dinsdag 7 mei 2019

Annie en Annie : Hoe mejuffrouw Bits ervan langs kreeg, deel 2 van 3


In  drie artikelen vertel ik een paar kleine geschiedenissen over Annie M.G. Schmidt en Annie Timmenga. Annie M.G. Schmidt kent u allemaal maar Annie Timmenga wellicht niet. Zij was bibliotheekdirecteur van de bibliotheek in Deventer van 1941 tot 1978.  Ruim 37 jaar. Annie en Annie  kwamen elkaar een aantal keer op een bijzondere manier tegen. Vandaag deel 2 over een schrijvende Annie M.G. Scmidt en een boze Annie Timmenga. 

Van 1941 naar 1953
We schrijven 1953 Ruim 12 jaar na de sollicitatie in Deventer waar beide Annies elkaars concurrent waren, is ieder haars weegs gegaan. Annie M.G.Schmidt was in 1941 directeur geworden bij de bibliotheek in Vlissingen maar vlak na de oorlog weer teruggekeerd naar Amsterdam. Daar ging ze aan de slag bij het Parool. Eerst als documentalist maar niet veel later ging ze ook schrijven. Annie Timmenga was honkvast in Deventer. Ze had na de oorlog de wind er flink onder. Ze zette een dienst op voor bedrijfsinformatie en ze bouwde het jeugd- en schoolbibliotheekwerk uit.


Hendrik Haarklover
Schmidt begon samen met tekenaar Wim Bijmoer de serie Hendrik Haarklover. Hendrik Haarklover was een feuilleton met bizarre trekjes over spionnen die het hadden gemunt op het atoomgeheim. Het geval wilde dat dit atoomgeheim in handen was van de bibliothecaresse Mejuffrouw Bits. Mejuffrouw Bits was een stereotype bibliothecaresse: een beetje pinnig, een knot en een bril (zie foto).  Zeker stereotype maar tegelijkertijd was ze ook wel een beetje de held van de serie. Ze heeft het atoomgeheim deels op een microfoto verstopt in haar kies en deels in een willekeurig boek in haar bibliotheek. De race naar dat atoomgeheim levert Abeltje-achtige taferelen. Wie het hele feuilleton nog eens wil nalezen kan terecht bij Delpher waar alle afleveringen van Hendrik Haarklover zo zijn na te lezen.

Timmenga is boos...




In Bibliotheekleven - het Bibliotheekblad van die tijd - verschijnt begin 1954 bovenstaande artikel van de hand van A.T. A.T. is de afkorting van Annie Timmenga. Die was in die tijd in de bibliotheekwereld zo beroemd dat ze blijkbaar op die wijze kon worden aangeduid. Timmenga verwijt Schmidt rancune tegenover de bibliotheekwereld en zegt zelfs: Foei Annie!

Toen ik de serie zo las, zag ik het vooral als een leuk feuilleton. Een grappig verhaal waar een bibliothecaris een heldenrol in speelt. Ja, die bibliothecaris is wellicht wat stereotype maar hé, alle karakters in dat feuilleton waren stereotypen, van de kapper tot de spionnen, het waren allemaal typetjes. Typetjes die ze in haar latere kinderboeken ook allemaal opvoert.

Timmenga weet hier de fictie niet van de werkelijkheid te scheiden. En het grappige is natuurlijk dat juist door dit artikel te schrijven Timmenga zelf een stereotype wordt: die van bitse bibliothecaresse.

Obstructie voor een emanciperend beroep
Wie het echter in perspectief ziet, snapt wel waar de frustratie van Timmenga vandaan komt. Na de oorlog emancipeert het bibliotheekwerk zich sterk. Niet dat er meer vrouwen nodig waren. Maar wel het zelfbewustzijn rond het beroep. Tot en met de oorlog is de bibliotheek vooral een leuk baantje voor mejuffrouwen die er toch niet van hoeven te leven. Meestal uit gegoede kringen en de bibliotheek was een tussenstation tussen HBS en het huwelijk. Alleen directeuren konden eigenlijk alleen van het salaris leven dat ze kregen.

Dat veranderde na de oorlog. Men zette zich volop in om van de functies van assistenten en de bibliothecarissen volwaardige banen te maken. Een baan waar je van kon leven. De eerste stevige salarisverhogingen waren er net geweest en men knokte voor een volwaardige positie. Het feuilleton van Hendrik Haarklover voelde voor Timmenga dus als een obstructie in die emancipatie. Het voelde waarschijnlijk als een vorm van verraad voor haar voor datgene waar zij zich nou juist voor inzette.

En Schmidt? Die was gewoon mooie verhaaltjes aan het schrijven. Die dacht helemaal niet aan obstructie van een beroepsgroep.  Ze tikte verhaaltjes en maakte gebruik van de wereld die ze kende. Schmidt en Timmenga keken beiden op dat moment op een verschillende manier naar de werkelijkheid.

In deel 3 zullen we Timmenga nog een keer paternalistisch zien optreden. Het is dan 1964 en ze vraagt Annie M.G. Schmidt om een gedicht te schrijven. Maar daarover meer in het volgende deel.

Het artikel uit Bibliotheekleven is geleend van de zeer informatieve site van Hans Krol.

Geen opmerkingen: