dinsdag 23 oktober 2018

Tada! Contract met Walburg Pers voor een boek!


U ziet hier de tekening van een contract. Nee, geen arbeidscontract, wees gerust, ik blijf lekker werken waar ik werk. Het is een contract voor een boek. U ziet op de foto Winnie Urban, uitgever van de Walburg Pers die in het voorjaar van 2019 mijn boek 'Alles behouden!' zal uitgeven. Het is nog een beetje onder voorbehoud van de laatste financiën die nodig zijn maar ik heb het vermoeden dat dit goed gaat komen.

Heel misschien herinnert u het zich nog. Begin maart meldde ik u dat ik op zoek was naar twee jongedames die aan het eind van de oorlog een bijzonder bibliotheekfiliaal startten in  Deventer. Het was een noodfiliaal in een Jamin-winkel. Dit noodfiliaal was nodig omdat op de hoofdvestiging op de Brink een granaat was ingeslagen na het bombardement van 6 februari 1945.  Beide dames, allebei van rond de twintig,  hielden een dagboek bij van de belevenissen in deze bibliotheek in de laatste maanden van de oorlog. Dat toch wat vergeten oorlogsdagboekje staat centraal in dit boek.

Het dagboek begint als volgt:
23 februari 1945: “Vanmorgen half tien opening van het leeszaalfiliaal in de winkel van Jamin. Het eerste half uur vol verwachting, doch weinig leden. In de loop van de dag nam de kou van onze voeten toe met het aantal bezoekers, die de hele dag zo’n beetje door bleven druppelen. Drie jongens kwamen vragen om een kaart van Nederland. Ze vertelden dat ze drie van de 1.200 jongens waren, die in Bloemendaal bij razzia’s waren opgepakt, vervoerd waren per wehrmachttrein, in de buurt van Deventer uit de trein waren gesprongen en nu te voet de reis naar huis wilden aanvaarden na raadpleging van een kaart.” 
En zo buitelen grote en kleine ontwikkelingen vervolgens over elkaar. Over bejaarden die vertellen dat ze hun geliefde kwijt zijn na het bombardement op het bejaardenhuis. Over het luchtalarm dat dagelijks meerdere keren gaat maar ook over de klanten die beweren boeken al te hebben teruggebracht (maar de dames hebben natuurlijk feilloos door dat dat niet zo is).



Het dagboekje loopt door tot 14 april. Dat is tot enkele dagen na de bevrijding van Deventer op 10 april. Toen ik het dagboekje voor de eerste doorlas had ik een brok in mijn keel toen ik las dat de bevrijding een feit was. Je voelt de angst en druk letterlijk wegvallen. Maar ook voel je dat bevrijd worden kan betekenen dat je toch nog in die laatste uren vóór de bevrijding je leven kan verliezen. Hierboven zie je hoe in het dagboekje de dag van de bevrijding eruit zag.

Een privé-dagboek en een kleine verzetsdaad
Het bijzondere dagboek heb ik aangevuld met andere niet eerder gepubliceerde dagboekfragmenten waaronder fragmenten uit het privé-dagboek van één van de twee jongedames. Daarmee ontstaat een bijzonder parallel verhaal over wat er buiten de bibliotheek gebeurd.

Naast de noodfilialen - want naast deze in de Jaminwinkel waren er nog twee (helaas zonder dagboek) - gebeurde er nog iets anders na het bombardement van 6 februari. Door het bombardement moesten namelijk de illegale boeken die de bibliotheek bezat, zo'n 2.000, acuut naar een andere bergplaats worden gebracht. Pal na de bevrijding werd er in de bibliotheek in Deventer een tentoonstelling gehouden met deze verboden boeken. Dat gebeurde overigens op meer plekken in eht land. De toespraak van de directeur, mejuffrouw Timmenga,  is bewaard gebleven en werpt een mooie blik op hoe deze kleine verzetsdaad met hulp van velen tot stand kon komen.

Alles bij elkaar denk ik dat het een boek is dat een flink aantal tot nog toe verborgen documenten bij elkaar brengt. Het is een mooie kleine geschiedenis binnen de oorlogsgeschiedenis in Oost-Nederland én die van bibliotheken.

De komende maanden rond ik het boek af. Er zijn nog een aantal kleine stukjes die afgemaakt moeten worden, de illustraties en foto's moeten allemaal netjes op orde en dan gaan we langzaam richting een uitgave rond de bevrijding van Deventer in 2019.

Ik kom er nog op terug als  ik meer nieuws heb!


donderdag 18 oktober 2018

De bibliotheekmeisjes....


Lange tijd was het nummer 'debiliothecaris' van de Bende van Baflo Bill eigenlijk één van de weinige levensliederen over de bibliotheek. Een klein zijspoor is misschien het nummer 'het Winschoter Diep' van Drs P. waar een 'Miep uit de bieb' langs dat Winschoter Diep fungeert.

Debiliothecaris is wat mij betreft niet meer het lijflied. Bij de opening van de nieuwe Bibliotheek Deventer mochten drie taalkunstenaars annex singer/songwriters hun lof op de nieuwe bibliotheek bezingen. Mijn absolute favoriet van die drie was Robin Bleeker die de bibliotheekmeisjes bezong en waarom het de ideale partners zijn....

U snapt, wie mij een beetje kent, snapt dat ik het daar wel mee eens ben. Nou, dat volume op 10, inhaken en meezingen!

En mocht u de nieuwe bibliotheek in Deventer nog niet gezien hebben: ga kijken!


woensdag 17 oktober 2018

Koninklijke Bibliotheek in 1948: Whatsapp avant la lettre


Vandaag mocht ik samen met Erik Boekesteijn een groep Bulgaarse bibliothecarissen ontvangen bij de Koninklijke Bibliotheek. Een goede reden voor mij om nog even kort naar de geschiedenis van de Koninklijke Bibliotheek te kijken. De KB heeft daar een mooie pagina over ingericht waar onder andere bovenstaande filmpje staat.

Het is het Polygoon-journaal uit 1948 en wat ik vooral bijzonder vond was het bestelsysteem met aanvraagbriefjes. Via verschillende routes kwamen aanvragen op verschillende plekken binnen.

Het lijkt me een prachtig systeem om naast aanvragen elkaar ook even een tekstje te sturen als: 'Zo lunchen?'  of  'Heb je een boek van drie centimeter dik om onder mijn typemachine te zetten, het bureau is te laag?'

Een soort Whatsapp avant la lettre.

zaterdag 13 oktober 2018

De hel van 1812, Nederlanders op Veldslag met Napoleon

Zo, dat waren wel weer even genoeg blogjes over bibliotheken en zo. Nu weer eens over een echt boek. En zoals u weet houd ik van bizarre geschiedenissen. De afgelopen weken las ik de dikke pil van Bart Funnekotter over 'De hel van 1812'.

Nederlanders in dienst van Napoleon
Europa heeft een een paar heersers gekend in de afgelopen eeuwen die dachten dat het het hele continent konden bezitten. Napoleon was één van hen. Hij had Nederland al ingenomen, ontdeed zich van zijn eerste vrouw om slim te kunnen trouwen met een Oostenrijkse prinses en dacht daarna dat hij via Pruisen ook wel de Russische tsaar kon tartten. Grootheidswaanzin weten we achteraf.  Want hij vertrok met bijna 600.000 soldaten naar Rusland en daarvan kwamen er - schrik niet - slechts 120.000 terug.

Onder deze 600.000 soldaten bevonden zich zo'n 15.000 Nederlanders. Soldaten die na de inname van Nederland onder Frans gezag waren gekomen of die zich later hadden gemeld bij de Franse leger.

Funnekotter vertelt het hele verhaal van de toch van 1812 aan de hand van dagboekfragmenten van Nederlandse soldaten en officieren. En wie de honderden pagina's overziet die het boek dik is, ziet dus ook gelijk welk monnikenwerk het moet zijn geweest om het boek te maken.

De vijand is nooit de grootste tegenstander
Het begin van de tocht is nog overzichtelijk. Het gemoed is opgewekt, her en der wordt wel geplunderd en het duurt wel erg lang voor de Russen zich laten zien. Het Russische leger speelt in de beginfase een soort verstoppertje waardoor het tijden duurt voordat het tot een veldslag komt. De winter begint vroeg in Rusland en al snel zijn de eerste doden te betreuren door de kou.  En die kou blijkt een veel grotere tegenstander dan de het leger van de tsaar.

De Russen hebben de Fransen zo ver Rusland in gelokt dat men klem komt te zitten en op het moment dat duidelijk wordt dat de Fransen de overwinning nooit zullen krijgen, begint een race tegen de klok om weg te komen uit Rusland. Keer op keer lijkt de vluchtweg bijna afgesloten.

Bloedstollend - letterlijk en figuurlijk - is de vlucht over de rivier de Berezina. Een snel kolkende rivier met ijsschotsen. De Nederlandse genietroepen bouwen een noodbrug waar soldaten elkaar zo ongeveer vertappen om het land te ontvluchtten en waar ondertussen de achterhoede de Russen weg moet zien te houden bij de brug.


Tijdens de studiereis naar Engeland was ik even in het museum van Manchester en kwam daar dit schilderij tegen waarop je commandant Ney stand ziet houden tegen de Russen.

Funnekotter eindigt door van enkele Nederlanders die het overleven ook nog na te gaan wat zij doen nadat zij uit het Franse leger zijn. Velen steken over naar het Nederlandse leger en vechten vrolijk verder bij de slag bij Waterloo of de tiendaagse veldslag die leidt tot de onafhankelijkheid van België.  Sommige mensen blijken vele levens te hebben.

De grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis
Van de 15.000 Nederlanders die meegegaan zijn, zullen slechts tussen de 500 en 1.500 levend zijn teruggekomen. De Nederlanders hebben daarmee relatief veel slachtoffers gekend. In vergelijking met andere oorlogen, betoogt Funnekotter, is dat dan de grootste ramp uit de Nederlandse militaire geschiedenis. Iets wat u en ik tot vandaag wellicht niet wisten.

Funnekotter laat de dagboekfragmenten een hartverscheurend verhaal vertellen van een steeds verder ontsporende onderneming. Een prima boek om lekker bij de verwarming straks te lezen en tevreden vast te stellen dat u het zo slecht nog niet hebt.

maandag 8 oktober 2018

Studiereis Overijssel/Groningen 4 van 4 / Vier observaties voor Nederlandse bibliotheken


De afgelopen week mocht ik met bibliotheken uit Groningen en Overijssel mee op hun studiereis. Een tocht naar Engeland waar ik in vier delen verslag van doe. Het bijzondere is dat ik alle vier delen tegelijk zal publiceren.  Dit is het vierde deel met de 'lessons learned'.

Zo de reizen zitten er op. Veel gezien en veel geleerd. Maar wat is nu de rode draad en welke observaties kunnen we delen? Aan de deelnemers van de reis vroeg ik via de groepsapp om eens een aantal punten te noemen. Samen met mijn eigen gedachten kom ik tot vier observaties.

Observatie 1: De drie V's Visie, visie en visie
Of het nu gaat om het storyhouse of de idea stores, beiden hebben een gezamenlijke drager. Dat is een hele stevige visie. Een visie die zo aanstekelijk is dat je voelt dat dit ook energie bij vele anderen los zal maken. De visie van de idea stores op een leven lang leren zouden heel goed kunnen passen bij de lijn die Nederlandse bibliotheken nu inzetten: een maatschappelijk en educatief programma om Nederland slimmere, creatiever en vaardiger te maken. Van basisvaardigheden tot mindfullness en van creatief schrijven tot 3D-printen.

Ook de visie van verbeelding van Story House past heel goed. Ik denk dat het heel interessant is om met uw schouwburgdirecteur in Chester te gaan kijken.

Deze visie steekt anderen aan. Zowel intern als extern: medewerkers en samenwerkingspartners of financiers. Visie brengt mensen in beweging en waardoor je meer kunt bereiken dan daarvoor.


Observatie 2: Programmering en gebouw moeten in balans zijn
In de afgelopen tien jaar hebben bibliotheken in Nederland een flinke draai gemaakt. Ging het rond 2010 nog veel om herinrichting van bibliotheken op basis van retailprincipes, nu zijn bibliotheek volop bezig met maatschappelijke en educatieve programmering.  Een deel van het educatieve programma vindt buiten het bibliotheekgebouw plaats in schoolbibliotheken. De maatschappelijke programmering vraagt vooral veel aandacht in het vinden van de juiste partners en vaak ook vrijwilligers. De aandacht voor het gebouw 'bibliotheek' lijkt wat naar de achtergrond geschoven te zijn. Als je één ding zit bij Storyhouse en de Idea stores dan is het dat juist die programmering goed tot stand kan komen door een combinatie van mensen én gebouw. En bij de Idea Stores zie je zelfs al dat dat gebouw al weer aan een update toe is.

Nederlandse bibliotheken investeren veel in die programmering. Men trekt intensief samen op om taalhuizen of dienstverlening voor de digitale overheid in te richten. Maar als het gaat om de inrichting van de bibliotheekgebouwen op dat punt zie ik elke bibliotheek toch apart optrekken en iedereen huurt zijn eigen architect in. Legitiem uiteraard vanuit elke situatie. Ik vind dat eigenlijk wel jammer en ik vermoed dat het ook duurder is dan samen optrekken en daar conceptueler naar te kijken. Wat mij betreft mag er echt een stevige gezamenlijke visie op inrichting komen.

Wie zo in een paar dagen een paar van deze prachtige plekken bezoekt, kan weer eens ervaren wat publieke ruimte van goede kwaliteit kan doen.

Observatie 3: Maatwerk in gezamenlijkheid
Als je kijkt naar Storyhouse en de Idea Stores dan zie je dat dit hele verschillende concepten zijn die trouwens ook allebei geen bibliotheek meer heten. De bibliotheek is een functie binnen het geheel. Tegelijkertijd zie je soortgelijke bouwstenen binnen dat geheel die toch wel op elkaar lijken. In beide gevallen begint het met lokaal ondernemerschap en een passende combinatie van partners. Van daaruit werk je verder. Bibliotheekwerk zal steeds vaker een bouwsteen van een geheel gaan vormen. Wen er maar aan, zou ik zeggen. Wat niet wegneemt dat de bibliotheek natuurlijk gewoon blijft bestaan. De landelijke en provinciale bibliotheeksamenwerking moet zo vloeibaar zijn dat deze past in het lokale ondernemerschap.


Observatie 4: Ons huis is jouw huis
De slogan van Chester gonst nog lang na in mijn hoofd: ons huis is jouw huis. Als je iets leuks weet te doen en het is open voor anderen, mag je altijd bij ons terecht. Het is een slogan die veel energie in een gemeenschap kan ontketenen. Wat wordt mogelijk als iedereen zou gebruik kan maken van de bibliotheek? Stadkamer in Zwolle werkt inmiddels op deze manier en met veel plezier en met leuke resultaten.

Wat heel erg past bij dat beeld is het wegnemen van allerlei ge- en ver-boden. Werk niet vanuit wantrouwen maar vanuit vertrouwen. En als je beveiliging toepast doe dat dan onopvallend en gastvrij.

Tot slot
Zo, weer inspiratie genoeg en weer snel aan de slag. Alleen? Nee, wat mij betreft samen. En dat is wellicht toch een mooie opsteker om mee af te sluiten. Bijna elke bibliotheek die we bezochten zei dat ze zoveel Nederlandse bibliotheken ontvingen. Eigenlijk meer dan Engelse bibliotheken. We gaan graag kijken bij anderen. Maar het tekent ook dat we graag willen leren van elkaar. Mij viel tijdens de reis op dat die samenwerking tussen bibliotheken eigenlijk helemaal niet zo gewoon is als wij in Nederland wel denken. Wij vinden het logisch om zaken samen op te pakken, uit te werken en ervaringen te delen.

'Wie zijn nieuwsgierigheid verliest, is bezig langzaam dood te gaan', zei iemand mijn ooit. Met die nieuwsgierigheid van mijn collega's was niets mis, merkte ik de afgelopen week. En dat is wellicht de beste garantie voor de toekomst. En dat u deze artikelen tot het einde las evenzeer.

Studiereis Overijssel/Groningen 3 van 4 / Manchester Library


De afgelopen week mocht ik met bibliotheken uit Groningen en Overijssel mee op hun studiereis. Een tocht naar Engeland waar ik in vier delen verslag van zal doen. Het bijzondere is dat ik alle vier delen tegelijk zal publiceren.  Dit is het derde deel over de centrale bibliotheek van Manchester.

Het laatste bezoek van deze studiereis is aan de centrale bibliotheek van Manchester. Na Chester is Manchester wel even een ander formaat. Manchester is zeker zo groot als Amsterdam. Voor Nederlandse begrippen gaan we dus van een provinciestadje naar de hoofdstad. De bibliotheek trekt 1,7 miljoen bezoekers per jaar en is daarmee veruit de grootste culturele hotspot van de hele omgeving.

Meer doelgroepen
Enkele jaren geleden is de bibliotheek verbouwd. Het statige pand dat ruim 80 jaar oud is, werd vooral gebruikt door studenten. Na de Primark was dit hun favoriete plek. Maar de bibliotheek wilde zich verbreden naar andere doelgroepen. Meer gezinnen en een diverser publiek. Naast een verbouwing heeft men ingezet op een breed activiteitenprogramma. En dan niet zozeer een programma dat zich in de geijkte zaaltje afspeelt maar juist zoveel mogelijk tussen de mensen. Het meest spannende voorbeeld is misschien de maandelijkse silent disco die men houdt op zaterdagavond met gemiddeld 450 bezoeker per avond en een prima horecaomzet.

Of wat te denken van de spannende erfgoedprogramma's. Want ja, Manchester is ook een bewaarbibliotheek. Men laat taxi's naar de basisscholen rijden met peperdure antieke boeken om daar uitleg te geven over dat boek. Kinderen zijn daar helemaal ondersteboven van: 'Mag ik dat boek zomaar aanraken?' Ja, dat mag dus. Daar is het materiaal voor.


Of wat te denken van een drumstel in je bibliotheek? Of een geluidsmixer waar je dj mee kunt spelen? De directeur zet in op reuring in zijn tent. 'Ja, het kan hier wel wat rumoerig zijn. Als je daar moeite mee hebt, moet je maar op een ander moment terugkomen', zegt hij redelijk laconiek.  Die programmering is echt één van de sterke punten van deze bibliotheek.


Fysiek en digitaal
Ook mooi aan deze bibliotheek is de stevige aandacht voor allerlei gedigitaliseerde materialen. De ingang van de bibliotheek is werkelijk bezaaid met allerlei touch screens waar veel interactieve historische programma's op draaien.  En die schermen worden, als ik rondkijk, best goed gebruikt.


Leeszaal
In het midden van dit monumentale pand is nog een klassiek leeszaal ingericht waar het muiststil moet zijn. Het is een favoriete plek van studenten in examentijd die er dan ook de hele dag zitten met honderden tegelijk. Sommige dingen veranderen dus niet.

Je moet jezelf kunnen zien zitten
Het monumentale pand is krachtig in zijn uitstraling maar natuurlijk ook wel een beperking. Het heeft een bijna intimiderende uitstraling die voor sommige mensen afschrikwekkend kan zijn. Dit is niet een buurthuis om de hoek. Bij de verbouwing zijn wel op veel plekken glasdelen geplaatst waardoor het pand transparanter en opener is geworden. Dat is ook echt noodzaak. 'Mensen moeten zichzelf in dit gebouw kunnen zien zitten', is de opvatting bij de bibliotheek. Als jij ziet: 'oh, die zit er ook', dan durf je zelf ook makkelijker naar binnen.

Manchester is een bibliotheek met een groot verleden en die het verleden ook flink meedraagt. Voor erfgoedprogramma's is dat een voordeel maar voor basisvaardigheden is het niet altijd even handig. Het toont aan hoe een mammoettanker - wat deze hele grote bibliotheek wel een beetje is - probeert zo wendbaar mogelijk te zijn. Op veel plekken lukt dat maar soms zit men zichzelf ook nog wel in de weg. Aan de directeur zal het overigens niet liggen. Met zijn onconventionele aanpak lijkt hij me absolute drager van deze organisatie.

Maar na het gezellige en kleurrijke Chester, straalt Manchester nog heel veel zakelijkheid uit. Zeer functioneel maar het gevoel van nabijheid, raak ik in deze omvang wel wat kwijt. Maar de combinatie digitale en fysieke informatie en hun programmering maakt het wel een bezoek waard.

Het volgende deel gaat over de observaties van deze reis en wat Nederlandse bibliotheken er van kunnen leren. 

Studiereis Overijssel/Groningen 2 van 4: Storyhouse in Chester


De afgelopen week mocht ik met bibliotheken uit Groningen en Overijssel mee op hun studiereis. Een tocht naar Engeland waar ik in vier delen verslag van doe. Het bijzondere is dat ik alle vier delen tegelijk zal publiceren.  Dit is het tweede deel over het Story House in Chester.

Storyhouse was absoluut wat mij betreft het beste plekje van de studiereis. Storyhouse  is een combinatie van bibliotheek, filmhuis en theater waarbij beide functies volledig geïntegreerd zijn. Of beter gezegd: de bibliotheek is om de de zalen heen gedrapeerd.

Storyhouse is in mei 2017 geopend in aanwezigheid van de Engelse koninklijke familie. Het gebouw bestaat uit een oud gebouw - een oude filmzaal uit het begin van de 20e eeuw - en een nieuw aangebouwd gedeelte. De investering was - schrik niet - 34 miljoen pond.


Trots van het personeel en de stad
Het Storyhouse is een enorme boost voor de trots van deze provinciestad met 80.000 inwoners. De stad is trots en het personeel was bang dat door de mooie inrichting oude gebruikers van de bibliotheek niet meer terug zouden komen. Maar niets was minder waar. Mensen waren trots dat zij in zo'n mooi gebouw mogen zinnen dat dat er voor hen is.

Het is ook een trots voor het personeel. En dat is nodig ook want het personeel kimt nog uit verschillende stichtingen en werkt nog onder verschillende condities. Maar omdat men samen werkt aan zoiets moois en goeds, is iedereen bereid om dat voor lief te nemen. Zo'n gedeelde visie is echt nodig om zoiets ook mogelijk te maken.


Sublieme 3rd place
Het hart van het gebouw wordt gevormd door het café dat zowel de foyer van theater en filmhuis is als bibliotheekruimte. Er zitten ladingen jongeren te werken en de sfeer is ongelofelijk relaxed. Dat heb ik echt zelden zo meegemaakt in een bibliotheek. De kwaliteit van deze ruimte is echt ontzettend hoog.

Our house is your house
Zo'n 140 groepen en verenigingen gebruiken het pand. Van danslessen tot schaakgroepen. Wie wil kan de bibliotheek gebruiken en zolang het publiek toegankelijk hoef je daar niet te betalen. Hun slogan is: 'our house is your house'. Het is een aanstekelijke uitspraak. Want er gaat een ongelofelijke uit uitnodigende kracht van uit.


Prachtige jeugdbibliotheek
Één van de pareltjes van story house is de jeugdbibliotheek. Bij de idea store kwam die er wel wat bekaaid vanaf maar bij story house krijgen kinderen een prachtige en bijna feeërieke plek. Een prachtig kleine voorleesruimte en een sfeervol ingerichte bibliotheek. Wel lijkt deze jeugdbibliotheek zich vooral te richten op kinderen tot een jaar of 10/11.

Ik ben diep onder de indruk van deze combinatie van bibliotheek en theater. Wie bang was dat de bibliotheek zou ondersneeuwen in het theatergeweld kan gerust zijn. Daar is echt geen sprake van. Het is een fantastisch huis om te zijn en een huis dat de verbeelding meer dan stimuleert.

Het Storyhouse van Chester is zeker een bezoek waard.

In het volgende deel ga ik in op onze laatste bibliotheek die we bezochten: de centrale bibliotheek van Manchester. 

Studiereis Overijssel/Groningen 1 van 4 / Idea Store Londen


De afgelopen week mocht ik met bibliotheken uit Groningen en Overijssel mee op hun studiereis. Een tocht naar Engeland waar ik in vier delen verslag van zal doen. Het bijzondere is dat ik alle vier delen tegelijk zal publiceren.  Dit is het eerste deel over de Idea Stores in Londen.

Voor veel bibliotheekcollega's zullen de Idea Stores geen onbekende meer zijn. In 1998 werd er namelijk al mee gestart en een jaar of tien geleden waren we er met Overijsselse bibliotheken ook al op bezoek. Het bezoek deze keer was dan ook vooral interessant om te zien hoe het concept zich ontwikkeld had.

Wat zijn idea stores?
Idea stores vind je alleen in stadsdeel Tower Hamlets in Londen. In 1998 startte de bibliotheek daar met een grootschalige herpositionering. Tower Hamlets is een zeer divers stadsdeel: arm en rijk wonen er letterlijk naast elkaar. Het gebruik van de bibliotheek bleef in 1998 steken op 18% van de bevolking. Dit terwijl dit elders in het land 50% was. Toch was het een bibliotheek net als andere bibliotheken? Wat gaat er mis, vroeg men zich af?

Een enquête onder de bevolking wees uit dat 98% van de bevolking de bibliotheek wel een goede instelling vond en dat die ook moest blijven. Wel wilde men meer boeken en vooral meer computers. Het was de tijd dat internet op kwam en velen nog geen toegang en apparatuur hadden. De openingstijden vonden gebruikers wel goed maar men vond wel dat bibliotheken op plekken moesten zitten zodat men dit kon combineren met andere activiteiten zoals winkelen.

Compleet nieuw merk
Met een groep architecten is vervolgens een compleet nieuwe opzet gemaakt. Zo anders dan de bestaande bibliotheek dat men het zelf een ander merk ging noemen. Zo ontstond de Idea Store.  Kern van de Idea Store is om mensen te helpen bij een leven lang leren.  Leven lang leren is echt het kernpunt. Hun communicatie, gedrag en hun diensten zijn daar op ingericht. Kernwaarden zijn: enrich, engagement en empowerment (ik vertaal dat maar niet, het Engels is te mooi).

Twee jaar voordat men echt startte met de idea store begin men met het verspreiden van een glossy over het idee.  Deze werd ruim verspreid in het stadsdeel. Op deze manier kon men wennen aan het nieuwe idee en werden mensen voorbereid. Toen ging vestiging White Chapel open. Op de drukste plek van de wijk, pal naast een markt die 6 dagen per week open is.

Men heeft gezocht naar een integratie van collectie, cursussen en andere activiteiten. De idea store heeft heeft een cursusgids die net zo dik is als de catalogus van een grote schouwburg. Boeken en leslokalen lopen door elkaar. Boeken in het midden en leslokalen er om heen.  Elk van de leslokalen heeft glas waardoor je naar binnen kunt kijken. Zien eten, doet eten zullen we maar zeggen.  Als je het naar Nederlandse voorbeelden moet vertalen zijn de Idea Stores een combinatie van bibliotheek en volksuniversiteit. Het cursusaanbod is breed. Van taalles tot Bollywood-dansen.


Allround medewerkers
Medewerkers kunnen zowel helpen met een vraag rond boeken maar helpen met het grootste gemak met alle cursussen. Dat zijn de allround-medewerkers die breed ingezet kunnen worden (en ook iets beter verdienen dan de gemiddelde bibliothecaris). Allemaal betaalde medewerkers ook.  De cursussen worden allemaal door gekwalificeerde docenten gedaan.

Men is 7 dagen per week open, gelijk aan de tijden van de supermarkt. Zo eenvoudig moet het dus zijn. Dat geldt ook voor de regels: it is no rules-rules. Geen verboden dus. Koffie mag je overal mee naar toe nemen en bellen mag ook. Je mag alleen anderen niet te veel storen en daar worden gebruikers ook op actief aangesproken.

Lezingen kosten geen geld end at geldt ook voor het bibliotheeklidmaatschaap. Dat is overigens in heel Engeland gratis.


Nieuwe uitdaging
Tot zover het basisverhaal. Want eigenlijk loopt dit al 10 jaar. Dus waar zitten nog de vernieuwingen? Men gaat nauwer samenwerken met burgerzaken van de gemeente. Men noemt dat de one-stop-shop. Burgers kunnen daar terecht voor een parkeervergunning of andere formulieren. Ook dat alles wordt professioneel opgepakt. Ook hier geen vrijwilligers of andere maatschappelijke partners. Men gruwelt zelfs een beetje daarvan. Dat is echt een andere insteek dan in Nederland. Ik ben er nog niet over uit wat ik daar nou van moet vinden. Enerzijds vind ik het lovenswaardig dat het allemaal betaald is maar het compleet uitsluiten van burgerinitiatief vind ik ook wel weer bijzonder.

27% wordt geholpen met gezondheid
Ten opzichte van 10 jaar geleden zie ik een duidelijke verschuiving in programmering. Waar deze 10 jaar geleden vooral nog vooral op digitale vaardigheden was gericht verschuift deze nu heel hard naar allerlei cursussen rond gezondheid. Uit de gebruikersenquete blijkt dat 27% van de gebruiker aangeeft dat ze geholpen zijn met hun gezondheid.


Inrichting
De inrichting van de Idea Stores kenmerkt zich dus door veel lokalen in combinatie met collectie en veel studie- en pc-plekken. Die inrichting is overigens in de afgelopen tijd niet echt mee-ontwikkeld. Volgens mij wordt dat wel een volgende slag die ze mogen slaan want de 3rd place gedachte heeft zich in de afgelopen tijd echt verder ontwikkeld.

Mij blijft bij dat die idea stores een heel sterk concept blijven dat heel goed past bij de Nederlandse lijn van basisvaardigheden en in het verlengde daarvan naar een leven lang leren. Het is mooi om te zien hoe Idea Stores hun dienstverlening verbreed hebben en een vaste plek in dit stadsdeel hebben gekregen.

Volgende deel is: Story House in Chester