Posts tonen met het label ido's. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ido's. Alle posts tonen

zondag 7 september 2025

Het dossier IDO's: over een aarzelende overheid, voortvarende bibliotheken en wachtende inwoners

.

Vorige week schreef ik over de vijf dossiers die het bibliotheekwerk dit najaar nog op het bordje krijgt. En terwijl Nederland zich in een bestuurscrisis stort en door nieuwe verkiezingen ploetert, zullen de bibliotheken zich gewoon door deze vijf dossiers heen werken. Bij die dossiers ging het om 1) de wetswijziging, 2) een handreiking voor gemeenten met normenkader, 3) onderzoek naar gratis abonnementen, 4) de IDO's en 5) een regeling voor Bibliotheek op school en Boekstart

En verdraaid, alsof de duvel er mee speelt, de inkt van mijn blog is nog niet droog of staatssecretaris Van Marum van Binnenlandse Zaken stuurt een brief naar de Kamer over de IDO's, dossier nummer vier op de lijst. Die brief, verstuurd op 28 augustus, zat overigens diep verstopt in de krochten van het parlementair systeem met als titel 'Plan van aanpak aangenomen ontraden moties ingediend tijdens het Wetgevingsoverleg Digitale Zaken op 30 juni 2025'. Niet gelijk een titel waarbij je als geïnteresseerde IDO-volger denkt dat je dat document eens moet gaan lezen. Maar de brief bevat belangrijke informatie. Daarover verderop meer. Eerst neem ik u even mee in het dossier van de IDO's. 

Hoe zat het ook al weer met die IDO's?

Ik snap dat u de draad wel een beetje kwijt bent. Ik help u even op weg. Op 1 juli 2019 begonnen de eerste 15 IDO's bij bibliotheken. Ja, dat hele concept is nog geen zes jaar oud. En we doen het omdat vier miljoen Nedelanders onvoldoende digitaal vaardig zijn. De financiering kwam van een potje bij het ministerie van Binnenlandse Zaken van een paar miljoen die door de KB verdeeld werd naar bibliotheken. De basis was een samenwerking met de landelijke uitvoeringspartijen als UWV, CAK, RDW, CBR, SVB etc. Binnen anderhalf moest dat groeien naar 150 informatiepunten bij bibliotheken over het hele land. Die doelstelling werd door de bibliotheken met gemak gehaald. 

Vanaf 2023 werd de projectfinanciering werd vervangen door structurele financiering in een Specifieke Uitkering. De middelen komen uit extra financiering die beschikbaar kwam door Kindertoeslagenaffaire. Geld dat bedoeld is om vertrouwen bij de burger te herstellen. Het bedrag ging daarbij flink omhoog naar ongeveer € 17 miljoen voor bibliotheken. Het geld ging daarbij vanaf 2023 niet meer rechtstreeks via de KB naar bibliotheken maar naar gemeenten. De specifieke uitkering is een regeling waar voor gemeenten voorwaarden aan verbonden zijn. Gemeenten krijgen het geld maar ze moeten wel verantwoording afleggen. Daarmee kregen gemeenten een sterkere betrokkenheid en zijn ook de dichtstbijzijnde overheid voor veel burgers. Best een logische keus. 

Elke specifieke uitkering kent een regeling met voorwaarden. Ook die van de IDO's en daarin is de rol van bibliotheken verankerd. In artikel 5. van regeling voor de Specifieke Uitkering Informatiepunten Digitale Overheid is namelijk opgenomen: 

De ontvangende gemeente besteedt de specifieke uitkering aan:

a.de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid;

b.de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners;

c.het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn.

De regeling zegt dus specifiek dat de middelen bestemd zijn voor een Informatiepunt Digitale Overheid van de bibliotheek. Dat hoeft niet per se ín de bibliotheek te zijn maar wel gerealiseerd met hulp van de bibliotheek. 

Ik heb zelf, namens de bibliotheken, destijds onderhandeld om deze tekst in die regeling te krijgen. Die onderhandeling was naast KB en VOB samen met het ministerie, met de VNG namens de gemeenten en een afvaardiging van de landelijke uitvoeringspartijen. De gemeenten wilden graag meer vrijheid, de bibliotheken drongen aan op samenhang.  

De reden dat ik het belangrijk vond dat bibliotheken hier zo expliciet genoemd werden, heeft niet alleen met bibliotheken te maken. In mijn opinie zijn bibliotheken zo ongeveer de enige grote maatschappelijke partij die een landelijk dekkend netwerk heeft in alle gemeenten en een netwerk waar ook nog eens landelijk afspraken mee te maken zijn. Je kan altijd verwijzen naar de bibliotheek. Iedereen snapt wat dat betekent. Houd die gedachte nog even vast.


De ontwikkeling van IDO's en de afschaffing van de specfieke uitkering

Het kabinet dat in het voorjaar van 2024 ontstond met PVV, VVD, NSC en BBB, sloot een hoofdlijnenakkoord met elkaar af. In dat akkoord besloot men om per 2026 alle specifieke uitkeringen af te schaffen. Tegelijkertijd zou er met de afschaffing een efficiencykorting komen van 10%. Die efficiency zou dan moeten komen uit het feit dat een gemeente niet meer apart hoeft te beschikken of hoeft te verantwoorden. 

Het wegvallen van de specifieke uitkering betekent niet alleen dat er 10% afgaat maar ook de regeling zelf verdwijnt en daarmee de verplichting van artikel 5 zoals ik die hierboven gaf. De gemeente is dan nergens meer toe verplicht.

Ondertussen is het aantal IDO's in Nederland doorgegroeid naar 859, waarvan 114 buiten een bibliotheek (maar wel verbonden aan het netwerk van bibliotheken). Het gebruik stijgt jaar na jaar en iedereen kan de resultaten volgen via een prachtig openbaar dashboard. 

Het bedrag dat de bibliotheken hiervoor krijgen is dus zo'n € 17 miljoen. Daarnaast is er geld voor landelijke en provinciale ondersteuning. Het bedrag is niet geïndexeerd sinds 2023. Met andere woorden: bibliotheken verzorgen steeds meer IDO's tegen een klein en gelijkblijvend bedrag. Dat betekent dat er per IDO zo'n € 15.000,- beschikbaar is. Daar moet je huisvesting, personeel ICT en alles van betalen. Ter vergelijking, het UWV heeft een budget van 2,4 miljard. Of neem een kleine speler: Logius, de uitvoerder van Digid heeft een budget van € 350 miljoen per jaar. Met andere woorden, IDO's zijn een kleine korrel op verder hele grote budgetten. 

2024: twee rapporten: burgers blij met IDO maar er moet € 9 miljoen bij

In 2024 kwamen er twee rapporten uit over de IDO's: een rapport van Mare over de klantbeleving en een rapport van KPMG over de kosten van IDO's. 

Mare constateerde dat de IDO's geweldig goed werk doen. Ik haal één citaat aan uit dit rapport:

 'Doorgaans worden ze (de bezoekers van het IDO, red) bij het IDO een stap in de goede richting én op bijzonder empathische wijze geholpen, ongeacht hun vraag en hoe het IDO ook is ingericht of georganiseerd. Zonder IDO’s is er in de beleving van mensen geen of niet altijd een goede andere plek om naartoe te gaan. Het IDO helpt bij een breed palet aan digitale vragen, (meestal) zonder afspraak, zonder tijdsdruk, kosteloos, met geduld en op professionele wijze. De positieve ervaringen moeten vaak ook gezien worden in de context dat mensen eerder bij andere organisaties weinig (goede) hulp hebben ervaren. Hun ervaring is dus dat het IDO wél helpt.' 


Het rapport van KPMG - een onderzoe in opdracht van het ministerie zelf - constateerde dat die €17 miljoen die het bibliotheekwerk nu kreeg voor de IDO's ontoereikend is. Er moest minimaal € 9 miljoen bij en er moest geïndexeerd worden. Het bedrag moest naar € 26 miljoen. 

En dat is dus precies wat er niet gebeurde. Men ging er geen geld bij doen maar de specifieke uitkering afschaffen en er € 1,7 miljoen afhalen. De mond vol over een bereikbare overheid maar 9 miljoen was niet te vinden. Een gotspe, wat mij betreft en een klap in het gezicht voor die honderden bibliotheekmedewerkers en duizenden vrijwilligers die de overheid zo goed helpen. En dat voor een paar rotcenten.

De Kamer roert zich

In november 2024, januari 2025 en in juni 2025 sprak de Kamer over deze kwestie binnen het bredere wetgevings- en digitaliseringsoverleg. Het is Kamerlid Barbara Kathmann van GroenLinks|PvdA die zich hier keer op keer inzet voor de IDO's.  Hierboven laat ik u nog maar een keer één van haar vlammende betogen zien. Deze is van november 2024 waar ze al aangeeft dat er geld bij moet. 

Op 3 juli 2025 stemde de Tweede Kamer over een motie van Barbara Kathmann. Daarin deed ze de volgende oproep:

  • verzoekt de regering om structureel extra middelen beschikbaar te stellen aan gemeenten voor de uitvoering van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) door bibliotheken, en dit voor de komende jaren te dekken uit de vrij te besteden middelen ten behoeve van betere overheidsdienstverlening,
  • verzoekt de regering om een voorstel uit te werken dat tenminste de huidige kosten en jaarlijkse indexering van de IDO’s dekt en dit te verwerken in de begroting van het komende jaar

De motie werd aangenomen en in de beleidsbrief die volgde schreef de staatssecretaris dat hij dit in Q4  zou hebben geregeld met gemeenten.

De brief : hoogte van bedrag, juridische inbedding en perspectief

De brief van 28 augustus  waar ik hierboven mee begon, kwam voor mij dus een beetje als verrassing. In de brief kun je rond de motie van Kathmann die onderdelen onderscheiden: 1) de hoogte van het bedrag, 2) de juridische inbedding en 3) het perspectief. Alle drie de punten loop ik eens langs.

Punt 1: De hoogte van het bedrag

Staatssecretaris Van Marum, inmiddels de opvolger van Szabó, geeft aan dat hij de korting van 10% eraf zal halen in de begroting van 2026. Over extra middelen zegt hij dat hij op zoek zal gaan naar dekkingsmogelijkheden. De vorm zal wijzigen van een specifieke uitkering (SPUK) naar een decentralisatieuitkering (DU). In tegenstelling tot een SPUK kent een DU wel indexering en zal het bedrag dus jaarlijks stijgen en per gemeente bekend gemaakt worden na Prinsjesdag. Voor volgend jaar kunnen bibliotheken dus rekenen op een geïndexeerd bedrag. 

Punt 2: Juridische inbedding

Ik meldde net al dat in de brief staat dat de specifiek uitkering wordt omgezet naar een decentralisatieuitkering. Het mooie is dus dat dat bedrage wel geïndexeerd wordt, maar juridisch is het een veel zwakkere vorm dan de SPUK.  Een decentralisatieuitkering wordt toegekend aan gemeenten volgens bepaalde criteria en met een opmerking waar het in principe voor bestemd is. Voor gemeenten zijn decentralisatie-uitkeringen bestedingsvrij, wat betekent dat de gemeenten zelf mogen bepalen hoe ze het geld binnen het toegekende doel. Dit is anders dan bij specifieke uitkeringen (SPUK's), waarvoor verantwoording over de besteding moet worden afgelegd.

Door de IDO's over te hevelen van een SPUK naar een DU bestaat de kans dat de landelijke structuur wegvalt: in de ene gemeente is er wel een IDO en in een andere niet of IDO's krijgen zo'n verschillende invulling dat je er als landelijke overheid niet meer generiek naar kunt verwijzen. Als er morgen een crisis uitbreekt, kun je er met het bibliotheeknetwerk voor zorgen dat je overmorgen een hulpstructuur hebt. Als je dat met een allegaartje van partijen doet, kan dat niet. En zijn wij dit soort crises in de afgelopen jaren tegengekomen? Inderdaad! In de coronacrisis was het minister van Volksgezondheid maar wat blij dat bibliotheken in één dag konden toezeggen dat er ondersteuning kwam rond coronavaccinaties. 

Punt 3: Het perspectief

Op korte termijn zullen de IDO's door kunnen met een nog steeds te laag bedrag en zullen gemeenten niet gelijk een alternatief hebben voor de bibliotheek. Maar een verplichting - die er nu wel is - is er niet meer. Het perspectief op langere termijn is echter zorgelijk. Het kabinet speelt met een infrastructuur waar op meer dan 800 plekken kwetsbare inwoners worden geholpen. 

Dat het kabinet niet vol doorzet op IDO's heeft ook te maken dat er nog een andere ontwikkeling speelt. Die ontwikkeling benoemt de staatssecretaris in de Beleidsvisie Persoonlijk en Dichtbij. Bij die visie worden er twee routes genoemd die de burger kan volgen in contact met de overheid. De eerste zijn de IDO's maar de tweede zijn de nog te ontwikkelen 'Overheidsbrede loketten'. 

De beleidsvisie schetst wat dit zou moeten zijn:

'De overheidsbrede loketten vormen een belangrijk onderdeel van de toekomstige inrichting van de loketfunctie van de overheid. Vanuit het streven dat mensen direct hulp krijgen bij al hun vragen aan de overheid, hoe complex die ook zijn, werken uitvoeringsorganisaties, gemeenten, VNG en departementen samen aan één sterk netwerk. Daardoor worden burgers niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. Bij de overheidsbrede loketten heeft een overheidsdienstverlener tijd voor het goede gesprek met de burger en zorgt, bij samenloop van problematiek, voor de coördinatie om te komen tot een antwoord.'

Met andere woorden: de overheid wil ook zelf de burger weer direct gaan helpen. Dat moet een netwerk van alleen professionals worden die ook achter de login van burgers kan helpen. Het zou fantastisch zijn als het zo kan. Maar dit zijn wel de woorden van diezelfde overheid die de afgelopen twintig jaar loket na loket sloot, dienstverlening door ambtenaren verving door digitale dienstverlening en die daar waar nog wel menselijk contact is, dit met een stopwatch meet of het niet te lang duurt. Sorry, dat ik hier een beetje scherp ben. Maar ook aan mijn kant is het vertrouwen in de overheid soms wat gebarsten. 

En is dit er al? Nee, het is niet verder dan de conceptuele fase en er lopen - ik geef het toe - een mooi aantal experimenten. De gedachte is dat dit allemaal kan door gemeentelijke ambtenaren en landelijke uitvoerders beter aan elkaar te verbinden. Dat lijkt eenvoudig maar gemeenten zitten al tot hun nek in het werk.  En één ding weten we ook zeker: dit gaat veel meer kosten dan de IDO's.  En dan nog is de dienstverlening beperkt: deze loketten verzorgen geen trainingen aan burgers die met een beetje hulp het zelf wel zouden kunnen.

Maar ja, dit is wel een beeld waar ambtenaren graag mee verder gaan. En hoewel de beleidsvisie nadrukkelijk zegt dat de IDO's en Overheidsbrede loketten aanvullend moeten zijn, proeft men in de wandelgangen dat het ook beleidsconcurrenten zijn. Als er geld gaat naar het één, gaat het misschien niet naar de ander. Dit gaat natuurlijk nooit officieel gezegd worden maar de mensen die ermee te maken hebben noemen het wel. 

En die concurrentie is natuurlijk wel het laatste wat moet gebeuren. Want weet wel: met die rottige € 17 miljoen die bibliotheken nu krijgen gaan we natuurlijk nooit het grote digitaliseringsprobleem oplossen waar drie miljoen Nederlanders mee kampen. Het bedrag dat er nu is voor de IDO's, is een druppel op de gloeiend plaat. Het echte probleem is dus dat er echt aan alle kanten geld bij moet: bij IDO's én ruimte voor overheidsbrede loketten. 

Maar ja, dat maakt het wel zuur dat de staatssecretaris zelfs die paar miljoen, voor die ruim 800 IDO's die nu al elke dag open zijn, niet kan vinden. Welke beleidsvisie wil je zo invullen?

Beste politiek: pak door met IDO's en overheidsbrede loketten!

Tot zover het dossier van de IDO's. Mooi dat er een brief is en mooi dat er een toezegging is om de korting eraf te halen en de indexering aan te zetten via een decentralisatieuitkering. Dank namens alle bibliotheken. Dat is het zoet. Bibliotheken blijven daarmee organisaties die lokaal weten te kleuren en te manifesteren maar waarmee landelijk afspraken te maken zijn. 

Maar er zit ook nog zuur. De borging dat lokale bibliotheken met een landelijk netwerk in de lead blijven voor IDO's verdwijnt met de overheveling naar een decentralisatieuitkering. Er is verplichting meer. Wie gaat nog bijhouden hoe het als geheel gaat? Hoe kun je nog een landelijke campagne voeren als het geen netwerk meer is maar allemaal losse initiatieven? Beste politiek, steek hier een stokje voor. 

En beste politiek, haal de schijnbare concurrentie weg tussen de IDO's en de overheidsbrede loketten. Ze zijn allebei nodig. IDO's voor laagdrempelige toegang en trainingen. En overheidsbrede loketten om direct zaken te regelen achter de login van burgers. En daarbij gaat het om veel meer dan een paar miljoen. 

Voor bibliotheken gaat het nu om een verhoging van de bijdrage en borging van de functie. Voor een ministerie misschien klein bier maar voor het bibliotheekwerk en burgers van essentieel belang. En wie dat al niet voor elkaar krijgt, hoeft niet eens te denken aan de bedragen die straks nodig zijn voor overheidsbrede loketten... Dan wordt het een loze belofte en is de burger opnieuw teleurgesteld.

Kortom, er zijn nog vragen genoeg. Op 2 oktober vindt het Kamerdebat hierover plaats, nog net voor het verkiezingsreces. Dat wordt dus een belangrijk debat om te volgen en de VOB roept bibliotheekmensen ook op om daarbij aanwezig te zijn.  Hier kunt u zich bij de VOB aanmelden om het debat met de bibliotheekdelegatie bij te wonen.

Lieve collega's, ga ondertussen door met het goede werk...

Dit alles is een politiek en ambtelijk spel dat zich boven de hoofden van medewerkers, vrijwilligers en inwoners afspeelt. Lieve collega's, laat je er niet door afleiden. Ga ondertussen vrolijk door met het goede werk.  Het gaat om de opluchting die we zien als inwoners voelen dat ze weer goed geholpen zijn. Dat ze het gevoel hebben zelf weer regie te hebben. Dat je als burger zelf aan het roer staat en niet het systeem. De overheid heeft daar nog een flinke opgave in. Daar helpen we graag bij. En nu maar hopen dat de overheid en de politiek ons ook helpen. Je moet er toch niet aan denken dat we weer moeten sluiten wat we zes jaar geleden pas begonnen. Dan zou de overheid echt een modderfiguur slaan.

Moedig voorwaarts!

zondag 31 augustus 2025

De vijf dossiers waar het bibliotheekwerk dit najaar mee te maken heeft

De vakantie is voorbij. Iedereen is weer aan de slag. En Nederland stortte zich maar direct in een kabinetscrisis doordat de NSC-bewindslieden zich terugtrokken. Op moment van schrijven is de situatie dat het ministerie van Eppo Bruins tijdelijk wordt waargenomen door klimaatminister Sophie Hermans en dat men op zoek is naar een vervanger van BBB-huize. Maar wat staat er verder op de rol voor bibliotheken? Ik legde mijn oor te luister in de wandelgangen en kwam tot minimaal vijf dossiers die dit najaar voorbij zullen komen.  

Dossier 1: Bibliotheekwet: Proces en inhoud

Tja, zo’n kabinetscrisis en gerommel op een ministerie is nooit handig voor een wetswijziging. Want  die wetswijziging stond op het punt om via de ministerraad en de Raad van State naar de Kamer te gaan. En als de wetswijziging nu voor het verkiezingsreces alvast naar de Raad van State kan, dan kan die na verkiezingen door naar de Kamer. Dan is het verkiezingsreces slim gebruikt. Maar ja, toen kwam die tweede kabinetscrisis. Mensen die het kunnen weten zeiden dat de vorige minister nog maar een paar dagen verwijderd was van ondertekening van de wetswijziging en dat deze dan naar de ministerraad zou kunnen. Dat ligt nu weer even stil. Het wordt dus spannend of de wet naar de ministerraad gaat voor het verkiezingsreces. Daarbij komt dat iets niet zomaar in een minsterraad komt, maar dat er ook nog een ‘onderraad’ is die weer eerder vergadert. We gaan zien of het lukt. Aan het onderwerp ligt het niet. Dat is absoluut niet controversieel. Als het niet voor het reces naar de Raad van State gaat, levert dat minimaal enkele maanden vertraging op in de behandeling van de wet. 

Wie doortelt komt tot de conclusie dat de kortst mogelijke ingangsdatum van de wet is nog 1 juli 2026 is maar 1 januari 2027 wordt wel steeds realistischer. Dat zou dan betekent dat 1 januari 2028 de gemeenten samen met bibliotheken een meerjarenplan moeten hebben gemaakt. 

Inhoudelijk kunnen we ook nog wel wat van de wet zeggen. De 'urennorm' van één vestiging die 15 uur per week professioneel geopend is, zal niet in de wet staan. Die vestiging blijft wel staan maar het aantal uren verdwijnt. Die is gesneuveld bij de internetconsultatie en zal vervangen worden door een meer kwalitatieve norm. Minder hard maar wel passend bij de lokale situaties. Hoe dat beschreven zal worden is op dit moment nog een goed bewaard geheim.

Daarnaast is de verwachting dat er een onderdeel is toegevoegd aan de bibliotheekwet die de Bibliotheek op school  en Boekstart tot een verplichting zal maken. Dit vloeit voort uit de structurele rijksmiddelen die hiervoor beschikbaar komen. Verderop zal ik ook stilstaan bij wat er gaat gebeuren om die extra middelen bij bibliotheken te krijgen. 

Dossier 2: Normenkader/Streefwaarden en handreiking VNG

Iets wat ook al lang in de pijplijn zit en wat we nog niet hebben gezien is het definitieve normenkader en de handreiking van VNG. In die handreiking zou het normenkader verwerkt worden. KWINK, die de handreiking voor VNG maakt, heeft een eerste concept klaar en dat circuleert bij experts voor commentaar. Tja, hoe doe je dat, een handreiking maken voor een wetswijziging die er officieel nog niet is? Dan werk je dus met de teksten die er tot nu toe zijn. En die kunnen dus nog wijzigen. De definitieve handreiking van VNG kan dus ook echt pas in de loop van 2026 beschikbaar komen, pas als het parlement het heeft goedgekeurd. Maar mijn verwachting is dat er in het late najaar wel een concept-handreiking zal komen op basis van de wetswijziging die naar de Kamer gaat. Daarmee kan iedereen zich al wel voorbereiden op het proces dat volgen moet nadat de wet is goedgekeurd.

Het normenkader zal onderdeel uitmaken van de handreiking maar zal wel anders gaan heten. Omdat het geen normen zijn die verplichtend zijn zal het een andere naam krijgen. Denk aan iets als: streefwaarden. Ook is de verwachting dat een aantal ‘streefwaarden’ nog aangepast zal worden met meer recente cijfers. Denk dan bijvoorbeeld aan de financiële getallen. 

Dossier 3: Verkiezingen en onderzoek naar gratis bibliotheekabonnementen

En dan de olifant in de kamer die alles overhoop gooit: op 29 oktober hebben we gewoon extra landelijke verkiezingen. We zagen bij de behandeling van de bibliotheekwet al dat het verkiezingsreces wellicht wat vertraging kan betekenen voor de bibliotheekwet. Maar het betekent ook dat er – opnieuw – allerlei verkiezingsprogramma’s komen. In veel van die programma's zullen bibliotheken wel weer genoemd worden. De VOB volgt dat altijd keurig en zal het ongetwijfeld opnieuw keurig op een rij zetten. Maar ik vermoed dat het gratis bibliotheeklidmaatschap voor volwassenen wel in een aantal verkiezingsprogramma’s zal staan. 

Het ministerie is – mede op eerder aangeven van de Kamer - een traject gestart om te onderzoeken op welke wijze bibliotheken hun bereik en gebruik kunnen vergroten bijvoorbeeld door een gratis lidmaatschap of hoe ieder kind automatisch lid kan worden. Beiden zijn overigens ook doelen van het bibliotheekconvenant. 

In de zomerperiode zijn hiervoor meerdere onderzoeksbureaus benaderd en binnenkort zal bekend worden wie dit zal gaan uitvoeren. Ik heb de uitvraag van het ministerie gezien en dat wordt een goed en slim onderzoek waar veel aspecten in benoemd gaan worden rondom het lidmaatschap. Als de sector slim is, gaan ze daar handig gebruik van maken. Eind dit jaar zou er een onderzoeksrapport moeten liggen. Maar in de wandelgangen horen we er vast al eerder wat van.  

Dossier 4: Middelen voor de IDO’s

Een lastig onderwerp is nog de financiering van de IDO’s. De IDO’s worden gefinancieerd via een specifieke uitkering en het huidige kabinet had besloten die af te schaffen en de bedragen over te hevelen naar gemeenten met een efficiencykorting van 10%.  De Kamer ging daar wat betreft de IDO’s in een debat met toen nog staatssecretaris Szabo niet mee akkoord. Op donderdag 3 juli stemde de Kamer voor een motie van Barbara Kathmann van GroenLinks-PvdA waarin de korting op de IDO’s niet doorgaat. In deze motie stelde Kathmann dat de IDO’s een succes zijn en dat het niet zo kan zijn dat er nu door de overheveling van de specifieke uitkering naar de gemeenten er gekort gaat worden op dit bedrag. 

Ze deed toen de volgende oproep:

  • verzoekt de regering om structureel extra middelen beschikbaar te stellen aan gemeenten voor de uitvoering van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) door bibliotheken, en dit voor de komende jaren te dekken uit de vrij te besteden middelen ten behoeve van betere overheidsdienstverlening,
  • verzoekt de regering om een voorstel uit te werken dat tenminste de huidige kosten en jaarlijkse indexering van de IDO’s dekt en dit te verwerken in de begroting van het komende jaar

De motie haalde een meerderheid in de Kamer en daarmee is dit de facto een feit. Sterker: de motie roept op het bedrag ook te indexeren. Dat was tot op heden nog niet het geval. 

Toch is het nog niet een gelopen race met de financiering van de IDO’s.  In de beleidsbrief van staatssecretaris van Marum wordt gemeld dat hierover in Q4 van dit jaar afspraken moeten worden gemaakt met gemeenten. Dat is dus nog helemaal niet rond. Als de spuk wegvalt, valt ook de wettelijke verankering weg voor de bibliotheek. Gemeenten kunnen dan zelf verzinnen wat ze willen. En niemand die zich er dan nog officieel landelijk om bekommerd. Het gaat dus om verankering en financiering. In de wandelgangen hoor ik wel dat het hier om een grote mix van belangen gaat. Zowel ambtelijk als politiek. Op 2 oktober vindt het Kamerdebat hierover plaats, nog net voor het verkiezingsreces. Dat wordt dus een belangrijk debat om te volgen en de VOB roept bibliotheekmensen ook op om daarbij aanwezig te zijn.  Hier kun je je aanmelden om het debat te volgen. Hier kunt u zich aanmelden om bij het debat te zijn. 

Dossier 5: Extra middelen Bibliotheek op school en Boekstart

Vlak voor de zomer werd bekend dat er € 50 miljoen structureel beschikbaar komt voor Bibliotheek op school en Boekstart. Daarbij is € 25 miljoen gereserveerd voor het onderwijs en € 25 miljoen voor bibliotheken. De regeling zal structureel ingaan per 2027. Maar omdat de huidige regeling afloopt per 1 juli 2026, zal de huidige regeling een voortzetting kennen van een half jaar. Dat zou betekenen dat je er als bibliotheek op mag rekenen dat je over de tweede helft van 2026, hetzelfde bedrag kunt krijgen als over de eerste helft van 2026. En ik verwacht dat dat bedrag dan ook weer via Stichting Lezen beschikbaar komt. 

Hoe de middelen van 2027 en verder verdeeld moeten worden over bibliotheken zal dit najaar ook een gespreksonderwerp worden tussen het ministerie en de landelijke partners Stichting Lezen, VOB, KB en SPN. Wie het geld gaat uitkeren aan bibliotheken is nog niet helemaal duidelijk. Wel is duidelijk dat de middelen rechtstreeks naar de bibliotheken zullen gaan. Maar hoe doe je dat? Is dat gewoon een bedrag per leerling in je werkgebied of is dat een bedrag per leerling met scholen waar je een contract mee hebt? En hoe maak je zo’n regeling nou zo aantrekkelijk mogelijk zodat scholen graag instappen? Daar mogen een paar knappe koppen zich de komende maanden over gaan buigen. Die regeling zal namelijk in het voorjaar 2026 wel klaar moeten zijn om in 2027 ingezet te kunnen worden. Ook dat gaat dit najaar dus al lopen.

Een spannend najaar

Er zijn nog steeds mensen die denken dat werken in een bibliotheek een rustig baantje is. Wie de dossiers ziet waar het om gaat dit najaar, ziet dat bibliotheken in het midden van de samenleving staan en politiek ook zo gezien worden. Het zijn dynamische organisaties met groot maatschappelijk rendement en grote politieke relevantie. En dat met een clubje van zo'n 7.000 medewerkers en zo'n 30.000 vrijwilligers. 

Werk aan de winkel dus. Duidelijk is dat vakantie voorbij is, dat het land zicht stortte in een politieke crisis en dat bibliotheken rustig maar gestaag verder werken. En dit zijn dus dossiers die daar dit najaar bij horen en wat we er in de wandelgangen over kunnen horen. U kunt er geen rechten aan te ontelenen. Maar we hoeven ons niet te vervelen. Terwijl de rest van het land kibbelt, gaan wij volle vaart vooruit. Voor een land dat een leven lang ontwikkelen verdient. 

Hup aan de slag en veel succes!

zondag 17 november 2024

Hoe we allemaal onder onze eigen deken lijken te kruipen

Ergens deze week liep ik een vergaderkamer binnen en schoof aan naast mijn gewaardeerde collega. Het gesprek ging over alles wat er de afgelopen weken gebeurde. En zij zei: 'Ik wil het allemaal niet meer horen! Ik wil geen nieuws meer zien en het enige journaal dat ik nog volg is het Sinterklaasjournaal. Ik trek de deken over mijn hoofd en trek me terug in mijn eigen bubbel en gezin.'  Ze was het zat. En ik vermoed dat ze niet de enige is die het denkt. Mensen die ik ken als maatschappelijk betrokken en ideëel gedreven die in deze tijd zeggen: als het zo scherp moet, doe ik niet meer mee. Een tijd van harde woorden, insinuaties en olie op het vuur. Onderlinge afstanden worden groter in plaats van kleiner. Dialoog en luisteren wordt moeilijker, schreeuwen wordt makkelijker. En steeds meer woorden worden op steeds meer schaaltjes gewogen. 

En het trof in beperkte mate ook mijzelf. In de afgelopen weken kreeg ik een anonieme brief en een intimiderende mail omdat ik meedeed aan een dialoog over oorlogsarchieven. Het doet iets met me. Het kruipt onder mijn huid.  

Gelukkig waren er deze week ook lichtpuntjes. Van politici met een vlammend betoog of een minister die graag voorleest. Die lichtpuntjes laat ik, want ik blijf mezelf als optimist beschouwen, dan maar even schijnen. 

Een vlammend pleidooi voor IDO's

Op maandag 11 november vonden er twee belangrijke overleggen plaats in de Tweede Kamer. Beiden vonden tegelijkertijd plaats. De eerste was het Digitaliseringsoverleg met staatssecretaris Szabó. Vorige week meldde ik al dat Barbara Kathmann van Groen Links-PvdA een amendement indiende voor extra investeringen voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). In het overleg in de Kamer gaf ze daar nog een toelichting bij. En hoe! In de video zie je haar ronduit vlammende pleidooi dat mede gebaseerd was op haar eigen ervaringen. Ze liep namelijk stage bij het IDO. 

De staatssecretaris zei in het debat dat ook hij de IDO's een warm hart toedraagt en dat hij ook kennis heeft genomen van het rapport van KPMG waarin staat dat de IDO's onvoldoende gefinancierd worden. Hij wil hier in het voorjaar van 2025 op terug komen omdat de veranderde financiering pas in 2026 zou ingaan. Hij wil ook ruimte hebben om te bezien hoeveel IDO's er nu moeten zijn en op welke wijze. De goede wil is er dus maar het punt is dus zeker nog niet van tafel. 

Een voorlezende opa als minister

Een ruimte verderop vond het overleg over Cultuur plaats. Een groot deel van het debat ging vooral over de verdeling van cultuurgelden over de regio's en de gelden voor de BIS-instellingen vanaf 2025. De bibliotheekbrief, die de vrijdag voor het debat naar de Kamer was gestuurd, was officieel geen onderdeel van de vergadering maar werd wel her en der aangestipt. Ik denk dat Van der Wal van de VVD de meest scherpe vragen stelde over de bibliotheek.  In de video zie je haar inbreng op dit punt. Zij haalde het normenkader aan waar de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan werken en vroeg aan de minister waar dat gaat landen. Dat is precies wat ik aanhaalde toen ik vorige week de beleidsbrief besprak

Het normenkader kwam in de beantwoording door de minister niet direct terug. Wel gaf hij aan jaarlijks met partijen de stand van zaken in het stelsel te monitoren. En het lijkt er dus op dat op die wijze dat normenkader ook terug gaat komen. 

Mijn favoriete moment is wel als minister Bruins vertelt over Boekstart en over hoe hij voorleest voor zijn kleinkind. Je ziet gewoon dat hij geniet als hij er over vertelt. Het is bijzonder lief en schattig. Dat moment wil ik u niet onthouden. Een stukje video waar je alleen maar blij van kunt worden.

Wel een BTW-verhoging, geen BTW-verhoging, geen BTW-verhoging, tenzij...

Op donderdag wordt in de Kamer gedebatteerd over het belastingplan. In dat plan zit de maatregel dat de BTW op sport en cultuur verhoogd zou worden naar 21%. Een plan waar al lang tegen geageerd wordt.  En alle coalitiepartijen hadden al gezegd dat ze het een hele nare maatregel vonden. Maar het is lastig oppositie voeren tegen deze maatregel omdat wie hem wil afschaffen ook de dekking moet vinden. En het bedrag waar het om gaat is fors: € 1,2 miljard structureel. Mijn inschatting was dan ook dat dat heel ingewikkeld zou worden. 

Tom Poes vond echter een list. De oppositiepartijen dreigden om de in de Eerste Kamer het belastingplan tegen te houden waardoor  minister Heinen via de coalitie de toezegging mocht doen om te komen tot een alternatieve invulling. Normaal mag je alleen wijzigen als je ook dekking hebt. Die is er nog niet en moet nog wel gewonden worden. € 1,2 miljard is geen gering bedrag. Wie de reacties leest op dit besluit, ziet dat veel cultuurorganisaties toch voorzichtig zijn. Het devies lijkt: 'Eerst zien, dan geloven'. 

En ondertussen

Tot zover het macroniveau van de samenleving. Wie overigens denkt dat mijn leven bestaat uit het volgen van Kamerdebatten, moet ik teleurstellen. Dat doe ik in de avonduren deze week als het werk overdag gedaan is. 

Op mijn eigen microniveau brachten we met onze eigen Raad van Toezicht een bezoek aan het Fundament in Losser. Ze kregen een rondleiding in deze multifunctionele organisatie waar bibliotheek, sociaal werk en muziekonderwijs gecombineerd worden. Ze zagen in de praktijk wat een IDO en een maakplaats doen en hoe je in kleine kernen er voor zorgt dat je op de maat van die kern inwoners verder helpt. Het aanstekelijke enthousiasme van directeur Evelien Fokkink en haar collega's is hartverwarmend. Hun slogan is 'Fundament laat je stralen' en dat voel en zie je letterlijk.  Het bord 'We helpen graag bij iedere vraag' dat boven dit artikel staat is van Fundament en illustreert dat enthousiasme. Hier word ik nu echt blij van. En ik weet dat dit op heel veel plekken in Nederland gebeurt. 

Vanzelfsprekend dat dat kan gebeuren is dat niet. Want deze week hielp ik ook nog een grote bibliotheek om tot een sluitende begroting te komen. En op een andere avond zit ik met een wethouder en de Raad van Toezicht van een kleine bibliotheek om tafel om te kijken naar een fusie. Dit omdat de bibliotheek eigenlijk te klein wordt om nog goed verder te ontwikkelen met het brede takenpakket. Het tekent dat de reparaties aan het bibliotheekwerk die het Rijk nu inzet ook echt nodig zijn. Niets gaat vanzelf en er zijn in het verleden flinke gaten geslagen. Het is hard werken met smalle marges.  

Hadden brutalen nog maar de halve wereld

Hard werken met smalle marges is niet erg. Het is wel fijn als je af en toe wat vooruitgang ziet en lichtpuntjes. Die zijn er zeker. Een Kamerlid dat echt gaat kijken wat er gebeurt met burgers, een minister die geniet van voorlezen en een enthousiaste directeur die blij is op elke plek iets te kunnen betekenen. En op vele plekken bibliotheken waar velen elkaar uit de samenleving nog zien en ontmoeten. Het zijn lichtpuntjes op microniveau in een samenleving en een wereld die op macroniveau op veel punten kil begint aan te voelen. 

Ik denk dat deze samenleving in deze tijd gebaat is bij onderlinge verbinding. En dan denk ik aan mijn goede collega die de deken wel over haar hoofd wil gooien en zich wil afsluiten. Als de stille krachten van de samenleving dat gaan doen, zij die zich altijd inzetten en klaar staan, is dat meer dan zorgelijk. Als de stille krachten stoppen, blijven de schreeuwers over.

Cabaretier Robin Bleeker opende onlangs zijn voorstelling met de woorden: 'Soms kun je terug verlangen naar de tijd dat brutalen nog maar de halve wereld hadden.' 

Het zijn rake woorden. Ik hou me vast aan lichtpuntjes en ga moeite doen om niet onder een deken te kruipen. Houd elkaar vast en help elkaar daarbij, zou ik zeggen. 

zondag 10 november 2024

Weer een weekje bibliotheekwerk: een nieuwe Kamerbrief en een amendement voor de IDO's

Als ik zo op zondagochtend dit stukje typ, laat je automatisch je gedachten nog eens gaan over deze week. Wat was dit voor week? Een week met Amerikaanse verkiezingen waarbij Trump met overmacht won. Dezelfde Trump van beweringen van honden etende Puerto Ricanen, van 'grab them by the pussy' en de kandidaat die zei de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur te gaan oplossen. En een week waarbij Amsterdam het strijdtoneel werd van een verschrikkelijke guerrilla op scooters. 

Zo'n week. En na zo'n week ga ik toch weer schrijven over bibliotheken. Die bibliotheken die aan de rand van dat politieke geweld rustig maar onverdroten voortstappen. Het macro- en het micro-niveau van deze wereld vragen wat elastisch denkvermogen. Want ook deze week dook de Haagse politiek opnieuw op het bibliotheekwerk. Dit keer een nieuwe bibliotheekbrief en een amendement voor meer geld voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's). Ik zet het weer voor u op een rijtje.

Een amendement voor meer budget voor IDO's

Afgelopen week gaf ik nog een korte analyse van twee rapporten die over de IDO's waren verschenen. De korte samenvatting: de IDO's doen bijzonder goed werk maar eigenlijk komen ze geld tekort om door te kunnen groeien. En dat terwijl er eigenlijk een generieke korting van € 1,7 miljoen aan zit te komen omdat de specifieke uitkeringen (SPUK) aan gemeenten worden afgeschaft en de budgetten - met 10% korting - worden overgeheveld naar het gemeentefonds. 

Ondertussen is er minimaal één kamerlid die dit niet is ontgaan. En dat is Barbara Kathmann van Groen Links|PvdA. Zij diende een amendement in op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken waar de IDO's onder vallen. Die begroting wordt maandag 11 november 2024 behandeld.

In het amendement stelt ze voor om het budget met € 3 miljoen te verhogen tot € 20,1 miljoen per jaar en het ook jaarlijks te indexeren. Ze loopt daarmee vooruit op de afhandeling van alle SPUK-regelingen. Het is toch wel knap hoe Kathmann de hele situatie in 280 woorden samenvat. 


De uitkomst van dit debat weten we dus volgende week. 

Nieuwe brief bibliotheekwerk

Verder kwam vrijdag 8 november ook de nieuwe Bibliotheekbrief uit. Die brief vindt u hier. Aanstaande maandag vindt de begrotingsbehandeling Cultuur plaats maar ik heb het vermoeden dat die brief daar geen rol meer gaat spelen. Ik zie het in ieder geval niet bij de stukken staan.  

Wie de afgelopen tijd het bibliotheekwerk al gevolgd had, zal in deze bibliotheekbrief niet heel veel nieuws vinden. De brief is een hele adequate samenvatting van de SPUK-regeling voor bibliotheken, de wetswijziging, het bibliotheekconvenant, de update rond Caribisch Nederland en de leenrechtregeling voor scholen. En eigenlijk is overal de boodschap: Wij zijn lekker bezig en boeken overal voortgang! Het is een bijzonder degelijke brief, bijna op het saaie af. Maar degelijk en saai betekenen inderdaad vaak dat het goed gaat. Want het dossier Bibliotheken zal de komende tijd toch één van de weinige dossiers zijn waar minister Bruins een beetje mee kan pronken. 

Is er dan niks bijzonders te melden? Nou, twee kleine dingen dan.

Vervolgfinanciering Bibliotheek op school

Voor de jaren 2024, 2025 en 2026 was in totaal € 74 miljoen uitgetrokken om de Bibliotheek op school en Boekstart te intensiveren. Die regeling loopt eind 2026 af. En wie de ambtelijke molens kent weet dat je dan eigenlijk ruim voor die tijd moet beginnen om ervoor te zorgen dat financiering een vervolg kan krijgen. In november 2023 verscheen hiervoor al het KWINK-rapport 'Duurzame verankering van de Bibliotheek op school'. 

Minister Bruins stelt nu in de beleidsbrief het volgende: 

'Op dit moment bekijk ik samen met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hoe we na schooljaar 2025/2026 onze inzet op leesbevordering en de samenwerking tussen bibliotheken en het onderwijs zullen continueren. Hierbij vinden we het belangrijk dat we kunnen verduurzamen wat er in de afgelopen jaren is opgebouwd maar ook dat scholen vrijheid houden in hoe zij hun leesonderwijs en leesomgeving invullen. We gebruiken hierbij het onderzoek van de KWINK-groep naar voorwaarden van duurzame verankering van de Bibliotheek op school.   De beleidsreactie hierop volgt in het eerste kwartaal van 2025'

Mensen die ik weer over deze brief spreek wijzen dan op kleine woordjes in zo'n brief. Er staat 'hoe we na schooljaar 2025/2026 ... zullen continueren'. De vraag óf we moeten continueren zijn we dus gepasseerd. Het doel is om door te gaan! Zo subtiel is het dus. Wel stelt de brief dat goed gekeken moet worden wie nu de opdracht geeft voor de Bibliotheek op school. De gelden gaan in deze periode via de Stichting Lezen naar de bibliotheken. Daarmee heeft het onderwijs vooral te volgen. Dat wordt in bovenstaande zin wat in het midden gelaten. En dat daar nog iets moet snap ik ook wel. Het gaat hier om geld dat uit de onderwijsbegroting komt en niet uit de cultuurbegroting. De minister heeft hier ook te maken met de collega-staatssecretaris en die wil ook scholen een bepaalde zeggenschap geven. Ik voorzie hier wel een bestuurlijk overleg ontstaan waar minister, staatssecretaris, bibliotheken en onderwijs samen aan tafel gaan voor een solide invulling.

Voorjaar 2025 komt dit onderwerp dus terug. 

Kamerbehandeling wetswijziging medio 2025, de zorgplicht komt er gegarandeerd in 2026

De kamerbrief herbevestigt de financiële middelen via de decentralisatieuitkering voor 2025 en 2026. En de brief herbevestigt dat de middelen ook na 2026 structureel beschikbaar zijn voor gemeenten. Ook dat soort zinnetjes zijn belangrijk om op te merken: het geld is en blijft structureel geborgd. Ook hier voert het ministerie een solide en betrouwbare koers. 

Ook niet onverwacht maar nu ook hier aan het papier toevertrouwd is de verwachting dat de Tweede Kamer de wetswijziging medio 2025 zal behandelen. Mijn ervaring is dat in dit soort brieven altijd de vroegste mogelijkheid van behandeling wordt genoemd. Het is nooit eerder maar wel vaak iets later. Mijn hoop is vóór de zomervakantie 2025 maar de werkelijkheid zal wel zijn dat het net na de zomervakantie volgend jaar zal zijn. 

Maar wat je hier wel uit kunt afleiden is dat die zorgplicht gegarandeerd in zal gaan in 2026. Of dat 1 januari 2026 is of 1 juli 2026 is dat zal er nog om spannen maar die zorgplicht komt er. 

Lees ook wat er niet in staat...

Nou, dat waren de twee spannende punten. En ik vermoed dat u er niet van van uw stoel bent gevallen. 

Tot slot moet je dit soort beleidsbrieven ook altijd lezen op wat er niét in staat. Wat was wel belangrijk maar wordt niet genoemd?  

En dat is in dit geval het normenkader waar de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) destijds op aangeven van de toenmalige staatssecretaris mee gestart zijn. Ergens moet dat kader nog gaan landen en het zal een aanvulling moeten vormen op de 'basis'eisen die de zorgplicht zal stellen aan lokaal bibliotheekwerk. Ergens tussen nu en de behandeling van de wetswijziging moet dat wel vastgesteld worden. Men zoekt met elkaar duidelijk nog wat nou precies de positie moet zijn van dat normenkader. 

Bibliotheken op route, de wereld wankelt

Nou, als u dit zo gelezen heeft, weet u dat het bibliotheekwerk nog gewoon keurig op route ligt voor de zorgplicht. De ambtenaren bij het ministerie voeren solide en degelijk uit. En dat is in dit geval gewoon een compliment. Geen gekke dingen meer of verrassingen is het devies in deze fase. Het is nu zorgen dat je naar de eindstreep komt. Mijn routekaart - zie hierboven - hoef ik met deze brief niet te updaten. 

Die bibliotheken lopen dus lekker door. En dat alles dus terwijl de wereld wankelt. De onvoorspelbaarheid van een nieuwe Amerikaanse president, met een oorlog op Europees grondgebied waar Noord-Koreanen nu het strijdtoneel betreden en met een groeiend aantal autoritaire leiders. Niemand weet of wij al zitten te kijken naar een Derde Wereldoorlog. Maar in een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste, luidt het gezegde.

Feiten, alternatieve feiten en meningen buitelen al over elkaar. Op dat vlak liggen duidelijke vragen voor het bibliotheekwerk. Dat bibliotheekwerk dat ooit werd opgericht voor gelijke toegang tot kennis en informatie. Omdat we geloofden dat toegang tot kennis en informatie ons verder zou helpen in onze gezamenlijke ontwikkeling. Onze ontwikkeling als individu, als lokale gemeenschap, als land, als wereld. Hoe doe je dat in deze met alternatieve feiten overvoerde omgeving?

Het onlangs getekende nieuwe bibliotheekconvenant geeft alle partijen die zich inzetten voor bibliotheken op dit punt dan ook een opdracht:

'Partijen gaan de rol van bibliotheken op het gebied van het versterken van de democratie en digitaal burgerschap uitbouwen en bestendigen.' 

Op macro-niveau is er dus nog heel veel werk te verzetten voor bibliotheken. Op micro-niveau, het niveau van beleidsbrieven en amendementen, ligt het bibliotheekwerk gewoon mooi op koers.  

Maar voor beide geldt het devies: alle hens aan dek en op volle kracht vooruit!

dinsdag 5 november 2024

Twee rapporten over IDO's die mijn moeder niet gaat lezen maar Kamerleden hoop ik wel

Een paar weken geleden schreef ik een groot opiniestuk voor De Stentor over mijn moeder en de digitale overheid. De strekking was dat mijn moeder van 79 het maar ingewikkeld vindt en dat de overheid de eisen sneller opschroeft dan mijn moeder kan leren. Toen riep ik al op om extra te investeren in de hulp die geboden wordt om om te kunnen gaan met die digitale overheid. Op maandag 11 november overlegt de Tweede Kamer onder andere over digitalisering en kan men besluiten tot extra inzet.

Twee rapporten over Informatiepunten Digitale Overheid

Een week geleden maakte de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) twee rapporten bekend over de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's). De VOB stelde over deze rapporten: 'Bezoekers zijn zeer positief over de geboden dienstverlening. Tegelijkertijd blijkt dat de bekostiging voor de IDO’s onvoldoende is.' Klopt dat? Ik las de twee rapporten en zet het voor u op een rijtje. 

Kort gezegd: de VOB heeft groot gelijk. En eigenlijk stelt de VOB het nog bescheiden. De twee rapporten waar het om gaat zijn beide opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en zijn uitgevoerd door Mare en KPMG. 

Rapport Mare: over doel en uitvoering van de IDO's

Het rapport van Mare is vooral een kwalitatief onderzoek naar de beleving van bezoekers van het IDO. Dat onderzoek is gedaan op aangeven van de algemene rekenkamer die in 2022 constateerde dat de IDO's met weinig middelen in weinig tijd heel veel hebben bereikt... maar dat er ook wel veel doelen moeten worden bereikt met deze IDO's Een ander punt was het bereik van de IDO's. Dat blijkt inmiddels na corona flink te groeien: van 44.622 vragen in 2022 naar ruim 55.000 alleen al in de eerste helft van 2024.

Om de sociaal-maatschappelijk functie en de doelen van de IDO's te onderzoeken ging Mare op bezoek bij vele IDO's, praatte met vele gebruikers en medewerkers. Het is grappig om te lezen dat de Mare-onderzoekers eigenlijk met enige gereserveerdheid dit onderzoek begonnen maar dat ze gaandeweg steeds enthousiaster worden over de IDO's. De eindconclusies, gebaseerd op gebruikerservaringen, moeten de bibliotheken wel doen glimmen:

'IDO-bezoekers worden overal op zeer empathische en professionele wijze geholpen.'

 'Doorgaans worden ze bij het IDO een stap in de goede richting én op bijzonder empathische wijze geholpen, ongeacht hun vraag en hoe het IDO ook is ingericht of georganiseerd. Zonder IDO’s is er in de beleving van mensen geen of niet altijd een goede andere plek om naartoe te gaan. Het IDO helpt bij een breed palet aan digitale vragen, (meestal) zonder afspraak, zonder tijdsdruk, kosteloos, met geduld en op professionele wijze. De positieve ervaringen moeten vaak ook gezien worden in de context dat mensen eerder bij andere organisaties weinig (goede) hulp hebben ervaren. Hun ervaring is dus dat het IDO wél helpt.' 

'De IDO’s kunnen een belangrijke brug slaan tussen burgers die te maken hebben met (één of meer) risicofactoren en de online (overheids)dienstverlening waar ze moeizaam of niet hun weg in kunnen vinden.'

Ook lardeert Mare het onderzoek met tal van qoutes van gebruikers, die goed aangeven waarom een IDO zo goed aanslaat:

'Zo blij dat IDO er is. Iemand die de tijd voor je heeft en naar je luistert. Ik wil een mens! Ik wil dat iemand naast me gaat zitten.'

'Ik zie het als een verplichting dat IDO er is. Zonder het IDO kan een hele grote groep, waaronder ik, digitaal de zaken niet regelen.'

'Ik ben gewoon heel onzeker en bang dat ik iets verkeerd doe. Bij IDO zitten professionals die weten hoe het moet. Dat geeft mij rust dat het goed zit.'

Burgers zijn dus blij dat er IDO's zijn. En ze hebben er veel vertrouwen in en ze worden in de regel goed en met aandacht geholpen. De dienstverlening met een menselijke maat waar het zo om te doen was, is in korte tijd tot stand gekomen. Mooi nieuws allemaal. De IDO's zijn echter niet het tovermiddel voor het hervinden van vertrouwen in de overheid. Mensen blijven de overheid ingewikkeld vinden. Daar staat tegenover dat ze wel meer vertrouwen in zichzelf krijgen en hoe ze omgaan met die overheid. Tot zover de conclusies van Mare. Helder is dat bibliotheken met de IDO's bezig zijn met een grote operatie waarbij jaar na jaar een groeiende burgers geholpen wordt en wegwijs wordt gemaakt.  

KPMG: Over de exploitatie van het Informatiepunt Digitale Overheid

Het KPMG-rapport gaat in op de exploitatie van de informatiepunten. Tussen 2019 en 2022 werden deze via een subsidieregeling via de Koninklijke Bibliotheek rechtstreeks gefinancierd aan bibliotheken. Vanaf 2023 kennen de IDO's een ministeriële regeling waaraan een een zogeheten Specifieke Uitkering (SPUK) is gekoppeld. Het ministerie wil deze regeling, nu deze een tijdje loopt, eens evalueren en kijkt daarom naar de exploitatiekosten van de IDO's. 

De samenvatting van de huidige financieringslijnen ziet er als volgt uit. 

Het gaat dus om € 17 miljoen per jaar. Ter vergelijking, het UWV heeft een budget van 2,4 miljard . Of neem een kleine speler: Logius, de uitvoerder van Digid heeft een budget van € 350 miljoen per jaar. Met andere woorden, IDO's zijn een kleine korrel op verder hele grote budgetten.

Bibliotheken financieren 31% van de kosten van IDO's zelf

Voor het onderzoek heeft KPMG 32 bibliotheekorganisaties vergeleken die samen goed zijn voor 262 IDO's in 77 gemeenten. Daarbij is ook gekeken naar verschillende uitvoeringsvarianten als spreekuren, brede balies, altijd open of combinaties hiervan. 

Die € 17 miljoen vormt 91% van alle inkomsten van een IDO. De overige 9% komt uit overige kleine regelingen. In totaal heeft een IDO € 28.270 aan inkomsten. Daar staan echter € 40.860 aan kosten tegenover. In de financiering komen bibliotheken dus 31% tekort. Het verschil wordt opgelost doordat er gebruik gemaakt wordt van bestaande huisvesting, automatisering en ondersteuning. De IDO's kunnen dus alleen bestaan bij de gratie dat ze ingebed zijn in een bredere organisatie. 

Ondersteuning in landelijk gebied kost meer moeite en dus geld


Het onderzoek heeft een aantal uitsplitsingen gemaakt. Een opvallende uitsplitsing is dat IDO's in landelijk gebied per 10.000 inwoners ruim 10% duurder te zijn dan in stedelijk gebied. Wie even nadenkt, snapt dat dat ook wel logisch is. Als er in een landelijk gebied 60.000 inwoners wonen, wonen die in vele kernen en heb je op vele plekken een bibliotheek of IDO nodig. Als je in stedelijk gebied 60.000 inwoners hebt, heb je een stadskern met hooguit één of twee nevenwijken. Overigens krijgen bibliotheken in het landelijk gebied vaak veel minder subsidie van hun gemeenten en moeten ze dus vaak al hele creatieve oplossingen vinden. Dat laat het onderzoek ook wel zien dat men in landelijk gebied de IDO's ook veel vaker integreert in bestaande dienstverleningsonderdelen. Als men in landelijk gebied dezelfde oplossingen had gekozen als in stedelijk gebied dan was het financiële verschil nog groter geweest. 

Niet negen miljoen erbij maar bijna twee miljoen eraf!

Ik ga nog even terug naar het tekort van tussen inkomsten en kosten. We zien dus eigenlijke dat de vergoeding van de overheid voor de IDO's niet € 17 miljoen zou moeten zijn maar als je het omrekent er € 9 miljoen bij moet. Eigenlijk dus € 26 miljoen. Een peulenschil voor de overheid zou je zeggen.

En laat dat nou net niet de conclusie zijn.... 

De conclusie is dat die landelijke overheid - die zo graag wil dat burgers goed omgaan met die digitale overheid - voornemens is om alle SPUK-regelingen af te schaffen, algemeen in het gemeentefonds te stoppen en 10% te korten! Dat betekent dat in het gunstigste geval - ervan uitgaande dat de gemeente de bibliotheek voor IDO's blijft financieren - dat er niet negen miljoen bij komt dat er bijna twee miljoen af gaat!

Tja, en daar staan we dan met ons goede gedrag. Vijf jaar knetterhard gewerkt. Op zo'n 700 punten een IDO gestart en een fantastische infrastructuur gebouwd waar burgers ook nog eens heel tevreden mee zijn. En dan dit. Daar kun je wel boos om worden. 

Klaas Gravesteijn, directeur van de VOB en boegbeeld van de bibliotheken reageert op de site van de VOB dan nog heel netjes als hij het volgende stelt:

'In vijf jaar tijd hebben alle bibliotheken een onmisbare dienstverlening ontwikkeld. De uitkomsten van dit onderzoek zijn een groot compliment voor de sector. Tegelijkertijd worden ook onze zorgen bevestigd. Gemeenten en bibliotheken leggen jaarlijks circa € 9 miljoen bij om deze onmisbare hulp en ondersteuning in stand te houden. Het kabinet wil daarbovenop nog eens €1,7 miljoen bezuinigen en het bedrag overhevelen naar het gemeentefonds. Daarmee zet het kabinet de dienstverlening op de tocht. We roepen het kabinet op, mede indachtig de onderzoeken, om deze maatregel terug te draaien.'

Ik zou zeggen: niet alleen terugdraaien maar kom ook te zorgen voor adequate financiering van het restant van € 9 miljoen. Maar Klaas Gravesteijn is vast een betere diplomaat dan ik.

Mijn moeder leest die rapporten niet...

De digitale eisen worden elk jaar hoger, vier miljoen Nederlanders, waaronder mijn moeder, kunnen die eisen niet snel genoeg bij benen. IDO's helpen hier tegen zeer beperkte kosten. Beste overheid, beste Kamerleden: u hebt hier goud in handen! Wees er voorzichtig mee. 

Er verschenen twee rapporten die mijn moeder niet gaat lezen maar die relevant zijn voor ieder die beleid maakt voor mensen als mijn moeder. Maak er gebruik van! Namens mijn moeder: bedankt!

zondag 8 september 2024

Namens mijn moeder: Overheid maak werk van de zorgplicht op de Digitale Overheid!

U ziet mij hier met mijn moeder. Ze is 79 en ze is een dappere vrouw. Ze deed de huishoudschool, een kleine aanvullende opleiding en rond haar 16e, 17e ging ze aan het werk. Eerst als gezinsverzorger en na haar trouwen, werkte ze samen met mijn vader in de groentewinkel. Mijn vader deed de administratie en mijn moeder het grootste deel van het huishouden. Dat was hard werken, kan ik u vertellen. 

Toen ze met pensioen gingen veranderden de rollen. Mijn moeder leerde omgaan met de computer, leerde e-mailen en beheerde uiteindelijk de bankzaken. En dat had alles te maken met de computer. Er was geen bankfiliaal meer waar mijn vader altijd heen ging en alles met de bank ging via internet. En daarmee was mijn vader was niet meer de baas in huis maar mijn moeder. Zo kan het gaan.

Mijn moeder knokte hard om zich alles eigen te maken. Ik heb gezien van hoe ver ze moest komen en hoeveel je moet leren om mee te kunnen in deze samenleving. Ze leerde omgaan met de computer, leren printen, leren mailen en een heel klein beetje leren omgaan met internet. Dat was een proces van jaren. Maar nu geniet ze van berichten op Facebook. Later kwam daar de mobiele telefoon bij. Weer zo'n 'ding'. WhatsAppen en videobellen is het belangrijkste wat ze er mee doet. Het is niet makkelijk voor haar maar ze doet het toch maar mooi.

Het begrip Basisvaardigheden is enorm opgerekt

Maar ondanks het harde werken van mijn moeder, lukt veel haar ook niet. De tweewegfactor, of zelfs driewegfactor van Digid is abacadabra voor haar. Een nieuwe app installeren op haar telefoon lukt haar niet. Een vliegticket bestellen om naar haar zoon in Slowakije te vliegen, vindt ze toch nog te spannend. Mijn moeder voelt zich dan dom. En dat is natuurlijk volstrekt onterecht. Ze is helemaal niet dom. Het enige wat het aantoont is hoeveel vaardigheden deze maatschappij vraagt van mensen. Het begrip 'basisvaardigheden' is in de afgelopen twee decennia heel erg opgerekt.  Vroeger hoefde je alleen te kunnen lezen, schrijven en rekenen. Maar dat is allang niet meer genoeg. De overheid (en de samenleving) is stilletje heel erg opgeschoven in het begrip 'Basisvaardigheden'. Twintig jaar geleden wist nog niemand iets van een tweewegfactor.... En zelfs WhatsApp is maar krap vijftien jaar oud. 

Maar het is niet alleen iets van de oudere generatie. Zelfs als ik mensen spreek van jongere generaties geven ze toe dat ze zich bij sommige handelingen toch altijd onzeker voelen: overstappen van een oude telefoon naar een nieuwe bijvoorbeeld. Dat is toch maar hopen dat alle authenticaties goed meegaan en dat je nog bij de app van je bank kunt bijvoorbeeld. 

Met andere woorden: mijn moeder doet het hartstikke goed. Ze werkt hard om bij te blijven. Ze moest van ver komen maar hoe hard ze ook werkt, het gaat haar niet meer lukken om de kenniskloof te dichten. De techniek en overheid bewegen even hard als zij. Het gat blijft. Je bent nooit klaar. 

En ik weet zeker: ook u kent mensen als mijn moeder.

Wie is hier verantwoordelijk?

Mijn vader kon - bij leven - boos worden op de overheid, op de bank, op de bedrijven omdat je alleen nog maar digitaal zaken kon doen. Mijn moeder probeerde het te leren. En vaak lukte dat. Je kunt mijn moeder niet verwijten dat ze zich niet tot het uiterste heeft ingezet. En ondanks dat mijn moeder zich tot het uiterste inzet , verwacht die overheid steeds meer van haar. Is dat terecht? En is die overheid dan niet verplicht om ook te zorgen voor adequate scholing? Van het omgaan met een pc, omgaan met internet, tot omgaan met je Digid? Moet daar niet een soort zorgplicht komen?

En dan heb ik goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is: zo'n zorgplicht komt er. Het slechte nieuws is: we weten nog absoluut niet wat het inhoudt.

Een zorgplicht voor de digitale overheid

Wie gaat zoeken naar de wetgeving rond de digitale overheid stuit op twee wetten. De eerste is de Wet Digitale Overheid. Het doel van die Wet Digitale Overheid is: 

' het regelen van het veilig en betrouwbaar kunnen inloggen voor Nederlandse burgers en bedrijven bij de (semi-)overheid.  De wet geeft daarnaast regels over informatieveiligheid en privacy en biedt de grondslag om overheidsinstanties te verplichten tot het toepassen van open standaarden. Het gebruik van open standaarden zorgt voor meer keuzevrijheid in ICT-leveranciers en het efficiënt en in ketens kunnen werken als één overheid.'

Deze wet is op 1 juli 2023 gefaseerd in werking getreden. De wet gaat in op welke middelen de overheid mag gebruiken rond de digitale overheid en welke kosten hier (voor burgers) aan verbonden mogen zijn. De wet zegt niets over de plicht van de overheid om burgers goed op weg te helpen. Die laten we dus links liggen. Overigens kan ik u wel vertellen dat in die wet al wordt voorgesorteerd op de opvolger van de Digid (ja, ook die gaat weer verdwijnen want niet veilig genoeg meer).

De tweede wet is de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Deze wet bestaat al maar gaat per 1 januari 2024, 1 juli 2024 of1 januari 2025 een flink aantal wijzigingen krijgen. Alle drie de data ben ik overigens tegen gekomen op informatiesites. De wijziging van die wet heeft zelfs gevolgen voor de grote 'Algemene Wet Bestuursrecht'. De overheid zegt zelf over deze wet:

'De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) regelt dat burgers en bedrijven hun zaken die ze met de overheid moeten doen, digitaal kunnen afhandelen. Zij krijgen daarmee het recht om officiële berichten, zoals aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften, elektronisch aan het bestuursorgaan te zenden. Daarnaast verbetert hun rechtspositie in het digitale contact met de overheid.

De mogelijkheid om per post met de overheid te communiceren blijft; de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) geeft burgers en bedrijven de keuze tussen de papieren of de digitale weg.'

Tot nog toe was het digitale verkeer met de overheid dus niet echt strikt gereguleerd. Er werd natuurlijk afgestemd - anders was er nooit één Digid gekomen - maar echte wettelijke verplichtingen ontbraken. Dat zou voor burgers een soort willekeur in gebruik kunnen opleveren. De Belastingdienst is altijd koploper geweest in het gebruik van digitale diensten en veel andere uitvoeringsorganisaties volgden vervolgens de Belastingdienst. 

Een belangrijk gegeven in de wet is dat er een zorgplicht komt voor overheden om burgers te helpen bij communicatie met de overheid. Artikel 2.1 van de algemene wet Bestuursrecht wordt bij invoering namelijk: 

'Een bestuursorgaan draagt zorg voor passende ondersteuning bij het verkeer met dat bestuursorgaan'

Met andere woorden: mijn moeder hoeft niet zelf alles uit te vinden maar instanties zijn verplicht haar te helpen. En ik zal u vast vertellen: een handleiding of een verstopt introductiefilmpje zal niet genoeg zijn. 

Handreiking van Binnenlandse Zaken

Het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar deze wet onder valt, heeft een handreiking gemaakt voor de implementatie van de wet. 

In die handreiking wordt ook ingegaan op wat passende ondersteuning is. De handreiking zegt daarover:

De ondersteuning moet zodanig zijn, dat de doelgroep waarop een dienst zich richt, normaal gesproken deze dienst kan afnemen, mede gelet op de beschikbare maatschappelijke voorzieningen en de eigen verantwoordelijkheid om aan bepaalde kwalificaties te voldoen. De ondersteuning is dus passend wanneer de doelgroep hiermee zaken met de overheid met succes kan regelen. 

Concreet: 

  • Het gaat om het geven van voorlichting en het beantwoorden van vragen op een manier die aansluit bij de doelgroep. In bepaalde situaties gaat het ook om praktische hulp bij het invullen, berekenen, lezen of vertalen.  
  • In de praktijk zal de ondersteuning vaak op verschillende niveaus moeten wordt geboden. De algemene voorlichting zal daarbij worden afgestemd op het niveau waarmee de meeste mensen kunnen worden bereikt. Aanvullende voorzieningen, bijvoorbeeld in de vorm van een helpdesk, zullen de vertaalslag moeten kunnen maken naar mensen die hiermee niet uit de voeten kunnen.
  • Van een burger mag een eigen inspanning worden verwacht. Het bestuursorgaan hoeft niet te helpen bij zaken die de burger met enige inspanning ook zelf kan doen.  
  • Burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat zij over basisvaardigheden beschikken. Wie bijvoorbeeld alleen de Chinese taal machtig is kan niet verlangen dat de ondersteuning in het Chinees wordt geboden.  
  • Als een dienst gericht is op een specifieke doelgroep dan kan de ondersteuning zijn afgestemd op de kwalificaties waaraan die doelgroep geacht wordt te voldoen. Van leden van een beroepsgroep mag bijvoorbeeld worden verwacht dat zij over de vereiste vakkennis beschikken, van studenten mag worden verwacht dat ze over digitale vaardigheden beschikken. 
  • Passende ondersteuning is niet het optreden als adviseur, belangenbehartiger, hulp- of zorgverlener. Daarvoor moet een beroep worden gedaan op andere maatschappelijke voorzieningen zoals een bewindvoerder of een gemachtigde. 

Tja,  ik onderstreep maar even de zin over basisvaardigheden. Want wat zijn dat? Is kunnen omgaan met een computer een basisvaardigheid of heeft overheid hier een plicht? Is zelfstandig een tweewegfactor van Digid installeren een basisvaardigheid? Het voorbeeld van de Chinese taal is een makkelijk voorbeeld maar er is hier echt een grijs gebied. 

Tegelijkertijd moet een dienst voldoen aan de kwalificaties waaraan de doelgroep geacht wordt te voldoen. 

Hier staan teveel subjectieve begrippen en dit is dan al de nadere uitleg. De handreiking trekt dan ook zelf de conclusie dat er geen eenduidige richtlijnen zijn te geven. Dus uitvoeringsorganen: u mag het zelf uitzoeken. Overigens: u heeft alleen succes als uw doelgroep er succesvol mee weet te werken. Dat is een belangrijk ijkpunt. 

2,5 tot 4 miljoen Nederlanders zijn onvoldoende digitaal vaardig

Uit onderzoek blijft dat 2,5 tot 4 miljoen Nederlanders tussen de 16 en 74 jaar onvoldoende digitaal vaardig zijn. Ook heeft een miljoen Nederlanders met lage inkomens moeite om faciliteiten te kopen die goed passen bij digitaal gebruik. Is het hun eigen verantwoordelijkheid om het te leren of moet de overheid de ondersteuning bieden zodat burgers het kunnen of kunnen leren? Als de groep zo groot is, kun je niet stellen dat het alleen de eigen verantwoordelijkheid is. Verre van. De overheid heeft hier nadrukkelijk een taak.

De Informatiepunten Digitale Overheid die we kennen zijn uitvloeisel van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Het is namelijk een ministeriële regeling die u hier kunt vinden. 

En die Informatiepunten zijn een succes. Gestart in 2019 met vijftien en ondertussen zijn het er 778 in de 342 gemeenten in Nederland. De laatste voortgangsbrief aan de Kamer over de Digitale Overheid, laat de IDO's telkens als succes terugkomen. 

Het bijzondere is dat in die regeling de verantwoordelijkheid voor ondersteuning bij de gemeenten neer wordt gelegd. Een beetje analoog aan het sociaal domein. Dat terwijl de wetswijziging die er aan komt de zorgplicht neerlegt bij álle bestuurs- en uitvoeringsorganen. Dus ook bij Rijk en provincies, ook bij de UWV's, Belastingdiensten en SVB's van deze wereld. 

En als we kijken naar het financiële gedeelte van deze ministeriële regeling op gemeentelijk niveau, is dat in de basis € 0,83 per inwoner en € 0,70 per inwoner tussen de 15 en 75 jaar die ten hoogste vmbo heeft afgerond. In de regel kom je dan rond de € 1,00 per inwoner terecht. Zo'n € 18 miljoen dus. Uitgaande van vier miljoen inwoners met een achterstand is dat zo'n € 4,- per inwoner die ondersteuning nodig heeft. 

Terug naar mijn moeder: overheid maak werk van de zorgplicht voor de digitale overheid!

Als ik zie hoeveel stappen mijn moeder al heeft gezet - en ja met de nodige ondersteuning van kinderen en anderen - dan is die € 4,- per inwoner met digitale achterstand natuurlijk een lachertje. Mooi geld natuurlijk, en nodig, en bibliotheken weten met die middelen prima resultaten te bereiken. Geen misverstand daarover. Hulde voor al die medewerkers en vrijwilligers. Het is goud waard. Maar met deze omvang aan middelen krijg je resultaten passend bij die omvang. Wie dus verwacht met € 18 miljoen alle vier miljoen mensen die het digitaal moeilijk hebben te kunnen scholen, draait zichzelf een rad voor ogen. 

De wetswijziging wijst terecht álle bestuurs- en overheidsorganen aan met een zorgplicht voor passende ondersteuning in de omgang met de overheid. Passend bij de doelgroep. Ik zal vast verklappen dat veel mensen die in die groep van 2,5 tot 4 miljoen minder digitaal vaardige Nederlanders zitten, ook vaak de doelgroep is die ondersteuning nodig heeft van de overheid. Met € 4,- per Nederlander die geschoold moet worden red je dat niet. Kijk naar mijn moeder: ze was jaren bezig om het zich eigen te maken. Wij bieden in bibliotheken Oefenen.nl en Digisterker aan. Dat soort programma's moet veel sterker en langduriger ondersteund worden. Financieel gaat het daar om kruimelwerk. Druppels op een gloeiende plaat. En de overheidsinstanties weten dat ook.  

En let wel: ik ben niet tegen digitalisering. Zeker niet. Maar ik ben wel voor een overheid die zijn burgers serieus neemt. Ik ben voor een overheid die snapt dat wat handig is voor de overheid nog niet zo maar handig is voor burgers. En ik ben voor een overheid die snapt dat die overheid dan ook mee aan zet is om die burger te helpen. Langdurig, met zorg en professioneel. 

Dus overheid en beste staatssecretaris Zsolt Szabó : investeer serieus in die zorgplicht op passende ondersteuning voor de digitale overheid. Zet druk op alle bestuurs- en uitvoeringsorganen. En zorg voor een nog betere regeling voor de Informatiepunten Digitale Overheid. 

Namens mijn moeder (en vast vele andere moeders): bedankt.

zondag 5 november 2023

Over de extra middelen, het ravijnjaar en waarom ik me verheug op de toekomst


Hét nieuws van afgelopen week - bibliotheken natuurlijk - was de mededeling dat er € 74 miljoen beschikbaar komt de komende drie jaar voor de Bibliotheek op school en Boekstart in de kinderopvang.  Beide programma's om het lees- en taalniveau te verhogen van kinderen door met name te investeren in (voor)leesplezier. De regeling moet nog exact openbaar worden maar het is goed nieuws voor zowel nieuw als bestaande locaties. Want dit keer zal er ook geld gaan naar bestaande locaties. Wie meer wil weten kan maandag 6 november kijken naar een Linkedinsessie van BNetwerk, waar meer toelichting zal worden gegeven.  

De investering sluit aan op de eerdere impulsregeling van € 12,9 miljoen waar ook toen veel enthousiasme voor was. En nu komt er dus respectievelijk € 25,6 miljoen, € 24,4 miljoen en € 23,9 miljoen beschikbaar. Er komt voor meerdere jaren geld voor locaties. En wie goed luistert weet dat dit een opmaat is naar structurele financiering vanuit het Masterplan Basisvaardigheden van minister Paul. Want de KWINKgroep doet op dit moment onderzoek namens  het ministerie naar een duurzame verankering en de bedragen die hiervoor nodig zijn. 

Drie keer extra financiering van drie bewindslieden

Het is niet de eerste keer dat bibliotheken vanuit het Rijk extra geld ontvangen. Voor wie het spoor bijster is, heb ik hierboven alle bedragen nog eens op een rijtje gezet. En dat is een indrukwekkend overzicht want de extra middelen lopen vanaf 2025 op naar € 95 miljoen of gemiddeld meer dan € 5,- per inwoner extra. En het mooie is: het meeste is al structureel of wordt structureel. 

Opvallend is ook dat het geld van drie bewindslieden komt. Het geld voor de Bibliotheek op school komt van minister Paul van Onderwijs, het geld van de zorgplicht komt van de staatssecretaris Uslu van Cultuur en het geld voor de IDO's komt van staatsecretaris Van Huffelen van Binnenlandse Zaken. 

De bedragen voor Bibliotheek op school en Boekstart hebben we net al aangehaald. Daar is het nog een tijdelijke regeling met zicht op structurele financiering. Laten we nog eens naar de andere bedragen kijken. 

Zorgplicht

De bedragen rond de zorgplicht kent u waarschijnlijk. De bedragen voor 2023 en 2024 gaan in de zogenaamde SPUK-regeling zitten voor lokale bibliotheekvoorzieningen. Het bedrag voor 2023 is al toegekend in een eerste ronde van aanvragen die in het voorjaar plaatsvond. De regeling was royaal overtekend maar vanaf 15 november start de tweede ronde en zal het bedrag voor 2024 worden toegekend. In een eerdere blog meldde ik al dat bibliotheken die in de eerste ronde niet aan bod kwamen nog hele grote kansen hebben in de tweede ronde. 

Vanaf 2025 zou er een zorgplicht moeten komen voor gemeenten en provincies en zou het bedrag vanaf dat jaar genoemd wordt op een of andere manier moeten worden uitgekeerd aan de gemeenten. Wie de wandelgangen een beetje beluistert, hoort wel dat het spannend wordt of 2025 gehaald wordt. Het Rijk en gemeenten zoeken naar een goede weg waarbij gemeenten toch beleidsruimte hebben terwijl het ministerie toch enige garanties krijgt dat het geld niet in de algemene pot verdwijnt van de gemeente. Dit is een broedende kip, dus ik moet er ook niet teveel over zeggen. Ik wens de partijen veel succes en hoop op een mooie uitkomst. Overigens, hoe het ook zij, het bedrag van 2025 is beschikbaar. Ook als de zorgplicht dan nog niet geregeld zou zijn.

IDO's 

Vanaf 1 januari 2023 kwam er € 17,1 miljoen via een specifieke regeling beschikbaar voor de Informatiepunten Digitale Overheid. Dit na een tijdelijke aanloopregeling de afgelopen jaren die via de Koninklijke Bibliotheek liep. Helemaal nieuw geld is het dus niet. Maar het is heel fors meer dan elke vorige regeling. 

De regeling is overigens een Specifieke Uitkering ofwel SPUK-regeling. Veel mensen denke dat dat een tijdelijke regeling is. Dat is niet zo! Veel SPUK-regelingen hebben inderdaad dat karakter maar deze niet. De regeling is gekoppeld aan de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer en kent geen looptijd. Met andere woorden: gemeenten hebben eigenlijk hier al een zorgplicht. 

De indexering van het bedrag is hier nog wel een punt. Dit in tegenstelling tot het bedrag dat voor de zorgplicht beschikbaar is. Dat bedrag gaat naar het gemeentefonds en zal dan ook jaarlijks geïndexeerd worden. Maar dat geldt vooralsnog niet voor het bedrag van de IDO's die vastgeklikt zijn in de regeling. Punt van overleg dus.

De praatplaat van voorjaar 2021

Hoe kan het dat bibliotheken zo succesvol zijn? Nou, daar is de afgelopen jaren met de politiek flink in geïnvesteerd. De deur is platgelopen bij politieke partijen door met name VOB, ondersteund door KB en SPN. Eén van de praatplaten die daarbij telkens op tafel kwam was bovenstaande staan. Hij is nog steeds te vinden op de site van de VOB.

De praatplaat laat prachtig zien hoe de sector wil groeien van vier miljoen leden naar acht miljoen verbonden gebruikers. En welke functies daarvoor een investering nodig hebben. De drie lijnen die we in het bovenste financiële schema terugzien, zie je hier ook. Naast deze plaat was er ook nog een vertrouwelijke tweede plaat. Op die plaat stonden ook bedragen die gevraagd werden aan de politiek. Ik kan u vertellen dat de bibliotheken ondertussen een heel eind op streek zijn met die extra financiering. Alleen de structurele financiering voor de Bibliotheek op school en Boekstart wacht nog. Maar zoals ik al meldde, daar doet het ministerie op dit moment nog onderzoek naar.

En last but not least: de praatplaat - en ja, ook de extra middelen - laten vooral zien hoe succesvol de formule van openbare bibliotheken is: lokaal organiseren met burgers en partners maar landelijk manifesteren. 

Ravijnjaar?


Toch zijn veel gemeenten en bibliotheek directies nog voorzichtig. Waarom? Omdat ze het 'ravijnjaar' vrezen. Het ravijnjaar is 2026. Op dat moment zou er minder geld komen voor het gemeentefonds en zien gemeenten dus bezuinigingen aan komen. 

Toch is er goed nieuws. Want bijna alle grote partijen willen namelijk de bezuinigingen op het gemeentefonds terugdraaien, dat blijkt uit deze analyse van Binnenlands Bestuur. Zelfs de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is hier hoopvol over. Nou, als zelfs de VNG hoopvol is - dat zijn ze namelijk niet zo vaak - dan mag je ook echt wel hoopvol zijn. Ik weet eigenlijk wel zeker dat in een nieuw regeerakkoord hier iets over opgenomen gaat worden. 

Ook in één van de laatste vergaderingen van de kamer kwam het ravijnjaar aan bod. Bij de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken (die ook over het Gemeentefonds gaat) bracht PvdA-kamerlid Nijboer bijgaande motie in over het ravijnjaar. 


De motie roept dus op om voorstellen voor te bereiden die het ravijn dichten. De motie werd aangenomen, wel nipt met 77 stemmen. Er wordt dus serieus gewerkt aan reparatie.

Bibliotheken (en gemeenten): aan de bak!

Wat denkt u als u dit zo leest? Er komt veel geld op de sector af. En het is structureel geld of het wordt nog structureel geld. Het gaat om een oplopend bedrag van € 95 miljoen voor de sector. Gemiddeld meer dan € 5,- per inwoner in elke gemeente. En dat met een staatssecretaris die niet bereid is het geld aan gemeenten te geven als er geen goede afspraken zijn met gemeenten dat het ook naar bibliotheken.  

Die € 95 miljoen per jaar landt in een sector die op dit moment € 492 miljoen aan gemeentelijke subsidie krijgt. En dan tel ik ook de incidentele subsidies al mee. En dan ook nog het nieuws dat het ravijnjaar naar verwachting verdwijnt of flink gedempt gaat worden.  Ik zie een sector die de komende jaren met een kwart gaat groeien.

Dus?

Mijn conclusie is: Alle hens aan dek! De IDO's hebt u wellicht al wel voor elkaar maar voor zowel de gelden van de zorgplicht als de gelden voor Bibliotheek op school en Boekstart mag u als bibliotheek een flinke ambitie gaan tonen. Ambitie waar u uw gemeente mag en moet verleiden. Want een aantrekkelijk plan helpt een gemeente natuurlijk om de gelden ook echt beschikbaar te stellen. Die praatplaat uit 2021 kunt u misschien wel vertalen naar uw lokale situatie. Ik heb de eerste bibliotheek al gezien die dat aan het doen is. En als het kan: maak de plannen samen met uw gemeente. Dat is wel de grootste garantie op succes. 

Ik riep: alle hens aan dek! Maar ik denk dat we niet matrozen genoeg hebben. Dus ja, ik zie ook aankomen dat we nogal wat extra personeel nodig gaan hebben. Honderden extra leesconsulenten, een klein leger aan programmeurs en ja, ook extra betaald personeel in vestigingen. Waar gaan we die vandaan halen en hoe gaan we die opleiden als het nodig is? En ook zie ik extra investeringen in  bibliotheekgebouwen of zelfs extra vestigingen. Meer ruimte om te studeren, meer ruimtes voor workshops en meer ruimte voor partners die ook hun onderdeel in de bibliotheek inbrengen. 

Zo, ik hoop dat ik u weer wat overzicht heb gegeven. Bibliotheken staan er misschien wel beter voor dan u dacht. 

Alle hens aan dek! En: tjonge, wat heb ik zin de toekomst!