zondag 25 juni 2023

Eleonora Gehner : de bibliothecaresse die opstond tegen de bezetter


Op de foto ziet u Eleonora Gehner, zij is de moedige bibliothecaresse van Apeldoorn. Zij stond op tegen de Duitse bezetter, moest onderduiken en de bibliotheek viel daarna in handen van nationaalsocialisten. Het is een geschiedenis van moed en zelfs liefde maar ook van machtsspel, boekverbrandingen en vriendjespolitiek.  U leest het goed. Dat allemaal in een bibliotheek. En u hebt een vandaag een première: want zij is het onderwerp van mijn derde boek dat volgend jaar uitkomt. 

De oorlog had twee kanten voor bibliotheken

De rol van openbare bibliotheken in de Tweede Wereldoorlog is er één met twee kanten. Bibliotheken vonden zichzelf in de oorlog erg belangrijk omdat lezen zo ongeveer één van de laatste zaken was die door verduistering, avondklok en allerlei censuur nog mogelijk waren. De uitleencijfers gingen door het dak. Tegelijkertijd was het een tijd waar men zonder noemenswaardig verzet meeboog met censuur door de bezetter. Joodse medewerkers werden zonder protest ontslagen, Het bordje 'Voor Joden verboden' werd opgehangen en Joodse leden werden uitgeschreven. De VOB bracht er vorig jaar, naar aanleiding van mijn boek Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis, zelfs een indrukwekkend statement uit over die zwarte bladzijde.  Kortom: bibliotheken bogen op bijna alle plekken in Nederland bijzonder makkelijk mee onder de terreur van de bezetter.


Een bijzondere geschiedenis
Bijna overal. Er is - voor zover ik heb kunnen vinden - maar één bibliotheekdirecteur geweest die haar functie neerlegde en moedwillig met haar team het verdere functioneren van de bibliotheek onder de bezetter blokkeerde. Het is de moedige Eleonora Gehner, bibliothecaresse en directeur van de bibliotheek in Apeldoorn. 

Die Apeldoornse geschiedenis kwam ik toevallig op het spoor toen ik met mijn tweede boek bezig was over de Joodse medewerkers in het bibliotheekwerk. Ik las toen het boekje 'In nacht en ijs' dat werd opgesteld door de heer Greve van de Centrale Vereniging (de CV, de voorloper van de VOB). Voor dit boekje vroeg de heer Greve aan alle bibliotheken om hem in te lichten hoe bibliotheken het laatste jaar van de oorlog doorgekomen waren.  Ik vroeg het bij het Nationaal Archief het dossier op dat hoorde bij dit boekje.  Het bevatte tientallen verhalen van bibliotheken. Van stekeligheden met den NSB, uitlenen aan onderduikers maar dus ook het verhaal van Apeldoorn. De samenvatting van Greve, zoals die in het boekje staat, vindt u hierboven. 

Ik zocht en vond de brieven die hadden geleid tot dit stukje tekst. Het waren vijf A4'tjes in het archief van Greve. En het was een bizarre geschiedenis die veel erger was dan Greve hierboven samenvatte. Ik dook in het archief van CODA en las alle notulen en jaarverslagen, spitte door kasboeken en krantenknipsels en sprak het enige familielid dat Eleonora Gehner nog gekend heeft. Ook dook ik in NSB-dossiers bij het Nationaal Archief om na te pluizen wie de personen waren die er zo'n potje van gemaakt hadden. En in voorjaar bivakkeerde ik een week op het strand van Kijkduin om snel in het Nationaal Archief te kunnen zijn. De afgelopen week nam ik opnieuw een week vrij en sloot ik mezelf op in mijn eigen appartement om het grootste deel van het onderzoek uit te schrijven. Puzzelstukje voor puzzelstukje legde ik op zijn plek en reconstrueerde deze geschiedenis. En als slot van die week, laat ik u hier vast meegenieten van een klein stukje geschiedenis van wat dus in april 2024 als boek zal verschijnen. 



NSB'ers in het bestuur
De geschiedenis van de Apeldoornse leeszaal in de oorlog begint eigenlijk al vóór de oorlog. In 1936 wordt de heer Boeken benoemd als penningmeester van het bestuur. Hij is bankdirecteur en lid van de NSB. Overigens een zeer gewaardeerd bestuurslid en hij heeft zich zover ik heb kunnen ontdekken niet echt gemengd in enige censuurkwestie.

Dat verandert echter in 1942. NSB-burgemeester Den Besten wordt in Apeldoorn dan vervangen door NSB-burgemeester Pont. Den Besten moet het veld ruimen omdat hij te coulant voor de Joden zou zijn geweest. De kordate Pont is zijn vervanger. Den Besten heeft in zijn laatste dagen als burgemeester aan de de bibliotheek toegezegd dat de verhoging van de bibliotheeksubsidie voor 1943 akkoord is. Nu Den Besten weg is, worden daar door de opvolger extra eisen aan gesteld. Die subsidie kan er best komen maar er moeten dan wel twee extra NSB'ers in het bestuur komen. Chantage dus, een methode die we vanaf nu vaker zullen terugzien.

Het bestuur weigert dat te doen en vindt een uitweg doordat in de statuten de optie geboden wordt om het gemeentebestuur bestuursleden te laten aanwijzen. Zo schippert men met de eigen principes en de bezetter. De burgemeester heeft daar geen moeite mee en wijst twee NSB'ers aan: de heer Hillen, rector van het gymnasium en de heer De Kock, docent aan de machinistenschool. Vanaf begin 1943 loopt de spanning dan snel op.

Een schenking van de Nederlandse Kultuurraad
In augustus 1943 doet de Nederlandse Kultuurraad een aanbod aan 25 openbare bibliotheken om circa 160 Duitse boeken te ontvangen. Het aanbod hoort bij de strategie van de bezetter om beetje bij beetje de Nederlandse samenleving om te bouwen naar een nationaalsocialistische samenleving naar Duitse snit. In de brief wordt gevraagd of men hier uit principe interesse in heeft. 

De voorzitter van het bestuur, de heer Zwager, geeft dan aan dat die interesse er in principe niet is. Er is namelijk nauwelijks vraag naar Duitse boeken betoogt hij. Maar op proef wil hij er best tien proberen. De twee nieuwe NSB-bestuursleden vinden dat te weinigen en weten de lijst van mogelijke boeken nog te verhogen tot zestien. Uiteindelijk dus een tiende van de totale schenking die de Kultuurraad wil doen. Probleem opgelost. Zo lijkt het.

Na afloop van de vergadering vinden de twee nieuwe NSB-leden het toch veel te weinig en beiden klagen achter de rug van het bestuur om bij de burgemeester. De burgemeester roept de voorzitter en directeur op het matje en zegt dat het anders moet. Daarna ontstaat er natuurlijk ruzie in het bestuur over dit geniepige gedrag en wat er nu moet gebeuren. Men besluit om het probleem een niveau hoger aan te kaarten: bij het ministerie van Onderwijs, Kunst en Wetenschap en hen een uitspraak te laten doen. Probleem weer voorlopig opgelost. Zo lijkt het. 

Want de burgemeester, doet precies hetzelfde. Alleen heeft hij nog hogere connecties bij het ministerie dan het bestuur. De baas van het ministerie, de secretaris-generaal geeft de burgemeester carte blanche om de bibliotheek onder druk te zetten en zo nodig de subsidie stop te zetten. Opnieuw chantage dus. 

Het bestuur stapt op, de directeur wil ook niet verder
Op 12 mei 1944 barst de bom. De burgemeester heeft dan ondertussen een extra buitengewoon bestuurslid aangesteld en daarmee wordt het bestuur eigenlijk buiten spel gezet. Alle niet-NSB-bestuursleden stappen die avond op. Eleonora Gehner, de directeur, blijft alleen achter met drie NSB-bestuurders en een buitengewoon bestuurslid van het ministerie. Het is helder wat deze overgebleven bestuursleden willen: zij willen er een bibliotheek op nationaalsocialistische grondslag van maken. 

Ook voor Eleonora is de maat dan vol. Zij gaat ontslag nemen maar dat gaat haar in deze situatie natuurlijk niet verleend worden en daardoor overtreedt ze het ontslagverbod. Dat wordt als sabotage gezien. Het is overigens een overwogen keus van haar. Ze weet dat ze opgepakt gaat worden en brengt haar huisraad al elders onder. Ook overlegt ze met haar assistenten en regelen ze samen voor hen een werkplek bij andere bibliotheken. Het personeel dat wel achter blijft, zal onverklaarbaar vaak ziek zijn, als daad van weerstand. Het NSB-bestuur zit met veel te weinig personeel en de bibliotheek valt stil.



Een NSB-directeur
Het overgebleven NSB-bestuur stelt een NSB-directeur aan: mevrouw Vliegen-Kornelis. Zij gaat in de zomer van 1944 aan de slag.  In de aanschaf komen we dan hele lelijke nationaalsocialistische boeken tegen. Daar zie je hierboven een nota van.

Maar dat is niet alles. Deze directeur maakt er een potje van. De moedige directeur Eleonora Gehner schrijft hierover na de oorlog een verslag aan Greve van de CV (voor zijn boekje In Nacht en IJs).

Lees maar een stukje mee


De boeken en de planken werden dus verbrand, ter verwarming van het pand of het eigen huis. Maar er was nog meer creatief gebruik van het collectief bezit. 


Er werd dus ook gewoon gehandeld met de publieke middelen. Verboden boeken in ruil voor eten. Verderop in de brief verhaalt ze hoe het NSB-personeel ook het catalogussysteem en het uitleensysteem met hun onkunde om zeep helpen. 

Terug op haar plek
In juni 1945 komt Eleonora Gehner terug als directeur en het zal haar een paar jaar kosten om de schade van de oorlog weer weg te werken. Er was een chronisch tekort aan personeel in Nederland. Het verhaal kent vervolgens nog een component van liefde. Want haar leven zal daarna nog een onverwachte en onwaarschijnlijke wending krijgen. Maar,  ook die laat ik nog even als cliffhanger hier liggen. 

Voorzitter Zwager en bibliothecaresse-directeur Gehner waren een duo dat de Apeldoornse bibliotheek moedig door de oorlog bracht. En beiden waren bereid om op te staan voor principes en zich uit te spreken. Voor Eleonora Gehner betekende dat zelfs vluchten en onderduiken. 

April volgend jaar in de boekhandel
De puzzelstukjes zijn gelegd maar is nog een lange waslijst van te checken feiten, uit te zoeken deelverhalen en dergelijk. Maar duidelijk is dat dit boek rond april volgend jaar in de boekhandel zal liggen. Uitgeverij Waanders zal het gaan uitgeven. 

En natuurlijk kom ik er nog bij u op terug. Want u wilt natuurlijk nog weten hoe het zit met dat liefdesverhaal. Stay tuned!

Beeldverantwoording: foto boven, Archief Eisma,  tekst Apeldoorn: Delpher, foto Leesmuseum, Acrhief CODO,  foto nota, Archief CODA, de typverslagen komen uit het Nationaal Archief.

2 opmerkingen:

Ankie Kesseler zei

Succes Mark met het verder opschrijven van dit verhaal. Wat een werk omdat allemaal uit te zoeken, daar heb ik groot ontzag voor. Dag hoor.

Mark Deckers zei

@Ankie: dank je! Elke keer mooi als je weer mensen onder je speurwerk vandaan ziet komen. Een moedige bibliothecaresse dit keer.