donderdag 31 oktober 2019

Wouter de Jong: Het allerbelangrijkste is niet te vergeten wat het allerbelangrijkste is

Het is frisse maar mooie herfstdag. Degenen die met de auto kwamen mochten nog even krabben. In de trein naar Den Haag  zie ik mijn tijdlijn berichten van bibliotheken die vechten tegen bezuinigen. Maar ook een bericht van de Nationale Ombudman. Hij spreekt vandaag op een congres over de Overheid in 2030 en betoogt dat de overheid een machine is geworden en dat elke gemeente een loket zou moeten krijgen waar burgers geholpen zouden moeten worden met vragen..... Maar dat is toch gewoon de bibliotheek hoor ik collega's via diezelfde tijdlijn zeggen. Nou goed, een mooi begin van de dag.

Hop, naar BibliotheekPlaza met als thema... o, ironie: Tot straks in 2030! Exact hetzelfde thema als bij de ambtenaren. We hadden de congressen kunnen samenvoegen denk je zomaar.

Wouter de Jong, acteur en schrijver van het boek Mindgym, mag aftrappen bij wat ik het leukste bibliotheekcongres van het jaar vind. Alleen sprekers van buiten die bibliotheekmedewerkers dwingen zich te verhouden tot die buitenwereld.

Wouter begint met een spelletje om elkaar beter te leren kennen. Alle vrouwen mogen opstaan, alle mannen, en willen alle mensen opstaan die slimmer zijn dan de gemiddelde Nederlander?  En wie is vrijgezel? En wie heeft wel eens iets gejat? Hilariteit...

In zijn boeken Mindgym geeft hij aan dat het eigenlijk vreemd is dat we wel voor ons lichaam naar de sportschool gaan maar niet voor onze geest. Onze lichamelijke gezondheid krijgt meer aandacht dan de mentale.

Wat maakt dat we een goede dag hebben? Dat hangt sterk af  van onze mindset. In de theorie onderscheidt men daarvoor vier factoren: aandacht, veerkracht, positiviteit en altuïsme. Elk van die factoren kun je trainen. Maar doen we dat? Nee, daar zijn we niet mee bezig.



Hij laat het filmpje zien van het Marshmallowexeperiment. Dit experiment gaat over impulscontrole. Deze kinderen zijn gevolgd en wat bleek: kinderen die hun impulsen beter konden controleren, bleken significant beter te presteren in hun leven. 

Het gaat dus vooral over controleren waar je aandacht naar toe gaat. Hij doet een volgend experiment met de zaal en vraagt wat ze zouden doen als ze nog maar 5 jaar, 1 jaar of een maand te leven zouden hebben? Wat komt er dan bij je op?

Er is een top-5 van zaken mensen spijt van hebben op hun sterfbed. Die ziet er als volgt uit.

Ik had:
1. meer trouw moeten blijven aan mezelf
2. minder hard moeten werken
3. meer moed moeten hebben om gevoelens te uiten
4. meer in contact moeten blijven met vrienden
5. mezelf meer moeten toestaan om gelukkig te zijn.

En bedenk dan eens: wat moet ik dus gaan doen en maar  dat concreet. Met andere woorden wat moet ik dus deze week gaan doen? De zaal krijgt drie minuten om dat met elkaar te bespreken.

Hij sluit af dat iedereen deze zin moet onthouden:  Het allerbelangrijkst is niet te vergeten wat het allerbelangrijkste is.



woensdag 30 oktober 2019

Wie de jeugd heeft, heeft geen toekomst? Is ontgroening definitief een feit?

Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS,  postte op Twitter vandaag bijgaande grafiek over de bevolkingsgroei. Een interessante tabel. Het laat zien waar de groei zit bij de Nederlandse bevolking. Want die bevolking groeit nog steeds maar slechts heel langzaam.

In de tabel zie je dat er steeds mee 65+-ers komen in Nederland. Mensen worden gemiddeld ouder en de babyboom gaat massaal met pensioen. Het aantal personen onder de 20 jaar neemt sinds 2005 alleen maar af. Naast vergrijzing die we al langer kenden, zien we nu dus ook de forse 'ontgroening' van Nederland plaats vinden.

Daling leerlingen PO
Minder jonger kinderen leidt tot minder leerlingen in het basisonderwijs. Het Ministerie van Onderwijs geeft daarover de volgende prognose af.


Dit lijkt een niet zo spannende tabel maar jaar na jaar zijn er tienduizenden minder jongeren. Het CBS geeft in een toelichting aan dat die daling niet overal gelijk is.

Het CBS meldt daarover in een ander bericht:
"De meeste regio’s waar het aantal kinderen de afgelopen vijf jaar is afgenomen, zullen naar verwachting ook de komende jaren te maken krijgen met een verdergaande daling van het aantal 4- tot 12-jarigen. Veel van deze krimpregio’s zijn relatief sterk vergrijsd en ontgroend, waardoor er niet veel kinderen bijkomen. De regio’s waar het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd het sterkst zal dalen zijn Limburg, Groningen, Friesland, de Achterhoek en Twente."
De klap in krimpregio's
Zelf ben ik betrokken geweest bij overleggen met scholen in de Achterhoek. In de gemeente Berkelland ziet het plaatje er voor de krimp bijvoorbeeld als volgt uit.


In zeven jaar tijd in neemt in deze Achterhoekse gemeente het aantal leerlingen met bijna 20% af. Veel kernen kennen nu nog een kleine school met minder dan 100 leerlingen. Vaak zelfs scholen met 50 of 60 leerlingen. Deze scholen kunnen alleen bestaan dankzij de speciale financieringsregeling voor kleine scholen. Maar voor hoelang nog?

Wat betekent dit voor bibliotheken?
Voor bibliotheken is deze daling van jongeren wel degelijk relevant. En wel op verschillende manieren.

Effect 1: Herstructurering van basisonderwijs
Op de eerste plaats heeft deze daling van jongeren effect op het basisonderwijs. Scholen in kleine kernen zullen de komende jaren flink onder druk komen te staan. Het aantal scholen zal dus naar verwachting afnemen. Hoewel alle kleine scholen die ik sprak aangaven bestaansrecht voor zichzelf te zien, laten de cijfers toch een andere werkelijkheid zien.  Het CBS schrijft hierover:
"De afgelopen jaren nam dan ook het aantal basisscholen in Nederland af. In het schooljaar 2015/’16 telde Nederland 6584 basisscholen, 382 minder dan in 2011/’12. In Groningen en Zeeland daalde het aantal scholen relatief het sterkst. Hier sloten respectievelijk 37 en 32 scholen."
Zeker voor bibliotheken in krimpgebieden is dit een aandachtspunt. Aandacht van scholen zal vooral gericht zijn op voortbestaan of men zal opgaan in grotere gehelen. Scholen hebben op zo'n moment minder aandacht voor samenwerking met allerlei partijen. Toch denk ik ook dat het wel kansen biedt. Meer grote scholen betekent dat je minder fysieke schoolbibliotheken hoeft te ondersteunen. Ik denk dat dit een concept als Bibliotheek op school nog wel kan vergemakkelijken.

Effect 2: Sociale cohesie in kleine kernen
Een tweede effect is dat kleine kernen zonder jeugd een deel van hun levendigheid verliezen. Het schoolplein was één van de laatste fysieke plekken waar veel mensen elkaar ontmoetten. Met minder jeugd en zonder school krijgt de sociale cohesie in een kern een flinke knauw.

Bibliotheken zouden daarop in kunnen spelen en samen met kleine kernen best kunnen kijken naar programmering waardoor je die sociale cohesie een nieuwe richting geeft. Veel provincies met krimpgebieden kennen hier subsidieregelingen voor. Ik geef toe dat dat niet makkelijk is en dat we daar als bibliotheken dan nog wel wat te ontwikkelen hebben maar ik denk dat het best een interessante lijn is om verder te onderzoeken.

Effect 3: Urgentie tot samenwerking
Een derde effect is dat er door krimp een verdere urgentie tot samenwerking komt. Samenwerking met scholen en samenwerking met kleine kernen. Maar ook kan het hier gaan om samenwerking met andere partners. Want hoe klein een kern ook is, je zal versteld staan hoeveel organisaties er nog actief zijn en hoeveel verenigingen er zijn.

Effect 4: Meer ouderen en aanpassing van aanbod
In de afgelopen jaren kenden we steeds meer jongeren in de bibliotheek. Hoewel we daar nog steeds veel voor kunnen betekenen is het toch ook aardig om ook veel nadrukkelijker naar ouderen te gaan kijken. Ik ken bibliotheken die dementvriendelijk worden, Alzheimercafés organiseren of samenwerken met ouderenbonden voor spreekuren. Ons aanbod op dit punt zal zich nog veel meer moeten ontwikkelen dan thans het geval is. Want als één ding duidelijk is, is het wel dat ouderen de toekomst hebben.

Na 2025 groeit het weer?

Overigens is de prognose dat deze krimp van tijdelijke aard is dat we na 2025 weer meer kinderen zullen krijgen. Het verbaast me wel een beetje maar er zijn vast mensen die er veel meer op gestudeerd hebben dan ik. Overigens wil dat niet zeggen dat die groei dan ook weer overal is.  Een andere trend is namelijk een verdergaande urbanisatie in Nederland en dat weer meer mensen naar de stad trekken.  Bovenstaande effecten zullen dus zeker voor krimpgebieden blijven gelden. Vergelijk bovenstaande tabel maar eens met die van Berkelland. Die stijgt niet na 2025 terwijl de landelijke trend dat wel doet.

De titel 'Wie de jeugd heeft, heeft geen toekomst' is misschien wat sterk uitgedrukt maar het is zeker een ontwikkeling om in de gaten te houden en over in gesprek te zijn met gemeenten en samenwerkingspartners.




woensdag 2 oktober 2019

Hoe de bibliotheken de bankencrisis en de gemeentecrisis betaalden


U kent mij als een optimistisch mens. Meestal zie ik overal wel kansen. Elk nadeel, heeft zijn voordeel, zoiets. Maar bovenstaande staatje bevestigt een gevoel wat mij al wat langer bekroop. Ik had het idee dat ik nu toch al een kleine tien jaar alleen maar loop te bezuinigen binnen het bibliotheekwerk. De ene bezuiniging in de ene gemeente is nog niet opgelost of de andere dient zich aan. Meer met minder of nog meer met nog minder, dat waren de smaken die we hadden.

Van bankencrisis....
In 2008 ging Lehman Brothers failliet. Het was september. Overheidsbegrotingen  voor dat jaar waren al gemaakt. In 2009 ging men de begrotingen voor 2010 maken. De bibliotheken bereikten hun hoogtepunt wat financiën betreft. In dat jaar werd 473 miljoen gemeentesubsidie aan bibliotheken uitgegeven. De bankencrisis werd onder andere betaald met minder subsidie aan de bibliotheken. In het derde kwartaal van 2013 kon het CBS melden dat Nederland definitief uit de recessie was.

In overheidsland waren de begrotingen voor 2014 toen al gemaakt. De groei moest zich maar in 2015 gaan vertalen naar de gemeenten. De subsidie aan bibliotheken was ondertussen gedaald naar 431 miljoen. Landelijk was er meer dan 40 miljoen euro verdampt.

....naar gemeentecrisis
2015, weet u dat nog? Precies, het jaar waarin de grootste bestuurlijke herverdeling van de Nederlandse geschiedenis plaats vond: de drie decentralisaties. Gemeenten kregen veel meer geld en verantwoordelijkheid voor zorgtaken. De gedachte was dat dit lokaal veel beter en efficiënter uitgevoerd kon worden. Er zat dus stevige korting op deze budgetten. Alom werd hiervoor gewaarschuwd.  En jawel, het afgelopen jaar meldde de ene na de andere gemeente zich met forse tekorten op de jeugdzorg. In de beginjaren waren bibliotheken al gekort omdat er geen geld van zorg naar bibliotheken mocht maar wel andersom. Nu er tekorten zijn op de zorg, wordt er opnieuw een greep gedaan uit cultuurbudgetten.

In 2017 was de subsidie aan bibliotheken verder gedaald 415 miljoen euro.

Bijna 15% ingeleverd
Bibliotheken daalden in hun subsidie per inwoner - gemiddeld - van € 28,57 naar € 24,31. Een verval in zeven jaar van € 4,26 oftewel nagenoeg 15% van het totale budget. Wie kijkt naar subsidie exclusief huisvestingslasten ziet een nagenoeg gelijke trend.

Maar laten we wel wezen: de gemiddelde bibliotheek bestaat niet. Deze 15% daling is betaald door bibliotheken die soms 25% of 30% korting aan de broek kregen. Soms zelfs nog met een motie erbij dat met dat mindere geld wel alle vestigingen open gehouden moesten worden.

Minder geld maar meer opbrengst
Hebben bibliotheken bij de pakken neergezeten? Geenszins. Dwars door de crisis zijn er duizenden schoolbibliotheken geopend. Elke bibliotheekstichtring kent ondertussen een taalhuis en overal in het land is men gestart met ondersteuning voor de Belastingdienst en dat groeit nu uit naar informatiepunten voor de Digitale Overheid.  Ondertussen draaide de uitleenbibliotheek ook gewoon door en kwamen er jaarlijks 60 miljoen bezoekers bij de ruim 1.000 vestigingen.

En hebben we geklaagd? Nee, we hebben dapper ons werk gedaan. We hebben geïnnoveerd tot we een ons wogen en onszelf drie keer opnieuw uitgevonden.

Het resultaat? Ja, we worden door gemeenten zeker gezien in die nieuwe rollen. En ja, daar is veel respect voor. Maar nee, dat vertaalt zich nog niet echt door naar extra geld.  Ondertussen help ik al ruim tien jaar bibliotheken die vechten van de ene naar de andere bezuiniging.

Beste gemeenten....
Beste gemeenten: kom bij mij niet meer aanzetten dat wij nog niet naar de kosten hebben gekeken, kom bij mij niet aanzetten dat we nog wel wat meer kunnen doen aan samenwerking en kom bij mij ook niet aanzetten dat wij heel anders naar onze vestigingen moeten kijken. Het zouden terechte opmerkingen zijn als we de afgelopen jaren niet hadden laten zien hoe we dwars door de crisis toch al deze veranderingen wisten te bewerkstelligen.

En beste gemeenten: er ligt een nog een peut werk. Zijn er minder laaggeletterden? Nee. Vraagt u met al uw digitale dienstverlening en minder gemeentebalies meer zelfredzaamheid van uw burgers? Ja. Kunnen ze dat allemaal? Nee. Wie gaat ze dat leren?  De bibliotheken zouden dat graag doen. We staan klaar voor elke burger in elke plaats.

Maar beste gemeente: na vele rondes meer met minder, is het ook gepast om na te denken wat u telkens vraagt van de bibliotheek.

Zo langzamerhand begin zelfs ik - als rechtgeaarde optimist - te denken dat het hoog tijd wordt dat gemeenten extra geld voor bibliotheken beschikbaar gaan stellen. De bibliotheken hebben een forse bijdrage geleverd toen het slecht ging in Nederland. Bibliotheken hebben meebetaald aan de bankencrisis en de gemeentecrisis. We staan klaar voor de toekomst maar denk niet dat het met nog minder geld kan.

Laten dit de zeven magere jaren geweest zijn. Het vet is van de botten. Het wordt tijd om weer te investeren. Investeren in de zelfredzaamheid en regie van onze burgers. Investeer in de bibliotheek!

woensdag 25 september 2019

Is het einde levencyclus voor de klassieke bibliotheek?


Enige weken geleden publiceerde de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) een lezenswaardig maar taai rapport over een leenrechtkwestie. De casus is dat Stichting Leenrecht en Openbare Bibliotheken nog geen vergelijk hebben gevonden voor een leenrechtvergoeding rond uitleningen in schoolbibliotheken. Stichting Leenrecht vindt dat er meer betaald moet worden, de bibliotheken zeggen dat dat niet klopt. Pleiade, het onderzoeksbureau dat is ingehuurd door de VOB, stelt in het rapport met verwijzing naar bovenstaande grafiek:
Bij voortzetten van de huidige daling van het aantal uitleningen kan men op basis van de hier gepresenteerde trendlijn verwachten dat in de jaren na 2025 de opbrengsten van de leenrechtafdracht niet meer opwegen tegen de apparaatskosten van de collectieve beheersorganisaties. De onontkoombare conclusie lijkt dan ook dat het leenrechtstelsel zich aan het einde van haar levenscyclus bevindt.
Zo, die zit, zal men bij de VOB gedacht hebben. Het model dat de uitgevers voorstaan is gewoon niet meer houdbaar....

Einde levenscyclus leenrecht = einde levenscyclus klassieke bibliotheek?
Ik wil mij niet mengen in die leenrechtdiscussie. Want behalve dat een aantal bibliotheekdirecteuren zich wellicht in de handen wrijven dat ze minder leenrecht hoeven te betalen is er ook wat anders aan de hand. Want zegt de bibliotheek hier over zichzelf eigenlijk niet dat we rond 2027 wel kunnen stoppen met uitlenen? En verkondigt de VOB hier eigenlijk niet mee dat niet alleen de levenscyclus van het leenrecht in zicht is maar ook de levenscyclus van de klassieke uitleenbibliotheek?

Zijn we klaar soms?
Zijn we klaar met lezen dan? Nou, als je de leestijd door de tijd heen bekijkt zoals de leesmonitor die weergeeft (zie grafiek) zou je dat wel denken. Noteer daarbij wel even dat men in 2006 een andere methode is gaan gebruiken. De werkelijkheid is dat we gewoon in een vlucht naar beneden zitten met lezen.


Nou kun je zeggen dat de tijd veranderd is en dat lezen daar minder bij past. Het is zeker waar dat ons mediagebruik veel diverser is geworden maar dat vraagt vooral méér en nieuwe vaardigheden en juist ook nog die leesvaardigheden. Probeert u maar eens een vliegticket te boeken met weinig leesvaardigheden.... dat gaat u niet lukken. Of op zijn minst mist u die opmerking over de omvang van de koffers. Kortom, ja wij lezen minder maar lezen is niet minder belangrijk geworden.

Het feit dat we zoveel aandacht besteden aan laaggeletterdheid onderschrijft dat natuurlijk. Aan de preventieve kant is het natuurlijk mooi  dat we op veel scholen nu leesprogramma's doen maar het is ook ontzettend nodig. Dat is geen luxe maar noodzaak. Bibliotheken  zouden -samen met scholen en ouders - alle kinderen van Nederland moeten uitdagen om elke dag te lezen!

Een tijdje geleden deden de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad nog een oproep tot een leesoffensief: Lees! De twee raden deden drie grote aanbevelingen:
1. Voer een krachtig en samenhangend leesbeleid Voor scholen is het stimuleren tot lezen een belangrijke taak. Maar zij mogen er niet alleen voor staan. Voor de landelijke overheid, de gemeenten, de scholen en de bibliotheken samen moet het vergroten van leesmotivatie een speerpunt zijn.
2. Zorg voor een rijk leesaanbod . De raden pleiten ervoor om jongeren in hun gehele schoolloopbaan te voorzien van een rijk leesaanbod – boeken en langere verhalende teksten,hetzij van papier hetzij digitaal.
3. Breng een leescultuur tot stand Jongeren zijn meer geneigd om te lezen wanneer ze worden omgeven door een leescultuur. In een leescultuur zijn behalve boeken ook volwassenen aanwezig die de rol van leesbevorderaar vervullen.
Wie deze aanbevelingen leest ziet dat de bibliotheek zich eigenlijk toch wel flinke zorgen moet maken als men zelf constateert dat de levencyclus van het leenrecht eindig is en daarmee eigenlijk ook de levenscyclus van de klassieke uitleenbibliotheek. Het zegt namelijk ook iets over het lezen en de vaardigheid om met teksten om te gaan.

De maatschappelijk-educatieve bibliotheek kan niet zonder de klassieke bibliotheek
Zelf vertel ik vaak verhalen over bibliotheken bij gemeenteraden, wethouders en bibliotheken zelf. We constateren dan altijd dat bibliotheken een flinke transitie doormaken. Van collectie naar connectie, van een ruimte met kasten en boeken erin naar een bruisende werk- en leerplek voor de samenleving.

Zeker: het karakter van de bibliotheek is veranderd. Hoogleraar Bart Brouwers verwoorde dat goed  in een opiniestuk in Trouw deze week:
Bibliotheken leveren niet alleen letterlijk kennis, maar zorgen er ook voor dat er een op feiten beruste uitwisseling van gedachten kan plaatsvinden tussen mensen die kunnen accepteren het niet met elkaar eens te zijn over de consequenties van die feiten. Ze openen verborgen werelden, bieden beschutting en ontmoetingen, leren respect te hebben voor cultureel en fysiek bezit, helpen bij de opvoeding van kinderen, vullen specifieke gaten in kennis van hen die het nodig hebben, faciliteren vriendschappen en zorgen ervoor dat ontbrekende literaire en digitale geletterdheid wordt opgelost. Dat alles maakt dat bibliotheekbezoekers sterkere burgers worden en meer kunnen bijdragen aan onze democratische samenleving. Doorslaggevend daarbij is dat bibliotheken open zijn: iedereen is er welkom, ongeacht geloof, politieke voorkeur, ras, leeftijd, overtuiging of wat dan ook.
Ja, bibliotheken zijn plaatsen geworden met cursuslokalen om te leren, met studieplekken en cafés om te ontmoeten. Mooie plekken om een leven lang te leren. Maar een bibliotheek waar niet meer gelezen wordt, is ondenkbaar.  Lezen is van wezenlijk belang voor een ieder die zich wil blijven ontwikkelen.

Geen leesoffensief zonder boeken! En geen leesoffensief zonder bevlogen bibliothecarissen, leesconsulenten, vrolijke leraren en andere enthousiaste lezers! En het einde van de levenscyclus van de klassieke uitleenbibliotheek? Welnee, het is een belangrijke bouwsteen van die maatschappelijke educatieve bibliotheek!

Lezen en laten lezen!

woensdag 18 september 2019

Een gemiddeld bibliotheeklid bespaart € 300,- per jaar


Een goede collega attendeerde mij op bijgaande uitleenbon die op Instagram te vinden was. Het is een bijzondere bon want op elke uitleenbon krijg je als bibliotheeklid te zien hoeveel je bij deze uitlening hebt bespaard.  En ook nog eens hoeveel je in dit lopende jaar en vorig jaar al bespaard hebt met de bibliotheek. Blijkbaar registreerde men bij elke uitlening wat de aanschafprijs was en hoeveel je dus als bibliotheeklid al bespaard had. Ik vond het wel een briljante gedachte. Zo eentje waarvan je dacht: waarom hadden wij dat al niet op onze bonnen staan?

Gemiddeld bibliotheeklid bespaart € 300,- per jaar!
Het is toch leuk om even door te rekenen. De bibliotheken leenden in 2017 71 miljoen materialen uit aan 3,7 miljoen leden. Gemiddeld per lid betekent dit 19,3 uitleningen. De gemiddelde boekenprijs in 2018 was bij de bibliotheekboekeninkoper NBD/Biblion € 15,68. Een gemiddeld lid - voor zover die natuurlijk bestaat - bespaart dus jaarlijks € 302,18 (19,3 x € 15,68). Misschien iets om bij de volgende ronde contributie-inning even te vermelden aan uw leden.

€ 1,1 miljard besparing op jaarbasis
Als we dan toch aan het rekenen zijn..... Laten we dan ook de rekensom eens maken voor heel Nederland. Want stel je toch eens voor dat er nergens een bibliotheek was.... Wie de rekensom van bovenstaande bibliotheek doortrekt komt dan op een jaarlijkse besparing van € 1,1 miljard (71 miljoen  uitleningen x € 15,68).  Voorwaar toch geen kattenpis.

Overigens zou je van die € 1,1 miljard dan de € 415 miljoen aan overheidssubsidie die bibliotheken ontvangen moeten aftrekken. Je houdt dan nog altijd een netto maatschappelijk rendement over van € 700 miljoen. Vanuit die redenering is het altijd te duur om een bibliotheek te sluiten.

Wat als we niet meer zouden uitlenen?
Ik snap wel, de rekensom gaat natuurlijk wat mank. Natuurlijk gaat niet iedereen die boeken kopen als er geen bibliotheek zou zijn. Wat overigens dan ook wel weer zorgelijk zou zijn. Want hoeveel minder zou er dan gelezen worden in Nederland? En welk effect zou dat hebben op onze collectieve taalvaardigheden. Jaar na jaar tellen we ondanks alle inspanningen steeds meer laaggeletterden.

Goed, leuke rekensommetjes voor tussendoor. Nu weer aan de slag met het echte werk: mensen helpen om zich te kunnen redden in de samenleving. En een boek uitlenen hoort daar nog steeds knetterhard bij zoals u ziet.

maandag 16 september 2019

Hoe in één jaar het aantal volwassen leden tussen 18-30 jaar meer dan verdubbelde...


In mijn vorige post ging het nog over de resultaten van de boetevrije bibliotheken maar vandaag ga ik het hebben over het experiment van de Boekenberg waar een gratis basisabonnement werd uitgetest voor volwassenen. Directeur Victor Thissen presenteerde op Linkedin de resultaten van dit basisabonnement. En ik citeer er graag uit.

In 2017 veranderde men de tarievenstructuur. Bijzonder daarbij was dat een gratis basisabonnement werd in gevoerd voor volwassenen van 18-30 jaar. Men ziet dit als opmaat naar een gratis basisabonnement voor alle burger.

Waarom een gratis abonnement?

Waarom zou je dat willen, een gratis bibliotheek. Om  het in hun eigen woorden te citeren:
  • "Geen financiële drempels voor onze basisdienstverlening, waardoor meer bereik.
  • Een gratis basisdienstverlening sluit aan bij de brede, maatschappelijke bibliotheek die we willen zijn. 
  • Als alle gebruikers van onze (veranderende) dienstverlening lid zijn, kunnen we veel beter monitoren wat ze komen doen. Dat is de basis voor een langdurige relatie met meer klantparticipatie, wat leidt tot meer innovatie van de dienstverlening.
  • Zo kunnen we monitoren en beter zichtbaar en meetbaar maken wat ons maatschappelijk rendement is, waarom we ertoe doen. 
  • Het maakt de weg vrij te gaan werken met verschillende aspecten van het freemium verdienmodel, waardoor op termijn een stevige financiële basis van de bibliotheek."
Voor de liefhebber: het aantal betalende leden loopt al jaren terug in openbare bibliotheken en de contributies beslaan ongeveer 10% van de begroting. Best een redelijk aandeel maar ook geen aandeel dat je nooit anders zou kunnen organiseren als je het zou willen.

Maar toch, je moet ook maar de lef hebben om het te gaan doen en de Boekenberg had dat. Hoewel de directeur ongetwijfeld zou zeggen dat het met dat lef ook wel meeviel want zoveel betalende leden zijn er niet in deze leeftijdcategorie. Vaak worden volwassenen opnieuw lid als er kinderen in het gezin worden geboren.

Wat was het basisabonnement?
Het basisabonnement was - zoals de naam al aangeeft - een beperkt maar in mijn ogen een mooi aanbod. Het bestaat uit:
- Max 12 materialen gratis lenen per jaar (geen e-books).
- Gratis wifi, internet en gebruik databestanden.
- Gratis deelname aan workshops, spreekuren en proeflessen.
- Korting op cursussen, lezingen, films.

Wil je meer dan neem het grotere betaalde abonnement.

1.100 nieuwe leden in deze categorie in één jaar!
Tja, wie dacht dat het contributiebedrag geen issue was in deze categorie, die kun je met bovenstaande cijfers uit de droom helpen. Het aantal volwassen van 18-30 jaar steeg in één jaar van 730 naar 1.839 leden. Een stijging van 1.100! In een categorie die tot nu toe jaar na jaar daalde.

Men heeft ook gekeken waar deze 1.100 leden vandaan kwamen. Dat zie je in onderstaande tabel.


Het grootste deel van de leden met een gratis basisabonnement zijn leden die nog niet eerder lid waren (39%). Echt nieuwe mensen dus! Daarnaast is er een groep van 34% die automatisch overging van het jeugdabonnement naar het gratis vervolg voor 18-jarigen.

Daarna komt er een groep van 23% die overstapt van een betaald abonnement naar een gratis abonnement. Dit zullen kleingebruikers zijn geweest in de categorie 18-30 jaar want wie minder dan 12 boeken per jaar leest is inderdaad goedkoper uit. En tot slot is er een groep van 4% die ooit lid was en nu weer lid is geworden.

De rekenaars onder ons zullen zeggen dat de bibliotheek inkomsten derft in de categorie van 34% die gratis van jeugd naar een gratis volwassen abonnement instroomt en in de groep van 23% van leden die overstappen van een betaald naar een gratis abonnement. Bij die overstappers is dat natuurlijk heel helder maar bij die instroom van 18-jarigen is dat natuurlijk al veel complexer. Daarvan haakte namelijk het overgrote deel af zodra de acceptgiro binnenkwam. De Boekenberg houdt het er voorlopig op dat men gedurende het experiment € 3.950,- aan directe inkomsten is misgelopen. Daar staan beperkte inkomsten tegenover van horeca en activiteiten. Wel constateert men dat het drukker is geworden in de bibliotheek.... Is dat erg?  Nee, daar zijn we altijd blij mee maar het kan natuurlijk op termijn om meer ruimte vragen. Maar volgens mij kun je mét succes altijd beter een gesprek voeren dan zonder dat succes.

 Alles bij elkaar een redelijk overzichtelijk geheel zou ik zeggen. Geen reden om ermee te stoppen, eerder om het uit te breiden.

Over 5 jaar?
En dat is dus ook wat men gaat doen. In het evaluatierapport geeft men aan dat men in 2020 een tweede groep wil toevoegen aan het gratis basisabonnement. Welke dat is, wordt nog niet genoemd. En over vijf jaar moet iedere burger in Nissewaard de mogelijkheid hebben om een gratis basisabonnement te hebben.

Komt de gratis bibliotheek in zicht?
Het experiment bij de Boekenberg toont aan dat het gebruik van de bibliotheek bij een gratis basisabonnement fors toeneemt. Dit zonder al te veel marketing en promotie. Een groep die nauwelijks bereikt werd lijkt zonder problemen terug te komen of te blijven hangen. Zelfs een kleine contributie kan dus een aanzienlijk verschil maken.

Voor bibliotheken is het interessant om nog eens na te denken waarom men ook al weer een contributie vroeg. Levert het vragen van een contributie een bijdrage aan het bereik in de samenleving? Zijn we daardoor beter in staat te helpen? En waarom zijn kinderen wel gratis en volwassenen niet en zijn die argumenten nog steeds van toepassing?

Wie de cijfers van de Boekenberg ziet en de snelheid waarmee het bereik stijgt, moet toch reden hebben om daar eens over na te denken. Zouden bibliotheken als basisvoorziening voor burgers niet een gratis basisdienstverlening moeten hebben?  Ik neig er inderdaad naar en ben dus zeer benieuwd naar  het vervolg!

Hulde voor de helden bij de Boekenberg!

woensdag 11 september 2019

Factcheck: Presteren boetevrije bibliotheken beter?



45% van de bibliotheken kent een vorm van boetevrij abonnement. Soms voor alle leden, soms alleen voor kinderen en soms alleen voor lezers die bereid zijn er extra voor te betalen. Net voor de zomervakantie publiceerde ik hier de nieuwe cijfers over en constateerde dat het aantal boetevrije bibliotheken weer flink gestegen was.

Mijn conclusie was toen dat de boetevrije bibliotheek 'een blijvertje' is geworden. Rivierenland en Biblioplus waren in 2014 de eerste bibliotheken die er mee startten. Nadat ik het nieuwe overzicht had gemaakt, berichtte Herman Horst, directeur in Midden-Brabant mij dat hij de ontwikkelingen met belangstelling volgt maar dat hij ook benieuwd is naar de cijfers. Presteren presteren boetevrije bibliotheken ook beter? Tijd om maar eens op onderzoek te gaan naar die cijfers.

Onderzoek in 2017: 'Een duidelijke visie maar nog te vroeg voor conclusies'


Het rapport van Route2020
In 2017 deed ik voor het project Route2020 een onderzoek naar boetevrije bibliotheken samen met Paul Adels en Guido de Gans. We onderzochten toen drie volledig boetevrije bibliotheken: Rivierenland, Eindhoven en alle bibliotheken in de provincie Groningen.

In dat onderzoek constateerden we dat de reden van invoering van boetevrij vooral te maken heeft met de transitie van klassieke bibliotheek naar maatschappelijke en educatieve bibliotheek. Door invoering van boetevrij wordt een oude irritatie in de klassieke bibliotheek weggenomen en wordt tegelijkertijd het aantal baliehandelingen teruggebracht en ontstaat meer tijd voor nieuwe taken. Meer uitlenen of meer leden was dus niet een primair doel van de invoering van boetevrij. 

In interviews met de drie bibliotheken bleek dat klanten inderdaad in de regel erg tevreden waren met boetevrij. De bibliotheken konden laten zien dat ze meer tijd hadden gekregen voor programmering door een andere inzet van personeel. Wel constateerden we toen dat er nog erg weinig onderzoek naar was gedaan. Bij een kwantitatieve analyse van ledenaantallen en uitleningen werd het volgende geconstateerd:
De voorlopige conclusie is dat invoering van boetevrij niet leidt tot een significante extra stijging of daling van het aantal betalende leden. Maar we merken op dat deze conclusie op bijzonder weinig cijfers stoelt.
Het hele rapport is nog te downloaden op innovatiebieb.nl en bevat nog steeds een actuele lijst met tips voor bibliotheken die overwegen te starten.

En hoe is dat nu, nu we twee jaar verder zijn?  Ik deed navraag bij de drie bibliotheken die destijds meededen en zette hun uitleen- en ledencijfers op een rijtje. Is er nu al meer over te zeggen?

Klanttevredenheid: 90% leden blij met boetevrij


Het meest uitgebreide klantonderzoek heeft Biblionet Groningen gedaan. Dat onderzoek werd gepubliceerd in 2018. De invoering van boetevrij eind 2016 was dus ruim een jaar aan de gang. Overigens ging het in Groningen niet alleen om de invoering van boetevrij maar om een heel nieuw abonnementensysteem. In bijgaande grafiek uit het onderzoek zie je dat ruim 90% van alle leden in Groningen tevreden of zeer tevreden is over boetevrij is.

Het hele onderzoek kun je hier overigens terugvinden.

Ook van andere bibliotheken kreeg ik in de afgelopen tijd soortgelijke reacties terug. Theek5 meldde mij dat vooral het feit dat we hier geen discussie meer over hebben voor zowel lezers als bibliotheekmedewerkers erg prettig is. Er zat vooral negatieve energie in.

Overigens meldden verschillende bibliotheken dat uit hun evaluaties blijkt dat er nog steeds leden zijn die nog niet weten dat de bibliotheek boetevrij is. Ingrid Fest van Eindhoven meldde bijvoorbeeld dat in het laatste klanttevredenheidsonderzoek nog steeds een paar mensen opmerkingen maakten over die vermaledijde boetes. En dat terwijl het al sinds eind 2016 afgeschaft is!

Cyril Crutz, directeur van BiblioPlus, meldt dat sinds de invoering van boetevrij het inderdaad gelukt is om het aantal activiteiten en programma's voor nieuwe doelgroepen te vergroten en dat daar de echte winst zit van boetevrij.

En leden en uitleningen?
Ook die cijfers heb ik van een update voorzien. Meer uitleningen of meer leden was geen doel op zich van de invoering van boetevrij. Toch is het wel interessant om naar die cijfers te kijken. Het verhogen van klanttevredenheid door invoering van boetevrij zou ervoor kunnen zorgen dat minder leden afhaken. En het ontbreken van een boete zou er ook voor kunnen zorgen dat mensen zorgelozer gaan lenen en wellicht dus wat meer meenemen.

In eerdere onderzoeken zagen dat effect nog niet maar waren er ook nog maar weinig gegevens over.

Uitleningen: Geen direct verband met boetevrij



Hierboven ziet u een update van een grafiek die we bij het eerdere onderzoek ook gebruikten. De paarse stippellijn is de landelijke benchmark van ontwikkeling van de uitleningen. De index hebben we op 100 gezet in 2014, het jaar waarin Rivierenland boetevrij werd. Groningen en Eindhoven werden pas later boetevrij.

Rivierenland volgt sinds 2014 ongeveer exact de landelijke benchmark. Eindhoven kende het jaar na de invoering een kleine dip maar herstelde zich in 2018. Groningen kende in 2017 een zware val omdat in het nieuwe abonnement verlengen niet meer mogelijk was. Die uitleningen verdwenen dus uit de statistieken. In 2018 volgde Groningen de landelijke index.

Alles bij elkaar is hier ook nog niet veel te zeggen. Ook van BiblioPlus en Theek5 heb ik cijfers gezien en ook die presteren ongeveer zoals de landelijke index.

De voorlopige conclusie die we destijds deden dat boetevrij weinig invloed heeft op het leengedrag lijkt bevestigd te worden. Maar nogmaals, het gaat nog steeds om een zeer beperkt aantal jaren en een beperkt aantal gevolgde bibliotheken.

Leden: Lijken beter te scoren dan landelijk gemiddeld?


En dan hier dezelfde grafiek maar dan voor betalende leden. Ook hier is de paarse stippellijn weer het landelijk gemiddelde. Helaas hebben we nog geen cijfers over 2018  maar als je de lijn doortrekt en vergelijkt met de drie bibliotheken zie je toch iets opmerkelijks.

Bijna elke bibliotheek die de abonnementenstructuur wijzigt kent in het eerste jaar na invoering extra uitval. Vaak vraagt de abonnementswijziging iets van leden  en daardoor wordt het een natuurlijk afhaakmoment. Wie al van plan was een keer uit te stappen, doet dat vooral op dit soort momenten. Bij Rivierenland zie je dat goed terug in 2014.  Maar daarna stijgt het aantal weer. Men heeft hier overigens redelijk consequent aan ledenwerving gedaan. Rivierenland scoort beter dan de landelijke index in de afgelopen jaren.  Ook Eindhoven kende in 2018 een groei van het aantal betalende leden na inderdaad een klein dipje in 2017 wat het jaar na de invoering was. Groningen ten slotte zit licht onder de landelijke index maar kende het afgelopen jaar wel een afvlakking.

Ook hier dus nog een enigszins diffuus beeld. Twee van de drie bibliotheken presteren beter tot aanmerkelijk beter dan de landelijke benchmark. Eén bibliotheek zit net onder de landelijke benchmark.

Zelf houd ik het er voorlopig op dat boetevrij nooit het enige 'ding' kan zijn dat uitleningen of ledentallen kan laten stijgen of dalen. Hier een complex aan factoren  aan het werk: openen of sluiten van vestigingen, prijspolitiek, veranderde leenvoorwaarden of zelfs een ander bibliotheeksysteem dat makkelijker of minder makkelijk is dan het vorige systeem.

Gratis maar niet Gratuit
Overigens is rond die ledenaantallen al een interessant nieuw initiatief gestart van een groep bibliotheken onder aanvoering van Bibliotheek Rotterdam. En dat is om een gratis basislidmaatschap te onderzoeken. Dat zou ledentallen natuurlijk weer in een heel ander daglicht zetten en ik zie dit wel als een doorgaande trend dat het lidmaatschapsmodel dat alleen nog op de klassieke bibliotheek is geënt op enig moment wel moet veranderen naar een model dat past bij de maatschappelijke en edcuatieve bibliotheek. Meer informatie over dit initiatief - dat inmiddels is gehonoreerd door de innovatieraad - vind je hier.

Factcheck: presteren boetevrije bibliotheken beter?
Terug naar de eerste vraag. Kunnen we nu zeggen dat boetevrije bibliotheken het beter doen? Het antwoord  zweeft tussen  ja en nee.

Ja, ze presteren beter
Aan de ja-kant is te noemen dat het overgrote deel van lezers inderdaad blij zijn met het wegvallen van de boetes en dat bibliotheken aangeven minder irritatie aan balies ervaren. Ook is het gelukt om meer tijd vrij te spelen voor nieuwe taken. Tot slot is het interessant de ledentallen te gaan volgen. Kennen boetevrije bibliotheken inderdaad minder afhakers?  Er zijn lichte signalen voor. De toekomst moet het uitwijzen.

Nee, je kunt nog niet zeggen dat ze beter presteren
Wie naar uitleencijfers kijkt moet constateren dat boetevrij niet zorgt voor meer uitleningen. Leden vinden boetevrij wel prettig maar doen niet drie boeken extra in hun tas.  Hoewel we hierboven zeggen dat het ledental wellicht stijgt, is dat resultaat nog wel heel dun en ook nog niet voor elke bibliotheek zichtbaar.

Of boetevrije bibliotheken beter presenteren hangt ervan af welk doel u nastreeft. De doelen die de deelnemende boetevrije bibliotheken zichzelf stelden, zijn inderdaad gehaald (tevredenheid leden, minder handelingen waardoor meer tijd voor programmatische inzet). Wie denkt dat boetevrij een deus ex machina is voor ledentallen en uitleningen kan vooralsnog beter iets anders verzinnen.

Dank aan Paul Adels (Theek5), Ingrid Fest en Lizet Bekkers (Bibliotheek Eindhoven), Alian Spelde en Jacqueline Roelofs (Biblionet Groningen) en Inge de Haas (Bibliotheek Rivierenland) voor de informatie die zij beschikbaar stelden.