Vandaag ga ik u laten zien dat het ene bibliotheeklid het andere bibliotheeklid niet is. Wie denkt dat bibliotheken er voor iedereen zijn, komt bedrogen uit. In de afgelopen tijd is er veel discussie of digitale klanten rechtstreeks lid mogen worden bij de Koninklijke Bibliotheek. De minister vindt van wel (tenminste als we de brieven mogen geloven) en een deel van de openbare bibliotheken vindt van niet. Ondertussen startte de Bibliotheek Rivierenland haar eigen e-reader-abbonnement en kreeg hiermee kritiek van de minister. Een kleine loopgravenoorlog is het gevolg.
Nu kan ik mij beide kanten van die discussie voorstellen. Laat daarover geen misverstand bestaan. En dat staat dan nog weer los van wie er juridisch gelijk heeft.
De kwestie is zelfs zodanig ingewikkeld dat de VOB twee verkenners op pad stuurt om het zaakje eens goed te onderzoeken. Alle reden om die verkenners een handje te helpen.
De vraag is echter: maken wij ons over de juiste zaken druk? Ik doe dat met vier kanttekeningen om die discussie eens in wat breder perspectief te plaatsen.
Kanttekening 1: Landelijk inschrijven kan allang
Mijn eerste kanttekening is dat er een bibliotheek is waar men allang landelijk lid kan worden en waar nog nooit een openbare bibliotheek over heeft geklaagd. Sterker nog, bibliotheken lijken deze leden eigenlijk liever niet te hebben.
Ik roep even in herinnering het jaar 2006. In dat jaar ondersteunde ik de VOB bij het operationeel plan 'Zicht op Samenwerking'. Het plan ging over de herstructurering van het blindenbibliotheekwerk. Bij het loket Aangepast Lezen zijn landelijk volgens mij zo'n 30.000 leden ingeschreven. Hebben we ooit iemand gehoord die vond dat al die leden bij de lokale bibliotheek ingeschreven moesten worden? Ik niet. Toch ligt daar wel een kans.
Belangrijk kenmerk bij die herstructurering was dan ook dat openbare bibliotheken veel vaker slechtzienden en dyslectici zouden kunnen ondersteunen. De groep waar naar verwachting lokale bibliotheken iets voor zouden kunnen betekenen zou een veelvoud van die 30.000 zijn. Op landelijk niveau kwam er startsubsidie beschikbaar voor zowel PSO's als lokale bibliotheken. Een aantal jaren was hier een bedrag voor beschikbaar van enkele tonnen per jaar.
In veel bibliotheken kwamen collecties Aangepast Lezen met Daisy-ROM's en instructie over de dienstverlening van het loket Aangepast Lezen.
Toen ik in 2013 de bibliotheken in Gelderland ondersteunde met Centraal Collectioneren maakte ik een rondje langs alle deelnemende bibliotheken om samen met hen hun collectieprofiel op te stellen. Ik constateerde toen dat van de 90 vestigingen die ik toen bekeek er nog een handjevol was die actief aanschaften op Daisy-ROM's. De doodsteek voor die aanschaf was de harde eis om gebruikers te registreren als 'leesgehandicapte' in de bibliotheeksystemen. Dit leidde tot te veel administratieve rompslomp waarna veel bibliotheken stopten met activiteiten op dit vlak.
Zo ziet u maar: alle leden zijn gelijk maar sommige zijn meer gelijk dan andere... Of positiever gesteld: er is al wat ervaring met een combinatie tussen lokaal en landelijk. Maar er is ook al wat leergeld betaald. Hou het dus simpel voor iedereen.
Kanttekening 2: Ieder voor zich?
De actie van de Bibliotheek Rivierenland is wel een begrijpelijke en misschien ook wel juist gestart door de hele discussie over het digitale lidmaatschap. Als deze discussie er toe leidt dat we als Nederlandse bibliotheken hier meer tempo in gaan maken dan is de actie al geslaagd. Want laten we wel wezen, wat Rivierenland nu aanbiedt kon echt al een tijdje langer.
Er dreigt echter één gevaar: wordt het ieder voor zich? Gaan we ieder apart onze voorwaarden bepalen en de prijs? En gaan we dan concurreren met elkaar? Hebben we straks 159 digitale abonnementen en roven we elkaars digitale leden weg? Of trek je samen op, doe je samen aan marketing en zet je iets weg met alle bibliotheken gezamenlijk?
Ik denk dat ik uw antwoord wel weet.
Kanttekening 3: Waar zijn de kinderen?
Er is echter een groep waar ik me nog veel meer zorgen over maak. En dat zijn de kinderen. De jeugdleden die meer dan de helft van ons actieve ledenbestand uit maken. Waar zijn die eigenlijk in die hele discussie rond het digitale lidmaatschap?
Want op elke basisschool leuren wij nu met schoolbibliotheken. We investeren grote bedragen in fysieke collecties maar valt ook hier niet veel meer te verdienen door digitalisering? Waar is die collectie van 1.500 boeken die elke basisschool (met lidmaatschap van de bibliotheek) mag gebruiken. En uiteraard moet die collectie betaalt worden uit het landelijk budget. Sterker nog: daar is bij de behandeling van de bibliotheekwet nog een amendement over aangenomen. Het zou gratis worden voor kinderen. Wat zou het u schelen als u niet meer in fysieke boeken voor schoolbibliotheken hoefde te investeren?
Of hebben wij stiekem op landelijk niveau toch liever volwassenen dan kinderen? En waarom eigenlijk? Alle leden zijn gelijk maar sommige zijn meer gelijk dan andere?
Kanttekening 4: Wat is het verdienmodel?
Verdienmodellen.... het is een populair woord tegenwoordig. De vraag is echter of leden nog een verdienmodel zijn. Niet omdat betalende leden stapje voor stapje minder worden. Dat zou heel defensief zijn. Maar ik zie wel dat er steeds meer burgers meewerken om die bibliotheek mogelijk te maken. En of die nu vrijwilligers heten of participerende burgers maakt mij ook niet zoveel uit. En wat denkt u: vragen we al die participerende burgers en vrijwilligers om ook nog eens betalend lid te worden of betalen zij die contributie in natura?
Met het onderzoek naar de waarde van samenwerken in de bibliotheek in Deventer lieten we zien dat er meer te 'verdienen' is met samenwerking dan met krampachtige ledenwerving.
Mijn conclusie is dat wie nog een paar centen zoekt, beter kan investeren in samenwerking dan in een gevecht over waar leden ingeschreven horen te staan.
Conclusie: geen tijd voor een loopgravenoorlog
Ik heb de wijsheid niet in pacht maar ik zie wel dat een loopgravenoorlog over digitaal lidmaatschap tot niks leidt. En dat terwijl er gezamenlijk nog zoveel werk te doen is. Op landelijk niveau kun je je afvragen of je niet veel harder op een collectie kinderboeken voor Bibliotheek op School moet inzetten. Daar is aan alle kanten winst te halen. Iets minder investeren in fysieke boeken levert voor de lokale bibliotheek gelijk een financieel voordeel op.
Lokale bibliotheken moeten zich afvragen of het klassieke contributiemodel op lange termijn wel houdbaar is. Ik denk dat inzetten op een steviger basis met participerende burgers in combinatie met een opdracht van gemeenten rond het sociaal domein meer vruchten afwerpt dan nog een ledenwerfcampagne.
Wie het digitaal lidmaatschap blijft bekijken los van alle andere werk dat we ook nog te doen hebben, zal in de loopgraven blijven zitten. Wie gaat kijken waar win-win mogelijk is, ziet nog vele gebieden braak. Wie zo kijkt, ziet dat we helemaal geen tijd hebben voor die loopgravenoorlog. Dus hup, uit die schuttersputjes en volle kracht vooruit! De samenleving wacht op ons.
Ik wens de verkenners van de VOB veel succes.