zondag 16 maart 2025

Vijf jaar na de start van de lockdown: tussen essentieel verklaard en verlies en verdriet

Ik weet het nog als de dag van gisteren. En ik krijg kippenvel als ik er aan denk. Het was het weekend van 14 en 15 maart 2020. Het aantal besmettingen met corona liep hard op. Ik was bij mijn toenmalige lief die in het midden van een grote stad woonde. We zagen de drukte in de winkelstraten terwijl het coronavirus steeds verder om zich heen greep. We vroegen onszelf af of al die mensen écht in de stad moesten zijn.  

Zelf zat ik dat hele weekend over mijn laptopje gebogen en hield een landkaart bij van bibliotheken die sloten vanweg Covid. U ziet het landkaartje hierboven. De een na de ander sloot. Ik plaatste elke paar uur een update. De kaart kleurde roder en roder. En al op die zondag trok ik de conclusie dat het niet logisch en verstandig was om bibliotheken open te houden. 

Om 17.30 uur die dag volgde de persconfentie. De ministers Slob en Bruins - het lijken nu al namen uit een ver verleden - kondigden aan dat scholen, kinderdagverblijven en horeca zouden sluiten. Daarmee werd thuiswerken de norm met daarbij voor velen de bijna onmogelijke combinatie met thuisonderwijs. In een kleine tien minuten werd de zaak afgehandeld. En op dat moment was helder: ook bibliotheken gingen dicht. Kijk het nog eens terug zou ik zeggen. U kijkt naar een andere wereld. Ik kreeg kippenvel toen ik het zag en het emotioneerde me ook. Dit was de crisis waar we met elkaar door heen waren gegaan. Maatregelen die we nooit voor mogelijk hadden gehouden werden genomen.  

Daar waren overigens al weken van zorg aan vooraf gegaan. De beelden van Italiaanse ziekenhuizen en mortuaria die overliepen. En toen dachten wij hier in Nederland nog dat de Italianen het wel niet goed voor elkaar zouden hebben. Maar enkele weken later  stonden er ook hier triage-tenten bij de ziekenhuizen en puilden intensive-care-afdelingen uit. Zieke mensen moesten zelfs naar Duitsland omdat onze capaciteit tekort schoot. Er stierven mensen zonder dat er familie bij mocht zijn. 

Er kwamen zelftesten (dat duurde overigens nog wel even), mondkapjes, een coronamelder en een coronapas. Covid zou de wereld ruim twee jaar strak in zijn greep houden. 

In dit weekend denk ik aan die tijd terug. Op 21 maart 2020 - het eerste weekend na die persconferentie  - schreef ik het volgende:

'Ja, ik geef het ruiterlijk toe, ik ben bang geweest deze week. Bang over hoe dit afloopt. En onzeker over hoe lang het duurt. De positieve energie - de nieuwe en creatieve ideeën - die ik overal zag, deed me haast schuldig voelen dat ik ook die gevoelens van angst en onzekerheid had. Overdag de energie om te kijken hoe we hier mee om kunnen gaan, 's nachts de onzekerheid. Want het lijkt haast wel of ons leven niet stil mág vallen. Als de crisis de kantoordeur sluit, openen we ons thuiskantoor. Zonder een dag vertraging. En door... En ja, daar doe ik net zo hard aan mee.'

Bibliotheken in crisistijd: essentieel verklaard

Vanaf 15 maart 2020 zou ik ongeveer 30 artikelen schrijven over Bibliotheken in crisistijd. Ik deelde mooie initiatieven van bibliotheken, deelde grafieken en schema's over hoe zaken geïnterpreteerd moesten worden en stak ons af en toe een hart onder de riem. Na eerste sluitingen volgde in december 2020 de langste lockdown met zelfs een avondklok. Bibliotheken gingen 156 dagen achter elkaar dicht: van 15 december 2020 tot 20 mei 2021. Ondanks alle goede haal- en breng-initiatieven werden de gebruikscijfers een bloedbad: bijna geen bezoekers, veel minder uitlenen en alleen kleine of online activiteiten. De enige dissonant was de online bibliotheek, die floreerde. 

In die crisistijd zijn een aantal bibliotheekinitiatieven ontstaan die we nu nog terugzien. Zo onstonden bij de Bibliotheek Gelderland-Zuid (Nijmegen e.o)  de Biebboys, de vrolijke Kees en Joran die via allerlei filmpjes enthousiast het lezen promoten. En in Groningen ontstond het aantstekelijke Bieblab met tal van interessante uitdagingen voor lezen en digitaal burgerschap. 

Maar er was ook een andere kant. De aanmelding voor een vaccinatie tegen corona moest digitaal geschieden. En toen bleek dat dat voor grote groepen een probleem was. Later gold dat ook voor de coronapas die in een app op je smartphone zat. Op een ochtend belde een woordvoerder van minister Hugo de Jonge naar Maaike Toonen van de KB met de vraag of de minister die avond bekend mocht maken dat bibliotheken daarbij zouden helpen. Maaike zei gelukkig ja (stel je voor dat ze nee had gezegd). En binnen een dag regelden de KB, de VOB en Provinciale Ondersteuningsinstellingen dat alle bibliotheken op de hoogte waren en de volgende dag konden inwoners van Nederland geholpen worden. De sector liet zich van zijn sterkste kant zien en hielp velen in die lastige situatie. Bibliotheken werden daarmee essentieel verklaard en kregen ruimere mogelijkheden dan andere culturele instellingen. En geef maar toe, daar waren we trots op als sector. 

'Never waste a good crisis' zeggen ze wel eens. Nou, als het gaat om de positie van bibliotheken is die crisis inderaad goed gebruikt. De sector bleek vitaal, creatief en relevant. 

Het verlies en verdriet

Toch is er meer als ik er aan terugdenk. En dat is ook de emotie die ik voelde toen ik die persconferentie terugkeek. En dat is het gevoel van verlies, verdriet en angst. In mijn omgeving stierven verschillende mensen aan Covid. De wijze waarop of de wijze waarop er afscheid kon worden genomen was vaak traumatisch. Iedereen die ouders op leeftijd had, was bang dat het hen zou treffen. Het kan haast niet anders of u herkent dat.

En ik heb een paar vrienden, kennissen en collega's die Long Covid kregen. Zij werden maar niet beter. Ze krabbelden op, vielen weer terug, krabbelenden weer op en vielen weer terug. Niets leek te helpen. En niemand wist ook wat er moest gebeuren. Ze verloren hun baan of moesten hun leven aanpassen aan de capaciteit die hen nog restte. Waar aan het begin veel aandacht was voor Covid en de genezing ervan, verdween die aandacht zodra het overgrote deel weer vrij en vrolijk verder kon leven.  Langzaam verdwenen deze mensen naar de randen van de samenleving. 

Wij gingen verder. Zij bleven achter. 

Gisteren, 15 maart, was wereldwijd de Long Covid Awareness Day. Het is dus goed om er nog eens bij stil te staan.  De stichting Long Covid schat het aantal mensen die al langer dan twee jaar lijdt aan Long Covid op ruim 200.000 Nederlanders. Dat is ongeveer evenveel als de hele stad Almere. Ik ben dus maar donateur geworden van die stichting, één van de weinige partijen die nog investeren in onderzoek en aandacht vragen om tot een oplossing te komen.  

Het dubbele gevoel en niet nog zo'n crisis

Dat is dus het dubbele gevoel: we sloegen ons als sector positief door deze crisis en tegelijkertijd is er het verdriet van verlies. En bij het teruglezen voel ik opnieuw de angst en onzekerheid. Het niet weten hoe lang het duurt. En ik herinner mijn eigen Covid-infectie en de ijlende koorts die het meebracht. De angst of het wel over zou gaan. Voor heel veel anderen liep het anders af. Ook die pijn voel ik. 

Het is nu vijf jaar geleden. Lees de artikelen uit die tijd nog eens terug. En praat er nog eens over.

Alles in mij roept na herlezing dan ook: niet nog zo'n crisis. 

Maar wie in de wereld om zich heen kijkt weet dat er op allerlei manieren nog gevaar dreigt: van een nieuwe pandemie, tot verstoorde stroomvoorziening en uitval van internet of zelfs een oorlog. We krijgen de oproep om toch maar een noodpakket in huis te halen. Dan weet je dus dat een crisis niet ver weg is. Zeker niet met machthebbers die landen en hun bevolking zien als te verhandelen goederen. En waar het slechts draait om een goede 'deal' in eigen belang. Zelfs bij deze optimist zinkt dan de moed naar de schoenen. 

Laatste gewone dag

Ingmar Heytze schreef daags voor de tweede lange lockdown in december 2021 het volgende gedicht. Een gedicht voor  een samenleving die op de rand van een crisis staat. Ik vond het fijn om dat gedicht nog eens te herlezen. Elke dag kan de laatste gewone dag zijn.


In elke crisis betalen we met vrijheid, ruimte en tijd. En het donkerste uur komt vlak voor het licht. Dat eerste weet ik zeker. Dat tweede hoop ik en daar houd ik me aan vast. 

Geen opmerkingen: