dinsdag 20 december 2016

Samenwerken met de Rabobank : opzetje voor een meerjarenafspraak?

Dank, dank, dank voor alle reacties op mijn blog van gisteren. Mijn conclusie na dat artikel is dat we al meer samenwerkten met de Rabobank dan met de Belastingdienst. En vandaag ga ik een stapje verder: een schets voor verdere samenwerking.

Maar even terug naar gisteren. Ik ging in op de reorganisatie bij de Rabobank en het verlies aan vestigingen. In het Financieel Dagblad deed één van de directeuren de uitspraak dat het heel goed mogelijk zou zijn om verder samen te werken met bibliotheken. Ik deed daarbij drie opties: 1) verhuren van ruimte, 2) cursussen internetbankieren en 3) de bibliotheek-pc's die gebruikt kunnen worden voor internetbankieren.

Heel veel samenwerking
Dat er werd samengewerkt met de Rabobank wist ik. Dat het zoveel was en zo divers, wist ik niet. Op veel plekken cursussen internetbankieren. Ik ken zelf veel combinaties met Seniorweb op dit vlak. Ook hoorde ik veel voorbeelden waarbij de Rabobank als sponsor optrad zoals die van de Bibliobus in Enschede. Maar ook samenwerkingen die verder gaan. Zoals die bij de Zeeuwse Biblioservicebus waarin ook een geldautomaat van de Rabobank is opgenomen. Bart Jansen van BibliotheekBlad wist mij te wijzen op een artikel uit 2008! van Bibliotheekblad de samenwerking bij de Bibliotheek van Nu en de Rabobank. De bibliobus werd vervangen door twee filialen ín de Rabobank waar medewerkers van de bank meehielpen in de bibliotheek. Jan Gommer van de FlevoMeerBibliotheek meldde dat hij een contactpunt heeft van de Rabobank en dat ze bijdragen in de programmering. Van de Bibliotheek Deventer hoorde ik dat in een vestiging waar veel ouderen kwamen, af en toe een medewerker van de Rabobank spreekuur houdt.

En dan doe ik echt nog een aantal reacties tekort. Met andere woorden: er is al heel veel samenwerking. De Rabobank doet dat goed. En bij bibliotheken is er dus weinig schroom om samen te werken met een specifieke commerciële aanbieder. Ook niet in de inhoudelijke programmering. 

Verder dromen
Tja, en dan ga je toch denken, zou dat nog beter kunnen? Laten we nog eens groter dromen met elkaar. Zouden wij de Rabobank kunnen helpen om met minder kosten toch op meer plekken zichtbaar te zijn in de samenleving? En zouden we onszelf daar ook nog een plezier mee kunnen doen?

Met dank aan jullie reacties, droom ik nog een verder. Ik maak eens een schets voor een plan voor de komende vier jaar: 2017-2020. Denkt u daarna weer even met me mee?

Schets voor samenwerkingsovereenkomst Rabobank - Openbare Bibliotheken 2017-2020

Zo, zichtbaarheid in de samenleving is dus een belangrijk ding voor de Rabobank. Als we daar nou eens mee beginnen?

Aanbieding 1: 150 extra contactpunten voor de Rabobank
Bibliotheken hebben 800 vestigingen en 200 servicepunten. Op hoeveel plekken zou je het gebouw samen kunnen exploiteren met de Rabobank? Op hoeveel plekken zou de Rabobank een ruimte kunnen huren? Op hoeveel plekken een spreekkamer? Kortom, er zijn mogelijkheden te over. En ik weet zeker dat bibliotheken graag praten over verhuur van ruimte. En ik weet ook zeker dat een Rabobank voor de kosten van één eigen vestiging op veel meer plekken bij een bibliotheek kan zitten. Lijkt me interessant gegeven voor de bank en een klein beetje inkomsten voor de bibliotheek.

Aanbieding 2: 60.000 cursisten internetbankieren
Laten we er eens vanuit gaan dat we dit met zijn allen gaan meedoen aan deze samenwerking. 150 stichtingen die allemaal cursussen internetbankieren doen. We doen dat in elke stichting tien keer per jaar en elke keer zijn er zijn telkens tien cursisten. Enig idee hoeveel cursisten je dan landelijk hebt gehad in vier jaar tijd?  Dat zijn er 60.000! Wat zou de Rabobank ervoor over hebben als we die ruimte bieden en dat programma ook nog opnemen in onze activiteitenagenda?

Aanbieding 3: 36.000 cursisten omgaan met financiën
U bent er nog steeds? Prima. Gaan we nog een stapje verder. Met maatschappelijk dienstverleners zijn we nu bezig om spreekuren te regelen voor de Belastingdienst. Wat als we dat wat breder trekken? Zullen we een cursus omgaan met financiën gaan doen met een koppeling aan de vrijwilligers van thuisadministratie? Willen een programma rond omgaan met geld meenemen voor jongeren en kinderen? Een cursus financiële pensioenplanning of een informatieavond over hypotheekvormen?

Stel elk van de 150 stichtingen drie keer per jaar een cursus of informatievaond doet met gemiddeld twintig deelnemers. Na vier jaar heb je dan 36.000 burgers bereikt. Interessant denkt u? Mooi, dan gaan we nog een stapje verder.

Aanbieding 4: 800 plekken om te kunnen internetbankieren
Wat is er nodig om veilig te kunnen internetbankieren in een bibliotheek? Ik weet zeker dat je daar wat voor moet doen maar het lijkt het verkennen meer dan waard. Een plek waar burgers altijd zelfstandig terecht kunnen voor internetbankieren maar natuurlijk ook voor de Belastingdienst, MijnOverheid, Toeslagen etc. Zelf (even) geen PC? Kom dan naar de bibliotheek. Het lijkt mij een mooie uitdaging om samen op te pakken.

Aanbieding 5: Maatschappelijk sponsor Bibliotheek op School
De Rabobank is sponsor van bibliotheken op vele plekken. Maar wat als we wat groter denken, ook op dit vlak? Op vele plekken is geïnvesteerd in schoolbibliotheken. Grote bedragen zijn gestoken in collectie, meubilair en scholing. De reserves raken langzaam op maar we hebben nog maar de helft van de schoolbibliotheken ingericht. Zouden de Rabobanken gezamenlijk willen investeren in de volgende 50% van de schoolbibliotheken? Een betere investering in de jeugd lijkt mij toch niet mogelijk? 

Wie gaat er bellen?
De Rabobank is voor veel bibliotheken al een zeer gewaardeerde partner. En ondernemende bibliotheken zijn al vaak op stap met deze dienstverlener. Maar jullie ideeën en opmerkingen inspireerden mij om verder te denken. De NBD meldde al bij mij dat ze graag willen meedenken en meedoen. En ook de Bredebieb-beweging meldde zich al. Ik ben dus niet de enige die denkt dat hier een kans ligt. Wat mij betreft koppen bij elkaar en schouders eronder. Niet vanuit één partij maar samen als bibliotheken. Net zoals we bijvoorbeeld met vluchtelingen hebben gedaan.

Twee vragen voor nu: Zo maar doen?  En wie kent de directeur van de Rabobank en kan ons helpen met dat contact?

maandag 19 december 2016

Rabobank wil graag samenwerken met de openbare bibliotheek.... Wie gaat ze bellen?


Als er gepraat werd over samenwerking in het stelsel van openbare bibliotheken werd vaak de Rabobank als voorbeeld gebruikt. Het was een mooi voorbeeld van hoe lokale banken met eigen autonomie binnen een landelijke organisatie. Groot waar het kan, klein waar het moet.

In het Financiële Dagblad van 8 december blijkt het andersom geworden: de bank ziet de bibliotheken als voorbeeld.

Daar ging echter wel wat aan vooraf. Zoals u weet waren het de banken die ons minder dan tien jaar geleden de financiële crisis introkken. De banken waren 'too big to fail' en dus ging veel overheidsgeld naar het redden van banken. Dat leidde tot zware bezuinigingen bij alle overheden. Ook bij gemeenten. Ook bij bibliotheken. U snapt: ik ben al een paar jaar wat sceptisch over banken.

Overigens ging dat redden van banken niet zonder slag of stoot. Om de banken weer financieel gezond te krijgen en betere buffers op te bouwen waren reorganisatie nodig. ING ontsloeg 7.000 man, Rabobank liet het aantal arbeidsplaatsen met 9.000 dalen,



Dag lokale autonomie
Bij de reorganisatie bij de Rabobank werden echter niet alleen mensen ontslagen maar werd ook de bedrijfsstructuur veranderd: lokale banken moesten autonomie inleveren. De lokale banken raakten hun banklicentie kwijt en gingen op in de grote Rabobank.

Ralph van Soomeren, directeur van de Rabobank in Alkmaar zegt hierover:
‘Natuurlijk doet dat pijn. Hoeveel hangt af per werknemer en per fase waarin de betreffende lokale bank zit.' Een van de meest concrete veranderingen is het wegsnijden van de directeuren bedrijfsmanagement bij alle lokale banken. De centralisering waarbij de lokale bankvergunningen verloren gingen, maakte deze lokale ‘financieel directeuren’ overbodig. Van Soomeren: ‘Het doet pijn om iets als balansmanagement los te laten, omdat het voor je gevoel hoort bij het zijn van een zelfstandige bank. Tegelijk kan je je afvragen wat voor toegevoegde waarde het lokaal behouden van die functie zou hebben voor de klant.'
Heel kort staat hier: de lokale bibliotheken zijn hun eigen financiële eindverantwoordelijkheid kwijt. Nog korter door de bocht: De lokale directeuren zijn daarmee bedrijfsleider geworden van een landelijke organisatie.

De Rabobank werd vaak gebruikt als voorbeeld voor bibliotheken. Maar ik vermoed dat lokale bibliotheken hier toch niet gelijk op zitten te wachten. En lokale wethouders volgens mij ook niet. Toch is doorgaande opschaling nog steeds een thema, dus waar eindigt dit?

Rabobank en bibliotheken 
Toch staat er nog iets veel opmerkelijkers in het artikel van het Financiële Dagblad:
Een van de belangrijkste, onderscheidende aspecten van Rabobank is volgens Draijer de aanwezigheid van zijn bank in de haarvaten van de samenleving. Een lastig verhaal aangezien Rabobank – net als anderen - in rap tempo lokale vestigingen sluit. Waren er in 2006 1250 vestigingen, nu zijn dat er volgens onderzoeksbureau Locatus nog maar 441.

Toch geloven de drie directeuren heilig in de visie van Draijer, die spreekt van 1000 contactpunten in de toekomst. Daarbij denken zij naast een basis van bestaande, vaste kantoren, aan pop-upvestigingen en mobiele contactpunten in bijvoorbeeld bibliotheken of supermarkten.
Rabobank had 1.250 vestigingen. Nu nog 441. Bibliotheken hebben nog altijd 800 vestigingen en 200 servicepunten. De Rabobank zou dus best willen samenwerken met bibliotheken. Is dat mogelijk?

Mogelijkheden voor de Rabobank?
Als ik bibliotheekdirecteur zou zijn en de Rabobank meldde zich, zou ik zeker het gesprek aangaan. Toch zijn er wel wat obstakels. Want er zullen bibliotheekdirecteuren zijn die vinden dat je je niet met zo'n commerciële partij in moet laten. Bibliotheken moeten natuurlijk niet gezien worden als de 'goedkope helpdesk' van een bank. Helemaal mee eens maar het betekent niet dat je niet iets voor elkaar kunt betekenen.

Welke mogelijkheden zijn er zoal? Ik zie er wel een paar.

Optie 1: Ruimte huren
De eerste optie is natuurlijk gewoon ruimte verhuren. Ik zou er voor kiezen om dat zowel voor de bibliotheek als bank goed herkenbaar te laten zijn.  Eind jaren '90 hadden veel bibliotheken in Overijssel een collectieve huurovereenkomst met commerciële zorgverzekeraar Amicon. Voor de verzekeraar was het prettig dat één partij dat voor alle bibliotheken kon regelen.

Optie 2: Curussen internetbankieren
In veel bibliotheken worden al cursussen internetbankieren gegeven, vaak samen met SeniorWeb. Het feit dat veel bibliotheken al faciliteiten en trainers hiervoor hebben, is een punt dat bibliotheken goed kunnen gebruiken tegen de genoemde concurrenten 'de supermarkten'. Overigens moet je als bibliotheek wel altijd bedingen dat dit niet exclusief is. het liefst zou ik een afspraak maken met meerdere banken tegelijkertijd.

Optie 3: Internetbankieren in de bibliotheek
Tja, bij de Belastingdienst bieden we aan dat mensen in de bibliotheek hun formulier in kunnen vullen. Daar worden door de Belastingdienst wel een paar tips voor bibliotheken voor gegeven om veiligheid en privacy van gebruikers te waarborgen. Nog een stapje verder gaat de mogelijkheid dat mensen zelf kunnen internetbankieren in de bibliotheek. Overigens: dat kan allang als je geen extra randapparatuur nodig hebt. Of het allemaal veilig is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. Maar onmogelijk acht ik dit helemaal niet.

Zo, zomaar drie opties voor de vuist weg. Ziet u er nog meer? En is samenwerken met een bank mogelijk?

Ennuh, wat denkt u, is een gezamenlijk aanbod op veel plekken meer waard dan ieder afzonderlijk een aanbieding doen? Precies, dat leek mij ook.

Dus wie gaat de Rabobank namens ons allemaal bellen als we dit willen?

dinsdag 13 december 2016

Slechts 5% van de bevolking kan écht overweg met computers.... Nog werk te doen bibliotheken!

U krijgt een paar mailtjes van vrienden en die vragen u op basis van de door hun voorgestelde tijden een vergaderruimte te reserveren in een digitale applicatie. Hoeveel procent van de bevolking kan dat? Het antwoord is: slechts 5%. Tenminste in de 33 rijkste (OECD)-landen.

Deze opdracht is iets wat je in level 3 van het schema moet kunnen. Een level 1 opdracht is bijvoorbeeld om een e-mail via 'alle beantwoorden' te beantwoorden. Dat lijkt voor u een makkie maar meer dan 25% van de mensen tussen 16 en 65 jaar in Nederland kunnen dat niet.

Deze cijfers komen uit het OECD-rapport 'Skills matter'. Vorige week meldde ik u al dat 18% van de jongeren laaggeletterd is, deze week dus de ongemakkelijke uitkomst dat slechts 5% echt goed overweg kan met computers. En als u dit leest, behoort u waarschijnlijk tot die 5% (want wie leest nu blogs?)

Belastingdienst  en ebooks
Waar denkt u dat het invullen van een formulier van de Belastingdienst zit? Of het downloaden van ebooks? Leest u het artikel van de Nielsen Norman Group nog maar eens na. Daar vindt u een goede beschrijving van de verschillende niveau's. Ik schat zo in dat de Belastingdienst op de grens van niveau 2 en niveau 3 zit. En ach, wie weet dat de helft van de Nederland dat formulier niet zelfstandig invult, snapt ook waarom.

Met andere woorden: om Nederland verder te helpen moeten we nog flink investeren in vaardigheden. Stop dus niet te snel met internet- of Windows-cursussen. Ga door met de tablet-cafés en organiseer uw digitale spreekuren. Er moeten nog grote groepen mensen zijn die om deze cursussen zitten te springen. Als ze (nog) niet komen, wil dat slechts zeggen dat ze u nog niet gevonden hebben. Want ze zijn er wel degelijk.

Startkwalificatie
Het OECD-rapport staat vol met grafieken. Een paar honderd minstens. Eén van de opvallende grafieken die ik tegen kwam is de volgende. Het gaat dan over het percentage van de bevolking dat geen hogere vorm van voortgezet onderwijs heeft gevolgd (zeg maar HAVO/VWO). Nederland scoort daar opvallend slecht.



Nederland staat naast Cyprus. Moeten we nog meer zeggen?   Hoewel Nederland een gemiddeld aantal hoger opgeleiden heeft - blijkt uit andere tabellen - hebben we relatief veel mensen die op VMBO-niveau blijven steken. Van 25-34-jarigen heeft bijna 20% dus geen afgronde opleiding in een hogere vorm van Voortgezet Onderwijs. Dit zijn mensen die - met hun leeftijd - nog doorwerken tot hun 72e jaar. Gaan ze dat redden met alleen die opleiding? Ik denk dat dat een illusie is.

Dat beeld wordt bevestigd met andere cijfers waaruit blijkt dat 50% van de  werkzoekenden in de kaartenbakken van de gemeenten geen startkwalificatie heeft. En dat ouderen (55-65 jaar) in deze cijfers oververtegenwoordigd zijn.

Nederland is nog lang niet af
Wie dus denkt dat Nederland wel ongeveer af is, heeft volstrekt ongelijk. Aan de onderkant van de samenleving ligt nog een gigantische scholingsopgave. Een opgave waar vooral mensen bij horen die gezien hun leeftijd niet meer in formele onderwijstrajecten komen.

Bibliotheek als Universiteit van de straat?
Bibliotheken zijn al Taalhuizen en soms ook Digitaalhuizen. Er moet een grote groep zijn die zich eigenlijk niet zelfstandig kan redden en dus vaak ondersteuning krijgt of die zijn apparatuur maar heel beperkt gebruikt. Dat iemand een computer, smartphone of tablet heeft, wil dus nog niet zeggen dat hij of zij er goed mee overweg kan.

Verder zie je dat er nog een enorme brede scholingsvraag ligt in onze samenleving. Want naast computers zijn er dus ook grote groepen die zonder startkwalificatie werkloos zijn of aan het werk maar met weinig perspectief als ze werkloos worden.

Hoe ga je dat oplossen als samenleving? Zou de bibliotheek zich als een 'Universiteit van de straat' kunnen doorontwikkelen?  Met ruim aandacht voor taal, computers, internet maar ook ondersteuning rond werk, geld, belasting, gezondheid, opvoeding en welzijn?

Het lijkt een onmogelijke opdracht. Want als je hier echt werk van wilt maken is er veel meer kracht nodig: overheden die zich hierachter scharen en lokale en landelijke partijen die meedoen.

Ik haal mijn zespuntenmanifest voor een digitaal deltaplan maar weer eens van stal. En laten we dat eens koppelen aan werkgevers en overheden die bereid zijn om Nederland echt verder te helpen.

Verder lezen:
OECD-Rapport Skills Matter
Artikel Boingboingnet
Artikel Nielsen Norman Group
Zespuntenmanifest Digitaal Deltaplan

Afbeelding: Nielsen Norman Group

zondag 11 december 2016

Tussen tafellaken en servet...


Het is half acht in de ochtend. Het is nog donker en het miezert. Ik loop naar de parkeerplaats waar mijn auto staat. Een eindje lopen. Als ik de auto bereik zie ik een jongen staan. Dertien, veertien jaar oud. Fiets in de hand en hij kijkt naar zijn ketting. 'Ketting eraf?' vraag ik hem. Hij mompelt iets. Daar zijn jongens van deze leeftijd goed in: mompelen. Ik twijfel tussen doorlopen of helpen.

Ik loop door. Stap in en draai van de parkeerplaats. Als ik wegrijd, zie ik tranen op zijn gezicht. Ik stop en stap uit. 'Joh, gaat het niet?' vraag ik. Snikkend laat hij zien fiets zien. Ik kijk mee. Kansloos. Ketting vast. 'Ben je ver van huis?' vraag ik. Hij noemt een wijk vijf kilometer verderop. 'En waar zit je op school?' Hij noemt een school drie kilometer verderop. Zal je zien, net op het punt waar je het niet kunt gebruiken. Lopen is geen optie.

Mijn tijd begint te dringen. Als ik nu niet ga rijden, kom ik in lange files terecht. De jongen raakt in paniek. 'Wat moet ik nou! Die stomme fiets!' Zijn lichaam schokschoudert, zwarte handen en een betraand gezicht.

'Ik denk dat je je ouders even moet bellen. Wil je mijn telefoon even gebruiken?' Sniffend knikt hij. Hij pakt zijn eigen telefoon en laat me het nummer zien. Ik toets het in en geef hem de telefoon.  Huilend zegt hij: 'Ja, mam, die stomme fiets van mij is helemaal kapot!' Na dertig seconden geeft hij de telefoon terug. 'Mijn moeder haalt me op.'

Ik vraag nog even of hij geen proefwerk of zo heeft het eerste uur. Nee, niets van dat alles. 'Nou, dan komt het nu allemaal wel goed zo'. Hij knikt en stopt met huilen.

Dertien, veertien jaar. Door een kleinigheid uit het lood. Plotseling weer een klein kind. Nog een paar jaar en hij zal die onzekerheid overschreeuwen.  Ik rij weg en zwaai naar hem. Hij zwaait wat onbeholpen terug, ook daar zijn jongens van deze leeftijd goed in. Tussen tafellaken en servet.

Foto: Giesje

donderdag 8 december 2016

Alle hens aan dek! De cijfers achter 18% laaggeletterdheid bij jongeren

Het was dinsdagavond. En ik twitterde dit bericht:

In presentaties voor gemeenteraden haalde ik vaak al aan dat uit Pisa-onderzoek bleek dat 14% van de 15-jarigen laaggeletterd was. Ik vertel er dan bij dat dit allemaal kinderen zijn die na 2000 zijn geboren. Het is geen jaren '50 of '60. Nee, dit is nú!

En dat aantal is dus opnieuw gestegen. 18%. Bijna één op de vijf. In Nederland worden bijna 500 baby's per dag geboren. Daarvan zijn er dus bijna 100 als ze vijftien zijn laaggeletterd. Ook vandaag zijn die dus geboren. Het bericht bleef nog lang in mijn hoofd: hoe kon dit? Wat gebeurt er toch? En dat ondanks alle extra initiatieven rondom taal en lezen.

Tijd om dus wat verder in het PISA-onderzoek te duiken en de cijfers eens wat beter te bekijken. Want een retweet is snel gedaan. Maar wat zit erachter? En wat doen we er mee?

PISA
Volgens de eigen website is PISA:
'een internationaal peilingonderzoek naar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen. Sinds 2000 wordt elke drie jaar in een groeiend aantal landen een representatieve steekproef van scholen en daarbinnen leerlingen getrokken. Deze leerlingen maken toetsen voor leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en natuurwetenschappelijke geletterdheid. Het doel van PISA is vast te stellen in hoeverre het onderwijsstelsel in de deelnemende landen leerlingen opleidt tot zelfstandige burgers.'
Eén van de onderdelen in het onderzoek is leesvaardigheid en dat volgen ze dus al vele jaren. Hierboven ziet u wat het percentage laaggeletterde 15-jarigen in Nederland in de afgelopen 15 jaar. We begonnen op 11,5% en via wat gewiebel zitten we nu op 18%.

De droge conclusie van PISA:
Ondanks de geconstateerde fluctuaties lijkt het percentage laaggeletterden in Nederland dus toe te nemen. 
We dweilen met de kraan open...
Want waarom is dit nu zo'n groot probleem? Nou, omdat geen kind laaggeletterd geboren wordt. Als iedereen met voldoende taal in aanraking zou komen en leesplezier zou kennen tijdens zijn of haar jeugd is het probleem bij de volgende generatie opgelost. En wat we hier zien is dat juist dat de volgende generatie meer laaggeletterden kent dan de huidige. Met andere woorden: we dweilen met de kraan open.


Nederland zakt internationaal weg
Is het in andere landen ook zo beroerd? Het antwoord is  ja en nee. Wie kijkt naar bovenstaande grafiek  kijkt, ziet dat Nederland nog steeds beter dan gemiddeld scoort op de OESO-index maar dat Nederland ook harder wegzakt dan de gemiddelde index.

Wie kijkt naar de positie van Nederland binnen de OESO- of EU-index ziet dat Nederland daalt van respectievelijk de 8e naar de 12e en van de 4e naar de 7e positie.

Ambitie leescoalitie
Eind 2014 maakte Prinses Laurentien bij het bibliotheekcongres de ambitie van de Leescoalitie bekend: In 2025 verlaat geen enkel kind de basisschool met een leesachterstand en in 2025 is elke volwassene geletterd of bezig dat te worden.

Die ambitie lijkt verder weg dan ooit. Lijkt zeg ik met opzet. Want tegelijkertijd zie ik in de samenleving steeds meer mensen opstaan die als taalmaatje of als buddy meewerken. Ik zie steeds meer bibliotheken met programma's rond bibliotheek op school en taalhuizen. Ik zie meer en meer gemeenten, provincies en ministeries die opstaan en zeggen dat hier wat aan moet gebeuren. En nog een klein voorbeeld: ik hoorde laatst dat in de CAO voor de schoonmaakbranche nu is opgenomen dat er extra aandacht en fondsen komen voor laaggeleterdheid in deze branche.

Een mooie rol voor bibliotheken
Daarom zeg ik 'lijkt de ambitie verder weg dan ooit'  Want er is meer energie dan ooit om het probleem aan te pakken. Maar mijn klacht is wel dat de energie die er is, nauwelijks gebundeld is en dat initiatieven nog steeds naast elkaar bestaan. Het bedrijfsleven weet niet wat er bij het maatschappelijk middenveld gebeurt en de scholen en kinderdagverblijven weten niet wat er voor volwassenen gebeurt. Er moeten veel meer onderlinge verbindingen komen.

Ik zie daar een hele mooie rol voor bibliotheken: verbind bedrijfsleven met maatschappelijk middenveld en verbind de wereld van kinderen met die van volwassenen.

VMBO en Boekstart
De samenwerking met onderwijs en bibliotheken blijft prioriteit. Als u dacht dat u klaar was met een schoolbibliotheek op elke basisschool: vergeet het maar. De komende jaren is een uitrol naar met name het leesonderwijs op het VMBO nodig. Die 1.000 woorden per jaar die je leert door 15 minuten per dag te lezen kunnen ze daar goed gebruiken.

Maar er is nog veel meer: juist in de jongste jaren moet de winst gemaakt worden. Boekstart is nog maar het begin. De komende decennia zullen we onze programma's op dit terrein fors moeten uitbreiden. Substantiële delen van onze subsidie zullen hier naar toe gaan.

Intensiveren
Verder: het kan niet anders of verschillende overheidslagen gaan hun investeringen hierin intensiveren. Gelijke kansencoalitie, Tel mee met Taal, Armoedebeleid, Onderwijs vanuit allerlei beleidsportefeuilles gaat dit komen. Gaan we ons daar als bibliotheeksector samen voor aanbieden? Wat mij betreft wel.

Want die ambitie van de leescoalitie: ik geloof daar echt in. In 2025 verlaat geen kind de basisschool met een leesachterstand en iedereen geletterd of bezig dat te worden.

Alle hens aan dek!

dinsdag 6 december 2016

Van Swelmen: 'Van collectie naar correctie en van recessie naar repressie!’


De immer erudiete directeur van de Bibliotheek Oppendam laat ook dit maal zijn eigenzinnige blik gaan over het bibliotheekwerk. Ditmaal maakt hij zich druk over de ridicule gedachte van een boetevrije bibliotheek.

Spuugzat ben ik ervan! Weer gaat een hele provincie over naar dat ‘boetevrije’ systeem.  Heel Groningen – u weet wel,  dat post-koloniale gebied dat we al jaren leegzuigen vanwege het gas – kan nu ook zonder boetes boeken lenen.  Met de bodemdaling aldaar is ook het niveau van het gezond verstand evenredig gedaald volgens mij. Ik leg het u nog één keer uit!

Gratis geld bestaat niet!
Ook  nu wordt het weer met ronkende marketingtermen verkocht: ‘dit is wat onze klanten willen, ze vinden die boetes heel vervelend. Daarom stoppen we ermee!’ Lariekoek natuurlijk. Ja, ik wil ook wel minder belasting betalen, of  geen snelheidsboetes of gratis met het openbaar vervoer. Ja, maar iedereen snapt toch ook dat dat niet kan. Gratis geld bestaat niet!
   
En u snapt ook wel dat het niet werkt. Want hoeveel herinneringsmailtjes en misschien zelf nog  boetkaarten stuurt u niet per week?  Per week hebben de Nederlandse bibliotheken 1,5 miljoen uitleningen. Als daar 20% niet op tijd van terugkomt – en dat lijkt me nog conservatief geschat gezien de gierige volksaard - zijn dat 300.000 mensen per week! Dat gedrag verander je niet door het boetevrij te maken. Dat is slecht gedrag juist belonen! Rijdt iedereen harder dan 120, dan maken we er 130 van! Gebruikt iedereen toch soft-drugs? Dan legaliseren we dat gewoon! Leveren toch veel klanten hun boeken te laat in? Dan schaffen we de boetes toch af!

Wie te laat is, minacht de Cultuur
Met andere woorden: die softe gedoogaanpak van de afschaffing van boetes is onzin! De zweep moet er juist over!  Een harde aanpak! Zero tolerance! We moeten onze klanten opvoeden. Strak aan de lijn want anders gaan ze aan de haal met ons. Klanten die te laat zijn, minachten bibliotheken. Eigenlijk minachten ze met hun te-laat-terugbrengen het cultuurgoed in het algemeen en bibliotheken in het bijzonder.

Van collectie naar correctie
En dus werkte de bibliotheek Oppendam in het diepste geheim al de afgelopen tijd aan een veel betere oplossing: ‘Van collectie naar correctie’. Geloof de nieuwlichters niet die zeggen dat u van ‘Collectie naar connectie’ moet. Niet meer mens centraal, ook niet de collectie maar de regels!
Het doel heiligt de middelen. We hebben nu decennia lang geduld gehad met al die lapzwansen die maar te laat blijven komen. We zijn begonnen bij de bibliotheekmedewerkers zelf. Allemaal ontslagen. Want u snapt: die waren allemaal nog van pappen en nathouden. Er zijn nieuwe medewerkers aangesteld. Allen van beveiligingsbedrijven. En deels kennissen van de kroegbaas van Het Duifje want die heeft goede connecties bij heren waar de handjes wat losser zitten. En ik moet zeggen: het scheelt aanmerkelijk. Dat we onze nieuwe medewerkers ook pepperspray en een tacer meegaven zal ook gescheeld hebben.

‘We weten waar uw kinderen op school zitten’
Ook in onze aanmaningen zijn we strenger geworden. Die is gekoppeld aan onze administratie van de Bibliotheek op School. Ons herinneringsmailtje eindigt dan ook met ‘we weten waar uw kinderen op school zitten. Laat het niet zover komen’.  Scheelt ook geweldig! De boeken stromen binnen. We kunnen gewoon met minder collectiebudget toe! U ziet het werkt: ‘van collectie naar correctie!’
Ook met incassobureaus werken we niet meer. Naar mijn gevoel echt nog veel te aardig. Komen ze er nog gewoon vanaf met een geldbedrag! Nee, wie de cultuur zo minacht met zijn of haar gedrag moet voelen! Het leger er dus op af! Die haalt ze met een legertruck thuis op. In onze onverwarmde  kelder van de bibliotheek moet men dan verplicht het boek uitlezen. In het donker natuurlijk.  Boekboarden noemen we dat. Het werkt fantastisch!

Hangende pootjes
Nou ja, ik zie alle Nederlandse bibliotheken wel weer met hangende pootjes op werkbezoek komen. Huilend dat ze de helft van hun collectie kwijt zijn. Treurend dat de burgers geen enkel ontzag meer voor ze hebben. Maar ja, ze moeten er eerst achter komen dat die gedoogpolitiek van boetevrij niks oplevert. Berouw komt pas na de zonde. Nou ja, het komt mij ook wel goed uit want het loopt nog storm met de excursies hier: Rusland, Noord-Korea, Turkije, Cuba, China en Syrië komen de komende week nog langs. En volgens mij zag ik dat zelfs president Trump op mijn voicemail stond…’Mister Van Swelmen, make the fees great again!’


Van recessie naar repressie. En van collectie naar correctie. En niks anders.

zondag 4 december 2016

Zing Nederlands met me.... leer Nederlands met 115 dB!


Willemijn van de Walle - een twitteraccount dat mij altijd laat glimlachen - twitterde zondagmiddag over bijgaande initiatief: Zing Nederlands met me.

Elke laatste zondag van de maand worden in Paradiso mensen uitgenodigd die het leuk vinden om al zingend Nederlands te leren. De site van Paradiso meldt bijvoorbeeld over de bijeenkomst van 25 september:
`Onder begeleiding van pianist Thomas Hanenberg en voorzanger Senna Gourdou worden een uur lang liedjes van bekende Nederlandse artiesten gezongen. Het thema van deze editie is: plaatsnamen.Tijdens Zing Nederlands Met Me worden een uur lang zes verschillende Nederlandse liedjes gezongen, in de bovenzaal van Paradiso. Iedereen die Nederlands wil leren en/of uit volle borst Nederlandse klassiekers – van Benny Neyman tot Kenny B - wil zingen is welkom. Paradiso zorgt voor een pianist, een voorzanger, liedteksten en een drankje. Deelnemers worden begeleid door artiesten zoals Lucky Fonz, Meral Polat, Big Boy Caprice, Jörgen Tjon A Fong en Manoushka Zeegelaar Breeveld, en pianisten Andy Ricardo, Thomas Hanenberg en Danny van Kessel.`
 Een soortgelijk idee heb ik ook al wel eens van bibliotheken gehoord. En even zoeken leerde me inderdaad dat dit bibliotheek Zuid-Kennemerland was. Een initiatief met een glimlach want naast zingen leer je de taal, leer je iets van cultuur en maak je makkelijk contact met elkaar.... Met 115 decibel Nederlands leren!



vrijdag 25 november 2016

The economc value of the library 2/2: Elke cursist Digisterker levert elk jaar € 125,- op voor de samenleving


Gisteren schreef ik nog ever het economische effect van de bibliotheek op kinderen. Vandaag ga ik in op het effect van cursussen basisvaardigheden. Ook daarover weet het Deense rapport 'The economic value of the library' interessante dingen te zeggen.

Jaarlijks 1% van de volwassenen een digitale training
Elk jaar hebben de Deense bibliotheken 48.000 cursisten voor digitale vaardigheden. Denk dan aan onze cursussen Klik & Tik en Digisterker.  Dit komt overeen met 1,1% van de volwassen Deense bevolking. Ik denk dat dit vergelijkbaar is met de Nederlandse situatie, zeker nu we deze cursussen breed gaan aanbieden in de samenwerking met de Belastingdienst.

Door deze digitale trainingen kunnen mensen zelfstandig beter zaken afhandelen op internet. Zelf iets aanvragen bij de gemeente of zelf een belastingformulier invullen. Dit leidt tot besparingen bij de overheid doordat er minder post verstuurd wordt, er meer digitaal wordt afgehandeld (en dus minder aan een balie met personeel). Dat geldt niet alleen voor de overheid maar ook voor banken bijvoorbeeld.

Tot slot is de opbrengst voor degene die de cursus doet een besparing in tijd (want je hoeft niet op het fietsje naar het gemeentehuis) en een vergroot gevoel van regie over je eigen leven (want je kunt je eigen zaken regelen).

De opbrengst wordt door de Deense onderzoekers gekwantificeerd op 45 miljoen Deense kronen. Dat is zo'n € 6 miljoen.

Een cursist Digisterker bespaart de samenleving € 125,- per jaar
Per cursist is de opbrengst € 125,-. Per jaar wel te verstaan. Want die besparing is er niet alleen dit jaar maar ook volgend jaar. En het jaar er op.

En dat terwijl de Deense bibliotheken ook volgend jaar weer 48.000 cursisten opleiden. Met opnieuw € 6 miljoen besparing tot gevolg. De besparing loopt dus zo op van € 6 miljoen naar € 12 miljoen naar € 18 miljoen etc. Uiteraard zal die besparing niet lineair doorgaan maar een flink effect is er wel.

Kort gezegd zou je kunnen zeggen dat elke cursist Digisterker een jaarlijkse besparing oplevert van € 125,-. Nou, wie zou daarin niet willen investeren?

Ook in Nederland?
Het onderzoek in Denemarken is met enig lef uitgevoerd. Her en der zitten wel wat gestapelde aannames maar enig opportunisme mag in deze tijd volgens mij wel.

In Nederland is er wel wat onderzoek gedaan maar nog niet op de manier zoals bij de Denen. Een aardig overzicht vind je bijvoorbeeld in dit artikel van Bibliotheekblad. Nog altijd sterk - maar wel specifiek voor laaggeletterden - is de berekening van Stichting Lezen & Schrijven. En tot slot hebben wij onze fact sheet van Bibliotheek en vaardigheden van onze onvolprezen VOB.

Wat mij betreft herhalen we dit onderzoek in Nederland. En het liefst nog voor de verkiezingen (landelijk, gemeentelijk, provinciaal - omcirkel wat u van toepassing vindt).

donderdag 24 november 2016

The economc value of the library 1/2: Hoe kinderen een miljoen verdienen bij de bibliotheek

Beste bibliotheken, we hebben goud in handen maar we vergeten het te laten taxeren. Dat is mijn conclusie na het lezen van 'The economic value of public libraries'.  Tijdens mijn bezoek in Denemarken wees de directeur Dokk1, Rolf Hapel, me op dit interessant Deense onderzoek.

Rolf Hapel vroeg mij tijdens het bezoek of ik wist wat de economische waarde was van elke dag lezen. Dat is iets wat we in Nederlandse bibliotheken met de Bibliotheek op School toch flink stimuleren. Hoewel ik van cijfers houd, moest ik het antwoord schuldig blijven.

In twee artikelen ga ik in op dit onderzoek. Vandaag over de opbrengst voor jongeren.

Bibliotheekgebruik en opleidingsniveau

Hierboven ziet u het verband tussen bibliotheekgebruik van jongeren en hun hoogst genoten opleidingsniveau. U ziet: hoe meer gebruik, hoe hoger het opleidingsniveau. Voordat dit plaatje getoond wordt in het onderzoek is eerst aangetoond hoeveel gebruik kinderen maken van de bibliotheek (antwoord: veel) en wat het effect is van goed kunnen lezen en je te bereiken opleidingsniveau (antwoord: veel).

De conclusie van het onderzoek is dat bibliotheken een flinke positieve bijdrage leveren aan de kansen van kinderen om hoger onderwijs te bereiken. Let goed op de bewoordingen: een flinke positieve bijdrage maar geen direct causaal verband.

Wie goed leest, verdient een miljoen euro extra
Het onderzoek stopt hier echter niet maar vertaalt dit ook door naar de salarissen die later verdiend gaan worden. Wie minder goed kon lezen, eindigde lager op de opleidingsladder en krijgt daarmee later een lager salaris. Dat ziet er in Denemarken als volgt uit.

Met andere woorden: hoger opgeleiden verdienen tot 83% meer dan laagopgeleiden. Zelfs in zo'n egalitair land als Denemarken. Ergo: kinderen die veel lazen en de bibliotheek flink gebruikten verdienen tijden hun werkzame leven gemiddeld 7 miljoen Deense kronen meer dan iemand die weinig las en weinig opleiding volgde. 7 miljoen Deense kronen is ongeveer € 1 miljoen.

Goud in handen
Bibliotheken versterken de leesvaardigheid van kinderen. De leesvaardigheid draagt direct bij aan het te bereiken opleidingsniveau van een kind. Het opleidingsniveau verbetert het salaris dat iemand zal gaan verdienen. Ergo: bibliotheken dragen bij aan economische voorspoed.

Er is een gerede kans dat wie vroeger  veel naar de bibliotheek ging, in zijn werkzame leven € 1 miljoen meer verdient dan iemand die dat niet deed.

Als u een miljoen wilt verdienen, kunt u kiezen tussen een Staatslot of  de Bibliotheek. De winkans bij de bibliotheek is vele malen groter. En voor kinderen nog gratis ook.

woensdag 16 november 2016

Hoe de Deense bibliotheken eind 2017 één landelijk bibliotheeksysteem hebben

In Nederland wordt  onder regie van de de Koninklijke Bibliotheek onderzoek gedaan naar een mogelijk landelijk bibliotheeksysteem voor openbare bibliotheken. In Vlaanderen lopen ze nog een paar stapjes voor op Nederland en zitten ze bijna in de fase van aanbesteding. Maar in Denemarken.... daar zijn ze eind volgend jaar gewoon klaar met de uitrol.

Naast een bezoek aan Dokk1 in Aarhus, sprak ik afgelopen week ook verschillende bibliotheekcollega's in Denemarken die betrokken zijn bij dit landelijke Deense bibliotheeksysteem. `

Startsituatie
De Deense situatie lijkt wel wat op de Nederlandse: er zijn 98 gemeenten  die elk een eigen bibliotheek onderhouden. En elk van die bibliotheken heeft een eigen bibliotheeksysteem, soms geclusterd in regiosystemen. Men kent een gezamenlijk Deens bibliografisch centrum die de nationale titelcatalogus bijhoudt. En men heeft een Deense digitale bibliotheek met onder andere een ebookplatform. En tot slot: men werkt samen met schoolbibliotheken.

Nou, klinkt bekend toch?

Samen optrekken
De gemeenten in Denemarken - waar bibliotheken onder vallen - hebben een gezamenlijk ICT-bedrijf Kombit. In 2012 begon dit bedrijf een proces om gezamenlijk met bibliotheken te komen tot de invulling van een landelijk bibliotheekysteem.  Men wilde een modern bibliotheeksysteem dat zowel openbare bibliotheken als schoolbibliotheken zou integreren. Verder zocht men naar manieren om kosten te besparen  en men wilde steviger sturing kunnen hebben op de innovatie. Deze innovatie was tot op dat moment sterk afhankelijk van de 'nukken' van de leveranciers.

Klinkt nog steeds bekend? Dan wordt het toch interessant om eens te kijken hoe ze dat gerealiseerd hebben.



2012/2013: Gezamenlijk programma van eisen en intekening
Men startte een project waarbij gezamenlijk een programma van eisen werd opgesteld en waar een gezamenlijke prijs op werd afgesproken. Bibliotheken werd gevraagd om akkoord te gaan met het programma van eisen en de genoemde prijs. Als meer dan 90% van de bibliotheken zou intekenen, zou  het ICT-bureau Kombit een aanbesteding uitzetten.

2013/2014: Bouw van een nieuw bibliotheeksyteem
Inderdaad tekenden voldoende bibliotheken in en de aanbesteding volgde. Het Deense bedrijf Dantek - dat even later overgenomen werd door Systematic - won de aanbesteding. Systematic bouwde vervolgens in anderhalf jaar een compleet nieuw bibliotheeksysteem: Cicero.

2015: Pilotinstallatie bij twee bibliotheken
In 2015 startte de uitrol bij twee bibliotheken.  Na installatie volgende een periode van vier maanden waarbij kinderziektes werden opgelost.

2016/2017: Uitrol 96 bibliotheken
Na deze pilot-periode lijkt het bibliotheeksysteem voldoende uitgekristalliseerd. Elke week worden nu twee bibliotheken overgezet naar het landelijke bibliotheeksysteem. Die uitrol gaat met een militaire precisie en de leverancier Systematic heeft hiervoor een uitgekiende procedure en mooie toolkit voor bibliotheken.



Cicero: integratie met Digitale bibliotheek en Nationale Bibliotheek Catalogus.
Het systeem dat Systematic bouwde gebruikt de catalogus van het DBC (Deens Bibliografisch Centrum). Het systeem heeft dus geen eigen catalogusmodule. Verder integreert het met de ebookplatform van DDL (Deense Digitale Bibliotheek).

Synchronisatie met de basisadministratie van de overheid
De Deense bibliotheken kennen geen contributie en je kunt lid worden op vertoon van je zorgverzekeringskaart die elke Deen heeft. De ledenregistratie is via een serviceplatform gekoppeld aan de administratie van deze zorgverzekeringskaart. Alle benodigde gegevens worden gesynchroniseerd met het bibliotheeksysteem.

1.350 schoolbibliotheken
In Deense wetten is vastgelegd dat elke school een schoolbibliotheek moet hebben. In Denemarken ga je van 6 tot 16 jaar naar de 'basisschool'. Elke school heeft dus ook een bibliotheek. De samenwerking met bibliotheken verschilt overigens wel wat met die in Nederland. Scholen zijn vaak in staat die bibliotheek op eigen kracht in te richten en uit te voeren.  Maar het bibliotheeksysteem is ook in klap voor alle schoolbibliotheken.

Wel back-end, geen front-end
Bijzonder vond ik overigens wel dat in de standaardleverantie aan bibliotheek geen front-end wordt geleverd. Met andere woorden: de zoekinterface moet je er nog los bijbestellen. Dat kan bij dezelfde leverancier maar dat kan ook bij een andere partij. Die situatie lijkt een beetje op de situatie in Nederland met de NBC+.

Petje af voor de Denen
De Deense situatie is bijzonder interessant voor Nederlandse bibliotheken. Waar ik vooral met bewondering naar sta te kijken, is dat ze in 18 maanden een compleet nieuw bibliotheeksysteem hebben gebouwd. Daar is echt door tientallen programmeurs tegelijk aan gewerkt.  Het is ze gelukt om een koppeling te maken naar landelijke modules zoals een gezamenlijke catalogus en de digitale bibliotheek. En vervolgens sluiten ze nu twee bibliotheken per week aan. In exact vijf jaar tijd ronden ze het hele proces af.

Ik neem mijn petje af voor die Denen. Een bijzonder knappe prestatie en wellicht een wenkend perspectief voor Nederland.

Voor meer info:
Goede Engelse beschrijving van de Deense situatie door Systematic
Programma van Eisen van het Deense systeem (wel Deens maar je kunt er aardig door heen lezen)

zondag 13 november 2016

Dokk1 in Aarhus:Vier lessen over de transformatie naar publieke ruimte voor ontmoeting en ontwikkeling


De afgelopen week was ik op uitnodiging van een aantal collega's van Bibliotheek Aanzet mee naar het Lourdes van dit moment voor bibliothecarissen: Dokk1 in Aarhus. Twee dagen lang ben ik  ondergedompeld in het wel en wee van deze trekpleister van formaat. Geen flitsbezoek van een paar uur maar gesprekken met veel collega's over de bouw van Dokk1, hun visie op vernieuwing en de praktijk. En ik kom terug met vier lessen over de transformatie van de bibliotheek. Maar voordat ik daarmee verder ga, bekijk ook even de presentatie en foto's van Dokk1 want ik zal er her en der naar verwijzen.

 

Les 1. Stap voor stap innoveren
Dokk1 is niet zo maar ontstaan. De voorbereiding en besluitvorming rond de bouw is iets dat jaren in beslag heeft genomen. Ik kan me herinneren dat ik ruim tien jaar geleden ook al op bezoek was in Aarhus (samen met Overijsselse en Flevolandse bibliothecarissen) en dat toen al gesproken werd over nieuwbouw. Die lange besluitvorming heeft er voor gezorgd dat deze bibliotheek jarenlang de overgang naar een nieuw gebouw heeft kunnen voorbereiden. Jarenlang heeft men al van alles uitgeprobeerd in het oude pand. Voor sommige zaken was echt het nieuwe pand nodig (zoals veel studieplekken) maar veel zaken kan eigenlijk iedereen invoeren. Een aardige methode die ze daarvoor ontwikkeld hebben is die van design thinking.  Hun kennis daarover delen ze via de website Desgin Thinking for Libraries. De methodiek is ontwikkeld samen met de bibliotheek van Chicago met ondersteuning van de Gates foundation.

Les 2. Brede doelgroep
Dokk1 richt zich in haar beleid niet alleen op groepen die ondersteuning nodig hebben maar stelt zich op als brede publieksinstelling. Ja, er is ook aandacht voor laaggeletterden of digibeten maar het beleid is nadrukkelijk breder. De publieke ruimte die Dokk1 is, is één van de weinige publieke plekken waar iedereen van de samenleving kan zijn: hoogopgeleid, laagopgeleid, arm, rijk, uit eigen of uit een ander land. Dokk1 is ervan overtuigd dat met elkaar vertoeven in zo'n gebouw leidt tot meer wederzijds begrip. Of je nu wat met elkaar doet of niet: het feit dat we onder één dak bezig zijn, betekent dat je elkaar ziet en daarmee erkent dat je bij elkaar hoort. In een samenleving die meer en meer segregeert, kon het juist wel eens belangrijk zijn dat er dergelijke ruimtes zijn.

Ik vermoed dat we daar in Nederland ook naar toe gaan. De afgelopen jaren hebben Nederlandse bibliotheken stevig geïnvesteerd aan de onderkant van hun programma's: Bibliotheek op School en  basisvaardigheden. Daar moeten we mee doorgaan maar ik voorzie ook dat we de komende jaren gaan doorgroeien naar persoonlijke ontwikkeling en een Leven Lang Leren voor iedereen.

Les 3. Van jeugdbibliotheek naar jeugdlab
Eén van de ontwikkelingen waar ik zelf erg blij van werd was die van de jeugdbibliotheek. Ja, met nog steeds veel jeugdboeken maar vooral gericht op kinderen die samen met hun ouders de bibliotheek bezoeken. Ouders worden nadrukkelijk uitgenodigd om van alles samen met hun kinderen te doen: klimmen in het klimpaleis, spelen in een speciale kruipruimte voor baby's, tekenen aan de tafels, voorlezen op de vele banken of gamen in de gamezone.

Nu steeds meer scholen in Nederland een schoolbibliotheek hebben, is de vraag natuurlijk ook hoe de traditionele jeugdbibliotheek zich verder moet ontwikkelen. Aarhus geeft daar een prachtig voorbeeld van. Kinderen - en ouders - zullen uren zoet kunnen zijn op deze afdeling.

Les 4. Wat ruimte doet
Zoals je in de foto's al kunt zien is Dokk1 een enorm gebouw. Het gebouw is zo flexibel mogelijk ingericht zodat er gelijktijdig zoveel mogelijk activiteiten kunnen plaats vinden. Eerst is benoemd welke ruimtes er allemaal nodig zijn en pas daarna is de collectie erin geplaatst. Naast de jeugdbibliotheek die ik net al aanhaalde zijn er op diverse plaatsen studie- en overlegruimtes beschikbaar voor iedereen (zonder kosten) en er is een prima café. Verder is er een innovatielab en maker space, een stadskantoor en een stadsarchief en zijn er twee theaterzalen. Ik schat dat er een kleine 400 werk- en studieplekken zijn en in de twee doordeweekse dagen dat ik er was, waren al die plekken bijna allemaal continue bezet. De inwoners van Aarhus nemen massaal beslag van dit pand. En dat is nou net de bedoeling: de bibliotheek is van de inwoners in de ogen van de medewerkers.

De kwaliteit van de inrichting is hoog en ja, er zijn heel veel vierkante meters. Maar wie brede publieksgroepen wil binden, zal hier nadrukkelijk in moeten investeren. In een shabby ruimte met weinig vierkante meters, haken als eerste de hoger opgeleide doelgroepen af. Terwijl je juist een gebouw wilt zijn waar iedereen zich welkom voelt en waar mensen onderling verbinding kunnen maken.

Stage lopen?
Dokk1 staat altijd open voor bezoekers van buitenaf. En het is zeker een aanrader als je de kans krijgt. Verder kun je bij Dokk1 ook stage lopen voor kortere of langere periode. Ook dat wil ik nog maar eens meegeven.

Het Lourdes van het bibliotheekwerk?
Ik begon met de opmerking dat Dokk1 het huidige Lourdes van het bibliotheekwerk is. Hordes bibliotheekmensen reizen af om het te zien. Ik denk dat dat terecht is. Natuurlijk zullen ook velen opmerken het financieringsniveau in Denemarken hoger ligt en dat bibliotheken daar gratis zijn. Allemaal waar maar dat neemt niet weg dat veel van wat we in Dokk1 zien, zeer goed tot inspiratie kan leiden voor Nederlandse bibliotheken.

Maar een Lourdes is het niet. In Lourdes gebeurden wonderen. En die zie ik in Aarhus niet. Daar is gewoon jarenlang hard en consequent gewerkt aan de nieuwe bibliotheek. Daar neem ik mijn petje diep voor af.

zaterdag 5 november 2016

Dag zelfbedieningsbalie?


Deze week zat ik met een aantal bibliotheken en leveranciers om tafel rondom de ontwikkelingen voor RFID. In het verleden zijn daar flinke stappen gezet waar ik een tijdje geleden ook al over schreef. Maar zijn er nog recente ontwikkelingen? Daar was ik toen nog wel pessimistisch over.

Toch kwam ik in het gesprek met leveranciers en bibliotheken nog wel een hele aardige nieuwe functie tegen. Antoon van Luxemburg van M&I/Partners liet bovenstaande filmpje zien: uitlenen met je mobiele telefoon.

NFC
De techniek waarmee hier gewerkt wordt heet is Near-Field-Communication (NFC) en is net als WiFi en Bluetooth ingebouwd in nagenoeg alle mobiele telefoons. Met NFC-technologie kun je ook de RFID-chips uitlezen.  Leverncier Bibliotheca laat hier zien dat je daarmee dus van elke telefoon een zelfbedieningsbalie kunt maken. Het kan niet lang duren of ook de Infor's en HKA's van deze wereld met zo'n toepassing komen.

Hallo school! Dag zelfbedieningsbalie?
Want opent deze technologie niet een aantal aardige perspectieven? Ik hoor veel bibliotheken klagen dat uitlenen in schoolbibliotheken toch vaak weer terugvalt op barcodes omdat barcodelezers goedkoper zijn dan RFID-zelfbedieningsplaten. Maar als elke telefoon een zelfbedieningsbalie kan worden, zou je plotseling toch makkelijk ook met RFID kunnen uitlenen.

Ook is met dit soort technologie om geleende materialen aan elkaar door te geven: het boek hoeft niet terug naar de bibliotheek maar je leent het gewoon uit aan de volgende lezer. Zou dat iets zijn voor leeskringen?

En tot slot zou je deze technologie wellicht ook nog kunnen gebruiken bij afhaalpunten. Zien jullie nog meer toepassingen?

woensdag 19 oktober 2016

De-niet-kunnen-lezen-en-niet-kunnen-schrijven-show!


Op 9 september opende in de bibliotheek Eibergen het Taalhuis Oost-Achterhoek. Het zijn altijd feestjes waar ik met een dubbel gevoel naar kijk: goed dat het gebeurt maar het was zo fijn geweest als het niet nodig was. Lees nog maar eens het verslag na in Berkelnieuws.

Het is een initiatief dat veel bibliotheken zullen herkennen.  Elk taalhuis gaat op zoek naar de middelen die goed passen bij hun omgeving. Maar goede voorbeelden zijn het waard om gedeeld te worden. En hier hebben we er zo één.

Het taalhuis Oost-Achterhoek maakte een heus niet-kunnen-lezen-en-niet-kunnen-schrijven-show. Op een luchtige manier leggen vier laaggeletterden uit hoe zij omgingen met hun laaggeletterdheid en hoe zij zichzelf er toe zetten om beter te leren lezen en schrijven.

De Niels die in het filmpje aan het woord komt, heb ik zelf ook wel eens gesproken en hij ondersteunt ook diverse bondgenootschappen als ambassadeur. Onvermoeibaar zet hij zich in. Voor mij zijn dit soort initiatieven  en dit soort mensen het bewijs om samen door te gaan met de doelstelling van de leescoalitie: In 2025 verlaat geen enkel kind de basisschool met een leesachterstand en zijn alle volwassen geletterd of bezig dat te worden.

Chapeau en volle kracht vooruit!

woensdag 12 oktober 2016

Elk gelezen boek is een verrijking van je DNA..


Op de site Brainpickings verscheen een prachtig verhaal van de hand van Storm Reyes. Een verhaal dat ik ondertussen ook al vaker gedeeld zag worden op sociale media. Ze groeide op in een migrantenkamp en werkte al op vroege leeftijd. Onvermijdelijk lijkt ze de geschiedenis van haar ouders te gaan volgen: arm, met weinig perspectief en aan de rand van de samenleving.

Dat verandert als ze in aanraking met de bibliobus. Het verhaal verschijnt in een boek en het bedrijf StoryCorps maakt er deze animatie van. Ondertussen is Storm Reyes bibliothecaris in een bibliotheek.

Voor mij is dit niet het eerste verhaal dat deze invloed van bibliotheken verteld. Vraag maar eens rond in uw omgeving. Ook vandaag worden er in Nederlandse bibliotheken ongeveer 350.000 boeken geleend. Als 1% van deze boeken een belanrijke rol speelt in iemands leven, is vandaag het leven van 3.500 Nederlanders veranderd door de bibliotheek. Vandaag, morgen, overmorgen, volgende week, volgende maand, volgend jaar.

Elk gelezen boek is een verrijking van je DNA, wat ik je brom.  Noem het genetische manipulatie. We doen het al decennia en volledig legaal.

Met dank aan Marian Koren voor de attendering.

maandag 10 oktober 2016

Het jaar van de doorbraak van ebooks gaat nooit komen....! Maar digitalisering is belangrijker dan ooit.

Al sinds ongeveer 2000 schrijf ik in elk werkplan dat dít jaar toch echt het jaar van de ebooks gaat worden. Vanaf volgend jaar ga ik het niet meer zeggen. Want ik weet nu zeker: de definitieve doorbraak van ebooks gaat niet komen. 2017 wordt niét het jaar van de ebooks.

Hoe ik daarbij kom? Nou, die informatie haal ik uit de Media and Entertainment Outlook 2016. PWC maakt jaarlijks een 'outlook' (lees: trendrapport) over de media-industrie. Cijfers uit afgelopen jaren worden vergeleken met prognoses voor de toekomst. Dat levert mooi cijfermateriaal op om eens in het weekend door heen te lezen en wat feiten op een rij te zetten.


Ebooks: van 4% naar 6%
En daaruit komt bijvoorbeeld het plaatje van hiernaast.  De omzet van ebooks is in 2015 4% van de markt en zal in 2020 6% zijn. Hoewel het een groei is van 50%,  is 6% van de markt naar mijn gevoel nog steeds een niche. Innovatie-experts houden altijd een percentage aan van 15% om een technologie definitief te laten nestelen in de samenleving.

Het rapport haalt overigens wel het goede business model van de bibliotheken aan. Dat laat zien dat er een flinke groei zit in het platform van bibliotheek.nl.

Op dit moment zit bibliotheek.nl op 250.000 ebooks per maand. Dat zijn er zo'n 3 miljoen per jaar. Op een totaal van 70 miljoen uitleningen, zitten we dan inderdaad rond de 4% à 5%.  Dat is echter zonder het 'freemium'-model van de bibliotheken: Vakantiebieb. Die is in zijn eentje ook nog goed voor ongeveer deze aantallen. Samen kom je dan uit rond de 10% van de totale leenmarkt van bibliotheken.

Substantieel, zeker. Maar wie de groeicijfers ziet, ziet dat de markt van ebooks zelf maar heel matig groeit.

Muziek: van 53% naar 80% digitaal
Om dat te illustreren is het aardig om eens naar een paar andere sectoren te kijken. En dan zie je plotseling dat die al in een hele andere omgeving verkeren. In vergelijking daarmee pieren wij over procenten.

Bij de muzieksector is op dit moment al 53% van de markt volledig digitaal en dat aandeel groeit tot 2020 naar 80%. Vinyl is in de muziekmarkt wat ebooks zijn voor de gedrukte markt: iedereen praat erover maar het gaat om marginale marktaandelen.

Bij muziek is de volledig omslag naar digitaal een feit aan het worden. Streamingdiensten als Spotify hebben der rol van EMI in de muziekwereld overgenomen.

Media en entertainment: meer digitaal dan fysiek
De ontwikkeling die de muziek heeft ingezet zien we terug in de hele entertainment- en mediaindustrie. Of het nu gaat om games, films, televisie of boeken: steeds minder fysiek, steeds meer digitaal. Hiernaast ziet u hoeveel wij besteden aan deze producten. 2015 was daarin echt een kanteljaar. Net als bij muziek haalt de hele media- en entertainmentindustrie vanaf 2015 meer omzet uit digitale producten dan uit niet-digitale producten (zoals losse games, boeken, losse films etc.).

Het jaar van de ebooks komt nooit...
Het jaar van de ebooks komt nooit. Ebooks gaan geen vaste plek krijgen in het mediafirmament van de eeuwigheid. Het is de doorgaande ontwikkeling van het boek. Ebooks zijn de hybride stap naar de digitale wereld. Een tussenvorm. En kenmerk van deze tussenvormen is dat ze nauwelijks overleven.

Waarom het ebook geen vervanger is

Want ik geef u een paar voorbeelden. De PTT gaf jarenlang het telefoonboek uit. Is dat op ebook verschenen? Een telefoonboek als ebook is geen ebook, dat is een website met database. Of wat dacht u van het spoorboekje van de NS. Het stond vroeger altijd een tijd in de boeken-top-10. En nu? Is het een ebook? Nee, het is een website met database? En de encyclopedie? Is dat een ebook geworden? Nee, ook niet. Dat is nu een wiki-platform waar burgers zelf hun lemma schrijven.

Veel content die vaak in boeken verscheen, verschijnt nu in digitale leeromgevingen. Kijk maar naar hoe uw kinderen studeren aan de universiteit of de middelbare school. Scholen creëren een digitale leeromgeving waar veel van de lesstof aangeboden wordt of terugvindbaar is.

Dat neemt niet weg dat lezen blijft en dat het boek blijft. Net zoals we nu nog altijd wandelen en niet alles met de auto doen. Sterker nog: er zijn meer mensen dan ooit die meedoen aan Nijmeegse vierdaagse. Lezen blijft een basisvaardigheid maar wel één die nodig is om juist binnen die digitale wereld nog goed je weg te kunnen vinden.

Zit ons collectiebudget wel op de goede plek?
Wie ziet dat 50% van de media-omzet nu digitaal is, zou ook kunnen zeggen dat we 50% van ons collectiebudget digitaal moeten besteden. Niet aan ebooks - u weet nu dat dit een niche blijft - maar vooral aan al die andere nieuwe functies die de bibliotheek wil vervullen: diensten rond basisvaardigheid, dienst rond digitale ondersteuning van onderwijs, diensten met digitale cursussen. Maak van de bibliotheek de digitale leeromgeving voor alle burgers van Nederland. Maar ik voel de discussie over mijn opmerking over het collectiebudget al aankomen.

Het jaar van het ebook gaat niet meer komen
Het trendrapport van PWC toont aan dat het tijdperk van gedrukte media definitief overschaduwd wordt door die van de digitale media. Er ligt een wereld voor ons. Er is nog zoveel te ontdekken. Maar het jaar van het ebook.... gaat niet meer komen.

Kom maar door met uw reacties!

donderdag 6 oktober 2016

Bibliotheekhumor: 'One' : de echte hit over de NBC+ en het landelijk bibliotheeksysteem?



Er blijkt al een echte popsong te zijn over de NBC+ en het landelijk bibliotheeksysteem. Lukas Koster en Mark Dehmlow spelen hier het nummer 'One' van U2. De tekst is echter lichtjes gemodificeerd. Ik vind hem briljant en zat toen ik deze voor het eerst zag, grinnikend in de trein. En u misschien nu ook wel.

Ik kwam aan deze tip via de gesprekstafel die de Koninklijke Bibliotheek met leveranciers organiseert. Voordat we waren begonnen vroeg ik of iemand nog een bibliotheekmop kende. Ronald van Dieën van Ex Libris kwam met deze bovenstaande tip. Koster en Dehmlow schijnen vaste prik te zijn op een internationale conferentie voor bibliotheken. Ze hebben overigens nog een aantal songs gemaakt voor bibliotheekwerk en die vind je hier.

Ik weet welk bandje ik graag binnenkort bij een opening zou zien.....


dinsdag 4 oktober 2016

De schrale oogst van twaalf jaar RFID en een oproep voor meer innovatie


Voor mijn werk bij de Koninklijke Bibliotheek dook ik weer eens in de dossiers over RFID: u weet wel die chips die in boeken zitten en in veel gevallen ook in ledenpassen. Ergens begin 2000 werd er mee gestart en vanaf 2004 zorgde NBD|Biblion dat deze chip ook in elk afgeleverd boek zit. Grootschalige invoering werd daarmee een feit. Hierboven het oudste filmpje dat ik erover kon vinden: de introductie in 2006.

Om eerlijk te zijn: ik was al wel weer flink kwijt hoe het zat met al die RFID-toepassingen. De pagina van de KB over RFID is daarbij wel een handig startpunt voor wie er zelf nog weer eens in wil duiken.

En na het lezen, heb ik goed nieuws en slecht nieuws. Eerst maar het goede nieuws? Dat dacht ik al.

Het goede nieuws
RFID is grootschalig ingevoerd en is voor media echt de standaard geworden. Waar we vroeger nog verschillende typen barcodes hadden, is er en nu één chip. Die chip heeft er onder ander voor gezorgd dat een dienst als Plankklaar leveren van de NBD zijn weg kon vinden.  Verder zijn er wapperstokken ontwikkeld voor collectiebeheer en er zijn heuse 'slimme boekenkasten en displaytafels' die zelf weten wat er in staat of wat er op ligt. En tot slot wordt her en der met RFID-tunnels getest om grote hoeveelheden in één keer te registreren.

Zo. Dat is twaalf jaar RFID-innovatie. Dan nu het slechte nieuws.

Het slechte nieuws: Veredelde vervanging van barcodes en beveiligingsstrips
Het slechte nieuws is dat we bottom-line eigenlijk niet veel verder zijn dan de vervanging van barcodes en beveiligingsstrips.

Nou wil ik ook niet bepleiten dat al onze bibliotheekgebruikers hun chip moeten implanteren, zoals je in onderstaande filmpje ziet, maar meer zou toch mogelijk moeten zijn.


Wat mij opviel bij het doorlezen van de stukken: er wordt maar heel weinig informatie op de chips gezet. Er zit een uniek nummer op elke chip maar we plaatsen vaak ook nog eens ons eigen nummer erop. Er is wel eens gediscussieerd of het ISBN niet op de chip zou moeten staan maar omwille privacy (doordat je op afstand zou kunnen zien wat iemand heeft) werd dit weggelaten.

Landelijk IBL
In de rapportage over de proefcertificering zit onder bijlage 7 een interessant verhaal over landelijk IBL. Eén van de constateringen is eigenlijk dat alle unieke eigenschappen van RFID niet worden benut tussen de verschillende bibliotheeksystemen en dat eigenlijk telkens terug wordt gevallen op de 'oude barcode' die in de RFID is geprogrammeerd. De RFID-technologie voegt daarmee behalve standaardisatie van de technologie niets toe.  Zodra een aanvraag buiten de provinciale systemen en buiten de provinciale transportbusjes komt, is zo'n aanvraag vaak een complex proces.  Dit omdat een keten van systemen wordt gebruikt. Dat levert soms meerdere 'pakbonnen' op  bij landelijke IBL-aanvragen. En ik ken ook bibliotheken waar IBL-aanvragen voorzien worden van een tweede 'tijdelijk' RFID-label om toch maar met de eigen zelfservicesystemen te kunnen werken.

Hoezo, uitwisselbaar?

Zo min mogelijk via RFID, zoveel mogelijk via bibliotheeksysteem
Mijn gevoel zegt dat we hier het paard achter de wagen spannen. Met andere woorden: we accepteren nauwelijks elkaars RFID-chip buiten ons eigen lokale of provinciale systeem en extra informatie wordt niet of nauwelijks gebruikt. Alle processen worden namelijk uitgevoerd binnen de bibliotheeksystemen of in koppeling tussen de bibliotheeksystemen. De bibliotheeksystemen lijken haast wel het monopolie te willen houden op alle gegevens.

Ook de oplossingen die nu gemaakt worden voor de Nationale Bibliotheekpas zijn gebaat bij standaardisatie van passen en objectnummers maar de oplossing is niet exclusief gekoppeld te aan RFID-technologie. Heel bot gezegd: dit had ook nog met gestandaardiseerde barcodetechnologie gekund.

Standaardisatie met uitzonderingen
Op dit moment zijn er nog twee type bibliotheken: die met een lenerspas met RFID en die met een lenerspas met barcode. Die standaardisatie is dus nog niet bereikt. In een persbericht van de KB in juli 2016 over de Nationale BibliotheekPas stond onder andere:
De onlangs aangekondigde oplossing van de VOB maakt het mogelijk dat leden van een groot deel van de openbare bibliotheken met één pas in meerdere vestigingen kunnen lenen en/of terugbrengen. KB en VOB streven ernaar om dit in 2017 uit te breiden tot alle leden van alle vestigingen van openbare bibliotheken in Nederland, voor zowel lenen als terugbrengen.
Waar voor media de RFID-tag echt de gestandaardiseerde oplossing is, is dat voor passen nog niet het geval. Je kunt daar nu voor landelijke oplossingen ook nog niet eens uitgaan van gestandaardiseerde technologie. En dat leidt weer tot een versterkte rol van de bibliotheeksystemen die direct onderling of via een schil in de landelijke infrastructuur eigenlijk toch niet veel meer doen dan een 'barcode' en een 'pasnummer' uitwisselen.

Ook de Nationale BibliotheekPas dwingt geen standaardisatie af
Als ik de handleiding van Wise voor de nieuwe apllicatie voor de Nationale BibliotheekPas  lees, zie ik dat je die Nationale BibiotheekPas ook gewoon op barcodes laten draaien. Ook die dwingt dus geen standaardisatie af.

De handleiding schrijft bij het inschrijven van een gastlid:
Scan of typ in het veld 'Klantnummer' de barcode van het pasje van de gastklant en klik op 'OK'.
Verderop in de handleiding wordt melding gemaakt van het volgende:
Het is niet uit te sluiten dat eenzelfde pasnummer in gebruik is bij verschillende bibliotheeksystemen. In dat geval zullen er bij het inschrijven meerdere ISIL-nummers (aanvulling: dat zijn de stichtingsnummers) met bijbehorende vestigingsnamen getoond worden waaruit u dient te kiezen.
Hier staat met zoveel woorden dat we de pasnummers niet gestandaardiseerd hebben. Dat is inderdaad zo voor barcodes. Verder levert dat gebrek aan standaarden natuurlijk nog extra werk op. Want denk je dat je in een bibliotheek met alleen RFID-lezer je barcodepasje kunt gebruiken bij de zelfbediening? Ik denk het niet. Die leners moeten zich gewoon melden bij een medewerker die het via een personeelsterminal gaat uitlenen. En andersom - klant met RFID-pas meldt zich in een bibliotheek met barcodepas - geldt het evenzeer.  Gebrek aan standaardisatie levert extra werk wanneer onze leden zich melden bij een andere bibliotheek. Lekker collegiaal.

Het toont aan hoe lastig het is om te standaardiseren. Als we alleen standaardiseren om mijn collega minder werk te laten hebben, voelt het als een investering waar je zelf niet direct profijt van hebt. Een  directeur met weinig geld krabt zich nog eens achter de oren.



Schrale oogst en een oproep 
Twaalf jaar na grootschalige invoer van RFID is de schrale opbrengst dus dat we niet veel verder zijn dan ouderwetse processen in een nieuwe jas. Die nieuwe jas heeft wel twee voordelen: straks met één pas lenen in alle bibliotheken en een 'intelligente boekenkast'. En van die eerste - lenen in alle bibliotheken - moeten we er wel bij vermelden dat we ook een uitzondering maken voor barcodepassen en dat het dus nog niet eens exclusief is voor die RFID-technologie.

Mijn bescheiden conclusie is ook dat RFID gebaat zou zijn met meer innovatie, niet alleen in het logistieke maar vooral in het klantproces. Kijk maar eens hoe IBM in 2005 RFID positioneerde. Een extra oproep aan bibliotheken en leveranciers op dit punt kan geen kwaad.

Ik ben wel benieuwd waar ik de goede voorbeelden binnen of buiten de branche kan vinden. Laat het me weten.

vrijdag 30 september 2016

Eindelijk! De kinderdirecteur!


Laten we wel wezen, het werd toch ook wel een keer tijd. Meer dan de helft van alle bibliotheekleden is een kind. En dat aandeel groeit! Maar hadden ze wat te zeggen? Nou, ze hoefden niet meer de hele tijd stil te zijn en we hadden het vloeroppervlakte en de collectie voor de jeugd al vergroot maar verder? In Amsterdam pakken ze het drastisch aan: een heuse kinderdirecteur.

En het moet gezegd: wat een briljant filmpje zit daar bij. Prachtige zelfspot van directeur Martin Berendse die nog even moet opzoeken wat 'Swag' is.

De sollicitatieprocedure is geopend: wie gaat Martin Berendse helpen?

zondag 25 september 2016

Voetje voor voetje


Elke ochtend komt ze kromgebogen voorbij. Voetje voor voetje. In de paar jaar dat ik hier woon, is zelfs het trage tempo trager worden.

Ze laat haar hondje uit. Het loopt steevast vijf meter achter haar. Pootje voor pootje. Honden gaan op hun baasjes lijken, zeggen ze. Of andersom. Af en toe kijkt de oude dame achterom. Of het hondje nog wel volgt. Soms wacht ze even. Zelfs haar tempo is nog te snel.

 De oude dame heeft altijd een hondenlijn bij zich. Maar ze gebruikt hem nooit. Beiden rennen nergens meer heen. Ze zijn onzichtbaar aan elkaar verbonden.

Voetje voor voetje naderen ze het einde van de tijd. Ik vrees de dag dat ik alleen de oude dame zal zien. Of alleen het hondje.

Foto: Geogie Pauwels

donderdag 22 september 2016

Over de drempel... 'en ja, ik ga ook maar eens die cursus voor Digid doen'


Aan het begin van deze week begeleid ik een personeelsbijeenkomst van één van de grootste bibliotheken in het land. Ik vertel over de ontwikkelingen in bibliotheekland en wat dat voor ons als bibliotheekmedewerkers betekent. Na de pauze gaan we interactief aan de slag. Spelenderwijs laat ik de medewerkers met elkaar formuleren wat deze veranderingen voor henzelf betekenen. Maar ook wat een eerste stap kunnen zijn in die ontwikkelingen en hoe ze wellicht over hun eigen mentale drempel heen kunnen stappen. Want laten we wel wezen: veel beloftes sterven in goede bedoelingen.

Er komen prachtige voorbeelden voorbij: medewerkers die een Tedx-junior willen organiseren, een controller die collega's les wil geven in projectbegrotingen en een prachtig idee om laaggeletterden te helpen. Prachtig allemaal.

De grootste stap...
Het mooiste voorbeeld komt echter van een oudere mevrouw in de zaal. Eerst noemt ze iets anders maar ze besluit met: 'en ja, ik ga ook maar eens die cursus voor Digid doen, want we zeggen wel dat we dat aan iedereen kunnen leren, maar dan moet ik het zelf ook maar eens kunnen' In  de snelheid van het programma sta ik met de microfoon al bij een volgende medewerker. Maar stilletjes denk ik dat zij misschien wel de collega is die de grootste stap zet in haar ontwikkeling. Want dit is letterlijk en figuurlijk voor haar over een mentale drempel. Ze heeft er tegen aan gehikt en gaat het nu doen.

Het is dichter bij dan we denken
Het is voor mij een eye-opener. Dat er wellicht ook gewoon onder mijn collega's mensen zitten die moeilijk om kunnen gaan met de digitale overheid. En misschien heb ik zelfs wel een paar laaggeletterde collega's. Nooit bij stil gestaan....

Van sommige bibliotheken hoorde ik dat de eerste cursussen Digisterker niet altijd even succesvol waren. Het bleek soms nog lastig om deelnemers te vinden. Is het een idee om deze cursus eerst eens aan te bieden als try-out aan collega's? De deelnemers zijn misschien veel dichter bij dan u denkt.

Mijn leerpunt van deze week.

maandag 12 september 2016

Waarom u een nieuwe collega het jaaroverzicht van het CPNB moet geven....

Hoe vaak leest u een toegestuurd jaarverslag? Eerlijk zeggen.... Meestal blader ik het door, kijk even naar de kerncijfers (gaan ze omhoog of omlaag) en scan het een beetje en leg het weer terzijde. En soms kom ik zelfs niet eens zover.

Een positieve uitzondering is het jaaroverzicht 2014-2015 van het CPNB. Ik werd er via social media op geattendeerd en zag het later bij een collega ook gedrukt op het bureau liggen. En op een mooie zondagmiddag heb ik het ook nog gelezen.

Wat het CPNB slim doet: niet alleen zeggen wat ze allemaal zelf hebben gedaan maar schetsen hoe het gaat met de boekenwereld. En dat ook nog eens met een brok enthousiasme en energie waarbij zelfs de stevig donderwolken afvlakken tot wat bewolking met hier en daar een zonnetje. En, en daar heb je me wel mee, het wemelt van de boekenfeitjes.

Feitjes
Feitjes die her en der verdeeld ook wel op het web te vinden zijn maar hier ook allemaal bij elkaar. Bijvoorbeeld over de afzet van e-boeken over de laatste vijf jaar.

Of de verdeling van genres tussen e-boeken en gedrukte boeken. Waar je dus uit kunt halen dat de e-boekwereld vooral nog een wereld van fictie is en nauwelijks van kinderboeken of van non-fictie.


Of wat te denken van de analyse of er nog ruimte zit in het volle boekenprogramma (maand van het spannende boeken, boekenweek, kinderboekenweek, maand van de spirutualiteit, week van het luisterboek etc).



Dat doen ze met bijgaande grafiek (u ziet hier alleen de eerste 26 weken van het jaar). De blauwe staven geven de omzet per week weer. In week 9 zit de boekenweek, in week 18 moederdag en in week 24 vaderdag.  En men vraagt zich af: waar zitten nog 'rustige' weken en waar zouden we nog wat extra's kunnen organiseren.

De tweede helft van het jaar ziet er als volgt uit.


U ziet dat Sinterklaas en Kerst echt de kaskrakers zijn voor boekhandelaren. Maar de maand na de boekenweek is echt de minste maand voor boekhandelaren. Wat zou je daar bijvoorbeeld mee kunnen doen?

Trends in genres
Verder heeft het jaarverslag een mooie monitor over de verschillende boekengenres en de trends daarin. Dat heeft men vervat in onderstaande overzicht.


Groen betekent groei, rood betekent krimp. Ondanks de in deze jaren krimpende markt zijn er dus wel degelijk groeisegmenten.

En heel veel boeken....
Ook een mooie weergave is die van de top-100 van boekhandels en bibliotheek. De top tien daarvan ziet er zo uit.



Wat opvalt is dat de top-10 van bibliotheken voor 80% uit kinderboeken. En dan ook nog uit één serie. Alleen Esther Verhoef en Simone van der Vlugt halen de top-10. Terwijl bij de boekhandels de jeugdboeken in zijn geheel afwezig zijn. 

Startboekje voor nieuwe collega's
En zo gaat het 160 pagina's door. Ik vond het een lezenswaardig boek om weer even bijgepraat te zijn over ontwikkelingen in het boekenvak. En als u nu eens een nieuwe collega heeft die misschien niet zo uit de 'boeken' komt, is dit misschien wel een aardig startboekje.

Complimenten voor CPNB.