Posts tonen met het label tijdelijke regeling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tijdelijke regeling. Alle posts tonen

zondag 21 mei 2023

Hoe een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen' werd : over de achterkant van een regeling

Afgelopen maandag werd in Eindhoven door staatssecretaris Uslu het subsidieloket geopend voor - hou u vast  de - '  Eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen 2023-2024' En daarmee start het Rijk met investeringen in lokaal bibliotheekwerk. Het gaat om een eerste ronde die tot 15 juni loopt. Van 15 november tot 15 december volgt een tweede ronde. In totaal komt er ruim € 50 miljoen eenmalig beschikbaar. Dit met de bedoeling om vanaf 2025 met een gewijzigde bibliotheekwet met een zorgplicht voor gemeenten en provincies ook nog eens structureel jaarlijks ruim € 50 miljoen beschikbaar te stellen. De eenmalige regeling is dus nog maar een opmaat naar een structurele. 

Nu mocht ik in het afgelopen jaar met regelmaat meedenken bij het ministerie over deze regeling. Het gaf mij een bijzonder inkijkje hoe beleid in Nederland tot stand komt en ik zag hoe deze regeling kantelde van een regeling 'van stenen' naar een regeling 'in kansen'. Ik neem u mee in de wereld achter de schermen.

Hoe ambtenaren van OCW in stilte alles voorbereidden met af en toe een knokpartij

Want hoe maak je eigenlijk zo'n regeling? Nou, daar zat een veel langere aanloop aan dan ik zelf dacht. Die aanloop blijkt namelijk te liggen bij de evaluatie van de bibliotheekwet in  2019. In 2015 is de wet ingevoerd. De wet is een stelselwet die drie overheidslagen aanmoedigt om zich in te zetten voor bibliotheekwerk. Een bevorderingstaak, geen zorgplicht. Bij de evaluatie in 2019 wordt geconstateerd dat in de afgelopen jaren het aantal vestigingen terugloopt en dat het aantal gemeenten dat geen volwaardige bibliotheekvoorziening heeft niet is verminderd. Dat heeft vooral te maken met snel teruglopende middelen voor bibliotheekwerk doordat de gemeenten krap bij kas zitten.  De stelselwet zelf werkt over het algemeen goed, maar niet op dit punt. Die conclusie wordt in 2020 bevestigd door het rapport van de Raad voor Cultuur, 'Een bibliotheek voor iedereen'.  Ook de Raad hekelt dat de bibliotheekwet niet heeft geleid tot een bibliotheek in elke gemeente en zij adviseert om de wet op dit punt aan te passen. 

Zeg Deckers, we leven in 2023, hoor ik u denken. Moeten we zo ver terug in geschiedenis? Eh ja, dat moet. En dat heeft te maken met de verkiezingen die daarna volgen. Die vinden plaats in maart 2021. 

In het verlengde van de evaluatie van de bibliotheekwet en in voorbereiding om de komende formatie na de verkiezingen werken de ambtenaren van OCW in de zomer en het najaar van 2020 in relatieve stilte de aan een zogenaamd 'fiche' dat gebruikt kan worden bij de formatie. Ambtenaren sorteren dus voor met hun beleid op de komende formatie. In dat najaar gaat er een paar keer een beleidsstuk heen en weer tussen het ministerie van OCW en het ministerie van Financiën. Daarbij stelt het ministerie van Financiën nog wel wat vragen bij de investeringen. Lekt het geld niet lokaal weg? Geen strooigeld! Kan de investering niet concreter? Hoeveel vestigingen worden het precies? Het ministerie van Financiën stelt behoorlijk wat voorwaarden. Maar de ambtenaren die dit dossier doen, weten behendig en geduldig langs alle opmerkingen te manoeuvreren. En, het 'fiche' haalt de eindstreep en mag mee richting de formatietafel. Voor de goede orde: de meeste plannen halen deze fase niet. Het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp.

Van formatie naar bibliotheekbrief, weer een knokpartij

De verkiezingen volgen en de formatie vraagt ongelofelijk veel tijd. Zoveel tijd dat de formatie pas in december 2021 wordt afgerond met het regeerakkoord. En jawel, daarin wordt een zinnetje opgenomen over bibliotheken bij de paragraaf voor een investering van € 170 miljoen voor cultuur. Die zin luidt dat gestreefd wordt naar een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Meer dan dat zinnetje is het niet. Maar op de achtergrond heeft het ministerie dan dus al een plan klaar liggen. Nou ja, klaar... Dat is een groot woord. Er moet namelijk opnieuw een robbertje gevochten worden. Dit keer niet met het ministerie van Financiën maar binnen het ministerie van OCW zelf. Die € 170 miljoen moet adequaat verdeeld worden over de verschillende posten.

Omdat de formatie van 2021 zo lang duurde, is de begroting van 2022 allang vastgesteld en is de eerstvolgende ronde dus eigenlijk de begroting van 2023. Met Prinsjesdag, en we zitten dan al in september 2022,  wordt dan ook helder hoeveel geld er de komende jaren echt naar bibliotheken gaat. Het wordt een oplopend bedrag van ongeveer € 60 miljoen. Wie kijkt naar de verdeling van de extra cultuurgelden, ziet dat bibliotheken eigenlijk wel de hoofdprijs in de wacht hebben gesleept. Hoewel het bedrag wat lager begint, eindigt het hoog, en structureel. Reken maar dat er met jaloerse ogen naar gekeken is door anderen. Ook nu weer geldt: het tij zit mee en de ambtenaren zijn scherp. 

Kort daarop, begin november 2022 volgt dan de Bibliotheekbrief waarin de plannen definitief ontvouwd worden: een tijdelijke regeling voor de korte termijn en een zorgplicht voor de lange termijn. En een oplopend en structureel bedrag van ruim € 50 miljoen naar een zorgplicht op lokaal niveau. 

Van bibliotheekbrief naar een regeling, en weer een knokpartij

Nu helder is wat er moet gebeuren op hoofdlijnen, moet de regeling ingevuld gaan worden. Het is inmiddels ver in het najaar 2022. Vooraf is al advies ingewonnen hoe die regeling juridisch het beste kan: het zou een specifieke uitkering moeten worden (SPUK). Het eerste geld moet in 2023 uitgegeven worden. De tijd gaat dringen. De ambtenaren starten een overleg met zo ongeveer alle betrokken partijen over hoe de tijdelijke regeling eruit moet zien.  De gemeenten zijn ervoor om het geld gewoon naar inwonertal over te maken. Maar dat kan niet want het 'fiche' dat is goedgekeurd door het ministerie van Financiën laat daar geen ruimte voor, het moet specifieker. De focus in de lobby de afgelopen jaren zat op het verdwijnen van vestigingen. De regeling moet dus koersen op dat probleem. Met andere woorden: nieuwe vestigingen of versterking van beperkte voorzieningen. Om die reden spreken partijen al snel over een regeling 'die over stenen' gaat. Een geluid dat hardnekkig zal blijken maar onterecht zal zijn. 

Het proces dat ik meemaakte was dat het ministerie van OCW probeert om met alle partijen de juiste beleidsruimte te vinden ten opzichte van de eerdere afspraak met het ministerie van Financiën. Dat vergt edel duw- en trekwerk. Anderen zouden zeggen een knokpartij... maar dat is het toch ook niet.  Het is meer met druk zoeken naar een gezamenlijke invulling. En dat duw- en trekwerk gaat zowel via de formele partijen als partijen die zich toch ook onuitgenodigd opdringen. Maar voor iedereen is, op zijn of haar niveau, aandacht. 

En door dat proces  verandert er nog wel wat. Zo is de regeling eerst nog bestemd voor een beperkt aantal gemeenten maar dat is op te rekken naar alle gemeenten als een bepaalde prioriteitsvolgorde wordt aangehouden op afstand en maatschappelijke opgaven. Naast nieuwe vestigingen komt er ook de mogelijkheid om een servicepunt te upgraden of om openingstijden te verruimen met betaald personeel. Zowel bij de verbetering van een beperkte voorziening als verruiming van openingstijden, gaat het niet om investeringen in gebouwen maar vooral om een investering in personeel. Een daar kantelt de regeling: de regeling wordt voor iedere gemeente en de regeling zal vooral investeringen vragen in personeel. En zo wordt de regeling 'van stenen' een regeling 'van mensen'.

Van een regeling op hoofdlijnen naar een regeling in detail 

Toch zijn we er dan nog niet. De laatste details volgen. Die gaan over  hoe ruim je mag omgaan met de middelen en dat het ook nodig is om niet alleen in vestigingen of openingsuren te investeren maar ook in programmering of verblijfsruimte. Er komt dus nog meer beleidsruimte. En de opzet wordt om de regeling eenvoudig te houden. Dus-i, die de regeling zal uitvoeren, maakt een model voor de aanvraag. In een paar bespreekrondes wordt dat voorstel teruggebracht tot de essentie. De kern: een voorstel van 500 woorden en een begroting. Ik heb gemeentemensen van hun stoel zien vallen, toen ze zagen hoe eenvoudig het was gemaakt. 'Was elke regeling maar zo', verzuchtte een lokale ambtenaar. 

De regeling is dan klaar. Wat er dan staat is dan een brede regeling die veel ruimte biedt maar die nog steeds focus geeft op een brede versterking van het bibliotheekstelsel.

Schetsontwerp nieuwe bibliotheek Rotterdam

Van een regeling naar kansen

De regeling wordt gepubliceerd en Provinciale OndersteuningsInstellingen (POI's) lijnen hun bibliotheken en gemeenten op met informatierondes en ondersteuning. Het bibliotheekstelsel is goed in dit soort processen. Het wordt samen een klus klaren. Dat hebben bibliotheken vaker gedaan. 

Ondertussen ontmoet ik de staatssecretaris zelf ook tijdens de netwerkdag van de Koninklijke Bibliotheek. De collega's van OCW zijn zo aardig me even voor te stelen. In het gesprekje dat daar volgt, gaat het onder andere over mijn ervaringen bij OCW en mijn weblog. En ze zegt: 'Dáár moet je eens over schrijven, dat weten niet veel mensen.' Waarvan akte.

Ondertussen heb ik ook zelf de regeling dan al een aantal keren mogen uitleggen En ik heb gezien hoe, als je de regeling goed uitgelegd krijgt, er plotseling bij  bibliotheekdirecteuren, ambtenaren en wethouders radertjes gaan draaien. Zelf zat ik bij een club van wethouders, die vooraf nog redelijk voorzichtig was, en wilde zien of ze wellicht in een tweede ronde mee wilde doen. Na afloop van het gesprek was de opinie om toch even vaart te maken en mee te doen in de eerste ronde.

Maar naast het feit dat er wellicht geïnvesteerd wordt, is er nog een ander soort winst. Eén directeur appte mij met de opmerking ‘hoewel ik eerste sceptisch was over de regeling, levert het me op korte termijn al zoveel gesprekken op met de gemeente en alleen dat al is winst.’ Door de regeling wordt in heel veel hoofden nagedacht over de bibliotheek. We zijn 'top of mind'. 

Het mooie geluid in Eindhoven

En met die geluiden kom ik dan uit bij de start in Eindhoven, afgelopen maandag. De opening van de eerste aanvraagronde, perfect verzorgd door het team van Albert Kivits met een leuke openingshandeling. Er moest gesoldeerd worden, draden doorgeknipt en pijltje op elkaar geschoten worden. Er volgde een rondleiding waarbij de breedte van de functie van de bibliotheek werd getoond. En passant trof ik Annie Maessen, die alleen nog virtueel had ontmoet. Alsof je elkaar al jaren kent. Gek is dat.

Ook inhoudelijk was er een glimlach. De wethouder maakte bekend te willen opteren voor nieuwe wijkvestigingen naast verruiming van openingstijden voor de centrale vestiging. U hoort het goed: nieuwe vestigingen. We gaan weer uitbreiden! Dit geluid is een kentering van wat we jaren gehoord hebben. En het geluid klinkt op meer plekken. Utrecht trekt bezuinigingen op wijkvestigingen vooralsnog in. Den Haag gaat investeren in nieuwe wijkvestigingen. In Rotterdam komt de schets van een nieuwe centrale op tafel. Nee, het heeft niet allemaal met deze regeling te maken maar wat wel helder is, is dat de beweging die het ministerie van OCW maakt, andere bestuurslagen uitdaagt om ook te investeren. Op heel veel bureaus wordt op dit moment gewerkt aan plannen. Zodanig dat ik begin te vermoeden dat die eerste ronde wel eens flink overtekend zou kunnen worden. Is dat erg? Nee, want er is nog een tweede ronde met meer middelen en het tekent het enthousiasme van gemeenten om in deze richting te investeren. En we investeren niet om over twee jaar weer te sluiten, hoorde ik volgens mij Albert Kivits zeggen.

Gebeurt dat overal? Nee, er zijn altijd een Gallisch dorpjes. Deze keer is dat Noordwijkerhout, zij overwegen de bibliotheek te sluiten ten gunste van de exploitatie van het zwembad. Een 88-jarige inwoner schreef daarom dit briefje aan het college. 

In Noordwijkerhout moet dus nog een robbertje gevochten worden maar op veel plekken ziet men de kansen wel. Gelukkig. 

Voor mij was deze samenwerking met het ministerie een mooi inkijkje in hoe je in Nederland van beleid tot uitvoering komt en hoe ingewikkeld dat soms is. Het was mooi om daar een bescheiden bijdrage aan te leveren. Er is niemand die in zijn eentje kan beslissen en er is veel om rekening mee te houden. Maar het was ook mooi om te ontdekken dat belangen heel vaak op elkaar lijken en dat je elkaar best goed tegemoet kan komen. Ik had al veel waardering voor de ambtenaren en die is door dit proces nog wel een stukje gegroeid. Maar het meest in het oog springende is misschien wel: dit begon dus al jaren geleden. Het vergt lange adem van veel partijen en het kan op vele momenten sneuvelen. Zo broos is het. 

En zo werd een regeling 'van stenen' een regeling 'van kansen'. Er gaat een wereld achter schuil die inderdaad bijna niemand ziet. De staatssecretaris had gelijk. Hulde aan mijn collega's bij OCW en natuurlijk allen die er om heen aan meewerkten. 

woensdag 29 maart 2023

De route naar de zorgplicht is begonnen! Wat betekent de SPUK-regeling voor bibliotheken?

De aanloopregeling voor extra investeringen in bibliotheekwerk is vrijdag gepubliceerd!  En daarmee is de route naar de zorgplicht is begonnen! Nog twee jaar en dan is het voeren van een goede bibliotheek een gemeentelijke plicht en kennen ook de provincies een wettelijke zorgplicht voor de provinciale ondersteuningsinstelling. In november 2022 konden we als sector natuurlijk al een beetje warmlopen met de Bibliotheekbrief van staatssecretaris Uslu. Daar gaf ik toen ook een duiding bij. Dat begon toen met  onderstaande plaatje.



Tussen vandaag en de structurele zorgplicht over een paar jaar staat dus alleen nog een tijdelijke regeling die het mogelijk maakt om gemeenten te laten investeren in versterking van het bibliotheeknetwerk. Vrijdag kwam de zogenaamde tijdelijke regeling uit. De volledige titel: 

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 maart 2023, nr. WJZ/37384724 (ID14608), houdende regels voor het verstrekken van eenmalige specifieke uitkeringen aan gemeenten en eenmalige subsidies aan provinciale ondersteuningsinstellingen ten behoeve van het realiseren van toekomstbestendige lokale bibliotheekvoorzieningen (Regeling eenmalige specifieke uitkeringen en subsidies lokale bibliotheekvoorzieningen)

Nou, een hele mond vol. Wat houdt de regeling in en hoe past die in de route naar de zorgplicht? 

Op naar de zorgplicht

En voordat ik bij de regeling kom, begin ik toch even met het voortraject. Waar waar komt het vandaan dat die zorgplicht er moet komen? Oké, in vogelvlucht dan. In 2015 werd de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen ingevoerd. Een stelselwet die drie overheidslagen aanmoedigt om zich in te zetten voor bibliotheekwerk. Een bevorderingstaak, geen zorgplicht. In 2019 wordt deze wet geëvalueerd en geconstateerd dat in de afgelopen jaren het aantal vestigingen terugloopt en dat het aantal gemeenten dat geen volwaardige bibliotheekvoorziening heeft niet verminderd. Dat heeft vooral te maken met snel teruglopende middelen voor bibliotheekwerk doordat de gemeenten krap bij kas zitten.  De stelselwet zelf werkt over het algemeen goed, maar niet op dit punt. Die conclusie wordt in 2020 bevestigd door het rapport van de Raad voor Cultuur, 'Een bibliotheek voor iedereen'.  Ook de Raad hekelt dat de bibliotheekwet niet heeft geleid tot een bibliotheek in elke gemeente en zij adviseert om de wet op dit punt aan te passen. Na de verkiezingen in maart 2021, komt er uiteindelijk in december 2021 een regeerakkoord met daarin extra cultuurgeld en een passage waarin staat dat gestreefd wordt naar een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente. In november 2022 volgt dan de Bibliotheekbrief waarin de plannen definitief ontvouwd worden: een tijdelijke regeling voor de korte termijn en een zorgplicht voor de lange termijn. En een oplopend en structureel bedrag van ruim € 50 miljoen. 

Zo, bent u weer bij. Waarom vertel ik dit? Nou, omdat de grootste winst niet zit in die tijdelijke regeling met incidenteel geld maar in de de structurele investering in bibliotheekwerk en de borging van de functie op lokaal niveau. Plat gezegd: een tijdelijke regeling is leuk, structureel budget is beter. 

Is al helder wat die zorgplicht precies gaat inhouden? Nee. De staatssecretaris geeft in haar brief al wel wat richting. Ze zegt daar in die brief het volgende over:

'Het coalitieakkoord spreekt over een ‘toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente’. Het begrip ‘toekomstgerichte bibliotheekvoorziening’ omvat verschillende aspecten. Ik versta hieronder: een goed bereikbare openbare bibliotheek die de hele breedte aan maatschappelijke bibliotheekfuncties aanbiedt en daarmee van belang is voor de lokale gemeenschap. Het is een fysieke plek met een relevante digitale aanwezigheid en een robuuste bestuurlijke en financiële verankering.' 

Nou, alles bij elkaar lijken me dat best redelijke eisen toch? En dit kunt u vooralsnog ook gebruiken als leidraad voor een visie. Uiteraard moet dit nog via de wet en wellicht via verplichte certificering en bestuurlijk overleg verder ingevuld worden. De belangrijkste opgave voor bibliotheken is om nu al het gesprek te beginnen met de gemeente waar die extra middelen in 2025 naar toe moeten in bibliotheekwerk. Waar worden burgers, politiek, ambtenaren én bibliotheek warm en beter van? 

En daarna volgt natuurlijk de vraag: en wat doen we met de tijdelijke regeling?

De tijdelijke regeling

Waarom die lange aanloop? Nou, vooral dus om aan te tonen dat die tijdelijke regeling dus vooral een opstapje naar die zorgplicht is. Hou de ogen op de bal. 

De regeling is duidelijk uitgelijnd op de definities die horen bij de ministeriële regeling gegevenslevering van de WSOB. Er wordt onderscheid gemaakt naar verschillende typen voorzieningen en je kunt voor vier prestaties subsidie aanvragen. 1) een nieuwe vestiging, 2) verbeteren van een beperkte voorziening, 3) verruiming van openingsuren van een vestiging en 4) verruiming van sta-uren van een bus als er geen andere voorzieningen zijn in een gemeente.  Voor elke prestatie kan € 220.000,- subsidie ontvangen worden behalve voor een nieuwe vestiging daar geldt een maximum bedrag van € 440.000,-. Het gaat om een eenmalige bijdrage. Wie hier dus op inzet moet weten dat hij of zijn daarna de inzet ook kan blijven dragen. Dat kan dan weer door voor te sorteren op het extra geld dat in 2025 naar gemeenten gaat. 

Inzet op personeel en brede functie

Wie de regeling bekijkt, ziet dat het op veel vlakken gaat om bemande - lees professionele - openstelling. Je kan 10 uur extra open gaan maar dat  mogen geen onbemande uren zijn. Ook de upgrade van een servicepunt naar een vestiging is vooral een personele kwestie. Het ministerie zet dus duidelijk in op ruime openstelling met personeel. 

Wat betreft de inzet van de subsidie laat de regeling veel open. Ook het parallel aan verruiming van openingstijden organiseren van extra activiteiten zou je onder de subsidie kunnen laten vallen. Sterker nog, er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat een vestiging moet voldoen aan artikel 5 en 8 van de bibliotheekwet waarin de brede functie van de bibliotheek wordt genoemd. Ergo: alleen open zijn is niet voldoende. Je kunt dus ook wat kosten voor cursussen, bijeenkomsten of dialoog en debat meenemen bij een aanvraag.

Rangschikking en prioriteit

De aanvragen voor subsidie worden in een bepaalde volgorde afgehandeld. Eerst komen altijd gemeenten aan bod die nog geen volwaardige bibliotheek hebben. Dat zijn er twaalf in Nederland. Dat wil niet zeggen dat er niets is in die gemeenten. In deze gemeenten is sprake van 1) geen voorziening, 2) alleen een voorziening samen met andere gemeenten, 3) een beperkte voorziening of 4) een onvolwaardige voorziening. Veel gemeenten in deze lijst beginnen dus niet met niks. Het lijkt vaak een zaak om met maatwerk op te plussen. Deze regeling kan daar zeker bij helpen en biedt daar ook ruimte voor. 

Na die eerste categorie komen alle andere gemeenten. En die kunnen punten krijgen op basis van afstand in hun gemeente tot een vestiging of servicepunt en een drietal maatschappelijke opgaven. In totaal kun je 50 punten 'verdienen'. 50 punten dan voor 40 punten etc. Tot 0 punten. Bij een gelijk puntental bepaald het financieringsniveau de volgorde. Bibliotheken die krapper gefinancierd worden, gaan voor bibliotheken die al wat ruimer gefinancierd worden. De hele regeling gaat dus uit van 1) investeren waar nog geen volwaardige voorziening is 2) investeren op plekken waar afstand groot is of veel maatschappelijke opgaven liggen en 3) alle overige gemeenten beginnend bij gemeenten met de meest krappe financiering. Wie wil weten waar zijn of haar gemeente staat in deze lijst, kan op deze site kijken. 

Nu heb ik zelf wel wat mee mogen denken over deze regeling en ik denk dat het voor deze fase wel een goede keuze is. Nu tijdelijk gerichte investeringen op die plekken waar het het beste uit komt. Straks zal het geld weer naar alle gemeenten verdeeld worden en is het weer gelijk voor iedereen. En ja, natuurlijk blijft zo'n regeling altijd enigszins arbitrair maar probeer maar eens een genuanceerde regeling te maken waar iedereen het mee eens is. Als jou gemeente nét buiten de criteria valt, blijft dat natuurlijk even zuur. Maar als ik door de  lijst van gemeenten kijk en hun volgorde kan ik daar best  vrede mee hebben. En last but not least: elke gemeente kan aanvragen. Dat had gezien het karakter ook anders kunnen zijn. Bijvoorbeeld dat gemeenten zonder punten niet hadden kunnen aanvragen.

Cofinanciering

De staatssecretaris is van begin af aan - vanaf de bibliotheekbrief - helder geweest over de cofinanciering. Zij legt € 50 miljoen op tafel en verwacht dat gemeenten met elkaar dan € 12,5 miljoen aan cofinanciering vinden. 20% van het totaal. Die cofinanciering mag alles zijn, behalve de structurele exploitatiesubsidie van de gemeenten. Natuurlijk is cofinanciering altijd lastig maar op zich is het een hele reguliere vraag bij subsidies. En om eerlijk te zijn is het geen zware eis tot cofinanciering. Er zijn ook regelingen waar je zelf elke euro subsidie moet cofinancieren. 

Verder hoef je niet de maximale bedragen aan te vragen. Als je maar € 12.500,- aan cofinanciering kunt vinden, kun je er ook voor kiezen om voor € 50.000,- subsidie aan te vragen. 

Die cofiannciering kan dus nog uit alle hoeken komen. Dat kan een extra potje van de gemeente zijn, maar ook een fonds, geld uit een andere SPUK-regeling (ik denk dat je zelfs geld van de IDO's hiervoor zou kunnen gebruiken) of compensatieregelingen van de gemeente voor hogere kosten of energie. 

Per saldo, die eis van cofinanciering is niet heel hoog, was allang bekend en kan ruim geïnterpreteerd worden. 

Aanvraagtermijn en uitvoering

Tja, het moet alleen wel snel aangevraagd worden. Er komen twee aanvraagrondes. Eentje van half mei tot half juni en eentje van half november tot half december. Dat zal gaan via deze site van dus-i. Kijk, een nieuwe vestiging heb je niet in een paar maanden rond. Maar verruiming openingstijden, upgraden van een servicepunt dat zijn best zaken die met enige snelheid kunnen worden opgepakt.

En vervolgens krijg je overigens ook nog tot eind 2025 om  de activiteiten af te ronden. De aanvraag moet vlot maar voor de uitvoering krijg je ook nog wat tijd.   

Rol van POI's

Tot slot biedt de regeling ook nog ruimte aan ondersteuning door Provinciale OndersteuningsInstellingen, de POI's. Ook deze regeling wordt dus als stelsel opgepakt met een taak voor elk van de partijen. POI's wordt gevraagd om bibliotheken en daarmee in het verlengde ook gemeenten op hun vraag te ondersteunen. Het is niet verplicht maar wie wil kan zijn of haar POI vragen om mee te denken bij het maken van plannen of voor hulp bij het opstellen van de aanvraag. Wie wil weten wie de contactpersonen zijn in zijn of haar provincie, kan hier terecht voor een overzicht

Op weg naar de zorgplicht...

De regeling is dus vooral een tussenstap naar de zorgplicht. We zien hier een overheid die graag investeert in bibliotheekwerk, nu incidenteel en straks structureel. Wijs mij een partij aan die de afgelopen tijd zoveel extra geld in onze sector wilde stoppen. En ik zie een overheid die andere overheidslagen uitdaagt om mee te doen in die investering. Ik word er blij van.

Belangrijk is om de ogen op de bal te houden: we zijn op weg naar een zorgplicht en de tijdelijke regeling is een tussenstap. Gemeenten en bibliotheken moeten zich samen een beeld vormen van hoe die bibliotheek er in de toekomst uit moet zien. Visie dus. En ja, daarvan is nog lang niet alles helder maar wie een beetje opgelet heeft, weet wel ongeveer wat belangrijk is. En op basis van zo'n gezamenlijk beeld dan samen bepalen of de tijdelijke regeling hierbij past. En pas dan is de vraag van cofinanciering relevant. Dus zoals het plaatje hier helemaal bovenaan dit artikel aangeeft. En aangezien de zorgplicht ook voor provincies gaat gelden: ook provincies en hun POI's  moeten de handschoen oppakken. 

Met dit spel dat nu op de wagen is, weten we nu al dat het twee interessante jaren gaan worden voor bibliotheekwerk. Ik heb er nu al zin in.