Posts tonen met het label David Van Reybrouck. Alle posts tonen
Posts tonen met het label David Van Reybrouck. Alle posts tonen

zondag 8 januari 2023

Wij plunderen onze kleinkinderen en waarom we cultuur nodig hebben om leven te geven aan onze levens

Zo, hierbij weer de eerste post van 2023. Mag ik u nog een gelukkig nieuwjaar wensen? Hierbij dan! We eindigden vorig jaar met mooie woorden van de conciërge van het bibliotheekwerk. Met een goed gevoel gingen we onder de kerstboom. Maar daar ga ik u nu toch echter onder vandaan halen. Want er is werk aan de winkel. En flink ook. Dus hup, aan de slag en begin met dit artikel zou ik zeggen. 

En om de toon maar even te zetten, lees even dit citaat. Het eindigt ermee dat u uw eigen kleinkinderen aan het bestelen bent dus bereid u maar vast voor. Vertel ik u later meer.

'Geachte aanwezigen, misschien had u verwacht dat ik over Indonesië zou praten of Congo, twee landen waarin ik mijn jaren heb verdiept en die mij zoveel hebben geleerd. Misschien ha u gehoopt dat ik over het kolonialisme zou praten en over welke schuld en verantwoordelijkheid wij daarvoor dragen. Welaan dan, ja, dat is wat ik wil doen. Laat ons vandaag over kolonialisme praten, laat het ons hebben over schuld en verantwoordelijkheid. Laat het ons hebben over de rol van het Westen. Maar niet enkel achteruitblikkend. Want zelfs als we met het kolonialisme uit het verleden ooit helemaal in het reine zijn gekomen, hebben we nog steeds niets gedaan aan de dramatische manier waarop we nu de toekomst koloniseren. De mensheid palmt de komende eeuw in met dezelfde meedogenloosheid, dezelfde hebzucht en dezelfde kortzichtigheid waarmee in vroeger tijden werelddelen werden toegeëigend. Kolonialisme is niet langer iets territoriaals maar iets temporeels geworden; het ergste ligt wellicht niet achter ons, maar vóór ons. Wij gedragen ons als de kolonisatoren van de toekomstige generaties. Wij ontnemen hun hun vrijheid, hun gezondheid, misschien zelfs hun leven - net zoals kolonialen in het verleden deden. We zadelen de mensen na ons op met onszelf en we doen dat met een brutaliteit en onverschilligheid die doen duizelen. Wij doen als zij er niet zijn, alsof hun lang het onze is, alsof hun wereld leeg is, alsof wij zomaar mogen graaien in de daar voorradige grondstoffen - drinkbaar water, vruchtbare grond, gezonde lucht - er niet aan denkend dat zij die grondstoffen misschien ook nodig zullen hebben. Wij plunderen onze kleinkinderen, wij bestelen onze kinderen, wij vergiftigen onze kroost.'
In de kerstvakantie las ik het boekje 'De kolonisatie van de toekomst' van David van Reybrouck. Het boekje telt slechts 51 pagina's tekst maar elk van die pagina's is even indringend als bovenstaande tekst. Het is de tekst die is uitgesproken bij de Huizinga-lezing in december 2021.  Van Reybrouck kent u waarschijnlijk als de historicus die met 'Congo' en met 'Revolusi' de koloniale verledens van zowel België als Nederland magistraal beschreef. Minder bekend is dat Van Reybrouck zich ook inzet voor vormen van politieke vernieuwing. Hij schreef daarover de boeken met de prikkelende titels 'Pleidooi voor populisme' en 'Tegen verkiezingen'. In beide titels gaat hij in op hoe burgers weer beter betrokken kunnen bij de politiek. En in zijn boekje 'Vrede kun je leren' dat hij schreef na de aanslagen in Bataclan, zoekt hij samen met Thomas D'Ansembourg naar hoe methoden voor wederzijds begrip beter ingebed kunnen worden in onze samenleving. Van Reybrouck behoort met die laatste titels voor mij tot iemand die zoekt naar oplossingen voor bijna onmogelijke opgaven in onze samenleving. 

En dit keer schreef hij dus hoe onze generaties zich als koloniaal gedragen ten opzichte van onze volgende generaties. 

Tussen individuele en gezamenlijke verantwoordelijkheid

Maar kunt u het verhaal van Van Reybrouck ontkrachten? Nee, we weten allemaal dat Van Reybrouck gelijk heeft. Ook Claudia de Breij ging in haar oudejaarsconference in op de excuses die mensen boven de dertig nu al moeten maken naar mensen onder de dertig omdat ze de aarde in slechte staat gaan achterlaten en de schuld doorschuiven naar volgende generaties. Een schuld die steeds verder oploopt.

En sommigen van ons doen dappere pogingen: vliegen niet meer, eten geen vlees, rijden geen auto, en ontzeggen zichzelf veel. Anderen zeggen: ja, maar een keer vliegen moet toch nog kunnen en zonder auto kunnen we toch niet? De ruimte die ene burger wint voor het klimaat door zijn of haar goede gedrag wordt door een andere burger straffeloos weer ingepikt. Winst voor het milieu: per saldo nul.

Van Reybrouck gaat in zijn boek dan ook in op vier mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis, het thema dat de komende decennia een allesbepalende rol zal spelen op de politieke agenda. En geloof me we gaan ons in de komende decennia nog heel vaak afvragen waarom we niet eerder gehandeld hebben. Van Reybrouck geeft aan dat we leven aan de vooravond van een klimaatcatastrofe. 

Burgerberaad en 'Carbo'-rechten

De vier oplossingen die Van Reybrouck aandraagt, gaan in de kern allemaal over hoe dit probleem moet verplaatsen van een individuele naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Niet één burger moet wat doen maar een heel land. Niet één land moet wat doen maar álle landen. Hij hekelt daarbij hoe de politiek - die juist gekozen wordt om goede beslissingen te nemen - om electorale redenen telkens die goede beslissingen uitstelt.  

Drie van de vier oplossingen gaan over het creëren van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hij pleit voor een wereldwijd en bindend burgerberaad dat jaarlijks zou moeten plaatsvinden. Hij verwacht dat gelote burgers in staat zijn om met elkaar in staat zijn keuzes te maken die politici niet durven te nemen. En daar zijn eerlijk gezegd redelijk wat goede voorbeelden van. En hij wil dat niet alleen op nationaal niveau maar ook op globaal niveau. De derde oplossing is dat hij aangeeft dat er - wereldwijd - geïndividualiseerde 'carbo'-rechten moeten komen. Geen rechten om CO2 of andere giftige stoffen uit te stoten maar rechten om fossiele brandstoffen te gebruiken. Het voert te ver om exact uit te leggen hoe hij dit voorstaat maar hij zet daarbij een aanzet neer die burgers bevoordeelt ten opzichte van bedrijven en die arme landen kan bevoordelen ten opzichte van rijke landen. 

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Het vierde voorstel van hem is, zoals hij zelf zegt, grimmiger. Hij vraagt zich namelijk af of de politiek het wel aandurft om de eerste drie acties in gang te zetten. Er komt een punt waarop de houding van politici en het vooruitschuiven van het probleem niet langer houdbaar wordt. Hoe lang mag je mee blijven werken aan je eigen ondergang? De politiek heeft in de afgelopen decennia een grote nalatigheid laten zien: zie de stikstofcrisis, zie de gascrisis of het wankele beleid rond Schiphol en vliegen. Zolang bedrijven belangrijker zijn dan burgers, zal economie boven leefbaarheid gaan. Van Reybrouck zegt dat het punt dat burgers ongehoorzaam moeten worden wel eens dichterbij ligt dan we denken. Hij stelt dan ook voor om - in dat geval - een beweging op te zetten waarbij burgers eisen een deel van hun belasting terug te geven omdat deze alleen wordt gebruik voor beleid dat afbreuk doet aan de aarde. Er is zelfs al een rekenformule voor die wereldwijd gebruikt wordt.

In het interview na afloop van zijn lezing geeft hij aan dat hij graag de eerste is die de overheid wil aanspreken op deze manier en dat het nodig is om die acties nu al voor te bereiden. Het zijn harde woorden van iemand die zich eigenlijk continue inzet om polarisatie tegen te gaan.   

Wat kunnen we doen?

Ik ben, net als Van Reybrouck, geen activist maar ik heb wel kinderen. En ik herken wat Van Reybrouck zegt en hoe ik met mijn gedrag de vrijheid van mijn kinderen beperk. En ja, ik worstel daarmee. Ik zie ook hoe onze samenleving nog steeds uitgaat van een eeuwigdurende groei van consumptie: ja, we leggen zonnepanelen op ons dak maar nemen tegelijkertijd een airco. Poetin was in die zin met zijn verschrikkelijke oorlog de eerste die Nederlanders massaal hun verwarming lager liet zetten. Daar gingen we in één keer van individuele naar gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar wel via ieders eigen eigen portemonnee. Het toont aan hoe diep ons economische systeem zit en hoe ingewikkeld dat deze verandering maakt. 

Van Van Reybrouck naar Uslu

Toevallig of niet, de Huizinga-lezing van 2022, werd gedaan door Gunay Uslu, onze staatssecretaris met zo'n groot hart voor bibliotheken. Haar lezing ging over de culturele waardering in Nederland.  En daar klonk een heel ander geluid dan het ongemakkelijke verhaal van Van Reybrouck een jaar eerder. Haar titel: Cultuur geeft leven aan onze levens. In haar lezing gaf ze vier voorbeelden van wegbereiders voor de liefde voor kunst en cultuur. Om deze vervolgens te verbinden aan de grote vraagstukken van deze tijd:

'Terwijl Oekraïne strijdt en lijdt, verandert er veel in de wereld. Naast een oorlog in onze achtertuin, de geopolitieke verschuivingen die plaatsvinden, vragen het klimaatprobleem, het energievraagstuk, en toenemende tegenstellingen onze aandacht. In steeds meer landen.

Angela Merkel zei over de grote, ingewikkelde uitdagingen van onze tijd eens dat we de antwoorden alleen kunnen vinden als we door de ogen van een ander naar de wereld kijken. Laat dat nu precies zijn waartoe cultuur in staat is! Je verplaatsen in een ander. Dat verbindt! En het is juist deze verbindende kracht waar deze tijd om schreeuwt. Verbinding door kunst en cultuur, zonder groepen en individuen buiten te sluiten, zoals we in het verleden te vaak hebben gezien. Zonder claims, wij-zij-denken, of welke vorm van uitsluiting dan ook. Laat die tijd geschiedenis zijn.

Want waar toe-eigening anderen uitsluit, verliest cultuur haar verbindende kracht. En als de verbindende kracht afneemt, wordt het moeilijker om vooruit te blijven gaan. Als mens, als samenleving.'

Inderdaad een heel ander geluid. Sommigen zullen zelfs zeggen dat het recht tegenover het verhaal van Van Reybrouck staat. Sommigen zullen Uslu naïviteit verwijten want zijn het niet de economie en het geld die alles bepalen?  

Harde keuzes vragen om zachte krachten
Ik denk juist dat het heel erg bij elkaar hoort. Wie harde keuzes moet maken, heeft zachte krachten nodig. Geen grote beslissingen zonder begrip, respect en draagvlak. En dan is de kracht om je te verplaatsen in een ander en om wegen naar elkaar te vinden onontbeerlijk. Polarisatie stelt grote beslissingen uit. Begrip kan grote beslissingen versnellen. Dan konden kunst en cultuur nog wel eens bitter hard nodig zijn. Ik vind het een mooi antwoord op de verbinding en gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid waar Van Reybrouck om vraagt. Dus bibliotheken, er is werk te doen! U hebt een taak. 

Overigens zegt ze over bibliotheken in die zelfde lezing:
'Ik zie wat betreft toegankelijkheid een sleutelrol weggelegd voor de bibliotheek. Eén van de meest democratische plekken die er is. Mensen noemen de bieb wel eens de hemel of het toonbeeld van vrijheid. Het is een plek die je horizon verbreedt. Je leent er niet alleen boeken. Bibliotheken zijn bij uitstek locaties waar mensen cultureel ontwaken en cultureel volwassen kunnen worden. Het zijn plekken waar mensen groeien, leren, oefenen, of juist even de stilte opzoeken. Plekken waar je je wereld vergroot, door een ontmoeting met een dorps- of stadsgenoot die je nog niet kende.'
Bibliotheken als schakel in een veel breder verband. Van volksverheffers naar wereldverbeteraars.

Terugluisteren of teruglezen

Zelf nog een terugluisteren of lezen? De lezing van Van Reybrouck is ook opgenomen en in één uur en twintig minuten hebt u dan ook het hele verhaal.

De speech van Uslu heb ik niet opgenomen gevonden maar de tekst is wel integraal terug te vinden op de deze site. 

Terecht ongemak en liefde om het tegemoet te treden

Het boekje van Van Reybrouck bevat 51 pagina's terecht ongemak. Ongemak waar we met zijn allen een weg in moeten vinden. Het zijn niet alleen de boeren, het zijn niet alleen de Schiphols of de vieze bedrijven. Dit gaat over ons allemaal. Moeten we dus goede voornemens hebben? Zeker, een ieder die toekomstige generaties lief heeft, weet dat we nu wat te doen hebben. Uslu geeft met haar lezing je een manier om het met liefde tegemoet te treden en om kunst en cultuur in te zetten om opnieuw naar de werkelijkheid te kijken, te verbinden en te overbruggen. 

Gelukkig nieuwjaar, het wordt een jaar met een opgave!

zondag 16 januari 2022

Waarom het verleden even onzeker is als onze toekomst, drie keer over Nederlands-Indië


In het afgelopen coronajaar las ik drie boeken over Nederlands-Indië en de onafhankelijkheidstrijd van Indonesië. Drie dikke pillen en samen goed voor bijna 2.000 bladzijden over deze geschiedenis. David Van Reybrouck met Revolusi, Martin Bossenbroek met De wraak van Diponegoro en Philip Dröge met Moederstad. Drie verschillende boeken met drie verschillende stijlen maar allemaal schetsen ze de pijnlijke geschiedenis van deze voormalige kolonie. En als bibliothecaris kan ik het toch niet laten om over boeken te schrijven.

Ik neem u mee langs de drie boeken die naar mijn mening nog steeds een tussenstap zijn in het herstel na het koloniale verleden. Maar altijd goed om één van deze pillen te gaan lezen. 


Revolusie van David Van Reybrouck

Het boek van Van Reybrouck is eigenlijk wel het meest klassieke geschiedenisboek van de drie. Het handelt namelijk over de hele geschiedenis van de kolonie Nederlands-Indië tot ver na de onafhankelijkheid van Indonesië. Wie denkt dat hij of zij daarmee een klassiek geschiedenisboek in handen heeft, kent Van Reybrouck nog niet. Zijn gave is om op allerlei plekken in het land - vaak hoogbejaarde - ooggetuigen te vinden en hen het verhaal te laten vertellen. Dat deed hij in zijn meesterwerk 'Congo' en dat doet hij met 'Revolusi' opnieuw. Oral history noemen we dat met een goed Nederlands woord. 

Zo spreekt hij Dajeng Pratomo,  een oude Javaanse kroonprins die geboren is in 1914 maar die uiteindelijk beland is in een bejaardenhuis in Callantsoog. En dat is maar één van de voorbeelden. Hij spreekt dienstweigeraars, troostmeisjes, Indonesische vrijheidsstrijders en Nederlandse soldaten. Ook schetst hij het ingewikkelde internationale spel dat werd gespeeld met Nederlands-Indië. Duidelijk is wel dat Nederland zelf eigenlijk maar een onbeduidende speler was die eigenlijk zo lang mogelijk geprobeerd heeft om profijt te hebben van slavernij en kolonie. Pas als de Amerikanen dreigen met het stopzetten van de Marshallhulp in 1949 geeft Nederland de kolonie weer terug aan de Indonesiërs. 

Indonesië werd na de onafhankelijkheid een voorbeeld voor andere landen en Indonesië zette zich ook in om met de opkomende landen in Azië en Afrika ook een machtsblok te vormen. Dat was natuurlijk ook weer niet de bedoeling volgens het rijke Westen en dus wordt in 1965 met goedkeuring en hulp van de CIA president Soekarno afgezet en opgevolgd door de militair Soeharto. Die zou daarna 30 jaar als dictator regeren.

Van de drie boeken is dit het meest klassieke geschiedenisboek en is het ook het minst verhalend. Iets om rekening mee te houden.


De wraak van Diponegoro van Martin Bossenbroek

Bossenbroek is net als Van Reybrouck een bekende naam als het gaat om historische boeken en werd eerder al bekend met 'De Boerenoorlog' over de Nederlanders in Zuid-Afrika. Bossenbroek schrijft in dit boek over het begin en het eind van Nederlands-Indië. Dat doet hij op een bijzondere manier. Hij neemt van zowel het begin als het eind van de kolonie twee bepalende sleutelfiguren die tegenover elkaar staan. Uit de beginperiode zijn dat Hendrick de Kock en prins Diponegoro. De Kock is militair en later gouverneur over de kolonie. Hij is een man die geweld niet schuwt en daarmee de kolonie ook zijn wil oplegt. Diponegoro is een prins uit Yogja die telkens wordt gepasseerd als sultan. Hij ontwikkelt zich als een religieuze rebellenleider en weet een opstand uit te lokken in 1830. In eerste aanleg hebben de Nederlanders geen goed antwoord maar enige tijd begint een steeds grotere troepenopbouw die Diponegoro verder de bossen indrijft vanaf waar hij een guerrilla leidt. Wel met steeds minder troepen en middelen. Diponegoro en De Kock proberen via allerlei allerlei onderhandelingen een manier te vinden waardoor beiden kunnen krijgen wat ze willen. Maar De Kock verbant Diponegoro uiteindelijk naar een fort op een ander eiland.

Het verhaal over het eind van de kolonie is bijna een spiegelverhaal van het begin. Alleen zijn nu gouverneur Huib van Mook en vrijheidsstrijder Soekarno de hoofdpersonen. Het is tijd waarin Nederland zich vanuit een ontwikkelingsideaal zich nog aanmatigde om een kolonie te blijven bezitten. Dit met de diepe overtuiging dat het land niet zelf in staat zou zijn om zichzelf te besturen.  

Het mooie van het boek van Bossenbroek is hoe hij details uit het privéleven van Van Mook en Soekarno verweeft met hun politieke activiteiten. Het geeft ze beiden een zeer menselijk gezicht, zonder dat ik de details hier alvast wil verklappen.

Ik vond het tweede deel van het boek magistraal, het eerste deel vond ik door de vele moeilijke namen soms lastig te volgen. Dan dook er weer hier een prins op en daar een sultan. Ik las van de drie boeken dit boek als eerste, zodat ik soms ook wat context miste. Later las ik Van Reybrouck en daarmee vielen soms puzzelstukjes weer op zijn plek.


Moederstad van Philip Dröge

Philip Dröge is 80% Europees, 9,5% Indonesisch, 9,5% Chinees en 1% Papoea volgens een DNA-test. Dröge noemt zichzelf met plezier een 'volbloed Indo' en zijn familie heeft eeuwenlang op Batavia, het huidige Jakarta doorgebracht. Hij gaat in dit boek op zoek naar zijn eerste Nederlandse voorvader in 1631 voet aan wal zette in Nederlands-Indië en hij ontdekt zijn eerste Indonesische moeder. En zo gaat hij zijn familiegeschiedenis na die zich telkens in Batavia afspeelt. Die historische verhalen wisselt hij af met verhalen over bezoeken aan de plekken waar die geschiedenissen zich afspeelden maar dan in het huidige Jakarta. Soms vindt hij nog grote of minder grote resten van die familiegeschiedenis maar soms eindigt hij ook in compleet nieuwgebouwde winkelcentra of op vierbaanswegen waar niets meer herinnert aan de geschiedenis. Zelf noemt hij Batavia de mooiste stad die Nederland nooit heeft gehad. Ook vertelt hij tussendoor over zijn vermakelijke zoektochten in archieven en de tunnelvisie waar elke archiefonderzoeker soms in terecht komt.

Van de drie boeken, lees je het makkelijkst door het boek van Dröge heen. Dat is een knap staaltje schrijfwerk. Wil je meer weten dan is dit interview bij OVT wel aardig om naar te luisteren.

Zwarte bladzijde

Soms noemen we iets in onze geschiedenis een zwarte bladzijde. Daar bedoelen we dan mee dat er iets gebeurde in de geschiedenis waar we ons collectief voor schamen. Hoe meer ik lees over onze vaderlandse geschiedenis, hoe meer ik begrijp dat de rijkdom en ontwikkeling van ons land zijn grond vindt in een eeuwlange uitbuiting van kolonies en de instandhouding van slavernij. Dat is zelfs wel iets meer dan een zwarte bladzijde. Noem het in plaats van een rode draad door onze geschiedenis gerust een zwarte draad. En het is meer dan een zwarte bladzijde. Want ook na bijna 2.000 pagina's ben je nog niet uitgepraat. Uiteraard maakten ook anderen landen zich aan dezelfde praktijken schuldig en was het iets wat in die tijd 'normaal' was. Het neemt het leed echter niet weg van de geschiedenis die verder weg ligt of nog wat dichterbij. 

Nederland en Indonesië hebben nog flinke stappen zetten in het herstel. Zo erkent Nederland nog steeds niet de onafhankelijkheid zoals deze op 17 augustus 1945 door onder andere Soekarno werd uitgeroepen. Nederland houdt nog steeds vast aan 27 december 1949, het moment dat Nederland zelf het bewind overdroeg (na die druk van de Marshall-gelden). Het is dan wel weer zo dat deze drie boeken allemaal ongeveer uitkwamen rond of net na het 75-jarig bestaan van Indonesië in 2020 en dat de schrijvers en uitgevers dus weer wel uitgaan van 1945. U ziet de dominee (de politiek) en de koopman (de uitgever) houden er een verschillend beeld op na. 

De geschiedenis is even onzeker als onze toekomst

Tegelijkertijd zijn deze drie boeken nog altijd geschreven door westerlingen. Hoewel Philip Dröge met zijn gemengde achtergrond daar misschien niet helemaal invalt. Het zou mooi zijn als een Indonesische historicus ook in dit rijtje had gezeten. Hoe onafhankelijk deze schrijvers ook zijn, en ik heb ze alle drie zeer hoog zitten, onze blik blijft beperkt hoe goed we het ook proberen. Daarom denk ik dat er op een volgend moment - laten we zeggen bij het 100-jarig bestaan van Indonesië - de blik op het verleden weer veranderd zal zijn. Wie denkt dat de geschiedenis al vastligt komt dus bedrogen uit. 

Het verleden is op sommige punten even onzeker als onze toekomst. En dan heeft de toekomst nog het voordeel dat we die zelf nog kunnen bepalen.

Wie de boeken wil lenen, kan hier terecht voor:

Revolusie van David Van Reybrouck (ook als ebook en luisterboek)

De wraak van Diponegoro van Martin Bossenbroek (ook als ebook en luisterboek) en

Moederstad van Philip Dröge (alleen gedrukt)

woensdag 19 november 2014

Tegen verkiezingen!


Vandaag kunnen ruim een half miljoen Nederlanders hun stem uitbrengen voor hun gemeenteraad. Door herindelingen zijn in een aantal gemeenten de raadsverkiezingen uitgesteld en worden deze nu gehouden.

Een mooie dag om eens te pleiten tegen verkiezingen! Een pikante stelling. Want zeg nou zelf: verkiezingen zijn toch de parel van onze democratie? Het is toch de bouwsteen van onze moderne samenleving? Het is dé manier om 'het volk' een stem te geven?

De afgelopen weken las ik het boek 'Tegen verkiezingen' van David Van Reybrouck waarin hij pleit voor een grondige vernieuwing van onze democratie. En ik moet zeggen: ik ben sterk geneigd hem te geloven.

Van Reybrouck, waar kenden we die ook al weer van?
Even terug naar David van Reybrouck, waar kenden we die ook al weer van? Het was in het afgelopen seizoen van Zomergasten, de doodgeknuffelde gast. De man die in alle rust de grote wereldproblemen verbond aan intens verdriet uit zijn eigen leven. Van Reybrouck kent u ook van Congo, het geschiedenisboek waarin een zwarte bladzijde uit de Belgische geschiedenis beschreven wordt. Maar ook weer zodanig dat het op termijn mogelijk wordt om het boek ooit te sluiten. Een catharsis voor een heel land. En tot slot bent u hem hier misschien ook al eens tegen gekomen over het boekje 'Pleidooi voor populisme' waarin hij de bestaande politiek helpt een betekenisvol antwoord op de schreeuwpartijen als de PVV.

Grossier in paradoxen
Kortom, Van Reybrouck grossiert in paradoxen. Paradoxen van het individu, paradoxen van een gemeenschap, paradoxen van een land. Eén van die paradoxen is: hoe geef je iedereen een stem en hoe zorg je dat een land bestuurd wordt? In dit boekje fileert hij het falen van het huidige verkiezingensysteem: opkomsten zijn lager dan ooit, de waan van de dag is sterker dan ooit en er is minder daadkracht dan ooit. Eén van zijn stellingen die hij goed onderbouwt is dat politici niet bezig zijn met het mandaat van de afgelopen verkiezingen maar altijd bezig zijn met de uitslag van de volgende verkiezingen. De stem van vandaag is daarmee morgen na de verkiezingen weinig meer waard. De onderbuik is sterker dan ooit terwijl goede politieke beslissingen meer nuance vragen dan ooit.

Alternatieven voor verkiezingen
Van Reybrouck laat zien dat de verkiezingen en democratie helemaal geen onlosmakelijk geheel zijn. Hij geeft aan hoe rond de Franse revolutie en de Amerikaanse burgeroorlog uiteindelijk verkiezingen het beste democratische alternatief waren. Voor dat moment wel te verstaan. En laten we ook niet vergeten dat pas sinds begin van de 20e eeuw pas algemeen kiesrecht werd ingevoerd. Mijn overgrootmoeder mocht dus nog niet stemmen en mijn overgrootvader een deel van zijn leven niet.

Aan de hand van de oude geschiedenis - Grieken en Romeinen en later de stadstaten zoals Venetië en Florence - laat hij zien dat er tal van alternatieven zijn voor verkiezingen. Daarbij vormt loting een belangrijk principe: loting zoals we dat in het buitenland ook kennen bij rechtzaken. Ook haalt hij recente voorbeelden aan uit Canada, Nederland, Ierland en IJsland waarbij verschillende proeven zijn gedaan met nieuwe vormen van burgerbestuur. Daar zijn interessante lessen uit te trekken die laten zien dat verkiezingen zeker niet altijd de oplossing hoeven te zijn.

G1000
Zelf schreef ik ook al eerder over een ander initiatief van Van Reybrouck: de G1000. Daar bracht de organisatie 1.000 Belgen bij elkaar om na te denken over de toekomst van het land. De timing was perfect: het land zat al 500 dagen zonder regering omdat het partijen maar niet lukte om tot een akkoord te komen. De uitkomst van de G1000 was dat burgers in gezamenlijkheid in staat om genuanceerd een langetermijnvisie neer te leggen. Een visie waar elk van de groepen burgers wat geeft en wat neemt om samen een goede toekomst te hebben. Geen schreeuwerij dus maar een evenwichtige dialoog.

Burgers zijn meer dan stemvee
Ik gun nog vele politici dit boekje van Van Reybrouck. Burgers zijn veel meer dan stemvee en tot veel meer in staat. Eigenlijk wil niemand geregeerd worden door de onderbuik maar ons huidige systeem lijkt ons bijna onvermijdelijk daar uit te laten komen. Op dat moment is het goed om die paradox nog maar eens tegen het licht te houden.

En stilletjes hoop je dat Van Reybrouck ooit premier wordt, maar ja, dan moet je meedoen aan...... verkiezingen.

Reserveer hier 'Tegen verkiezingen' in uw eigen bibliotheek


dinsdag 23 april 2013

Een pleidooi voor populisme!

Meer populisten! En na het lezen van dit boekje ben ik het er hartgrondig mee eens. Meer populisten! In dit boekje komen heel veel wegen bij elkaar die ik zijdelings in de blog al eens aanstipte. Ik prijs graag boeken aan, maar deze moet iedereen die wel eens met de politiek te maken heeft (en wie is dat niet) gelezen hebben.

Het sterke punt van Van Reybrouck is dat hij populisten niet afschrijft maar op zoek gaat naar de vraag waarom ze vandaag de dag zo populair zijn? En hoe kan het dat veel stemgerechtigden zich wenden tot deze populisten?

In dit essay komt hij daarmee tot een tweetal grote conclusies: 1) de diplomademocratie en 2) een cultuurkloof.

Diplomademocratie en de homo marginalis
In Nederland is 8% van de bevolking academisch geschoold. Toch bezit deze groep 81% van alle Kamerzetels. De Tweede Kamer bestaat bijna alleen nog maar uit hoogopgeleiden. En vilein legt Van Reybrouck uit dat hoogopgeleiden en lageropgeleiden bijna twee nieuwe zuilen zijn geworden. Hoe hoogopgeleiden langzamerhand zijn gaan neerkijken op lageropgeleiden.

Hoogopgeleiden zijn lageropgeleiden de homo marginalis gaan noemen: de groep van onze diersoort die de Pfaffs leuk vindt, waarvan de mannen zonder uitzondering een horecaspoiler heeft, waarvan de kinderen obesitas hebben, de vrouwen nét te blond zijn en waar speciale vakantieparken voor zijn gemaakt waar alles all inclusive is.

Het verwarrende voor die hoogopgeleiden is dat die laagopgeleide loodgieter in het begin van zijn loopbaan meer verdiend dat een hoogopgeleide die net afgestudeerd is. Nou ja, daarmee is de emancipatie van "den arbeider" wel ongeveer voltooid. Dus waarom zou de hoogopgeleide parlementariër zich om hem bekommeren als er ook "nooddruftige" migranten zijn? En vanaf dat moment vervreemdt de parlementariër van het volk dat hij vertegenwoordigt.

Cultuurkloof
Daarnaast beschrijft Van Reybrouck verschillende vormen van cultuurkloof die de politieke kloof nog verder verdiepen. Het langst staat hij daarbij stil bij het verdwijnen van de verzuiling. Hij geeft aan dat verschillende klassen verbonden waren in de verschillende zuilen. Katholieke arbeiders konden zich wenden tot de katholieke pastoor die misschien weer een katholiek Tweede Kamerlid kende of een katholiek industrieel. En datzelfde gold voor de socialisten en de christelijken.

Verder geeft Van Reybrouck aan dat we in Nederland blij mogen zijn met de SP en zijn voorman Emile Roemer. Hij noemt dit een voorbeeld van het betere populisme. Zonder de SP zou de PVV in Nederland nog een eindje groter zijn geweest.

Hoe puzzelstukjes in elkaar vallen
En die van Reybrouck waar kende u die ook al weer van? Oja, die schrijver van het prachtige boek over Congo. Heb ik hier ook al eens aangeprezen. Van Reybrouck laat het overigens niet bij woorden alleen. Een tijdje geleden was hij ook al één van de initiatiefnemers van de G1000. Een initiatief waarbij 1.000 burgers een dag langs samen werkten aan de grote dilemma's van de Belgische politiek. Ook over dit initiatief was ik destijds enthousiast.

Wie het boekje van Kuitenbrouwer over Wilders met plezier gelezen heeft, of het het boekje van Joris Luyendijk over de Haagse stolp van politici zal ook dit boekje waarderen. Waar Kuitenbrouwer vooral tekstueel analyseert en Luyendijk voor beschrijft hoe rot de situatie is, daar weet van Reybrouck een nadrukkelijke oplossing aan te dragen: meer verlicht populisme.

Populisten en bibliotheken
Oja, het boekje is van 2008 en herdrukt in 2011. Wie het wil lezen: wees er snel bij in de Overijsselse catalogus. In alle 100 vestigingen is slechts één exemplaar aanwezig. Nee, populisten zijn niet bepaald populair bij bibliotheken


maandag 14 november 2011

De G1000 : maak burgers van stemvee...

Zaterdag las ik een opmerkelijk artikel in de Volkskrant (alleen met VK-code, sorry). Het ging over een beweging in België die een G1000 organiseerde. België, u weet wel dat land dat meer dan 500 dagen zonder regering zit. De G1000 is een woordgrapje ten opzichte van de G8 en de G20, de gewichtige top van regeringsleiders van de grootste industriële landen. De G1000 is een burgertop waar 1.000 willekeurig geselecteerde Belgen voor werden uitgenodigd om mee te denken over politieke keuzes. David van Reybrouck – inderdaad de schrijver van het fenomenale “Congo” – is één van de voormannen van dit initiatief.

Het doel: om met 1.000 burgers te laten zien dat je best snel besluiten kunt nemen. Besluiten waar de politiek door allerlei gekonkel en angst voor achterbannen voor terugschrikt. En dat vond vrijdag 11 november plaats. Uiteindelijk kwamen 700 mensen praten over honderd onderwerpen.

Manifest

De G1000 heeft een eigen website waar ze een stevig manifest op hebben gezet. Een manifest dat de knelpunten van de huidige politiek toont. Om maar eens wat teksten uit de analyse van het manifest te citeren:

“De Belgische crisis is niet alleen een crisis van België, maar ook een crisis van de democratie. Ook in Nederland en Groot-Brittannië verliep de laatste regeringsvorming moeizamer dan gebruikelijk. …Na twee eeuwen stoten we op de grenzen van die formule. Verkiezingen maken het bestuur niet meer mogelijk, maar vormen juist een obstakel tot degelijk bestuur . Partijen stroomlijnen niet langer de samenleving, maar houden elkaar in een permanente houdgreep. Politiek is een hondenstiel geworden, een hogere vorm van rusteloosheid. Er zijn meer verkiezingen dan vroeger, er is veel meer druk vanuit de media, de burger is mondiger en kritischer dan ooit, partijtrouw bestaat niet meer. Het is knokken voor elke stem. Dus hoor je tijdens de campagne beloftes die lekker klinken maar lastig te realiseren zijn. Een politicus van pakweg 1911 had macht, die van 2011 heeft angst.”

Gijzeling tussen burgers en politiek


Wie goed leest ziet een intellectuele beweging die de vinger legt op de dilemma’s van de huidige politiek. Qua analyse schuurt het op sommige punten dicht langs de PVV. En dat is niet gek. De PVV maakt handig gebruik van de dilemma's van de huidge politiek. Maar qua uitwerking zien we echter iets heel anders: burgers die genuanceerd maar vastberaden hun weg vinden. En het grote verschil is dat er mensen met verschillende achtergronden met elkaar praten. Praten en luisteren. En dat is iets heel anders dan alleen werken met een onderbuikgevoel.

Kijk maar eens naar het tweede filmpje. Om maar eens een Nederlandse parallel te trekken: iedereen weet dat we iets moeten doen aan de hypotheekrenteaftrek maar omwille van de kiezer lopen politieke partijen er toch met een grote boog om heen. Politiek en stemmende burgers gijzelen elkaar.

Toch is de G1000 iets anders dan een referendum. Bij een referendum krijgen we vrij eendimensionaal een keuze voorgelegd, bij de G1000 gaat het om een dialoog; om zelf oplossingen verzinnen. Wie burgers als stemvee behandelt, krijgt stemvee. Wie burgers als volwassenen behandelt, krijgt volwassenen. Biedt burgers dus een dialoog en niet alleen een stemkastje.

Drietrapsraket

De G1000 is echter niet een op zichtzelf staande actie. Het is stap twee van een drietrapsraket. Voor de burgertop konden mensen via een online bevraging aangeven welke politieke items ze echt belangrijk vinden. Stap twee was de burgertop waar deze items verder besproken werden en waar een richting werd gekozen. Stap drie is dat een iets kleinere groep nu een uitwerking maakt van die toekomst. Die uitwerking moet begin volgend jaar klaar zijn.

Wat leren bibliotheken hiervan?

Wat ik aan dit bericht overhoud, is dat de huidige democratische middelen hoognodig aan vernieuwing nodig zijn. De slagvaardigheid en veranderingsbereidheid die nodig is om bijvoorbeeld de Eurocrisis te lijf te gaan, laat dat ook duidelijk zien. Burgers en politiek moeten op nieuwe manieren gemobiliseerd worden.

En hoe harder de huidige politiek dat negeert, hoe schoksgewijzer die veranderingen zullen plaats vinden. Ik denk dat Facebook, Twitter en andere sociale media – in combinatie met echte dialoog tussen burgers – de toekomstige politieke arena gaan worden. En misschien is dat ook wel het goede antwoord op de polarisatie in de huidige politiek waar de oneliner regeert.

Burgers in zo'n proces faciliteren en ze bij de hand nemen: het lijkt me een mooie taak voor de bibliotheek.

zaterdag 11 december 2010

Congo : een geschiedenis


U wist inmiddels al dat ik iets had met geschiedenissen. En aangezien ik de Bibliotheektweedaagse zeer vroegtijdig moest verlaten door een voor mij bekend mechanisch defect aan mijn lichaam betekende dat het bed induiken. En dat dat deed ik met het inmiddels veel bewierookte boek van David van Reybrouck: Congo, een geschiedenis. Het boek heeft de Jan Greshofprijs, de Libris Geschiedenisprijs én de AKO-literatuurprijs gewonnen.

Deze zomer had ik het al gekocht. Stapgsgewijs was ik er al in begonnen. Deze dagen las ik het als een roman uit. Van Reybrouck vertelt de geschiedenis van Congo aan de hand van mensen. Mensen die zelf alles hebben meegemaakt. Al gelijk in het eerste hoofdstuk wordt Nkasi opgevoerd. Een man die ook op de voorkant van het boek prijkt en die zegt 126 jaar oud te zijn. Zijn verhalen lijken te kloppen met dat feit. Hij heeft koning Leopold II nog "live" meegemaakt. De rest van zijn familie was overigens ook al zo oud.

En zo gaat Van Reybrouck de hele geschiedenis door. Van de grote boef Leopold II naar de grote troep kleine boefjes in de koloniale periode. Om vervolgens na de onafhankelijkheid te zien dat de ene na de andere corrupte leider opstaat.

Hij beschrijft hoe Mobutu vlak voor de onafhankelijkheid voorop de brommer zit met Lumumba. Alsof je er zelf bij bent. Twee vrienden. Mobutu zal twee jaar later Lumumba helpen ombrengen.

Of wat te denken van het verhaal van een piloot die onder Mobutu diende en die te weinig verdiende met zijn eigen salaris en daarom standaard hun kerosine verkocht als ze op een vliegveld zijn. Maar ook zijn verhalen over hoe politieke tegenstanders ook hier uit vliegtuigen worden gegooid.

En dan begint een heel bloedig decennium van Congo. Het eind van de twintigste eeuw komen miljoenen mensen om bij de massaslachtingen tussen Hutu's en Tutsi's. Congo is dan een massaal slachtveld. Van Reybrouck laat een kindsoldaat aan het woord die dit alles als kindsoldaat heeft overleefd.

Het boek vertelt wat er gebeurt als generatie op generatie uitgebuit wordt. En hoe de hele samenleving corrupt wordt. De leiders steken de salarissen van ondergeschikten in eigen zak. De ondergeschikten persen vervolgens consumenten af. Consumenten gaan vervolgens stelen en moorden.

Een indringend boek. Maar vol menselijkheid. Hoe elke generatie weer opleeft bij een nieuwe leider en hoe ze elke keer weer bedrogen uitkomt. Hoe een land volledig naar de filistijnen is geholpen. In 1960 waren er 10 keer zoveel asfaltwegen als in 1980. En in 1960 was het Bruto Nationaal inkomen vijf keer hoger dan in 1980.

Maar het boek vertelt ook het verhaal hoe buitenlandse mogendheden zoals Amerika, Cuba, het IMF, het Oostblok en China zich mengen om eigen belangen veilig te stellen. Bij de miljoenenslachting aan het eind van de vorige eeuw stonden de Verenigde Naties machteloos toe te kijken. Ergo: de Fransen vochten aan de verkeerde kant mee omdat ze niet volledig ingelicht waren.



Hopeloos eindigt het boek niet (zie ook de video). Er is een hele prille democratie. Van Reybrouck doet nog een voorspelling voor de toekomst. Hij verwacht dat veel Congolezen hun fortuin gaan maken via China. En het geld laten terugvloeien naar hun eigen land. Eindelijk gerechtigheid. Laten we hopen dat Van Reybrouck gelijk heeft. Het land verdient het, de historie spreekt de voorspelling echter hardnekkig tegen.

Voor wie nog verder wil lezen verwijs ik naar de grootste boef uit de geschiedenis. Het ging toen om een boek van Hochschild over Leopold II die Congo als privé-bezit gebruikte. Minstens even indrukwekkend is het al wat oudere boek De gifhouten Bijbel van Barbare Kingsolver.

Lezen, jongens en meisjes!

woensdag 18 augustus 2010

De grootste boef uit de geschiedenis...

Als ik zeg: een holocaust met 10 miljoen mensen. Aan welk land denkt u dan? Het is Congo aan het begin van de 20e eeuw. Als ik zeg: een holocaust met nog eens bijna 5,5 miljoen mensen? Inderdaad, nog een keer Congo en nu aan het eind van de 20e eeuw. Wie denkt dat we onze les geleerd hadden met de wereldoorlogen, met Vietnam, met Korea, met de Balkan, komt heel bedrogen uit. Een even macabare als bizarre geschiedenis. En zeldzaam weinig verteld. Een geschiedenis zonder mond. In deze post wil ik stilstaan bij die onbekende geschiedenis aan het begin van de 20e eeuw. Voor wie in het kort de geschiedenis van Congo eens wil doorlezen: klik dan even door naar "The world according to.."

In mijn vakantie in Groningen ben ik bij het eerste deel van een tweedelige fototentoonstelling over Congo geweest in gallerie Noorderlicht. De reizende fototentoonstelling is opgezet vanwege de 50 jaar onafhankelijkheid van Congo, de voormalige Belgische kolonie. Het eerste deel van de fototentoonstelling gaat over de periode 1884-1908. In die tijd was de Congo het privébezit van Koning Leopold II, de koning van België. U leest het goed: privébezit: het land en de mensen die erin woonden. Hij hoeft geen verantwoording af te leggen en kan doen en laten wat hij wil.


Twee jaar geleden las ik daarover het boek 'De geest van Konig Leopold II en de plundering van de Congo' van Adam Hochschild. Het is een verbijsterend boek over die macabere en inderdaad bizarre geschiedenis. Congo werd onder andere leeggeroofd voor rubber. Dat ging met bruut geweld. Rubber komt uit bomen die hiervoor geveld moeten worden. De hele productie van rubber bestond gewoon uit slavenarbeid. Als de productie niet gehaald werd, was voorgeschreven dat er handen werden afgehakt van de kinderen. Die afgehaakte handen moesten worden gerookt en opgestuurd naar de boekhouders. Dit om te controleren of het regime wel streng genoeg was. En dat is slechts een voorbeeld. Martelingen, verkrachtingen, executies. Het was allemaal aan de orde.

Ondertussen voerde Leopold II zijn eigen PR-campagne in Europa. Hij houdt conferenties voor hoogwaardigheidsbekleders, speelt de filantroop met de opbrengsten uit de Congo en bespeelt magistraal de media. Koning Leopold II bracht - volgens zijn eigen boodschap - de civilisatie in de Congo. Zelfs het vernietigende onderzoeksrapport (een bijzonder lijvig boekwerk) steekt hij de loef af door een dag voordat het rapport uitkomt de pers een samenvatting toe te sturen. Dit alles onder de naam van een niet bestaand filantropisch instituut voor de Congo.

Het land en de inwoners zijn in die periode echt helemaal verwoest En dan zijn we nu een eeuw later en vieren we plotseling dat Congo 50 jaar onafhankelijk is. Begonnen met Lumumba, die overigens al snel wordt vermoord. En het is pas enkele jaren geleden dat de Amerikaanse CIA en de Belgische regering hebben toegegeven daarvoor verantwoordelijk te zijn.

Dit jaar verscheen dan ook het boek van David van Reybrouck 'Congo : een geschiedenis'. De mooie voorkant prijkt boven dit blog. Op de voorkant staat hoegenaamd de oudste Congolees. Met een bekraste bril en ver over de honderd jaar. Hij heeft de verschrikkingen van Leopold II nog meegemaakt en kan er goed over vertellen. Het lijvige boek ligt bij mij nu even te wachten. Omdat die geschiedenis het waard is om nog eens gelezen te worden. En om nog eens stil te worden wat onze koloniale geschiedenissen aan leed heeft bezorgd. En wie voelt zich zo lang na het gebeurde nog verantwoordelijk voor het gebeurde?

Randy Newman neemt in één van zijn songs koning Leopold nog wel op de korrel en zet hem in het rijtje van Stalin en Hitler. Wie de geschiedenis leest kan niet ontkennen dat deze koning dat plaatsje inderdaad heeft verdiend.




Het eerste deel van de fototentoonstelling is helaas al niet meer te zien. Vanaf 14 augustus is het tweede deel te zien. Dat gaat over de Congo vanaf de onafhankelijkheid, het moderne Congo. Als ik de gelegenheid krijg, zou ik die ook nog graag bezoeken.