zaterdag 7 augustus 2010

De rauwe kant van het geluk


IK LUISTER naar de najaarswind
waarin ik, wat ik ook verloor
in elk geval berusting vind.
Dezelfde wind waait nu ook door
de burgerlijke buitenwijk
waar wij elkaar hebben bekend.
- Het wordt mij stilaan duidelijk
dat je aan vrijwel alles went.
In de afgelopen vakantieweek in Groningen stuitte ik op een De Slegte. Eén van de secties die ik dan steevast langsloop is de poëziesectie. En ditmaal keerde ik huiswaarts met een bundeltje van Jean Pierre Rawie getiteld "Wij hebben alles nog te goed, de mooiste liefdesgedichten". Een dichter waar ik al wel eens wat van had gelezen maar nooit een hele bundel achter elkaar.

Met de bundel heb ik me wel een tijdje vermaakt en leverde enkele spontane lachsalvo's op. Hij heeft een romantische inslag maar die houdt hij nooit lang vol. Na een aantal verzen neemt hij weer een cynische afslag en kantelt het gedicht. Rawie heeft Groningse roots en misschien ligt het daar wel aan. De titel: "de mooiste liefdesgedichten" is dan ook al zo'n staaltje van sarcasme. Want welgeteld vier van de tientallen gedichten zijn een lofdicht op de liefde. De overige gedichten gaan toch vooral over het verval van de liefde of nog erger: de haat die ontstaat de liefde. Vooruit dan nog één! O ja, en lees Rawie!

Madonna

Na een litertje chianti bij de lasagne
vertel je aan elke toevallige vent
weer dat mislukte leventje van je
en waarom je van wie gescheiden bent.

Je man en minnaars en hoe alles mis ging,
je lacht er er nog altijd aanbiddelijk bij:
'Dat kind was natuurlijk een grote vergissing.
Hij is bij z'n vader en 's weekends bij mij'.

Ik weet het, alsof ik je tafelgenoot was,
hoe sappig je al die ellende vertelt.
- Ik ken je zo goed dat ik wou dat ik dood was.
Het is met de liefde rampzalig gesteld.

Geen opmerkingen: