zondag 6 maart 2022

OBA 2030: Samenwerken wordt het belangrijkste onderdeel van ons DNA

Op 8 februari 2022, precies de 103e verjaardag van de OBA, presenteerde men de toekomstplannen voor de hoofdstedelijke bibliotheek. Het plan 'Koers 2030' , werd gelanceerd in een online presentatie met vele gasten, die je nog rustig terug kunt kijken.  Want om eerlijk te zijn: het is een fantastisch plan waar je als gemeente of bibliotheek nog flink je voordeel mee kunt doen. 

Het plan zet in op verdere spreiding en meer vestigingen en de vestigingen die er zijn moeten veel meer open gaan. Om dat mogelijk te maken is een breed offensief van samenwerking nodig: met burgers en vele partijen in de stad. Het plan Koers 2030 biedt een strategie om de grootste bibliotheek nog verder voelbaar te laten zijn tot in de haarvaten van de stad. 

Genoeg, gezegd, ik neem u mee naar een paar interessante zaken. 

Het kompas dat de koers naar 2030 uitzet, zit in bovenstaande denkkader. Met termen als 'Van sleutel bij de OBA naar sleutel bij de buurt', 'van een eigen website naar een leerplatform' en 'van een eigen programmering naar programmering met de stad'.  De toon is gezet, klinkt goed en nodigt uit om eens verder te lezen. 

Einde aan de centralisatie en van vestigingen naar community libraries

Het bibliotheekwerk heeft zich jaren gekenmerkt door een langzame terugloop van vestigingen of op zijn minst druk om de vestigingen te behouden die er al waren. Het plan OBA 2030 is wat mij betreft een mijlpaal in deze ontwikkeling. Hoewel Amsterdam altijd heeft gestaan voor een sterke spreiding en tegen centralisatie, is dit plan weer één van de eerste plannen waar weer gekeken wordt naar uitbreiding van vestigingen. 

Het is een mijlpaal omdat het markeert dat uitbreiding van vestigingen noodzakelijk wordt om andere redenen dan de distributiefunctie van boeken. Het uitlenen loopt al jarenlang langzaam terug maar het gebruik van de bibliotheek stijgt. Bibliotheken zijn geen distributiecentra meer maar ontmoetings-, studeer- en werkplekken geworden. Plekken waar workshops, cursussen en andere activiteiten plaatsvinden. En ja, ook altijd samen met een collectie van boeken, andere media en digitale bronnen. 

In Amsterdam wil met per 30.000 inwoners een vestiging. En dat dan weer volgens een indeling van S, M of L. 

Sleutel aan de stad: elke vestiging 60 uur per week open

Die vestigingen moeten in de komende tijd wel een ander karakter krijgen en veel ruimte open. Het beleidsplan stelt: 

"Grote groepen (werkende) Amsterdammers bereiken we niet doordat bijna al onze deuren om half zes dichtgaan. De afgelopen jaren was (los van de coronacrisis) al sprake van verruiming. Met dank aan de gezamenlijke inzet met partners, zullen we onze deuren nog vaker open kunnen zetten. We streven naar een volgende grote stap: een verruiming van gemiddeld 45 uur per week (nu) naar minimaal 60 u/week open in 2030."

En verder: 

"Amsterdammers en Amsterdamse organisaties worden mede-eigenaar van onze vestigingen. Samen zorgen we voor meer dynamiek, ruimere openingstijden en een specifiek aanbod in iedere buurt"

Het huidige aantal vestigingen bedraagt 25. Het plan voorziet in een verdere uitbreiding tot 32 vestigingen in 2030. Dat is acht jaar na nu, elk jaar dus een extra vestiging! Het is helder dat de OBA kiest voor een offensieve strategie terwijl er nog een bezuinigingsopdracht openstaat. Ik hou ervan, het straalt kracht uit.

 Elke vestiging een levend leerplatform

Maar het is nogal wat, meer vestigingen en die vestigingen ook nog eens heel anders organiseren. Dat erkent de OBA zelf ook.

"Maar er moet wel iets fundamenteels in onze aanpak veranderen. En dat is dat we die in alle onderdelen van onze organisatie, met volle kracht en volledig consequent moeten doorvoeren. We gaan niet alleen OBA-vestigingen veranderen in Community Libraries, maar zullen alle onderdelen van de OBA gaan inrichten als platformorganisatie en maken nog meer ruimte voor de partnerprogrammering van allerlei maatschappelijke organisaties van HvA, House of Skills, Studiezalen tot buurtinitiatieven. Met als uiteindelijk doel dat de OBA-vestigingen voor al deze partners de vanzelfsprekende uitvalsbasis is voor activiteiten op het gebied van kansengelijkheid en participatie worden. Kennisknooppunten en ontmoetingsplekken op buurt-, stadsdeel- en stedelijk niveau. Zo worden “onze” vestigingen, net zo zeer de vestigingen van onze partners. .... Dit vraagt om een andere manier van samenwerken: intensiever, inhoudelijker en ook zakelijker. Vanuit gedeeld eigenaarschap: samen verantwoordelijk voor de invulling en inrichting van OBA-locaties. Naast de samenwerking met tal van maatschappelijke organisaties, verandert de samenwerking met de gemeente ook. De strategische lijnen werken we dan ook samen met de gemeente uit.
Samenwerken wordt het belangrijkste onderdeel van ons DNA."

Wat hier eigenlijk gezegd wordt is dat elke vestiging gekleurd moet worden met de energie van de wijk. Dat betekent dat vestigingen geen eenheidsworst meer zijn maar het product van samenwerking met inwoners en partners. Waar veel kleine bibliotheekorganisaties het op dit moment wat overzichtelijker hadden en soms ook noodgedwongen door minder middelen hier al veel verder mee waren, zal dit voor OBA als grote organisatie en als sterk merk echt nog wel de nodige gesprekken opleveren. Maar de koers is glashelder: power to the people!

Van gedragen worden door de gemeenschap naar de gemeenschap mee helpen dragen

De OBA heeft door sterke netwerk met vestigingen lang volgehouden dat de school vooral naar de bibliotheek moest komen in plaats van andersom. Martin Berendse erkende in zijn presentatie dat dit vooral voortkwam uit de angst voor kannibalisatie van die vestigingen. Nu die storm voorbij lijkt, is het tijd om nu toch ambitieus richting de scholen te gaan. En daar is in een stad als Amsterdam waar best veel taalachterstand is, nog veel te winnen. In de volle breedte van jonge leerlingen tot volwassen studenten wordt hierop ingezet. 

In 2025 stelt men zich ten doel:

  • Iedere pasgeborene lid van de OBA
  • Ieder kind op de basisschool lid én een Bibliotheek op school
  • Alle Amsterdammers t/m 27 jaar gratis lid
Ook hier aan ambitie geen gebrek. Die Bibliotheek op school geldt overigens zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs, om de uitdaging nog maar wat aan te scherpen. 

Opvallend is ook het oprekken van de contributievrijdom tot en met 27 jaar. Ik voorspel vast dat dit een trend gaat worden en dat ik hier binnenkort landkaartjes van kan maken waar dit al zo is. Na boetevrij wordt dit de volgende stap. Slechts een zeer klein percentage is in die leeftijd lid en het verlies aan inkomsten door dit gratis te maken is dus beperkt. Als u straks extra (rijks)geld krijgt, kon dit weleens een 'quick win' zijn om in het lelijk jargon te zeggen.

Die keus voor 27 jaar verklaart de OBA met dezelfde gedachte die ook achter de community library zit: organiseer de kracht waarmee mensen elkaar kunnen helpen. Tot 27 jaar heb je vaak minder geld en organiseert de gemeenschap de bibliotheek voor jou. Na je 27e wordt verwacht dat je mee verantwoordelijkheid draagt voor die gemeenschap en dat je ook mee gaat betalen. Ik vind het wel een mooie gedachte. 

Gezinsaanpak

Een mooie zinsnede in het beleidsplan gaat, wat mij betreft, terecht over de gezinsaanpak. Als de bibliotheek een platform wordt waar zoveel bij elkaar komt, kan de bibliotheek hier een belangrijk rol in gaan spelen. 

Er wordt dan ook gesteld: 

"Eind 2024 krijgen de Nederlandse gemeenten de regierol in de gezinsaanpak. Dit is een belangrijke stap in het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid: de gezinsaanpak vraagt bij uitstek om een goed aangestuurde netwerksamenwerking van partners op het gebied van preventie en curatie. Een belangrijke rol hierin wordt belegd bij bibliotheken. Ook de gemeente Amsterdam moet zich voorbereiden op deze regierol door al vanaf 2022 deze vernieuwde aanpak in gang te zetten. We bieden daarbij onze inzet aan."

Deze zin mag wat mij betreft vanaf nu in elk beleidsplan van een bibliotheek en vergeet dan niet het woordje Amsterdam te vervangen door de naam van je eigen gemeente.

Digitale transformatie

Een onderdeel dat lokale bibliotheken nog wel eens moeilijk vinden om in te vullen is de digitale transformatie. Dit omdat de digitale wereld niet ophoudt bij de grenzen van het eigen werkgebied. En hoe verhoud die landelijke digitale bibliotheek zich ten opzichte van lokale digitale initiatieven? De OBA heeft daar wel een mooi kader voor aangebracht.  Wel geeft de OBA aan dat de wensen van de OBA en wat er landelijk ontwikkeld kan worden nog uit elkaar liggen. De OBA geeft aan daar waarschijnlijk een eigen pad in te kiezen en daar zou ik toch nog wel willen pleiten voor samenwerking met het land. Want ik vermoed dat was Amsterdam wil, op termijn wel gemeengoed al worden in den lande. Gebruik Amsterdam als voorloper en geeft ook landelijk ruimte aan waar Amsterdam blijkbaar nu de schoen vindt wringen. De toekomst is een hybride bibliotheek waarbij landelijke digitale diensten zich ook prima lokaal manifesteren (en misschien ook wel vice versa) en combinatie met de lokale fysieke diensten. Een mooie gemeenschappelijke uitdaging. 

Financiering: Gemeente en.... Rijk

Aanval is de beste verdediging moet de OBA gedacht hebben met dit hele plan. En ze hebben gelijk. Hoewel er nog steeds een dreiging van bezuiniging hangt is ook helder dat bezuiniging acuut leidt tot stilstand rond het netwerk van vestigingen. En dat wil niemand. Ook geeft de OBA aan dat door samenwerking in de vestigingen er ook wat inverdieneffecten moet ontstaan op gezamenlijke huur of door verhuur van ruimten. Niet heel spectaculair maar toch goed om te noemen. 

Bijzonder is wel dat in dit plan al genoemd wordt dat er een bijdrage van het Rijk komt en dat ze ook al aangeven hoe ze die in gaan zetten: 

"We spreken hier ook het voornemen uit om een eventueel beschikbaar komende rijksbijdrage voor openbare bibliotheken zoveel mogelijk in te zetten voor onze nieuwe Scholenstrategie. In steden als Eindhoven en Rotterdam gebeurt ongetwijfeld het omgekeerde en wordt vooral de operatie in de buurtvestigingen versterkt. Als G4-bibliotheken maken we daarover werkafspraken. Zo trekken we in de bibliotheeksector het been bij en zoeken we na de vele bezuinigingen een nieuwe balans tussen de vestigingen-, scholen- en jongerenaanpak. We wijzen er daarbij wel op dat zo’n eventuele rijksbijdrage hoogstwaarschijnlijk zal worden gekoppeld aan een genormeerde basisfinanciering voor per inwoner voor de openbare bibliotheek door de betreffende gemeente."

En nog iets verderop wordt een tipje opgelicht over hoe dat met die Rijksbijdrage zou kunnen gaan. Er wordt gesproken over een doorindexering van de oude VNG-norm. Een beetje verstopt maar wie goed leest vindt het:

"Er wordt momenteel gewerkt aan afspraken tussen de rijksoverheid en de bibliotheeksector over een ‘normfinanciering’ per inwoner. Die is afgeleid van de meest recente afspraken tussen overheden over een minimale gemeentelijke financiering en dateren uit 2003. Als de afspraken 2003 worden geïndexeerd komt het minimale bedrag op € 15,- per inwoner voor gemeente tot 30.000 inwoners, € 16,- per inwoner voor gemeenten tussen 30.000 en 90.000 inwoners en € 20,- per inwoner voor grote gemeenten zoals Amsterdam. Alle bedragen zijn exclusief huisvestingslasten."

Must read voor alle bibliotheekdirecteuren

Nou, ik denk dat u het wel door hebt, dat plan van de Amsterdammers is een must read voor alle bibliotheekdirecteuren en nog een hele schare bibliotheekmedewerkers die plannetjes maken en uitvoeren. Het is een ambitieus plan. Buiten Amsterdam noemen ze het misschien kapsones maar ik noem het gewoon terechte lef en ondernemerschap. 

Het is een plan waarin spreiding weer centraal staat, waarin samenwerking het belangrijkste onderdeel van ons DNA wordt en waarbij alles samen met burgers en met de agenda van de stad wordt georganiseerd. 

De OBA heeft zichzelf een plan cadeau gedaan om een mammoettanker van koers te laten veranderen. In dat kielzog kunnen veel bibliotheken mee. Een plan waar de gemeente  ontzettend blij moet zijn.

Geen opmerkingen: