zondag 7 november 2021

Bibliotheken en de laagvertrouwensamenleving : Bibliotheken in crisistijd, deel 26


Het is een bitterzoete week voor bibliotheken. En opnieuw kunnen we een hoofdstuk toevoegen aan de serie 'Bibliotheken in crisistijd'. Ray Charles zong ooit: 'Here we go again, she's back in town again' en dat gevoel kreeg ik deze week ook. Het was dus nog niet voorbij en dat zagen we eigenlijk ook allemaal wel aankomen. Er was weer een coronapersconferentie en we lopen sinds zaterdag weer met mondkapjes op in de publieke ruimte en de coronapas moet nu ook op het buitenterrras, bij muzieklessen of koor- en orkestrepetities, in de sportschool, in pretparken, dierentuinen en andere doorstroomlocaties gedragen worden. Het wordt een wat langer verhaal dit keer, maar lees vooral even door, aan het eind zit denk ik een interessant rapport.

Opmerkelijk is wel dat op een aantal plekken in Brabant en Zuid-Limburg wel de elfde van de elfde gevierd gaat worden, de opmaat naar het carnaval. Van het begin van de crisis weten we nog dat het carnaval in februari 2020, dé versneller was voor de verspreiding van het virus. Hoewel ik ook heel goed begrijp dat mensen hunkeren naar gewoon weer eens een ongeremd feest. Die hunkering herken ik zelf ook. Het lijkt een beetje op de feesten die nog in cafés gehouden werden vlak voor de lockdown in ging. Nog één keer feesten, omdat het nu nog kan. Maar wie zo denkt, houdt zichzelf natuurlijk wel voor de gek. Maar de elfde is nog vier dagen vanaf hier en in vier dagen kan er veel gebeuren weten we inmiddels. Het kan zo maar zijn dat het toch niet doorgaat.

Bibliotheken als uitzondering

Bibliotheken zijn gelukkig uitgezonderd van die coronapas en ze worden ook apart genoemd in de overheidsregels. Ook voor alle evenementen in bibliotheken die normaal plaats vinden in een bibliotheek, is de coronapas niet nodig. Het zou overigens ook wel wat raar zijn geweest om bibliotheken te verplichten de coronapas te gebruiken, als je juist een instelling bent die mensen helpt om de coronapas te installeren en te gebruiken. Het grote voordeel is natuurlijk dat bibliotheken op dit punt niet gelijk extra personeel hoeven in te zetten voor deze controle. Ik denk dat veel bibliotheken bij deze maatregelen dus gewoon op hun normale uren open kunnen blijven. Laten we dus hopen dat het hier bij blijft.

Toch zitten we nog niet op de piek van deze golf. Die verwacht het RIVM in december of januari. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat we nog extra maatregelen krijgen, te beginnen op 12 november als de nieuwe persconferentie staat. Het zou kunnen dat de 1,5-metermaatregel dan weer officieel terugkomt en wellicht een nog verdere aanscherping van het thuiswerken. Het RIVM verwacht dat een geheel of gedeeltelijke lockdown de komende winter voorkomen kan worden. 

Verschillende scenario's voor het virus


Hoe graag we dus ook hadden gehoopt dat het virus weg zou blijven, moeten we gaan accepteren dat het nog hele lange tijd onder ons is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) brachten enkele weken dan ook een rapport naar buiten met vijf scenario's over hoe we om zouden gaan met het virus. 

Deze twee gerenommeerde instellingen geven daar vijf scenario's aan voor het coronavirus:

1. Terug naar normaal: covid-19 wordt helemaal uitgebannen. Wereldwijd zijn voldoende mensen immuun door (herhaalde) vaccinatie of het doormaken van de infectie. Het virus muteert niet dusdanig dat het aan de immuniteit kan ontsnappen.

2. Griep+: covid-19 wordt endemisch met jaarlijkse golven in de winter. De meeste mensen worden niet ernstig ziek. Kwetsbare groepen hebben een verhoogd risico om ernstig ziek te worden. Afhankelijk van het epidemische beloop en de duur van de immuniteit zijn wellicht herhaalvaccinaties nodig. Het virus blijft muteren, maar niet zodanig dat dit veel verandert aan de ernst of verspreiding van het virus.

3. Externe dreiging: In Nederland en de meeste Europese landen is het virus onder controle, maar in veel andere landen niet. In die landen blijft het virus rondgaan en muteert het tot nieuwe, gevaarlijke varianten. Er zal streng grensbeleid zijn om te proberen nieuwe uitbraken in ‘veilige landen’ te voorkomen.

4. Continue strijd: covid-19 blijft een serieuze bedreiging. Vaccins werken niet voldoende (lang) en er ontwikkelen zich steeds nieuwe varianten die aan de bestaande vaccins ontsnappen. Er wordt een groot beroep gedaan op de veerkracht in de samenleving.

5. Worst case: covid-19 eist jaarlijks meer slachtoffers en blijft wereldwijd circuleren; de opgebouwde immuniteit en de effectiviteit van vaccins zijn beperkt. Het is onzeker wanneer de pandemie zal uitdoven, en tot die tijd blijven hevige uitbraken plaatsvinden. Samenleving en economie maken een lange periode van ontwrichting door.

Het RIVM geeft aan de verwachting te hebben dat scenario 2, het meest logische scenario lijkt  voor de komende jaren.

De laag vertrouwensamenleving


Een ander interessant rapport dat deze week uitkwam was 'De laagvertrouwensamenleving', een rapportage die onder leiding staat van Godfried Engbersen van de Erasmus Universiteit. Het team van deze rapportage meet met regelmaat hoe Nederland omgaat met de gevolgen van de coronacrisis. Zo blijkt dat we ons minder zorgen maken over onze baan dan in het begin van de crisis maar staat ons mentale welbevinden nog steeds sterk onder druk. We voelen ons nog steeds vaker angstig, hebben we het gevoel om dat we maar weinig hebben om naar uit te kijken of vinden we het moeilijk om te ontspannen. 

De meest opmerkelijke verslechtering zit echter in het vertrouwen dat we hebben in de overheid. 


Waar aan het begin van de crisis nog bijna 70% van alle personen vertrouwen had in de overheid, is dat inmiddels gedaald naar 29%. De onderzoekers geven daarbij aan dat dit niet alleen de oorzaak is van het coronabeleid maar dat hier veel meer oorzaken onder zitten zoals de toeslagencrisis en de lange formatie. En daar voeg ik zelf maar aan toe dat er wellicht al langer een sluimerend gevoel van onmacht bij grotere groepen in de samenleving zit. De opkomst van meer populistisch gedreven partijen kun je hier aan toeschrijven. 

€ 0,83 cent per inwoner voor Informatiepunten Digitale Overheid

Het rapport over de laagvertrouwensamenleving valt nagenoeg gelijk met het nieuws dat er veel extra geld komt in 2022 voor de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's), € 0,83 per inwoner. Het is een bedrag voor één jaar en als ik de wandelgangen goed beluister, is het de bedoeling om dit voort te zetten op minimaal dit niveau voor de volgende jaren. Voor 2022 keert de Koninklijke Bibliotheek het geld uit maar daarna zal wel het gesprek volgen of deze bedragen wellicht niet via het gemeentefonds moeten gaan lopen met een een geoormerkt bedrag. Hoewel deze financiële vooruitgang echt een opsteker is, zullen bibliotheekdirecteuren nog wel even hun hart vast houden over de borging in de jaren na 2022. Maar tel je zegeningen, zou ik zeggen. 

De bijdrage voor 2022 wordt betaald uit middelen die zijn vrijgemaakt door de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Het ministerie van Binnenlandse Zaken ziet deze IDO's als een speerpunt in hun beleid rond de digitale overheid. 

Bibliotheken in de laagvertrouwensamenleving
We zijn dus bibliotheken geworden in een laagvertrouwensamenleving. Vroeger zeiden wethouders weleens tegen onze sector dat wij niet zo'n goed imago hadden maar die bal kunnen we dus ondertussen terug kaatsen: de overheid die er juist wil zijn voor burgers, wordt met argwaan door haar eigen burgers bekeken. 

Overigens is wat de overheid nu meemaakt iets wat alle instituten meemaken, alleen op verschillende momenten in de tijd: van de kerk, tot de bank, van de school tot de bibliotheek en van de krant tot jawel, de overheid. Dit noemen we de 'Trust-shift', en ik schreef er in 2013 al over. Kern van de trustshift is dat je je vertrouwen niet meer krijgt door het feit dat je een instituut bent maar door de verbinding die je maakt met burgers. Instituten leven door sociale media en mondige burgers in een permanente staat van een functioneringsgesprek. De overheid is zo sterk als het vertrouwen dat burgers aan de overheid geven. De interactie tussen burgers en overheid moet veel sterker en authentieker worden.

Als ik zelf wel eens mocht praten met wethouders, gemeenteraadsleden of andere politici dan begon ik  er vaak over dat ze in de politiek zaten om burgers gelukkiger te maken. De inzet van het overheidsbeleid is om mensen zoveel mogelijk regie te geven over hun eigen leven en daarbij te helpen. Jezelf kunnen redden, zelf keuzes kunnen maken, zelf je leven kunnen overzien zijn de meest belangrijke zaken voor dat geluk. Dat is waar de overheid voor is. De overheid hoeft geen winst te maken maar streeft een rendement na in gelukkige mensen. 

Mark Rutte is dat niet geheel met mij eens. In 2008 zei hij in een toespraak: ‘De Staat moet klein en krachtig zijn, geen geluksmachine die mensen hun hele leven uit handen neemt ... Het geluk zit in de mens, niet in de staat.’  Ik geef toe, het zit hem natuurlijk een beetje in de definitie van het woordje  'geluksmachine'. Geluk betekent natuurlijk niet dat je mensen hun leven uit handen neemt, maar juist het leven teruggeeft. Ouders ondersteunen met een kinderopvangtoeslag is op zich een prima idee want het geeft ouders regie om hun leven in te richten met werk en zorg voor kinderen. Het idee was prima maar de uitvoering was horror. 

De overheid gaat alleen uit deze crisis komen als ze opnieuw een verbinding weet aan te gaan met de burgers waar ze er voor wil zijn. Er zal beter geluisterd moeten worden en daarna moet men ook handelen naar wat men gehoord heeft. Beleid dat de overheid voert, moet door burgers gevoeld gaan worden als hun eigen beleid. En dat is precies het omgekeerd van je eigen bedachte beleid uitleggen in Jip-en-Janneke-taal. 

U voelt denk ik al waar ik naar toe wil. Ik denk dat de overheid inmiddels wat kan leren van bibliotheken. We hebben in de afgelopen jaren leren programmeren samen met die burgers en samen met allerlei partijen in onze gemeenten. En ik denk dat bibliotheken prachtige marktplaatsen zijn waar heel veel mensen bij elkaar komen, waar cursussen worden gegeven, waar je vragen kunt stellen en waar je kunt reizen door alle boeken en andere media. En met zo'n 60 miljoen bezoekers per jaar (ik geef toe, pré corona) zijn er heel veel mensen die elkaar zo tegen komen en elkaar zien.

Een paar dagen geleden liep ik toevallig mijn eigen bibliotheek binnen en viel met mijn neus in een dialoog tussen verschillende religies en generaties. Veertig mensen met verschillende achtergronden die met elkaar in gesprek gingen en naar elkaar luisterden. Ik vond het bijzonder maar bibliotheekmensen maken dit met regelmaat mee. Het is misschien klein maar het gebeurt wel op vele plekken. En met die veelheid wordt het weer groot. Dat is iets waar de overheid nog wat van kan leren. Echt weer van onderop beginnen.  Geluk begint met elkaar zien en naar elkaar luisteren. Geluk begint met ontwikkeling, vaardigheden en verbeelding.

Nederland heeft een geluksmachine, en het heet de bibliotheek.

Geen opmerkingen: