seinen staan op groen. Stap in, durf te dromen. Ja, het blijft hard werken. We gaan vertrekken naar de toekomst!

zondag 29 september 2024

Uit mijn systeem


Het is zaterdagochtend. Het was laat vannacht voordat ik in mijn bed lag. Het was een fijne avond uit. Als ik gedoucht heb, besluit ik even naar de supermarkt te lopen. Wat verse jus, een croissantje en een zaterdagkrant. De ochtend nog maar even rustig beginnen. Want in de middag heb ik weer een heel programma.

U moet weten: ik woon zo ongeveer naast de supermarkt. Het is een wandeling van hooguit een paar minuten. De boodschappen gaan in het mandje en ik stop bij de zelfscankassa. Na het scannen pak ik mijn portemonnee. Maar op de plek waar mijn bankpasje hoort.... zit niks. 

Eh... 

Het duurt twee seconden maar dan weet ik het weer. Ik had gisteren mijn bankpasje maar even bij mijn telefoon gedaan zodat ik bij die avond uit alleen mijn telefoon mee hoefde te nemen. Tja, hier sta ik dus zonder pasje. Ik roep de servicemedewerker en leg het uit. Ze helpt me allervriendelijkst. Ze print een  bon en de boodschappen verdwijnen even achter de servicebalie. 

Ik loop terug naar mijn appartement om het pasje te halen. Gelukkig dat ik zo dichtbij woon. Maar als ik halverwege ben, denk ik: 'maar ik heb toch gewoon contant geld in mijn portemonnee zitten?'. Ik loop terug en de servicemedewerker fronst haar wenkbrauwen en zegt: 'dat is snel!'. 

Ik reken contant af. Een briefje van twintig in mijn hand, munten als wisselgeld. Het begint te voelen als een handeling uit vervlogen tijden. 

Het is duidelijk uit mijn systeem. Nou ja, in ieder geval op een zaterdagochtend na een avond uit.

P.s. 

Deze week een kort verhaaltje. Op dit moment werk ik aan een langer verhaal over de Staat van het Bibliotheekbestel. Een verhaal met weer veel staatjes, statistieken en analyses. Volgende week zondag zie ik u daar dan mee. En ik kan u nu al vertellen: er zitten een paar opmerkelijke zaken tussen. Stay tuned!


zondag 22 september 2024

Hoe een paar cijfers je toch kunnen raken... en weer een turbulente week in bibliotheekwerk!


Nou, ook dit was me het weekje wel weer. Met wéér heel veel nieuws voor bibliotheken. En... er waren een paar cijfers die me toch raakten. Benieuwd wat dat was? Lees dan verder.

Miljoenennota: twee keer 59 miljoen

Op dinsdag 17 september was het Prinsjesdag. Hoewel niet de verwachting was dat bibliotheken in de troonrede zouden zitten zoals vorig jaar, is het toch altijd weer een spannend moment hoe financiële zaken in de miljoenennota zijn terug te lezen. De miljoenennota is maar één stuk maar met name alle bijlagen en begrotingen van ministeries bevatten de details. Wie dat eens wil nakijken, vindt hier alle documenten. 

Het eerst waar we bibliotheken in tegenkomen is op pagina 184 van de bijlage bij de Miljoenennota. Daar tref je de volgende tekst aan.

Het is wat ambtelijke tekst om te geven dat het geld dat voor 2025 en 2026 gereserveerd was voor extra investeringen via gemeenten aan bibliotheken er ook echt komen. Het gaat om twee keer 59 miljoen. Sommigen twijfelden daarover met bovenstaande tekst - je kan het ook lezen als 59 miljoen over twee jaar - maar wie de financiële tabellen nakijkt ziet toch echt dat het twee keer 59 miljoen is. Deze decentralisatieuitkering voor twee jaar is in lijn met wat eerder al aangekondigd was in de laatste beleidsbrief van november 2023.

Bovenstaande passage staat in een stuk over welke gelden er allemaal naar de gemeenten gaan en niet in de begroting van het ministerie van OCW. Wie daar kijkt ziet dan ook dat deze gelden daar uit de begroting zijn gehaald. Want wie op pagina 134 van de begroting daar kijkt, ziet daar het volgende staan voor bibliotheken. 

Wie de begroting van het ministerie van vorig jaar erbij pakt, ziet dan dat de bedragen voor bibliotheken voor 2025 en 2026 verlaagd. Die twee keer 59 miljoen hier dus van de begroting en gaat via Binnenlandse Zaken (die de gemeenten financiert) dan straks als geoormerkt budget naar gemeenten. En let op: van deze bedragen heeft de vorige staatssecretaris gezegd aan gemeenten dat het ook echt een plus moet zijn.  Vanaf 2027 staat er weer een groter bedrag genoemd in de begroting van het ministerie. Dat is dan weer de voortzetting van de regeling van 2025 en 2026. Vanaf 2027 zou ook hier dus weer 59 miljoen overgeheveld moeten worden naar gemeenten. De verwachting is dat het dan niet meer geoormerkt is maar algemeen naar het gemeentefonds gaat. Maar dit geld houdt het ministerie nog even zelf vast.

Ook bij de O van onderwijs

Verder constateerden we vorige week al dat de bibliotheken in het regeerprogramma ook genoemd worden bij de O van onderwijs. De tekst die hier staat heeft van alles te maken van hoe bibliotheken al inmiddels een paar jaar stilletjes voorsorteren op een vaste rol in het onderwijs En ja in de miljoennota komt ook deze tekst uit het regeerprogramma weer terug onder de lijn Basisvaardigheden. 

Dit punt staat in een rijtje met meerdere onderwerpen waar bijvoorbeeld ook nog digitale geletterdheid en burgerschap wordt genoemd. De financiering loopt nu via regelingen nog tot en met 2026. Maar er wordt - zij het versluierd in een algemene pot - gehint op een voortzetting. 

SPUK Informatiepunten Digitale Overheid

Toch is niet alles hosanna. Zo had dit kabinet al aangekondigd de zogeheten specifieke uitkeringen (SPUK) te willen afschaffen, de bedragen over te doen aan de gemeenten (waar ze nu al terecht komen) en tegelijkertijd een korting van 10% toe te passen. De regeling voor Informatiepunten Digitale Overheid, in 2023 overgeheveld naar gemeenten, is zo'n regeling. Het is het ministerie van Binnenlandse Zaken die dit onderdeel, zowel Digitale Overheid als de SPUKs), in portefeuille heeft. Ook die begroting moeten we dus nakijken. En op pagina 150 van deze begroting tref je dan deze tekst aan. 


In de begroting zakt het budget van ruim € 17 miljoen dan ook met € 1,7 miljoen. En dat terwijl nog  het aantal informatiepunten nog altijd groeit en geconstateerd wordt dat het bereik nog altijd beter kan. 

Over deze kwestie is zeker het laatste nog niet gezegd. Een overheid die wil dat burgers goed met digitale overheid overweg kunnen moet hierin juist investeren. Dit punt is dus zeker nog niet van de agenda en ik verwacht dat de Vereniging van Openbare Bibliotheken hier de komende tijd ook nog aandacht voor zal vragen.

Het staat er echt! Cijfers die me raakten, de septembercirculaire

Ongeveer een uur nadat de miljoenennota bekend was gemaakt, verscheen ook de septembercirculaire voor het gemeentefonds. Die circulaire is oneerbiedig gezegd een soort nieuwsbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken voor gemeenten met daarin een update van welke bedragen er allemaal beschikbaar komen voor gemeenten. Het is bijzonder saaie kost voor de buitenstaander. 

Maar op pagina 87 (genummerd 83) van deze circulaire staan de bedragen die in 2025 en 2026 dus naar bibliotheken gaan. Ik kijk naar de cijfers.  Almelo: ruim twee ton extra, Scherpenzeel, een ton extra, Zevenaar, bijna € 140.000,- extra, Zwolle, bijna vier toen. En als ik zo door die lijst kijk, merk ik dat die lijst met cijfers me raakt. Het staat er namelijk echt. Er gaat echt structureel zoveel extra geld naar bibliotheekwerk. 

Hieronder een stukje van die lijst. Bijlage 3punt12streep13. Ver verstopt in een saai document. Namen en bedragen. Meer is het niet.

Waarom raakt het me zo? Dat heeft met twee zaken te maken. 

De eerste is omdat ik weet wat deze bedragen betekenen voor bibliotheken. Ik weet wat er mee kan voor burgers: een extra vestiging, vernieuwing van een servicepunt, extra personeel voor laaggeletterdheid, extra inzet voor lezingen en cursussen of gratis lidmaatschap tot 27 jaar. Eindelijk wat extra ruimte na al die jaren waarin ik samen met bibliotheken telkens op zoek moest naar creatieve oplossingen om met schaarse middelen toch veel te doen.  

En de tweede reden dat het me raakte is dat het me deed stilstaan,  hoe lang als sector al met elkaar werken aan deze beweging. In 2019, begin 2020 werd de bibliotheekwet geëvalueerd. Na die evaluiatie kwa kwamen bibliotheken in het regeerakkoord terecht. Vervolgens duurde het tot voorjaar 2022 tot er een beleidsbrief Cultuur kwam waarin helder werd wat de bedoeling zou zijn. Pas in september 2022 werd met de miljoenennota helder welke bedragen er zouden komen en in de beleidsbrief bibliotheken van november 2022 kwam de richting van een incidentele regeling (2023 en 2024) die zou worden opgevolgd door structurele financiering vanaf 2025. 

We zijn dus ondertussen al zes jaar onderweg.Zo'n traject dus. 

En weet u, er waren vele momenten waarop dit mis had kunnen gaan. Het zijn ambtenaren bij het ministerie, VOB-medewerkers en bibliotheekdirecties die er met zorg al zo lang aan trekken. Telkens een stapje verder in de besluitvorming en telkens eendrachtig dezelfde kant op. Burgers helpen vraagt soms een lange adem.

Beste Biebfestival

Maar burgers zijn natuurlijk belangrijker dan cijfers En dat mocht ik dan ook op zaterdag nog ervaren. Ik schoof een tijdje aan bij het Beste Bieb Festival in Drachten. De bibliotheek had daar een tweedaags festival georganiseerd, dit omdat ik ze vorig jaar met mijn lijstjes uitriep tot Best Presterende Bibliotheek van Nederland. En zo gaven ze deze prijs invulling: door een feest terug te geven aan de inwoners. En zo hoort het natuurlijk. Men pakte groots uit in Drachten Het hele plein voor de bibliotheek ademde de sfeer van Franse terrasjes en in allerlei kraampjes en op een aantal podia vond van alles plaats. Van muziek tot literatuur en van mindfulness tot geldzaken. Het zag er zwart van de mensen. 

Sla elkaar even op de schouders...

En dat is dus waarom zo'n knullig rijtje cijfers mij zo raakt. Omdat ik weet dat het uiteindelijk bij burgers uitkomt en daar veel gaat betekenen.  En ja, ik weet dat geld ook nog allemaal goed doorgegeven moet worden. Maar laten we elkaar nu maar even op de schouders slaan. Even het duimpje omhoog naar elkaar. Even blij dat dít gelukt is. Om vervolgens snel door te gaan om mooie dingen te doen voor burgers in onze dorpen en steden.

zondag 15 september 2024

Bibliotheken blijven veruit de meest bezochte instellingen van Nederland

Laatst praatte ik een bibliotheekdirecteur bij die er een paar weken weg was geweest. En ze verzuchte: 'ik heb het gevoel dat ik onder een steen heb geleefd, zoveel nieuwe informatie is er al weer'.  En ze had gelijk. Elke week gebeurt er op dit moment wel iets in bibliotheekland. En het zijn geen kleine dingen. Ook deze week praat ik u weer bij. 

Bibliotheken zijn de meest bezochte instellingen van Nederland

Op donderdag kwamen de nieuwe jaarcijfers van bibliotheken naar buiten. De cijfers over 2023. Ze waren iets vertraagd - normaal komen ze altijd eind juli - maar de uitkomsten waren er niet minder om. Sterker: op alle fronten scoren bibliotheken een plus. Meer bezoekers, meer leden, meer uitleningen en meer bezoekers bij nog meer activiteiten. Als cijferfetisjist vind ik dit ongekend. Ik heb nog nooit meegemaakt dat de sector op echt alle fronten vooruit ging. Nou ja, behalve dan vorig jaar toen we echt uit de coronacrisis kwamen. 

En hoe doen andere culturele instellingen het?

Voor mij was het een mooie gelegenheid om niet alleen de cijfers van de bibliotheken maar ook die van andere cultuurinstellingen er nog eens bij te pakken. In februari 2020 - net voordat de coronacrisis in Nederland toesloeg - publiceerde ik dezelfde grafiek als hierboven. Een maand later zou echt alles sluiten. Bibliotheken zijn en blijven veruit de best bezochte instellingen van Nederland met ruim 57 miljoen bezoeker. Bioscopen en musea blijven daar ver op achter met daarna weer een gat naar de schouwburen en dan weer een gat naar de poppodia. Ja, bibliotheken zijn vaak de grootste ontvanger van cultuursubsidies bij gemeente maar daar staat dus ook het grootste bereik tegenover. En ja, ik heb ook de voetbalstadions maar weer meegenomen. Van voetbal wordt vaak gezegd dat het de belangrijkste bijzaak van het leven is. Wie deze cijfers ziet, weet dus ook wat de hoofdzaak is.

Vergelijking 2019 versus 2023

Het is natuurlijk ook aardig om de cijfers vóór en ná corona eens achter elkaar te leggen. Die ziet dat de culturele sector qua bezoekerstaantallen nog niet helemaal terug is. Achter de balken vindt u de aantallen van 2019 en 2023 en in de balken de indexcijfers waarbij 2019 dan natuurlijk 100% is. De enige die al over de cijfers van 2019 heen gaan zijn de poppodia met 5,8 miljoen bezoekers. Van de theaters moet ik helaas zeggen dat ik van deze sector alleen de cijfers over 2022 gevonden heb. Die theaters zijn al jaren niet zo scheutig met cijfers. Het is dus niet zo gek dat zij nog op 88% staan. De rest schommelt tussen de 91 en 106. Ongeveer terug dus op niveau van vóór corona. 

Mooie cijfers leiden tot mooie verhalen

Op basis van de cijfers van bibliotheken afgelopen donderdag kwamen verschillende media met mooie verhalen over bibliotheken zoals onderstaande verhaal in de Volkskrant. 

In de Volkskrant wordt terecht gemeld dat staatssecretaris Uslu aan de wieg stond van deze kentering. Zij zal deze week, als oud-staatssecretaris, ook nog wel met genoegen hebben gekeken naar deze uitkomsten. Het echte verhaal is natuurlijk dat zij geholpen werd door een een puik ambtenarenteam bij het ministerie en een heel groot leger van bibliotheekprofessionals en -vrijwilligers die  al jaren bezig waren met de transitie van het bibliotheekwerk. Succes kent vele vaders en moeders. En terecht.

En hiermee laat ik het voor nu even bij de cijfers. Binnenkort zal ik op basis van de nieuwste cijfers ook weer komen met een update over de staat van het Bibliotheekbestel en zal ik de jaarcijfers weer vergelijken met langer lopende datareeksen. 

Een nieuw regeerprogramma: Bibliotheken onder de O van Onderwijs

Maar de jubelende woorden over de cijfers van 2023 waren nog niet verstomd of minister-president Schoof meldde zich met het uitgewerkte regeerakkoord. Met stoere woorden werd het 'strengste asielbeleid ooit' aangekondigd en een veestapel die toch moet krimpen. Dat zullen de onderwerpen zijn die de komende week het meeste onder de aandacht zullen blijven.  Maar warempel, ook in het nieuwe regeerprogramma staan de bibliotheken opnieuw genoemd. En wel onder een bijzonder kopje. Bibliotheken werden namelijk niet genoemd onder Cultuur - sterker, er is helemaal geen kopje Cultuur - maar onder Onderwijs. Kijk maar even naar het derde bolletje bij het onderwerp 'Maatschappelijke aanpak voor onderwijssucces'

De tekst die hier staat heeft van alles te maken van hoe bibliotheken al inmiddels een paar jaar stilletjes voorsorteren op een vaste rol in het onderwijs. Ongeveer een jaar geleden - bij de vorige Prinsjesdag - werd bekend dat er een impulsregeling zou komen tot 2026 voor de programma's Bibliotheek op school en Boekstart. Ook hier met middelen van het ministerie uit het potje van Onderwijs. Deze derde bullet is een haakje om in de komende tijd te zoeken naar een goede structurele borging van deze programma's mede met middelen. En wie helemaal bij wil zijn op dit onderwerp moet terug naar het onderzoek van november 2023 van Kwink naar de financiering van de Bibliotheek op school.  In dit rapport werd namelijk gesteld dat er voor een goede borging van de Bibliotheek op school zo'n € 150 miljoen per jaar nodig is. Op het rapport van Kwink moet nog een reactie komen van staatssecretaris van Funderende Onderwijs Mariëlle Paul. Ik denk dat de sector met haar ontzettend blij mag zijn. Ze zit al langer aan dit dossier en is een voorstander van het bibliotheekprogramma. We moeten dus niet alleen de cultuurdebatten in de Kamer gaan volgen maar ook de Onderwijsdebatten.

Regeerprogramma: over de specifieke uitkeringen
Een ander punt dat voor bibliotheken van belang is, gaat over de specifieke uitkeringen (zogenaamde SPUKs). Op dit moment ontvangen bibliotheken ongeveer een € 1,- per inwoner voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's). Deze SPUKs zouden pet 2026 stoppen en omgezet worden naar een algemene uitkering aan gemeenten.  De SPUK van de IDO's, is echter een bijzondere omdat deze wettelijk verankerd is in de wet Modernisering Bestuurlijk Elektronisch Verkeer.

Over SPUKs zegt het regeerprogramma:
'Om de autonomie van gemeenten te vergroten en administratieve- en controlelasten te verminderen, moeten specifieke uitkeringen in 2026 zijn omgezet in fondsuitkeringen. Het voortzetten van bestaande specifieke uitkeringen of het toekennen van nieuwe specifieke uitkeringen, is slechts mogelijk op basis van een kabinetsbesluit. Het uitkeringsstelsel wordt in deze kabinetsperiode gemoderniseerd door wijziging van de Financiële-verhoudingswet. We introduceren de bijzondere fondsuitkering, waarbij op basis van betrouwbare informatie de balans beter bewaakt kan worden en waarbij er ook oog is voor de financiële risicoverdeling tussen Rijk en medeoverheden.'
Met andere woorden: de SPUK voor de IDO's moet dus nog bekeken worden en er is wel degelijk een kans dat deze als specifieke uitkering blijft bestaan. Het zou mij niet verbazen dat gezegd wordt dat deze SPUK niet zo maar afgeschaft mag worden maar dat deze bezien moet worden in het bredere programma van de Digitale Overheid. 

Regeerprogramma: btw wordt niet teruggedraaid
In het regeerprogramma blijft de verhoging van btw op cultuur gewoon gehandhaafd. Hier zal bij de algemene beschouwingen na Prinsjesdag nog wel wat over gezegd worden. Maar de kans dat dit wordt teruggedraaid acht ik wel heel klein. 

Komende week: Prinsjesdag en septembercirculaire
Ook komende week zal het nog niet rustig zijn. Wie weet wat Prinsjesdag nog brengt? En ongeveer tegelijkertijd hoor ik uit de wandelgangen zullen gemeenten op de hoogte worden gebracht van hun septembercirculaire. In die circulaire zullen de extra bedragen voor bibliotheekwerk voor 2025 en 2026 genoemd worden. Het gaat dan om € 2,95 per inwoner per jaar of € 100.000,- per jaar voor kleinere gemeenten. 

Zullen we volgende week maar weer afspreken dan? Houden we elkaar een beetje op de hoogte.

zondag 8 september 2024

Namens mijn moeder: Overheid maak werk van de zorgplicht op de Digitale Overheid!

U ziet mij hier met mijn moeder. Ze is 79 en ze is een dappere vrouw. Ze deed de huishoudschool, een kleine aanvullende opleiding en rond haar 16e, 17e ging ze aan het werk. Eerst als gezinsverzorger en na haar trouwen, werkte ze samen met mijn vader in de groentewinkel. Mijn vader deed de administratie en mijn moeder het grootste deel van het huishouden. Dat was hard werken, kan ik u vertellen. 

Toen ze met pensioen gingen veranderden de rollen. Mijn moeder leerde omgaan met de computer, leerde e-mailen en beheerde uiteindelijk de bankzaken. En dat had alles te maken met de computer. Er was geen bankfiliaal meer waar mijn vader altijd heen ging en alles met de bank ging via internet. En daarmee was mijn vader was niet meer de baas in huis maar mijn moeder. Zo kan het gaan.

Mijn moeder knokte hard om zich alles eigen te maken. Ik heb gezien van hoe ver ze moest komen en hoeveel je moet leren om mee te kunnen in deze samenleving. Ze leerde omgaan met de computer, leren printen, leren mailen en een heel klein beetje leren omgaan met internet. Dat was een proces van jaren. Maar nu geniet ze van berichten op Facebook. Later kwam daar de mobiele telefoon bij. Weer zo'n 'ding'. WhatsAppen en videobellen is het belangrijkste wat ze er mee doet. Het is niet makkelijk voor haar maar ze doet het toch maar mooi.

Het begrip Basisvaardigheden is enorm opgerekt

Maar ondanks het harde werken van mijn moeder, lukt veel haar ook niet. De tweewegfactor, of zelfs driewegfactor van Digid is abacadabra voor haar. Een nieuwe app installeren op haar telefoon lukt haar niet. Een vliegticket bestellen om naar haar zoon in Slowakije te vliegen, vindt ze toch nog te spannend. Mijn moeder voelt zich dan dom. En dat is natuurlijk volstrekt onterecht. Ze is helemaal niet dom. Het enige wat het aantoont is hoeveel vaardigheden deze maatschappij vraagt van mensen. Het begrip 'basisvaardigheden' is in de afgelopen twee decennia heel erg opgerekt.  Vroeger hoefde je alleen te kunnen lezen, schrijven en rekenen. Maar dat is allang niet meer genoeg. De overheid (en de samenleving) is stilletje heel erg opgeschoven in het begrip 'Basisvaardigheden'. Twintig jaar geleden wist nog niemand iets van een tweewegfactor.... En zelfs WhatsApp is maar krap vijftien jaar oud. 

Maar het is niet alleen iets van de oudere generatie. Zelfs als ik mensen spreek van jongere generaties geven ze toe dat ze zich bij sommige handelingen toch altijd onzeker voelen: overstappen van een oude telefoon naar een nieuwe bijvoorbeeld. Dat is toch maar hopen dat alle authenticaties goed meegaan en dat je nog bij de app van je bank kunt bijvoorbeeld. 

Met andere woorden: mijn moeder doet het hartstikke goed. Ze werkt hard om bij te blijven. Ze moest van ver komen maar hoe hard ze ook werkt, het gaat haar niet meer lukken om de kenniskloof te dichten. De techniek en overheid bewegen even hard als zij. Het gat blijft. Je bent nooit klaar. 

En ik weet zeker: ook u kent mensen als mijn moeder.

Wie is hier verantwoordelijk?

Mijn vader kon - bij leven - boos worden op de overheid, op de bank, op de bedrijven omdat je alleen nog maar digitaal zaken kon doen. Mijn moeder probeerde het te leren. En vaak lukte dat. Je kunt mijn moeder niet verwijten dat ze zich niet tot het uiterste heeft ingezet. En ondanks dat mijn moeder zich tot het uiterste inzet , verwacht die overheid steeds meer van haar. Is dat terecht? En is die overheid dan niet verplicht om ook te zorgen voor adequate scholing? Van het omgaan met een pc, omgaan met internet, tot omgaan met je Digid? Moet daar niet een soort zorgplicht komen?

En dan heb ik goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is: zo'n zorgplicht komt er. Het slechte nieuws is: we weten nog absoluut niet wat het inhoudt.

Een zorgplicht voor de digitale overheid

Wie gaat zoeken naar de wetgeving rond de digitale overheid stuit op twee wetten. De eerste is de Wet Digitale Overheid. Het doel van die Wet Digitale Overheid is: 

' het regelen van het veilig en betrouwbaar kunnen inloggen voor Nederlandse burgers en bedrijven bij de (semi-)overheid.  De wet geeft daarnaast regels over informatieveiligheid en privacy en biedt de grondslag om overheidsinstanties te verplichten tot het toepassen van open standaarden. Het gebruik van open standaarden zorgt voor meer keuzevrijheid in ICT-leveranciers en het efficiënt en in ketens kunnen werken als één overheid.'

Deze wet is op 1 juli 2023 gefaseerd in werking getreden. De wet gaat in op welke middelen de overheid mag gebruiken rond de digitale overheid en welke kosten hier (voor burgers) aan verbonden mogen zijn. De wet zegt niets over de plicht van de overheid om burgers goed op weg te helpen. Die laten we dus links liggen. Overigens kan ik u wel vertellen dat in die wet al wordt voorgesorteerd op de opvolger van de Digid (ja, ook die gaat weer verdwijnen want niet veilig genoeg meer).

De tweede wet is de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Deze wet bestaat al maar gaat per 1 januari 2024, 1 juli 2024 of1 januari 2025 een flink aantal wijzigingen krijgen. Alle drie de data ben ik overigens tegen gekomen op informatiesites. De wijziging van die wet heeft zelfs gevolgen voor de grote 'Algemene Wet Bestuursrecht'. De overheid zegt zelf over deze wet:

'De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) regelt dat burgers en bedrijven hun zaken die ze met de overheid moeten doen, digitaal kunnen afhandelen. Zij krijgen daarmee het recht om officiële berichten, zoals aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften, elektronisch aan het bestuursorgaan te zenden. Daarnaast verbetert hun rechtspositie in het digitale contact met de overheid.

De mogelijkheid om per post met de overheid te communiceren blijft; de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) geeft burgers en bedrijven de keuze tussen de papieren of de digitale weg.'

Tot nog toe was het digitale verkeer met de overheid dus niet echt strikt gereguleerd. Er werd natuurlijk afgestemd - anders was er nooit één Digid gekomen - maar echte wettelijke verplichtingen ontbraken. Dat zou voor burgers een soort willekeur in gebruik kunnen opleveren. De Belastingdienst is altijd koploper geweest in het gebruik van digitale diensten en veel andere uitvoeringsorganisaties volgden vervolgens de Belastingdienst. 

Een belangrijk gegeven in de wet is dat er een zorgplicht komt voor overheden om burgers te helpen bij communicatie met de overheid. Artikel 2.1 van de algemene wet Bestuursrecht wordt bij invoering namelijk: 

'Een bestuursorgaan draagt zorg voor passende ondersteuning bij het verkeer met dat bestuursorgaan'

Met andere woorden: mijn moeder hoeft niet zelf alles uit te vinden maar instanties zijn verplicht haar te helpen. En ik zal u vast vertellen: een handleiding of een verstopt introductiefilmpje zal niet genoeg zijn. 

Handreiking van Binnenlandse Zaken

Het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar deze wet onder valt, heeft een handreiking gemaakt voor de implementatie van de wet. 

In die handreiking wordt ook ingegaan op wat passende ondersteuning is. De handreiking zegt daarover:

De ondersteuning moet zodanig zijn, dat de doelgroep waarop een dienst zich richt, normaal gesproken deze dienst kan afnemen, mede gelet op de beschikbare maatschappelijke voorzieningen en de eigen verantwoordelijkheid om aan bepaalde kwalificaties te voldoen. De ondersteuning is dus passend wanneer de doelgroep hiermee zaken met de overheid met succes kan regelen. 

Concreet: 

  • Het gaat om het geven van voorlichting en het beantwoorden van vragen op een manier die aansluit bij de doelgroep. In bepaalde situaties gaat het ook om praktische hulp bij het invullen, berekenen, lezen of vertalen.  
  • In de praktijk zal de ondersteuning vaak op verschillende niveaus moeten wordt geboden. De algemene voorlichting zal daarbij worden afgestemd op het niveau waarmee de meeste mensen kunnen worden bereikt. Aanvullende voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk, zullen de vertaalslag moeten kunnen maken naar mensen die hiermee niet uit de voeten kunnen.
  • Van een burger mag een eigen inspanning worden verwacht. Het bestuursorgaan hoeft niet te helpen bij zaken die de burger met enige inspanning ook zelf kan doen.  
  • Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat zij over basisvaardigheden beschikken. Wie bijvoorbeeld alleen de Chinese taal machtig is kan niet verlangen dat de ondersteuning in het Chinees wordt geboden.  
  • Als een dienst gericht is op een specifieke doelgroep dan kan de ondersteuning zijn afgestemd op de kwalificaties waaraan die doelgroep geacht wordt te voldoen. Van leden van een beroepsgroep mag bijvoorbeeld worden verwacht dat zij over de vereiste vakkennis beschikken, van studenten mag worden verwacht dat ze over digitale vaardigheden beschikken. 
  • Passende ondersteuning is niet het optreden als adviseur, belangenbehartiger, hulp- of zorgverlener. Daarvoor moet een beroep worden gedaan op andere maatschappelijke voorzieningen zoals een bewindvoerder of een gemachtigde. 

Tja,  ik onderstreep maar even de zin over basisvaardigheden. Want wat zijn dat? Is kunnen omgaan met een computer een basisvaardigheid of heeft overheid hier een plicht? Is zelfstandig een tweewegfactor van Digid installeren een basisvaardigheid? Het voorbeeld van de Chinese taal is een makkelijk voorbeeld maar er is hier echt een grijs gebied. 

Tegelijkertijd moet een dienst voldoen aan de kwalificaties waaraan de doelgroep geacht wordt te voldoen. 

Hier staan teveel subjectieve begrippen en dit is dan al de nadere uitleg. De handreiking trekt dan ook zelf de conclusie dat er geen eenduidige richtlijnen zijn te geven. Dus uitvoeringsorganen: u mag het zelf uitzoeken. Overigens: u heeft alleen succes als uw doelgroep er succesvol mee weet te werken. Dat is een belangrijk ijkpunt. 

2,5 tot 4 miljoen Nederlanders zijn onvoldoende digitaal vaardig

Uit onderzoek blijft dat 2,5 tot 4 miljoen Nederlanders tussen de 16 en 74 jaar onvoldoende digitaal vaardig zijn. Ook heeft een miljoen Nederlanders met lage inkomens moeite om faciliteiten te kopen die goed passen bij digitaal gebruik. Is het hun eigen verantwoordelijkheid om het te leren of moet de overheid de ondersteuning bieden zodat burgers het kunnen of kunnen leren? Als de groep zo groot is, kun je niet stellen dat het alleen de eigen verantwoordelijkheid is. Verre van. De overheid heeft hier nadrukkelijk een taak.

De Informatiepunten Digitale Overheid die we kennen zijn uitvloeisel van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Het is namelijk een ministeriële regeling die u hier kunt vinden. 

En die Informatiepunten zijn een succes. Gestart in 2019 met vijftien en ondertussen zijn het er 778 in de 342 gemeenten in Nederland. De laatste voortgangsbrief aan de Kamer over de Digitale Overheid, laat de IDO's telkens als succes terugkomen. 

Het bijzondere is dat in die regeling de verantwoordelijkheid voor ondersteuning bij de gemeenten neer wordt gelegd. Een beetje analoog aan het sociaal domein. Dat terwijl de wetswijziging die er aan komt de zorgplicht neerlegt bij álle bestuurs- en uitvoeringsorganen. Dus ook bij Rijk en provincies, ook bij de UWV's, Belastingdiensten en SVB's van deze wereld. 

En als we kijken naar het financiële gedeelte van deze ministeriële regeling op gemeentelijk niveau, is dat in de basis € 0,83 per inwoner en € 0,70 per inwoner tussen de 15 en 75 jaar die ten hoogste vmbo heeft afgerond. In de regel kom je dan rond de € 1,00 per inwoner terecht. Zo'n € 18 miljoen dus. Uitgaande van vier miljoen inwoners met een achterstand is dat zo'n € 4,- per inwoner die ondersteuning nodig heeft. 

Terug naar mijn moeder: overheid maak werk van de zorgplicht voor de digitale overheid!

Als ik zie hoeveel stappen mijn moeder al heeft gezet - en ja met de nodige ondersteuning van kinderen en anderen - dan is die € 4,- per inwoner met digitale achterstand natuurlijk een lachertje. Mooi geld natuurlijk, en nodig, en bibliotheken weten met die middelen prima resultaten te bereiken. Geen misverstand daarover. Hulde voor al die medewerkers en vrijwilligers. Het is goud waard. Maar met deze omvang aan middelen krijg je resultaten passend bij die omvang. Wie dus verwacht met € 18 miljoen alle vier miljoen mensen die het digitaal moeilijk hebben te kunnen scholen, draait zichzelf een rad voor ogen. 

De wetswijziging wijst terecht álle bestuurs- en overheidsorganen aan met een zorgplicht voor passende ondersteuning in de omgang met de overheid. Passend bij de doelgroep. Ik zal vast verklappen dat veel mensen die in die groep van 2,5 tot 4 miljoen minder digitaal vaardige Nederlanders zitten, ook vaak de doelgroep is die ondersteuning nodig heeft van de overheid. Met € 4,- per Nederlander die geschoold moet worden red je dat niet. Kijk naar mijn moeder: ze was jaren bezig om het zich eigen te maken. Wij bieden in bibliotheken Oefenen.nl en Digisterker aan. Dat soort programma's moet veel sterker en langduriger ondersteund worden. Financieel gaat het daar om kruimelwerk. Druppels op een gloeiende plaat. En de overheidsinstanties weten dat ook.  

En let wel: ik ben niet tegen digitalisering. Zeker niet. Maar ik ben wel voor een overheid die zijn burgers serieus neemt. Ik ben voor een overheid die snapt dat wat handig is voor de overheid nog niet zo maar handig is voor burgers. En ik ben voor een overheid die snapt dat die overheid dan ook mee aan zet is om die burger te helpen. Langdurig, met zorg en professioneel. 

Dus overheid en beste staatssecretaris Zsolt Szabó : investeer serieus in die zorgplicht op passende ondersteuning voor de digitale overheid. Zet druk op alle bestuurs- en uitvoeringsorganen. En zorg voor een nog betere regeling voor de Informatiepunten Digitale Overheid. 

Namens mijn moeder (en vast vele andere moeders): bedankt.