Posts tonen met het label gunay uslu. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gunay uslu. Alle posts tonen

zondag 26 november 2023

Uslu en bibliotheekwerk: demissionair maar op volle vaart verder!

De verkiezingsuitslag dreunt nog na in Nederland. De grond trilt nog, menigeen staart nog wezenloos voor zich uit, een ander juicht. En ondertussen draait de wereld door. Er is nog gewoon een demissionair kabinet dat doorwerkt. 

En vanuit dat demissionaire kabinet stuurde men een nieuwe bibliotheekbrief naar de Kamer! Een jaar geleden bracht staatssecretaris Uslu haar eerste bibliotheekbrief uit. Het bibliotheekwerk juichte toen want extra geld en een zorgplicht. Toen schreef ik een vrij uitgebreide analyse bij die brief. U begrijpt, dat doe ik dit keer ook weer voor u. Want er is veel voortgang te melden. 

Dit keer vier punten en één conclusie.

Punt 1: Behandeling met een nieuwe Kamer, een demissionaire staatssecretaris

Deze brief komt uit op een bijzonder moment: net na de verkiezingen. Dat betekent dat de brief besproken zal worden in de nieuwe samenstelling van de Kamer maar met de demissionaire staatssecretaris. Zeer waarschijnlijk zal die behandeling plaats vinden op het moment dat er nog geen nieuwe regering is en dus ook nog geen nieuw regeerakkoord.  Is dat erg? Nee, dat is niet de verwachting. De verwachting is dat ook in de setting van de nieuwe Kamer er nog steeds ruim draagvlak is voor bibliotheekwerk. Een rechts kabinet kan zeker wat betekenen voor de cultuursector maar de uitgezette lijn van Uslu voor het stelsel van bibliotheken kan door.  

Punt 2: Wat is al bekend over de inhoud van de zorgplicht?

Dat de huidige SPUK-regeling met de middelen voor 2023 en 2024 een succes is, hoef ik u niet uit te leggen. Een paar artikelen geleden legde ik u nog uit dat wie afviel in de eerste ronde - want 100% overtekend - met aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid in de tweede ronde gehonoreerd wordt. 

De bedoeling is dat de zorgplicht per 2025 in zou gaan. Het jaar 2025 staat niet in de brief en het wordt ook niet zo genoemd. Ook vorig jaar was al wel bekend dat 2025 ambitieus was omdat een wetswijziging nodig is om dit mogelijk te maken. Die vertraging heeft niet te maken met politieke onwil maar puur met een zorgvuldige afhandeling. En dat zit natuurlijk vooral vast op wat die zorgplicht nu vooral in gaat houden voor gemeenten en of gemeenten - en namens hen VNG - hiermee akkoord kan gaan. 

De brief noemt nu over de inhoud van die zorgplicht het volgende:

'In grote lijnen betekent de introductie van de zorgplicht dat wat op dit moment in de Wsob als een open opdracht aan gemeenten en provincies is geformuleerd, een wettelijke taak zal worden. Dit betreft o.a. de publieke waarden, de vijf bibliotheekfuncties, en de netwerkbepalingen. De zorgplicht moet worden uitgewerkt in een periodiek gemeentelijk meerjarenplan voor het bibliotheekwerk dat met de bibliotheek wordt opgesteld. Op een aantal punten zal de wet specifieker moeten worden. Bijvoorbeeld bij de invulling van het begrip ‘volwaardige bibliotheek’. Hierbij spelen elementen als: een minimumaantal openingsuren, een fysieke collectie en een professionele personeelsbezetting voor het uitvoeren van educatieve activiteiten.' 

Er worden wat hints gegeven over wat het kan zijn maar tegelijkertijd wordt gezegd dat die nog specifieker ingevuld moet worden. Dit soort teksten zijn de uitkomst van bestuurlijk overleg, weet ik inmiddels. Reken maar dat deze passage onderdeel van dat gesprek is geweest. Gemeenten zullen hebben ingebracht dat ze maximale beleidsruimte willen hebben en zo weinig mogelijk voorschriften en de staatssecretaris wil beloften van gemeenten dat het extra geld hier naar toe gaat. 

Mijn mening is dat hard vastzetten op openingstijden, fysieke collectie of personeelsbezetting interessant lijkt maar in de lokale praktijk nog heel weerbarstig zal blijken. Een norm voor Amsterdam kan niet hetzelfde zijn als voor Zeeland. Dat lokale meerjarenplan is daarom wel een uitkomst denk ik. En daar moet je dan iets doen met gewogen criteria die je kunt toepassen of waar je van kunt afwijken met uitleg. Pas toe of leg uit dus. Maar goed, hier stoeit men dus nog over.

Overigens zullen al die voorwaarden niet in de wetswijziging komen maar in regelingen rondom die wet. Dan komt het bijvoorbeeld in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De regeling rond de gegevenslevering van bibliotheken zit nu al bijvoorbeeld in zo'n constructie. 

Punt 3: Zorgplicht en financiering: Een overgangsregeling met extra geld voor kleinere gemeenten

Dan de de financiering van de zorgplicht. Wat weten we daar al van met deze brief? In de vorige brief werd in ieder geval al gemeld dat het bedrag - € 53,7 miljoen structureel - toegevoegd zou worden aan het gemeentefonds. Het meest logisch leek toen dat dit algemeen naar het gemeentefonds zou gaan. Dat past bij de decentrale verantwoordelijkheid van gemeenten die zelf invulling geven aan de opdracht voor de bibliotheek. Als dat zou gebeuren zou het bedrag naar rato van inwonertal - dat is het criterium voor cultuurgelden in het gemeentefonds - verdeeld worden over gemeenten. Dan zou elke gemeenten ongeveer € 3,- per inwoner extra krijgen met als verzoek dit te besteden aan de zorgplicht rond de bibliotheek. 

Nu staat er er het volgende in de bibliotheekbrief over de financiering:

'Voor de invoering van de zorgplicht is vanaf 2025 een structureel budget van circa € 54 mln. beschikbaar. De omvang van de extra taken voor gemeenten, openbare lichamen en provincies moet daarmee in balans zijn. Een punt van aandacht is de aansluiting van de periode van de Spuk (2023-2024) op de periode na invoering van de gewijzigde Wsob.' 

en

'Bij een bekostiging via het gemeentefonds worden de middelen in principe over alle 342 gemeenten verdeeld.  Mogelijk is een overgangsfase nodig om toe te groeien van de periode van de Spuk naar de generieke bekostiging via het gemeentefonds. Mogelijk is een overgangsfasen nodig om toe te groeien van de huidige verdeling van de middelen onder de gemeenten die in de periode 2023-2024 deelnemen aan de Spuk naar een verdeling over alle gemeenten via zorgplicht. Ik onderzoek of een tijdelijke decentralisatieuitkering met een basisbedrag per gemeente, aangevuld met een bedrag per inwoner daarvoor een optie is. Hiermee worden kleinere gemeenten in staat gesteld de vestigingen die in 2023 en 2024 zijn opgebouwd, voort te zetten.'

Hieruit blijkt duidelijk dat het beeld van de financiering is gekanteld. Er wordt nu voor een tussenoplossing gezocht via een decentralisatieuitkering. 

Daar zijn, denk ik, drie redenen voor. Op de eerste plaats liggen gemeenten nogal overhoop met het Rijk over de gemeentelijke financiën. Vanaf 2025 zou het gemeentefonds verlaagd worden door het Rijk. Dat leidt onvermijdelijk tot bezuinigingsgedrag bij wethouders. En die zeggen dus ook tegen het Rijk dat het niet zeker is dat zij de extra gelden voor bibliotheekwerk doorzetten naar de bibliotheek als ze zelf nog een gat in de begroting hebben. Dat noemen ze overigens het ravijnjaar voor gemeenten. Nu is de verwachting dat dat ravijnjaar gedempt of grotendeels gedempt gaat worden en dat dit zeker in een nieuw regeerakkoord zal komen. In een vorig artikel schreef ik daar ook al over. Maar goed, vooralsnog ligt dit dus nog op tafel. 

Het tweede argument dat je kunt noemen om af te wijken van een algemene overheveling naar het gemeentefonds is dat dit alleen zin heeft als het begrip 'volwaardige bibliotheek' ook echt helder en meetbaar geformuleerd is. De verwachting is dat die beschrijving en regeling nog wel even op zich zal laten wachten en dat die ook nog niet bij de wetswijziging klaar is. Dan maak je dus eigenlijk geld over naar gemeenten zonder dat gemeenten precies weten welke verplichting erbij hoort. Daar kunnen gemeenten dan alle kanten mee op. Ergo, de staatssecretaris wil daar meer zekerheid over. 

En het derde argument is dat als de wet niet op 1 januari 2025 ingaat, er een regeling moet worden gevonden om toch het geld uit te keren aan gemeenten. Op dit moment is er alleen een SPUK-regeling en de SPUK-regeling nog een keer toepassen in 2025 met € 53,7 miljoen lijkt niet heel zinvol. Door er een  decentralisatieuitkering van te maken en te benoemen dat deze aansluit bij de huidige SPUK-regeling, ontstaat ook hier wat extra tijd om alles zorgvuldig af te handelen. 

Overigens kun je op je vingers natellen dat de grootste steden wel in het verweer zullen komen tegen zo'n regeling. Zij hebben hun lobby vaak goed op orde. Maar ik vind het wel een handige optie waarmee je kleinere gemeenten tijdelijk een extra zetje geeft.

De brief geeft wel aan dat die overgangsregeling per 2025 in moet gaan maar dat de wetswijziging nu naar verwachting pas begin 2025 naar de Kamer zal gaan. De vroegste ingangsdatum voor de gewijzigde wet lijkt daarmee 1 juli 2025 of 1 januari 2026. Maar het geld blijft dus wel beschikbaar en moet in 2025 dus ook al naar de gemeenten. 

Punt 4: Onderzoek Bibliotheek op school: een slordige € 200 miljoen structureel nodig

Hoewel de meeste aandacht terecht uitgaat naar de zorgplicht, wordt in een paar bijzinnen en achterin de brief misschien nog wel veel belangrijker nieuws gemeld. En dat gaat over de structurele financiering van de Bibliotheek op school en Boekstart. Onlangs werd bekend dat er een driejarige regeling komt voor in totaal € 74 miljoen.  Dit als verlenging van de eenjarige impulsregeling van € 12,9 miljoen. 

Nu wordt gemeld dat ook dat het rapport van de KWINKgroep beschikbaar is. Ze meldt dit als volgt: 

'In opdracht van het ministerie van OCW heeft KWINK groep onderzoek gedaan naar de duurzame verankering van de Bibliotheek op school. Het uitgangspunt van het onderzoek is de motie van de Kamerleden Mohandis, Westerveld en Werner.  U treft het onderzoek als bijlage aan. Mijn beleidsreactie op dit onderzoek volgt in 2024.' 

Wat mij betreft had er nog wel een zinnetje bij gemogen. Namelijk met het bedrag dat genoemd wordt in het KWINK-rapport dat meegaat als bijlage. Er is namelijk  € 150 miljoen structureel nodig om de ondersteuning van bibliotheken aan het primair onderwijs te borgen. € 100 miljoen voor de scholen en € 50 miljoen voor de bibliotheken. Daarnaast zou er een kleine € 40 miljoen nodig zijn aan bibliotheekkosten voor het voortgezet onderwijs. Zo'n € 190 miljoen samen dus. Daarbovenop zou zo'n 8,8% gereserveerd moeten worden voor landelijke ondersteuning. Alles bij elkaar dus zo'n 200 miljoen. En dan is de kinderopvang nog niet meegenomen. Eerlijk is eerlijk, het is nog een hele ruwe rekensom maar de opmaat voor structurele borging voor de regeling van € 74 miljoen wordt hier wel neergezet. De staatssecretaris zal in 2024 met een beleidsreactie komen. En ik vermoed dat dit samen met de minister van Onderwijs zal zijn. 

Het lijvige KWINK-rapport laat ik denk ik nog een keer terugkomen. Goed werk van KWINK. Bovenstaande plaat komt daar bijvoorbeeld uit waar alle overwegingen opstaan die gemaakt moeten worden. Al die overwegingen pelt het rapport één voor één af. Dat is echt knap gedaan. Daar is dus nog wel meer over te vertellen maar dat zou geen recht doen aan deze puntige duiding. 

Verder nog?

Nou, voor de gemiddelde bibliotheekdirecteur zal het bovenstaande wel het belangrijkste zijn. Ik zal er aan het slot van dit artikel nog wel een conclusie aan toevoegen. 

Toch is bibliotheekwerk meer dan alleen die lokale bibliotheken in Europees Nederland. De brief gaat ook zeer terecht in op de goede stappen die gemaakt worden voor Caribisch Nederland. Het is mooi om te zien hoe de KB en ook de POI's nu stappen zetten om Caribisch Nederland - op voor hen passende wijze - te ondersteunen. En bijzonder is ook dat de zorgplicht integraal wordt doorgetrokken naar de openbare lichamen. Daaruit spreekt echt de wens om tot passende gelijkheid te komen tussen Caribisch en Europees Nederland.

De brief zal naar ik heb begrepen behandeld worden bij de behandeling voor de begroting van heel OCW. Normaal gesproken wordt Cultuurbegroting nog apart behandeld maar door de verkiezingen worden zaken in elkaar gedrukt en staat die behandeling volgens mij ook pas in januari gepland. Dat betekent dat deze brief waarschijnlijk minder aandacht zal krijgen dan dat het anders zou hebben gehad. Maar het betekent ook dat dit beleid naar verwachting ook gewoon vlot door kan.

Eén conclusie: niet aarzelen maar doen!; en zorgvuldigheid en tempo combineren

Mijn conclusie is dat de ambtenaren met deze brief de staatssecretaris een scenario hebben gegeven waarmee ze én de zorgplicht zorgvuldig kunnen afhandelen én de investeringen in bibliotheekwerk op  schema houden. Complimenten daarvoor. Weer een puik stukje werk. 

De keus voor de decentralisatieuitkering vind ik een heel verstandige. Belangrijk is in ieder geval wat de financiële consequenties voor 2025 gaan worden en welke bedragen beschikbaar komen voor gemeenten. Vroeg in het voorjaar van 2024 worden overal de begrotingen al gemaakt. Als het dan niet bekend is, gaat iedereen op de rem staan. En ik zie vooral dat de staatssecretaris dat niet wil. 

Helder is ook dat het begrip zorgplicht nog invulling behoeft en dat dat geen eenvoudige opgave is. Het is dus zoeken naar consensus tussen alle partijen over welke opgaven je samen oppakt en hoever je kunt komen met de middelen die je met elkaar hebt. 

Naast het tempo rond de zorgplicht zien we dat ook de borging van Bibliotheek op school en Boekstart nog vol op het netvlies staat. Ook die borging gaat in het komende jaar zijn plek krijgen. 

Demissionair staatssecretaris Uslu mag dan misschien demissionair zijn maar ze neemt nog alle ruimte om door te pakken. En dat is mooi. Weer een brief waar de sector blij mee kan zijn. De brief is een oproep aan de sector om niet te aarzelen maar om met optimisme en ondernemerschap door te blijven gaan.

En dat alles in de week waar de politieke grond onder onze voeten trilde. Tussen alle lawaai werd er stilletjes doorgewerkt voor het bibliotheekwerk. In al die drukte sluit ik af met een gedicht. Het is het gedicht van de ons te vroeg ontvallen Adriaan Jaeggi en hij bood het aan in 2007 bij opening van de nieuwe OBA.

gebed

(uit te spreken in een bibliotheek)

Boek, vertel me hoe te leven
hoe ik de liefde moet overwinnen
vertel hoe anderen dat deden
wat de weg is, hoe
de kost te winnen

Boek, wij spreken in iconen
als Jolly Roger: avontuur,
een bloedend hart voor
liefde, eclips wijst ons
de toekomst.

Kien, Bandini, Biberkopf,
Schveyk, Tiuri, Windvaantje,
Horse Badorties, Oblomov.
Owen, Rosenberg, Sassoon:
Egidius.

Boek, vertel me hoe te branden
als een tijger in de nacht.
Vertel het ook aan anderen, als
ze radeloos zijn en dwalen, als
hun afgod naar ze lacht.

Boek, wij zijn allang verloren
wees ons dus steeds genadig. Ik getuig
dat er één is van elk van ons
en elk boek is mijn profeet.
Zorg dat iedereen dat weet.

Boek, vertel ons hoe we leven.

zondag 21 mei 2023

Hoe een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen' werd : over de achterkant van een regeling

Afgelopen maandag werd in Eindhoven door staatssecretaris Uslu het subsidieloket geopend voor - hou u vast  de - '  Eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen 2023-2024' En daarmee start het Rijk met investeringen in lokaal bibliotheekwerk. Het gaat om een eerste ronde die tot 15 juni loopt. Van 15 november tot 15 december volgt een tweede ronde. In totaal komt er ruim € 50 miljoen eenmalig beschikbaar. Dit met de bedoeling om vanaf 2025 met een gewijzigde bibliotheekwet met een zorgplicht voor gemeenten en provincies ook nog eens structureel jaarlijks ruim € 50 miljoen beschikbaar te stellen. De eenmalige regeling is dus nog maar een opmaat naar een structurele. 

Nu mocht ik in het afgelopen jaar met regelmaat meedenken bij het ministerie over deze regeling. Het gaf mij een bijzonder inkijkje hoe beleid in Nederland tot stand komt en ik zag hoe deze regeling kantelde van een regeling 'van stenen' naar een regeling 'in kansen'. Ik neem u mee in de wereld achter de schermen.

Hoe ambtenaren van OCW in stilte alles voorbereidden met af en toe een knokpartij

Want hoe maak je eigenlijk zo'n regeling? Nou, daar zat een veel langere aanloop aan dan ik zelf dacht. Die aanloop blijkt namelijk te liggen bij de evaluatie van de bibliotheekwet in  2019. In 2015 is de wet ingevoerd. De wet is een stelselwet die drie overheidslagen aanmoedigt om zich in te zetten voor bibliotheekwerk. Een bevorderingstaak, geen zorgplicht. Bij de evaluatie in 2019 wordt geconstateerd dat in de afgelopen jaren het aantal vestigingen terugloopt en dat het aantal gemeenten dat geen volwaardige bibliotheekvoorziening heeft niet is verminderd. Dat heeft vooral te maken met snel teruglopende middelen voor bibliotheekwerk doordat de gemeenten krap bij kas zitten.  De stelselwet zelf werkt over het algemeen goed, maar niet op dit punt. Die conclusie wordt in 2020 bevestigd door het rapport van de Raad voor Cultuur, 'Een bibliotheek voor iedereen'.  Ook de Raad hekelt dat de bibliotheekwet niet heeft geleid tot een bibliotheek in elke gemeente en zij adviseert om de wet op dit punt aan te passen. 

Zeg Deckers, we leven in 2023, hoor ik u denken. Moeten we zo ver terug in geschiedenis? Eh ja, dat moet. En dat heeft te maken met de verkiezingen die daarna volgen. Die vinden plaats in maart 2021. 

In het verlengde van de evaluatie van de bibliotheekwet en in voorbereiding om de komende formatie na de verkiezingen werken de ambtenaren van OCW in de zomer en het najaar van 2020 in relatieve stilte de aan een zogenaamd 'fiche' dat gebruikt kan worden bij de formatie. Ambtenaren sorteren dus voor met hun beleid op de komende formatie. In dat najaar gaat er een paar keer een beleidsstuk heen en weer tussen het ministerie van OCW en het ministerie van Financiën. Daarbij stelt het ministerie van Financiën nog wel wat vragen bij de investeringen. Lekt het geld niet lokaal weg? Geen strooigeld! Kan de investering niet concreter? Hoeveel vestigingen worden het precies? Het ministerie van Financiën stelt behoorlijk wat voorwaarden. Maar de ambtenaren die dit dossier doen, weten behendig en geduldig langs alle opmerkingen te manoeuvreren. En, het 'fiche' haalt de eindstreep en mag mee richting de formatietafel. Voor de goede orde: de meeste plannen halen deze fase niet. Het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp.

Van formatie naar bibliotheekbrief, weer een knokpartij

De verkiezingen volgen en de formatie vraagt ongelofelijk veel tijd. Zoveel tijd dat de formatie pas in december 2021 wordt afgerond met het regeerakkoord. En jawel, daarin wordt een zinnetje opgenomen over bibliotheken bij de paragraaf voor een investering van € 170 miljoen voor cultuur. Die zin luidt dat gestreefd wordt naar een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Meer dan dat zinnetje is het niet. Maar op de achtergrond heeft het ministerie dan dus al een plan klaar liggen. Nou ja, klaar... Dat is een groot woord. Er moet namelijk opnieuw een robbertje gevochten worden. Dit keer niet met het ministerie van Financiën maar binnen het ministerie van OCW zelf. Die € 170 miljoen moet adequaat verdeeld worden over de verschillende posten.

Omdat de formatie van 2021 zo lang duurde, is de begroting van 2022 allang vastgesteld en is de eerstvolgende ronde dus eigenlijk de begroting van 2023. Met Prinsjesdag, en we zitten dan al in september 2022,  wordt dan ook helder hoeveel geld er de komende jaren echt naar bibliotheken gaat. Het wordt een oplopend bedrag van ongeveer € 60 miljoen. Wie kijkt naar de verdeling van de extra cultuurgelden, ziet dat bibliotheken eigenlijk wel de hoofdprijs in de wacht hebben gesleept. Hoewel het bedrag wat lager begint, eindigt het hoog, en structureel. Reken maar dat er met jaloerse ogen naar gekeken is door anderen. Ook nu weer geldt: het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp. 

Kort daarop, begin november 2022 volgt dan de Bibliotheekbrief waarin de plannen definitief ontvouwd worden: een tijdelijke regeling voor de korte termijn en een zorgplicht voor de lange termijn. En een oplopend en structureel bedrag van ruim € 50 miljoen naar een zorgplicht op lokaal niveau. 

Van bibliotheekbrief naar een regeling, en weer een knokpartij

Nu helder is wat er moet gebeuren op hoofdlijnen, moet de regeling ingevuld gaan worden. Het is inmiddels ver in het najaar 2022. Vooraf is al advies ingewonnen hoe die regeling juridisch het beste kan: het zou een specifieke uitkering moeten worden (SPUK). Het eerste geld moet in 2023 uitgegeven worden. De tijd gaat dringen. De ambtenaren starten een overleg met zo ongeveer alle betrokken partijen over hoe de tijdelijke regeling eruit moet zien.  De gemeenten zijn ervoor om het geld gewoon naar inwonertal over te maken. Maar dat kan niet want het 'fiche' dat is goedgekeurd door het ministerie van Financiën laat daar geen ruimte voor, het moet specifieker. De focus in de lobby de afgelopen jaren zat op het verdwijnen van vestigingen. De regeling moet dus koersen op dat probleem. Met andere woorden: nieuwe vestigingen of versterking van beperkte voorzieningen. Om die reden spreken partijen al snel over een regeling 'die over stenen' gaat. Een geluid dat hardnekkig zal blijken maar onterecht zal zijn. 

Het proces dat ik meemaakte was dat het ministerie van OCW probeert om met alle partijen de juiste beleidsruimte te vinden ten opzichte van de eerdere afspraak met het ministerie van Financiën. Dat vergt edel duw- en trekwerk. Anderen zouden zeggen een knokpartij... maar dat is het toch ook niet.  Het is meer met druk zoeken naar een gezamenlijke invulling. En dat duw- en trekwerk gaat zowel via de formele partijen als partijen die zich toch ook onuitgenodigd opdringen. Maar voor iedereen is, op zijn of haar niveau, aandacht. 

En door dat proces  verandert er nog wel wat. Zo is de regeling eerst nog bestemd voor een beperkt aantal gemeenten maar dat is op te rekken naar alle gemeenten als een bepaalde prioriteitsvolgorde wordt aangehouden op afstand en maatschappelijke opgaven. Naast nieuwe vestigingen komt er ook de mogelijkheid om een servicepunt te upgraden of om openingstijden te verruimen met betaald personeel. Zowel bij de verbetering van een beperkte voorziening als verruiming van openingstijden, gaat het niet om investeringen in gebouwen maar vooral om een investering in personeel. Een daar kantelt de regeling: de regeling wordt voor iedere gemeente en de regeling zal vooral investeringen vragen in personeel. En zo wordt de regeling 'van stenen' een regeling 'van mensen'.

Van een regeling op hoofdlijnen naar een regeling in detail 

Toch zijn we er dan nog niet. De laatste details volgen. Die gaan over  hoe ruim je mag omgaan met de middelen en dat het ook nodig is om niet alleen in vestigingen of openingsuren te investeren maar ook in programmering of verblijfsruimte. Er komt dus nog meer beleidsruimte. En de opzet wordt om de regeling eenvoudig te houden. Dus-i, die de regeling zal uitvoeren, maakt een model voor de aanvraag. In een paar bespreekrondes wordt dat voorstel teruggebracht tot de essentie. De kern: een voorstel van 500 woorden en een begroting. Ik heb gemeentemensen van hun stoel zien vallen, toen ze zagen hoe eenvoudig het was gemaakt. 'Was elke regeling maar zo', verzuchtte een lokale ambtenaar. 

De regeling is dan klaar. Wat er dan staat is dan een brede regeling die veel ruimte biedt maar die nog steeds focus geeft op een brede versterking van het bibliotheekstelsel.

Schetsontwerp nieuwe bibliotheek Rotterdam

Van een regeling naar kansen

De regeling wordt gepubliceerd en Provinciale OndersteuningsInstellingen (POI's) lijnen hun bibliotheken en gemeenten op met informatierondes en ondersteuning. Het bibliotheekstelsel is goed in dit soort processen. Het wordt samen een klus klaren. Dat hebben bibliotheken vaker gedaan. 

Ondertussen ontmoet ik de staatssecretaris zelf ook tijdens de netwerkdag van de Koninklijke Bibliotheek. De collega's van OCW zijn zo aardig me even voor te stelen. In het gesprekje dat daar volgt, gaat het onder andere over mijn ervaringen bij OCW en mijn weblog. En ze zegt: 'Dáár moet je eens over schrijven, dat weten niet veel mensen.' Waarvan akte.

Ondertussen heb ik ook zelf de regeling dan al een aantal keren mogen uitleggen En ik heb gezien hoe, als je de regeling goed uitgelegd krijgt, er plotseling bij  bibliotheekdirecteuren, ambtenaren en wethouders radertjes gaan draaien. Zelf zat ik bij een club van wethouders, die vooraf nog redelijk voorzichtig was, en wilde zien of ze wellicht in een tweede ronde mee wilde doen. Na afloop van het gesprek was de opinie om toch even vaart te maken en mee te doen in de eerste ronde.

Maar naast het feit dat er wellicht geïnvesteerd wordt, is er nog een ander soort winst. Eén directeur appte mij met de opmerking ‘hoewel ik eerste sceptisch was over de regeling, levert het me op korte termijn al zoveel gesprekken op met de gemeente en alleen dat al is winst.’ Door de regeling wordt in heel veel hoofden nagedacht over de bibliotheek. We zijn 'top of mind'. 

Het mooie geluid in Eindhoven

En met die geluiden kom ik dan uit bij de start in Eindhoven, afgelopen maandag. De opening van de eerste aanvraagronde, perfect verzorgd door het team van Albert Kivits met een leuke openingshandeling. Er moest gesoldeerd worden, draden doorgeknipt en pijltje op elkaar geschoten worden. Er volgde een rondleiding waarbij de breedte van de functie van de bibliotheek werd getoond. En passant trof ik Annie Maessen, die alleen nog virtueel had ontmoet. Alsof je elkaar al jaren kent. Gek is dat.

Ook inhoudelijk was er een glimlach. De wethouder maakte bekend te willen opteren voor nieuwe wijkvestigingen naast verruiming van openingstijden voor de centrale vestiging. U hoort het goed: nieuwe vestigingen. We gaan weer uitbreiden! Dit geluid is een kentering van wat we jaren gehoord hebben. En het geluid klinkt op meer plekken. Utrecht trekt bezuinigingen op wijkvestigingen vooralsnog in. Den Haag gaat investeren in nieuwe wijkvestigingen. In Rotterdam komt de schets van een nieuwe centrale op tafel. Nee, het heeft niet allemaal met deze regeling te maken maar wat wel helder is, is dat de beweging die het ministerie van OCW maakt, andere bestuurslagen uitdaagt om ook te investeren. Op heel veel bureaus wordt op dit moment gewerkt aan plannen. Zodanig dat ik begin te vermoeden dat die eerste ronde wel eens flink overtekend zou kunnen worden. Is dat erg? Nee, want er is nog een tweede ronde met meer middelen en het tekent het enthousiasme van gemeenten om in deze richting te investeren. En we investeren niet om over twee jaar weer te sluiten, hoorde ik volgens mij Albert Kivits zeggen.

Gebeurt dat overal? Nee, er zijn altijd een Gallisch dorpjes. Deze keer is dat Noordwijkerhout, zij overwegen de bibliotheek te sluiten ten gunste van de exploitatie van het zwembad. Een 88-jarige inwoner schreef daarom dit briefje aan het college. 

In Noordwijkerhout moet dus nog een robbertje gevochten worden maar op veel plekken ziet men de kansen wel. Gelukkig. 

Voor mij was deze samenwerking met het ministerie een mooi inkijkje in hoe je in Nederland van beleid tot uitvoering komt en hoe ingewikkeld dat soms is. Het was mooi om daar een bescheiden bijdrage aan te leveren. Er is niemand die in zijn eentje kan beslissen en er is veel om rekening mee te houden. Maar het was ook mooi om te ontdekken dat belangen heel vaak op elkaar lijken en dat je elkaar best goed tegemoet kan komen. Ik had al veel waardering voor de ambtenaren en die is door dit proces nog wel een stukje gegroeid. Maar het meest in het oog springende is misschien wel: dit begon dus al jaren geleden. Het vergt lange adem van veel partijen en het kan op vele momenten sneuvelen. Zo broos is het. 

En zo werd een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen'. Er gaat een wereld achter schuil die inderdaad bijna niemand ziet. De staatssecretaris had gelijk. Hulde aan mijn collega's bij OCW en natuurlijk allen die er om heen aan meewerkten.