Bij het doorploegen van een bibliotheekarchief kwam ik bijgaande boekje tegen: Bibliotheekschrift door E.A.N.P. Franchimont. Het boekje dat ik heb is een vierde druk uit 1957 maar het origineel is uit 1927.
Toen ik in de jaren '90 begon van de vorige eeuw begon als bibliothecaris hoorde ik collega's die al even meeliepen er wel eens over: 'het bibliotheekschrift'. Het bibliotheekschrift was het handschrift dat je moest gebruiken als je cataloguskaartjes moest schrijven. Om het even in perspectief te plaatsen: voordat cataloguskaartjes gedrukt werden, werden ze dus met de hand geschreven.
Dat bibliotheekschrift zag er als volgt uit:
In de inleiding van het kleine boekje wordt het gemeld waarom het belangrijk is om het bibliotheekschrift toe te passen.
"Uniform bibliotheekschrift geeft aan de catalogus in de eerste plaats, maar verder ook aan de boekkaarten, opschriften enz. een aangenaam verzorgd uiterlijk. Verschillende handschriften door elkaar gebruikt, zelfs al is elk op zich zelf keurig, wekken de indruk van onordelijkheid en daardoor vaak van onduidelijkheid. ... Hoe eenvoudiger het bibliotheekschrift is, hoe rustiger en leesbaarder het is. ... Wel ontstaat een schrift dat met 'onpersoonlijk' zou kunnen noemen. Tegen die onpersoonlijkheid hebben sommigen, die het bibliotheekschrift daarom karakterloos noemen, bezwaren. Dit is niet zo, omdat juist in het uniforme, eenvoudige bibliotheekschrift zo goed het ordelijke, beheerste karakter van de bibliotheek en van de bibliotheekambtenaar tot uitdrukking kan komen. ... De onpersoonlijkheid van het schrift is daarom eerder een aanbeveling dan een veroordeling."
Een briljante tekst natuurlijk en ook heerlijk om te zien waar men zich in die tijd druk om kon maken. Het tijdschrift Bibliotheekleven recenseert het boekje begin 1928 kort. Die schrijven er als volgt over.
Het boekje zou met gejuich begroet zijn... Nou, ik heb daar wel wat mijn twijfels over want ik vermoed dat menig bibliotheekassistent-in-opleiding heeft lopen foeteren op dit schrift.
Ik het boekje wordt dan ook aangegeven wat helemaal fout is en waar menig bibliotheekassistent zich aan bezondigd. Ook daar heb ik een pagina van en ik zou zeggen, probeer maar eens te vinden wat er fout gaat.
Nou, ik ben blij dat dit al geen vak meer was in mijn opleiding tot bibliothecaris want ik zou hier dubbel en dwars voor gezakt zijn. Ik heb nog wel de oefenset met sorteerkaartjes gehad, het leren titelbeschrijven (punt-spatie-streep-spatie) en het drukken van cataloguskaartjes. Zeker dat laatste was een les waarbij iedereen toch vooral zat te giebelen want de bibliotheekautomatisering was al in volle gang.
En mejuffrouw Franchimont?
Onwillekeurig wil je dan toch wel weten wie die E.A.N.P. Franchimont was. Nou het was een mejufrouw die in 1926 haar diploma tot bibliotheekassistent kreeg en daarna aan het werk ging bij de bibliotheek in Zutphen en een paar maanden later in Bussum. In 1928 stapt ze over naar de leeszaal in Hengelo. Daarna raak ik het spoor van haar bijster. Ik had zelf gedacht dat ze voor het schrijven van zo'n opleidingsboekje wel een gearriveerde directeur zouden vragen maar deze handleiding is dus door een piepjonge assistent geschreven. Mijn speurtocht naar haar leverde nog wel een gedicht op uit 1928 in De Gids.
Onder de tekst staat de naam Franchiront in plaats van Franchimont maar dat blijkt een OCR-fout te zijn volgens DBNL.
Wat er verder met haar gebeurde blijft mij onbekend. Ik vind nog een S.S.N.P. Bouman-Franchimont in 1941 bij het Joodse HBS. Het zou haar kunnen zijn maar even goed zus van haar. Als ze inderdaad een Joodse achtergrond had dan is het natuurlijk ongewis wat er gebeurd is in de oorlog. Maar in 1941 staat ze niet op een lijst van Joodse medewerkers die ontslagen zijn in bibliotheken.
Als iemand het weet mag die het zeggen. Ik ben benieuwd.
Haar boekje werd dus nog decennialang herdrukt. Ze stond 'als een gestalte in blauw en met gouden hoed' nog lang tussen haar bibliotheekletters, haar eigen rozentuin.
Ik neem u weer mee door deze week. Met let op: het venijn van dit verhaal zit in de staart.
Kent u die mop over die bibliotheek die weer open zou gaan? Precies, die ging niet open. Vorige week noemden we het nog een tussenweek met hoop dat we wellicht na 28 april wat meer ruimte zouden krijgen. Het mag niet zo zijn. Er komen nog een paar tussenweken bij.
Nervositeit voor de persconferentie
Begin deze week was er bij Rijnbrink en bibliotheken nog koortsachtig overleg en allerlei mail- en app-verkeer. De verwachting was dat er werkelijk ruimte zou komen voor een heropening. Als dat bekend zou worden, zouden bibliotheken snel hun bibliotheken in gereedheid willen brengen voor heropening.
De VOB was bezig met het protocol voor een gefaseerde herstart. Dat protocol moest goedgekeurd worden door de autoriteiten en pas dan zou heropening mogelijk zijn. De vraag was of het protocol snel genoeg goedgekeurd zou worden. Vanaf de zijlijn ondersteunde een aantal collega's van Rijnbrink de VOB bij het opstellen van de benodigde documenten en ook een aantal bibliotheken in ons werkgebied leverden hiervoor benodigde input. Bibliotheken vroegen ook al of concept-documenten die nog niet waren goedgekeurd toch al gedeeld konden worden. Veel MT's van bibliotheken hadden als spoedoverleggen ingepland voor woensdagochtend om dan eventueel met gezwinde spoed aan de slag te kunnen. De haast was duidelijk begonnen.
De persconferentie zelf
En toen de persconferentie... Ik geloof dat er meer mensen keken naar deze persconferentie dan naar de finale van het EK-voetbal in 1988. Het was ronduit stil op straat.
Basisscholen gaan vanaf 11 mei heel voorzichtig open en kinderen krijgen een beetje ruimte. Maar dat is het ook even voor dit moment.
Het leek alsof ik een oorverdovende stilte terecht was gekomen.
Na de persconferentie
Ons spoedoverleg die volgende ochtend was een stuk overzichtelijker dan gedacht.
De VOB kwam donderdag met het protocol voor gefaseerde openstelling en ging ook in op schoolbibliotheken en afhaalbiebs. Voor die laatste is ruimte mits de nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen en voor schoolbibliotheken is nader overleg met scholen nodig. En scholen zullen vooralsnog zeker nog geen derden in de school toestaan. Ook daar dus stap voor stap en met veel voorzichtigheid.
Een uur nadat ik van de VOB het protocol had ontvangen kreeg ik van de eerste bibliotheekleverancier al een mail (zie het plaatje helemaal bovenaan) waarin ik bestellingen kon opgeven voor kuchschermen, hesjes en strepen. Wat voor de één een crisis is, is voor een ander weer gewoon handel.
Regeringsbeleid: liever langzamer herstarten dan terugvallen
Tot en met 19 mei dus geen mensen in de bibliotheken. Er is een kleine kans dat er tussentijds nog verruimingen komen en heel misschien dat bibliotheken daar bij zitten. Maar wie kijkt naar het regeringsbeleid, ziet dat ze er voor kiezen om heel gereguleerd te herstarten. Liever langzamer herstarten dan straks terugvallen lijkt het motto. En eerlijk gezegd kan ik me daar goed wat bij voorstellen. Mochten we rond 19 mei weer open kunnen, dan zijn we bijna 10 weken dicht geweest.
Nou, 'dicht', is niet het goede woord. Want bibliotheken zijn overal nog met van alles actief: telefonische spreekuren, ebooks, digitale voorleestassen, een digitaal taalhuis, hulp aan ouderen en afhaalbiebs. In de volle breedte van het bibliotheekwerk gebeurt van alles.
De kleine bubbel waar we nu in leven
Ondanks alles is er één ding wat ik zelf ontzettend mis. En dat zijn mensen om mij heen. Hoewel ik het niet slecht doe als kluizenaar merk ik wel dat ik zowel in mijn werk als privé in veel kleinere kringetjes functioneer. Als ik kijk hoe mijn werkagenda en mijn sociale agenda er uit zagen voor de lock down dan zie ik vooral dat mijn contacten zijn teruggebracht tot mensen die ik allemaal al heel goed ken. En ik merk ook dat ik daarmee in een veel kleinere 'bubbel' terecht ben gekomen dan vroeger. Ik kom nauwelijks meer nieuwe mensen tegen en ook bijna geen mensen meer die wezenlijk anders tegen zaken aankijken.
En daarin ben ik niet de enige. Dat gebeurt nu in de hele samenleving. De 'bubbels' waarin we leven zijn teruggebracht tot de meest kleine vorm.
En om eerlijk te zijn: ik denk dat dat bijzonder schadelijk is voor een samenleving. Rolf Hapel, de voormalige directeur van Dokk1 in Aarhus, vertelde altijd dat de waarde van de bibliotheek ook gelegen is in het feit dat iedereen in de bibliotheek elkaar kan 'zien'. En het feit dat verschillende groepen in de samenleving elkaar zien, levert meer begrip en respect voor elkaar op.
De publieke ruimte die wij bieden is daarmee van essentieel belang. De bibliotheek is een plek waar mensen elkaar treffen aan de leestafel, waar scholieren komen studeren, waar sommigen kun eerste digitale stapjes zetten in de cursus Digisterker of Klik en Tik. Al die activiteiten zijn veel meer dan alleen de krant lezen of iets leren. Het zijn allemaal bezigheden waar mensen met elkaar in contact zijn en zich scherpen aan elkaar.
Bibliotheken als de vertrekhal van de verbeelding
Naast het menselijk leed door het virus, denk ik, dat dat gemis aan menselijk contact en het elkaar niet zien ook een grote schadepost is op termijn. We komen niet meer uit onze eigen bubbels, we verharden in onze standpunten en toetsen minder onze vooroordelen.
Bibliotheken zijn een 'mainport' voor de ontwikkeling van een samenleving als geheel. Het is - zoals Aad Nuis ooit zei - de vertrekhal van de verbeelding met jaarlijks meer dan 60 miljoen bezoekers. En allemaal zijn ze op reis in hun eigen ontwikkeling.
Gisteren maakte de regering bekend nog eens een bedrag tussen de € 2 en 4 miljard te besteden aan de redding van de KLM. De KLM vervoerd jaarlijks 35 miljoen bezoekers naar een ver of minder ver oord.
Bibliotheken laten elkaar jaar 60 miljoen bezoekers op reis gaan naar hun eigen ontwikkeling of in hun eigen verbeelding. 60 miljoen bezoekers die elkaar zien en die uit hun eigen bubbel komen. 60 miljoen bezoekers die door hun eigen gedrag met de inspanningen van de bibliotheek de sociale cohesie versterken. En dat voor het luttele bedrag van € 500 miljoen.
Beste overheden, denk daar nog eens aan als er nog een relatief kleine bijdrage nodig is om de cultuursector te ondersteunen. De bibliotheek is grootste vertrekhal van Nederland: de mainport van de verbeelding.
Een macabere dans met het virus
Bibliotheken zijn nu vijf weken dicht. En we noemen het een tussenweek. Tenminste, zo noemde premier Rutte deze week. En dat is het eigenlijk ook wel voor bibliotheken. Thuisbieb is nu zowel voor Apple als voor Android in de lucht. Wie een afhaal- en/ofbezorgbieb wilde beginnen, heeft die nu wel draaiend en met grote spanning wordt uitgekeken naar dinsdag 21 april. Dan maakt de regering namelijk bekend wat er gaat gebeuren na 28 april. En dan wordt dus ook bekend wat gaat gebeuren met bibliotheken.
Ik keek afgelopen week een stukje van het kamerdebat over Corona. Klaas Dijkhoff noemde de Coronacrisis een macabere dans met het virus. Dat vond ik wel een goede metafoor. We moeten er de komende tijd mee leren leven.
Bibliotheken waren van rijkswege gesloten om die ruim miljoen bezoekers die wij per week trekken niet met elkaar in contact te brengen. Als het 28 april is, hebben we dat ruim zes weken volgehouden als bibliotheken. Zes unieke weken waarin de bibliotheek dicht was.
En het virus is niet weg.
Elke dag komen er nog vele ziekenhuisopnamen bij, elke dag sterven er nog meer dan honderd mensen aan het virus maar gelukkig daalt de druk op de intensive care.
Mentale kanteling
Zes weken intelligente lockdown. Scholen dicht horeca dicht, bibliotheken dicht. En het virus is niet weg. En dat zal het ook nog lang niet zijn. Zodra de tijd rijp is gaan we dus van een fase van 'contact vermijden' naar 'verstandig met contacten omgaan'. Die anderhalve meter wordt daarbij een heilig getal.
En dat vraagt opnieuw een mentale kanteling. Waar we eerst zaten op vooral digitale dienstverlening moeten we terug naar verstandige fysieke heropening. De vraag is niet óf bibliotheken open gaan maar hoé en wannéér.
Want ja, iedereen wil graag weer open. Als ik de geluiden goed hoor bestaat een gerede kans dat daar na 28 april voor bibliotheken ook wat ruimte voor geboden wordt. De VOB bericht in haar informatiebulletin:
"De VOB is in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en andere betrokken instanties over de eventuele gefaseerde openstelling van bibliotheken. Want we houden er rekening mee dat bibliotheken gaan behoren tot de instellingen die straks gedeeltelijk weer open mogen als zij voldoen aan de regels die gelden in de ‘anderhalve-meter-maatschappij’."
Modulaire herstart
Er zal een modulaire herstart van bibliotheken komen is dan de verwachting. Van schoolbibliotheken en afhaal-, retour- en bezorgservices naar een voorzichtig terugkeer van bezoekers in het pand. Vooral het weer toelaten van bezoekers zal aanpassingen vragen. Een deurbeleid bijvoorbeeld. Er zullen minder mensen binnen mogen zijn dan we gewend waren. Bij balies zullen kuchschermen nodig zijn. En pas als laatste zullen we kunnen denken aan grotere activiteiten in de bibliotheek .
En wanneer mag je starten met wat? Dat zal een ingewikkelde vraag zijn waar elke bibliotheek een antwoord op moet vinden. Kan dat niet centraal geregeld, hoor ik u denken? Nou, ik denk het niet. De VOB werkt aan richtlijnen hiervoor. Maar dat betekent niet dat iedereen tegelijk ook hetzelfde kan gaan doen. De lokale situatie is namelijk te verschillend: de hoeveelheid bezoekers, het type bezoekers (leners of verblijvers), de leeftijd van bezoekers (denk aan veel ouderen), de situatie in de eigen gemeente (meer of minder besmettingen), de partners waarmee een pand gedeeld wordt en hoe die er mee omgaan. En dan heb ik het nog niet over het feit dat in elk pand aanpassingen nodig zijn en dat je pas weer open kunt voor bezoekers als die aanpassingen zijn gepleegd. Bij sommigen zal dat meer tijd vergen dan bij anderen.
Onverantwoorde bibliotheekdirecteuren?
Kortom, er zullen bibliotheken zijn die sneller en anders open zijn dan anderen. Zeker grote stadsbibliotheken zullen er een flinke kluif aan hebben om alles geregeld te krijgen. Er zal ongetwijfeld weer enige discussie ontstaan tussen mensen die vinden dat de ene bibliotheek te snel open gaat of die vinden dat andere bibliotheken er te benauwd mee omgaan. In één van mijn vorige blogs noemde ik dat een discussie tussen rekkelijken en bevindelijken.
Ik blijf bij mijn standpunt dat ik geen bibliotheekdirecteur ken die deze beslissing onverantwoord of lichtvaardig neemt. Laten we elkaar dus wat ruimte gunnen. En dat zeg ik ook tegen ambtenaren of wethouders die meelezen: dat uw buurgemeente al een bibliotheek heeft die open is, maakt uw bibliotheekdirecteur die nog niet open is, nog niet tot een luie donder of bange wezel. En beste ambtenaar of wethouder dat uw bibliotheek al wel open is, maakt uw bibliotheekdirecteur niet tot een onverantwoorde of roekeloze bibliothecaris.
Het is een macabere dans met het virus. En we moeten opnieuw een mentale omslag maken: van 'mijden' naar 'verstandig omgaan'. Laten we er geen race maken wie het snelste is. Bibliotheken zijn in deze gezondheidscrisis een bijzaak. Een belangrijke bijzaak wellicht, maar toch. We gaan doen wat we verantwoord kunnen.
Maar goed, laten we eerste 21 april maar eens afwachten over wat er na 28 april mogelijk is. Het zou mooi nieuws zijn als er dan wat ruimte komt voor bibliotheken: het betekent dat er dan ook wezenlijke vooruitgang is in het terugdringen van het virus. En dat is dan de grootste winst.
Even wat anders op deze vrijdagmiddag. Wie was de bekendste bibliothecaris allertijden? Ik hoor daar iemand Dewey zeggen. Daar nog iemand die Greve noemt. Daar iemand die Annie M.G. Schmidt noemt. En daar in de hoek een grapjas die Deckers zegt....
Maar ze vallen allemaal in het niet bij, jawel, Napoleon Bonaparte. U wist het niet maar hij is een korte tijd bibliothecaris geweest. De feitje kwam ik aan de weet toen ik het boek 'Napoleon, de schaduw van de revolutie' las van Bart van Loo. Overigens te leen als ebook.
In 1791 heeft Napoleon zich aangesloten bij een onderafdeling van de Jakobijnen en houdt daar een vurig pleidooi tegen de koning. Hij is dan, dacht ik, kapitein in het leger. Pas in 1793 begint zijn echt grote roem. Maar van Loo schrijft in het boek over dit pleidooi in 1791:
Tja, moeten we er blij mee zijn? De goede man joeg half Europa over de kling en heeft de dood van honderdduizenden soldaten op zijn geweten.
Zijn broer stichtte overigens overigens wel de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Het had dus niet veel gescheeld of de Franse leus 'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap' was de leus 'Vrijheid, Gelijkheid en een Boekenschat' geweest. Nou, leuk feitje voor bij de borrel dit weekend.
"Hé knul, kom je even bij opa op schoot zitten? Wat heb je daar gevonden?"
"Voorlezen!
"Nee, dit is geen prentenboek jongen. Dit is een fotoboek. Het lijkt wel op een prentenboek maar dan met echte plaatjes. Dit zijn foto's uit 2020, zelfs toen was opa al ouder dan je vader nu.
Het was een gek jaar. Moet je mama maar eens vragen. Die mocht in die tijd een paar maanden niet naar school." De school was dicht. Maandenlang."
"Was het vakantie?"
"Nee, knul. Het was helemaal geen vakantie. Er was een ziekte in Nederland en iedereen was bang om die te krijgen. Daarom moest iedereen zoveel mogelijk binnen blijven. En als je wel naar buiten ging, moest je minstens 1,5 meter afstand houden. Overal stonden borden dat je voorzichtig moest zijn en vooral thuis moest blijven"
"Ging je dood van die ziekte, opa?"
"Ja, sommige mensen gingen dood en als we niet allemaal binnen bleven zouden er nog veel meer mensen dood gaan. Het was best een beetje een enge tijd. Iedereen kende wel iemand die heel ziek was geworden of die er aan dood was gegaan."
"Moest jij ook de hele tijd binnen blijven?"
"Ja, ik ook. Ons hele kantoor was dicht en iedereen werkte thuis. Alleen om even boodschappen te doen of om even hard te lopen ging ik naar buiten. En met Pasen mocht je niet bij elkaar op bezoek zoals jij nu bij mij. Wil je nog een paaseitje?"
"Ja! Opa ook één?"
"Ja, doe opa er ook maar één jongen. Kijk hier zie je hoe we toen op bezoek gingen bij elkaar. We gingen elkaar videobellen. Kijk daar heb je opa en oma! Toen had opa nog haar, zie je? Dat videobellen is allemaal heel gewoon maar heel veel opa's en oma's wisten toen nog niet hoe dat werkte. Kijk daar heb je je overgrootvader en -moeder. Ja, die heb jij al niet meer gekend. Ja, daar mochten we toen niet op bezoek. Dat was te gevaarlijk. Ze konden misschien ziek van ons worden."
"Ben jij dat opa, op die stoel?"
"Ja, dat ben ik. Alle kappers waren ook dicht dus je moest zelf je haar knippen. Hier zie je hoe oma dat doet. Dat ging eigenlijk best goed. Dat was ook wel grappig in die tijd. Je ging dingen doen die je anders niet deed."
"We deden bijvoorbeeld de Berenjacht. Dat boek ken je wel: 'We gaan op berenjacht'....
"We gaan op berenjacht, we moeten er dwars doorheen!"
"Ja, van dat boek. Dat wast toen ook al een bekend boek. Kinderen mochten wel naar buiten en iedereen zette een beer voor zijn raam. Het kind dat de meeste beren kon vinden, had gewonnen."
"Wat een leuk spel opa! Gaan wij dan ook doen?"
"Nou, wij gaan straks wel een spelletje doen maar niemand zet meer een beer voor z'n raam."
"Ging het ook weer over die ziekte?"
"Ja, gelukkig wel jongen. De doktoren vonden een medicijn maar dat duurde wel even. We moesten nog heel lang voorzichtig zijn. Het voetballen ging niet door, de Olympische spelen niet en eigenlijk kon je ook niet goed op zomervakantie. En mensen kochten heel veel toiletpapier. Ze waren bang dat dat op zou raken. Maar er was meer dan genoeg. Maar omdat mensen bang waren gingen ze dat toch maar kopen."
"Wat is dit opa?"
"Dit? Ach, dit is nog een oude advertentie. Omdat de bibliotheken dicht waren kon je niet zo maar boeken lenen. Sommige bibliotheken hadden wel een soort afhaalbieb, zoals wanneer je patat haalt. En sommige andere bibliotheken vonden dat eigenlijk nog te gevaarlijk. Die bibliotheken waren soms ook een beetje boos op elkaar dat de ander dat deed. Maar alle kinderen en groten mensen konden wel digitale boeken lenen, de ebooks. En daar maakten alle bibliotheken toen reclame voor. Dat was de eerste keer dat bibliotheken zoveel reclame maakten voor ebooks. Dat hadden ze nog nooit gedaan."
"Gaan wij nou ook weer lezen opa?"
"Laten we dat maar gaan doen. Pak de Berenjacht maar en dan zal ik daarna alle beren in huis verstoppen. Dan mag jij ze gaan zoeken."
Daar ben ik weer. Bibliotheken zijn inmiddels vier weken dicht. Ik moest het even nakijken, maar inderdaad, vier weken. En enerzijds vliegt de tijd: het is al weer vier weken. En anderzijds: als ik zie wat er telkens in één week gebeurt, dan lijkt het wel alsof er een maand voorbij is.
Thuisbieb-app
Het meest omvangrijke nieuws is wel dat van Thuisbieb-app. Die kwam op maandagmiddag beschikbaar in de appstore van Apple. Vier dagen geleden nog maar. Bibliotheken stortten zich er massaal op en wezen hun lezers (lid of geen lid) op deze mogelijkheid. Het regende Facebook-, Twitter- en Instagramberichten hierover.
Op de Androidversie in de GooglePlay-store wachten we nog.Hoewel, terwijl ik dit aan het typen ben, er een bericht binnenkomt van Ilja Klink van de Koninklijke Bibliotheek dat die versie rond 11.00 uur vandaag beschikbaar komt. Dus als u dit leest, is ook die versie beschikbaar. Maar het ontbreken van die Androidversie voor vier dagen doet je beseffen hoeveel tijd vier dagen in een crisis wel niet is.En hoe lang wachten dan is maar ook snel je ook gewend bent dat je die Thuisbieb-app hebt.
Vrijdagmiddag kwam onze gedeputeerde van Overijssel, Roy de Witte, met zijn eigen vlog over ThuisBieb waar hij samen met zijn kinderen de app voor alle inwoners in Overijssel aanprijst en het één van de lichtpuntjes van deze tijd noemt. Ik vind dat tof dat hij dat doet. Hij steekt de bibliotheken hiermee een geweldig hart onder de riem.
Digitale Voorleestas
Een ander mooi digitaal voorbeeld dat deze week beschikbaar kwam was de digitale voorleestas van mijn collega Karien van Buuren. De digitale voorleestas, die vanaf nu elke week verschijnt, stelt twee prentenboeken centraal en biedt daar verwerkingsopdrachten bij. Deze week zijn de de boeken 'Rupsje Nooitgenoeg' en - hoe kan het ook anders - 'Wij gaan op berenjacht'.
De Digitale Voorleestas, die je vindt in deze link, kan door alle bibliotheken gebruikt worden en wordt voor en door leesconsulenten samengesteld. Een mooie co-creatie dus!
Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik leer nogal veel in deze tijd. Nee, niet gelijk uit boeken maar al die nieuwe werkwijzen vragen dat je je nogal wat zaken eigen maakt. Ik heb met nog nooit zoveel typen videovergadering gewerkt bijvoorbeeld.
De afgelopen week heb ik een dag meegedaan bij de tweedaagse hacketon die Bisc en Cubiss organiseerden onder leiding van Almar van der Krogt. De hacketon ging over een nieuwe digitale dienst waarbij bibliothecarissen microdossiers maken bij trending topics op sociale media.
De hacketon was volledig digitaal en vereiste dus wel de nodige voorbereiding. Naast het nodig videobellen werd er ook gebruik gemaakt van digitale brainstormapp. Eentje waar ik zelf erg van onder de indruk was, was Miro. Zie het plaatje hierboven. Een programma waarin we met meer dan tien mensen tegelijk op verschillende flappen geeltjes aan het plakken waren. Tegelijkertijd leerde ik filmpjes maken via de app van Loom. Heel makkelijk voor als je instructiefilmpjes wilt maken.
Heel even had ik het gevoel dat ik weer in de cursus '23 dingen' zat van Rob Coers. En eigenlijk vind ik dat we die cursus weer moeten updaten en uitbouwen. Het is er de tijd voor.
Op de achtergrond: voorbereiden als we open gaan
En dit is dus wat in een week gebeurt en gerealiseerd wordt. En dat is dan alleen nog maar wat ik zie. Ik blijf er met verbazing naar kijken. De komende week verwachten we minder spannende zaken. We gaan uitkijken naar 21 april. Dat is de dag dat de regering naar verwachting bekend maakt wat er na 28 april gaat gebeuren. Gelukkig gaat het vooruit met Nederland, we zijn er nog lang niet maar de afvlakking en zelfs lichte daling lijkt in te zetten.
Mijn collega's Georges Elissen, Carola Oortwijn, Willy Blom en Paul Hulman werken samen met bibliotheken al aan scenario's voor als bibliotheken stapsgewijs weer open zouden gaan. Die lijn is inmiddels ook opgepikt door de VOB en zij gaan daar samen mee optrekken. Ik hoor al wel van verschillende faseringen die beginnen bij heropening van de Bibliotheek op school, via afhaalbibliotheken naar heropening van studiefaciliteiten in bibliotheken met 1,5-meter-bescherming naar herstart van activiteiten. Grote vraag is natuurlijk hoe je een grote toestroom naar de bibliotheek voorkomt. Maar het is heerlijk dat er weer over nagedacht kan worden.
Iedereen leert iets in deze tijd
Het is een bijzondere tijd waarin naast de bedreiging van onze gezondheid, we ook ontzettend veel leren. Zo leerde de gedeputeerde vloggen, zo leerde ik online brainstormen en onze directeur Tineke van Ham, houdt er ondertussen ook een blog op na, op onze site.
Voor deze week schreef ze daar onder andere:
Zo terugkijkend zie ik dat we een wendbare, krachtige en creatieve sector zijn. In deze spannende tijd werkt het heel goed om samen op te trekken. De landelijke samenwerking tussen KB,VOB en SPN helpt net zo mee om dit alles mogelijk te maken, als de afstemming en samenwerking tussen bibliotheken en Rijnbrink en tussen alle medewerkers van Rijnbrink. Ik houd maar niet op dat te waarderen. En waarderen merk ik, hebben we ook nodig om dit vol te kunnen houden. Want inmiddels is duidelijk dat we nog wel even verder te gaan hebben in deze nieuwe werkelijkheid.
Ik denk dat het ware en wijze woorden zijn en dat vele bibliotheekorganisaties ze na kunnen zeggen. Hou vol en blijf gezond! Dat vooral. En tegelijkertijd, trots op wat nu gebeurt.
Sinds 16 maart 2020 blijken alle bibliotheken plotseling boetevrij te zijn!
Nogal wiedes Deckers, hoor ik u denken. Want alle bibliotheken zijn op dit moment gesloten. Dat sluiten ging nogal abrupt. En bibliotheken hebben sindsdien massaal hun inleverdatum aangepast. Eerst tot ergens na 6 april en inmiddels allemaal tot enkele weken na 28 april. In feite kennen we nu de unieke situatie dat alle bibliotheken in Nederland boetevrij zijn. Helaas niet open, maar wel boetevrij. De kans om bovenstaande kaartje te maken laat ik dan ook even niet voorbij gaan.
Al een aantal jaren volg ik de boetevrije bibliotheken in Nederland. Het laatste overzicht dat ik publiceerde was van midden vorig jaar. Toen vermeldde ik dat 45% van de bibliotheken inmiddels een vorm van boetevrij abonnement kende. Toen zag het kaartje er zo uit.
Overigens ga ik rond juni van dit jaar weer een update maken van de boetevrije bibliotheken. Als u nu al ziet dat u bij dit kaartje ingekleurd moet worden, laat me het dan vast weten. Dan zorg ik dat u in juni in de update terecht komt.
Helaas niet open maar wel boetevrij. Om eerlijk te zijn, ik heb het toch liever andersom en het liefst heb ik het allebei: open en boetevrij.
De kwestie: wel of niet laten afhalen of thuis bezorgen?
Ik neem u weer mee naar de bibliotheken in crisistijd. De regering maakte deze week bekend dat bibliotheken na 6 april nog niet open mogen. De datum schuift op naar 29 april en dan kijken we verder. Het zal dan zeker nog niet voorbij zijn. Het stelt bibliotheken voor een moeilijke vraag: zal ik wel of niet kleinschalig toch iets doen met uitlenen?
Rekkelijken en bevindelijken
Het is een precair onderwerp in bibliotheekland. Een thema dat het bibliotheekwerk in twee kampen lijkt te splitsen. Het lijkt een discussie tussen 'rekkelijken' en 'bevindelijken'. De rekkelijken vinden dat 'contactloos' thuisbezorgen of afhalen nog wel kan. En de bevindelijken vinden dat bibliotheken die dat doen, medewerkers en gebruikers onnodig in gevaar brengen.
Op de eerste plaats: bibliotheken zijn van rijkswege gesloten. Wie op de coronapagina van het ministerie van OCW kijkt, ziet dat bibliotheken onder de thans geldende maatregelen vallen en minimaal tot en met 28 april hun deuren moeten sluiten. Over een gewone openstelling hoeven we dus helemaal geen discussie te hebben. Bibliotheken zijn met 60 miljoen bezoekers per jaar veruit de meest bezochte publieke instelling van Nederland. Dat deze instellingen een bijdrage moeten leveren om mensen niet met elkaar in contact te brengen, lijkt zeer vanzelfsprekend. Kijk maar even naar bovenstaande lijstje: ze zijn allemaal dicht en de meeste zelfs al tot 1 juni. Dan is het feit dat wij voorlopig onder het regime vallen van 'tot en met 28 april' nog een milde variant.
De rekkelijken: afhalen en thuis bezorgen
De rekkelijken vinden dat je zo lang mogelijk er moet zijn voor inwoners. Men vindt dat het toch jammer is dat die reserveringen nu nog klaar staan. Dus laten we ze gaan bezorgen. Uiteraard zoals de post nu ook de pakketjes brengt: voor de deur zetten, aanbellen, stap achteruit en zonder contact afleveren. Soms gebeurt het thuis bezorgen in papieren tasjes omdat bekend is dat contactbesmetting minder snel via papier dan via plastic kan plaats vinden.
De initiatieven zijn hartverwarmend en de lezers zijn er erg blij mee.
Bibliotheken die inwoners boeken laten afhalen doen dat door een bepaald tijdstip af te spreken zodat niet meerdere mensen tegelijk elkaar tegen komen. Verder hanteren ze maatregelen als tafels met een breedte van 1,5 meter waardoor de lener en een bibliotheekmedewerker niet bij elkaar in de buurt komen.
Boeken die terugkomen worden door bibliotheken in quarantaine gezet en pas na een aantal dagen weer aangeraakt na ook nog ontsmet te zijn. Overigens meldt het RIVM dat de kans klein is dat door aanraking van oppervlakten besmet wordt met het coronavirus. Vooral de mens zelf is de grote besmetter.
Kijk maar eens naar bovenstaande filmpje op Biebtotbieb van Biblionet Groningen. De hele procedure is afgestemd met het RIVM en in orde bevonden. Het zijn dus zeer doordachte acties waarbij bibliotheken echt proberen om passende maatregelen te treffen.
Overigens snappen inwoners niet altijd waarom bibliotheken dicht zouden moeten zijn. Voor sommigen is de bibliotheek net zo belangrijk als de supermarkt. Lees bijgaande ingezonden brief maar. En ik hoor over wethouders die eigenlijk vinden dat bibliotheken best beperkt open kunnen. Overigens net als dat ik hoor dat er wethouders zijn die het heel verstandig vinden dat de bibliotheek dicht is. Ook daar zijn dus rekkelijken en bevindelijken.
De bevindelijken: binnen blijven
Dan het andere kamp. Die vinden dat alle bibliotheken dicht moeten zijn en blijven en dat alle menselijk contact moet worden uitgesloten. Op twitter kom ik openlijke terechtwijzingen tegen van bibliotheken met dit standpunt naar bibliotheken die toch een afhaalservice beginnen. Soms met bovenstaande plaat. Het zou overigens een mooie bumpersticker zijn als het niet zo'n triest gebeuren was.
En deze bevindelijken hebben natuurlijk altijd gelijk. Want medewerkers die op de fiets of met de auto rondrijden komen meer mensen tegen dan medewerkers die thuis werken. En datzelfde geldt voor medewerkers die een afhaalservice draaien. Binnen blijven is altijd nog minder risico. Als we zien dat we zoveel maatregelen nemen in dit land om verspreiding te voorkomen en toch elke dag zoveel mensen overlijden, dan zou je denken dat elk contact zoveel mogelijk vermeden zou moeten worden. Dat was ook de hele opzet van de maatregel. De rekkelijken zijn aan het marchanderen met dat uitgangspunt, vinden de bevindelijken.
Zo geeft een Amerikaans artikel bijvoorbeeld aan dat het virus lange tijd op plastic kan overleven en dat je wellicht de boekcollectie tussen één en veertien dagen in quarantaine moet zetten om zeker te zijn dat er nergens meer een virus op zit. Dat is dus nog strenger dan het beeld dat de rekkelijken gaven met hun RIVM-controle.
En ja, er zijn wethouders die wijzen naar andere bibliotheken die wel beperkt uitlenen en vragen stellen waarom dat bij deze bibliotheken niet zo is. Ik kan me wel voorstellen dat je dat niet leuk vindt als bibliotheekdirecteur die zelf niet bezorgt. Dacht je gezond bezig te zijn voor de inwoners van je gemeente, vind je wethouder dat je maar een risico moet nemen. Lekker dan.
Wie heeft gelijk?
Beide kampen zijn bloedserieus. De een als het gaat om dienstverlening, de ander als het gaat om gezondheid.
En er zit natuurlijk wel een discrepantie in de samenleving op dit punt. De McDrive - wat ik zelf geen essentiële voorziening vind in de samenleving - is gewoon geopend. Bouwmarkten, tuincentra en computerwinkels zijn open. Ik kan wel een nieuwe goudvis kopen maar niet een boek lenen. Ik snap dat dat voor sommigen wringt. Maar het is wel een slecht argument om ook een afhaalservice te beginnen. Als je zo redeneert, gaat helemaal niks dicht.
Want er zit natuurlijk wel enig opportunisme bij de bibliotheken die nu thuis bezorgen of afhalen en dat trots melden op Facebook of Twitter. Want laten we wel wezen: als alle 1.000 vestigingen dit gaan doen, zijn we plotseling toch weer een grote speler en is het snel afgelopen. Dat lijkt me niet de juiste interpretatie van het feit dat we van rijkswege gesloten zijn. Dus zolang dit klein blijft en beperkt tot een aantal bibliotheken kan je dit standpunt wel verdedigen. Maar tegelijkertijd dwing je bibliotheken die dit niet doen tot een morele verdediging waarom zij dit niet doen. Ik snap de scherpte van die discussie wel.
Alternatieven
En voor mij is ook wel een overweging of er goede alternatieven zijn voor onze dienstverlening. Zelf ben ik een grote gebruiker van de bibliotheek en hou ik van papieren boeken. En ja, mijn voorraad bibliotheekboeken is op. Ik ben toch weer aan ebooks begonnen via de online bibliotheek. Werk dat? Ja hoor, ik lees via de app op mijn iPad en daar ga ik me de komende weken prima mee redden. Komt zo meteen Thuisbieb er ook nog bij, dan hoor je mij echt niet meer klagen.
Valt daar nog veel te winnen? Zeker. Laatst rekende ik uit dat 23% van alle volwassen leden ongeveer is zoals ik: heeft wel een ebook-account maar gebruikt het niet vaak. Dus misschien moeten we ons inzetten om juist mensen op afstand hiermee verder te helpen. Kunnen we telefonische spreekuren doen of spreekuren via Skype of Zoom organiseren?
En zo hoorde ik van een bibliotheek die het voornemen heeft om alle leden van boven de 70 of de 80 op te bellen. Om ze ze te vragen of ze ze ergens mee kunnen helpen. Overigens vermoed ik dat alleen dat telefoontje al 'goud' is voor veel mensen. Even laten weten dat je er bent.
En ook op activiteitengebied is nog veel te doen. Er zijn tal van voorbeelden van allerlei digitale activiteiten. Zelf had ik de afgelopen weken contact met Suzanna Jansen, de auteur van onder andere het Pauperparadijs. Zij wilde graag in deze tijd op een andere manier lezingen gaan geven. En zo begon ze theemomentjes op internet voor verschillende bibliotheken. In deze tijden vinden we dus alternatieve wegen. Kijk maar eens op haar website en wellicht is het ook iets voor jouw bibliotheek.
Tot slot
Wel of niet lokaal iets laten of bezorgen is een keus die elke bibliotheekdirecteur zelf moet afwegen. De algemene lijn is: van rijkswege zijn we gesloten. Er is geen verplichting om nu iets te doen en we zitten midden in de grootste gezondheidscrisis buiten oorlogstijd.
Met sluiten leveren wij op dit moment een bijdrage aan de oplossing van een groter probleem. Het kleinere probleem is dat mensen even geen boeken hebben. Door de gedwongen sluiting heeft de overheid aangegeven dat wij nu in dienst staan van de volksgezondheid. De vijf taken van de WSOB zijn daar nu echt even ondergeschikt aan. Het heeft alleen zin dat kleinere probleem - even geen boeken hebben - op te lossen als je blijft bijdragen aan dat grotere probleem - mensen zo weinig mogelijk contact laten hebben. Dat is de afweging die ieder moet maken.
Laten de bibliotheken die wel wat doen, beseffen dat wat zij doen alleen kan omdat niet iedereen dit doet. Wees dus terughoudend met trotse berichten over rondgebrachte boeken. Met deze berichten dwingt u uw collega's die dit niet doen tot een morele verdediging.
Betekent dat, dat de lokale initiatieven die nu lopen onverantwoord zijn? Ik kan dat niet zeggen. Ik ben geen specialist van het RIVM of van de GGD en van plaats tot plaats verschilt de opzet en omvang ook nog wel van elkaar. Laat je eigen situatie dus ook toetsen door de GGD of het RIVM. Wel zie ik dat iedereen het uiterst serieus neemt en dat tegelijkertijd niks zonder risico is.
Het minste risico is inderdaad thuis blijven. Nee,ik schrijf u niets voor. En ik zie dat iedereen zorgvuldig de risico's weegt. Ik wens iedereen sterkte met hun werk, wijsheid in hun keuzes en bovenal gezondheid. Tot die tijd lees ik een maar ebook en prijs de dag dat ik weer een papieren boek kan lenen.