Posts tonen met het label media: tijd in beeld. Alle posts tonen
Posts tonen met het label media: tijd in beeld. Alle posts tonen
donderdag 7 mei 2015
Gaat de bibliotheek het redden? Drie conclusies : SCP-rapport Media: Tijd in beeld : deel 4 en slot
Het laatste blogje voor deze week. In een voor mij arbeidsluw weekje goed om zo even bij te lezen. Maar vrolijk ben ik nog niet. Ik heb drie conclusies voor u: twee stemmen optimistisch en één is ronduit een stevig zorgpunt.
Om maar eens te beginnen met de twee vrolijke punten.
Conclusie 1: Lezen is dood, leve de bibliotheek!
'Lezen is dood, leve de bibliotheek!' kraaide ik na het tweede blogje. Lezen behoort steeds minder tot de dagelijkse routine. Onderzoek wijst uit dat deze routine vooral in laagopgeleide gezinnen volledig aan het verdwijnen is. Vroeger hadden die nog de TV-gids en de leesmap. Het zijn allebei iconen van een tijdperk dat aan het verdwijnen is.
Dat betekent dat bepaalde delen van de maatschappij niet meer vanzelfsprekend zichzelf blijven bekwamen met taal. Het feit dat het aantal laaggeletterden onder jongeren toeneemt, is dan ook schrikbarend.
Het rapport Cohen wijst er niet voor niets op dat taalontwikkeling en lezen tot de kerntaken behoren. Niet het beschikbaar stellen van collecties op zich maar juist datgene wat we er mee moeten doen, staat centraal.
Het rapport van het SCP onderschrijft de ingeslagen weg met Boekstart, VoorleesExprees, Bibliotheek op School, Taalhuizen en convenanten rond geletterdheid. Hier ligt een duidelijke legitimatie voor de toekomst.
Conclusie 2: Basisvaardigheden zijn een kerntaak bibliotheek
De helft van de Nederlanders vult niet zefstandig de belastingpapieren in of de toeslagen, blijkt uit onderzoek. In blog nummer drie schreef ik over de digitale revolutie die nu het stadium nadert dat het niet alleen om het bezit van nieuwe appartuur gaat maar dat ook het gedrag van de consument hierdoor nu gaat kantelen. Op internet zijn tal van nieuwe business modellen ontstaan. De oude wereld heeft het daar nog moeilijk mee. Kijk maar naar uitgevers, winkels en ja, ook bibliotheken, maar daarover meer bij het volgende punt.
De overheid verplicht je tot digitale aangifte, afspraken kunnen alleen nog maar gemaakt worden via een website en een treinkaartje bestaat niet meer fysiek. Het aantal burgerdiensten dat mensen hierbij ondersteunt zoals formulierenbrigades, ouderenbonden of belastinghulpen, neemt snel toe.
Het toont allemaal aan dat de bibliotheek een prima rol kan hebben bij het ondersteunen op die digitale basisvaardigheden. Het is een mooi verlengstuk achter taal. Denk aan digitale cursussen, internetbankieren, belastingaangifte, toeslagen aanvragen, digitaal solliciteren, tabetgebruik, de voorbeelden liggen voor het oprapen.
Elke bibliotheek zou van bovenstaande een mooi pakket moeten hebben en dit samen met burgers uitvoeren. Want laten we wel wezen: er zijn al heel wat groepjes mee bezig.
Twee punten om prima mee aan de slag te gaan. Of de bibliotheek nog een hele brede publieksfunctie is, wordt wel de vraag.
Conclusie 3: Digitaal en fysiek ondersteunen elkaar (nog veel) te weinig
Mijn grote zorgpunt zit bij de tabel die ik hier boven heb staan. De tabel gaat over de frequentie van websitebezoek door burgers. Enig idee waar de bibliotheek onder valt in deze onderverdeling? Nee, ik ook niet. En ik ben eerlijk gezegd dat ook maar zeer weinigen hieraan hebben gedacht bij het invullen.
Onze digitale presence als informatiebron is naadje. Ja, ja, al die websites lijken nu wel een beetje op elkaar maar dat betekent niet dat we digitale dienstverlening hebben. Bibliotheekklanten kennen ons digitaal alleen van het verlengen van hun materialen en het reserveren van een boek. Dan is er nog 1% van ons klantenbestand dat ook iets met ebooks doet. Hoezo, digitale dienstverlening?
Op een paar witte raven na, speelt de bibliotheek geen enkele digitale rol van betekenis. Dat doet mij eerlijk gezegd wel pijn. Voor mij is het te vroeg om te zeggen dat we hier geen rol hebben, maar een herijking lijkt me wel op zijn plek. Moeten we toch meer aan marketing doen (nog meer abri's op stations), moeten we nog meer ver'appen' of moeten we veel meer onze digitale programma koppelen aan fysieke programma's in bibliotheken rond lezen en basisvaardigheden?
Met twee vrolijke conclusies en één zorgpunt, sla ik het SCP-rapport dicht. En ik weet, het wordt hoog tijd om vogende week weer hard aan het werk te gaan. Want werk.... dat ligt er namelijk genoeg, zo blijkt.
Foto: Littlestar19
woensdag 6 mei 2015
De revolutie die nog geen revolutie is maar die al wel lang is begonnen : SCP-rapport Media: Tijd in beeld : deel 3
Nou Deckers, onder welke cryptische titel mag je vandaag weer iets roepen? Nou onder de titel: de revolutie die nog geen revolutie is maar die al wel lang is begonnen.....
Gisteren hebben we het lezen dood verklaard en geconstateerd dat dat de nodige ruimte schept voor de bibliotheek. Vandaag gaan we zien dat het hoewel het lezen dood is, die digitale revolutie nog niet overal wil vlotten.
Hoezo, kijken via internet?
Neem bijvoorbeeld het anders TV-kijken dan via die beeldbuiskast in de woonkamer. Loopt dat een beetje? Zie de tabel hierboven, het antwoord is nee. 78% van de bevolking kijkt vooral via de gewone televisie en 13% kijkt op een ander moment op diezelfde televisie. Hoewel de hegemonie van het vaste tijdstip wel wat afbrokkelt, is de beeldbuis zelf toch nog wel heilig.
Hoezo, digitaal lezen?
Wat geldt voor het kijken, geldt ook voor het lezen.
Kijk maar even mee. 50% van de Nederlanders leest elke dag. 44% doet dit op papier, 2% op een e-reader en 4% op een tablet. Dat zijn geen schokkende cijfers. Okee, weet even dat het eind 2013 is dat het gemeten wordt, maar dan nog. Verderop staat in het rapport dat 5% van de krantenlezers dit hun abonnement digitaal consumeert. Ook geen schokkende cijfers.
Praten we ons die digitale revolutie onszelf niet een beetje aan? Op basis van deze cijfers zou je dat makkelijk kunnen constateren.
Communiceren is een digitale bezigheid
Wat voor kijken en lezen geldt, geldt niet voor communiceren. De vaste telefoon is verdrongen door mail en sociale media. Samen met Zweden is Nederland de koploper van het gebruik van sociale media. 83% van de Nederlanders zei in eerder Europees ondderzoek elke dag gebruik te maken van sociale media.
83%: dat is een percentage waar de bibliotheek slechts van kan dromen. En wie bedenkt dat Hyves maar iets meer dan tien jaar oud is (en al weer vedwenen) en Facebook nog maar iets meer dan vijf jaar, die snapt dat het hier wel heel erg hard is gegaan. Waar de bibliotheek een eeuw over deed, doen de moderne media in vijf jaar. Maar goed, dat geldt wel voor meer instituten.
Wat je ziet is dat wie uit de fysieke wereld komt en naar de digitale wereld wil, dat die het vooral moeilijk hebben. Wie ooit begon in de digitale wereld, zonder de bagage van de fysieke wereld, lijkt supersnel zijn plek te veroveren.
De revolutie die nog geen revolutie is, maar die al wel lang is begonnen
Ik maak een opmaatje naar een laatste blogje, want daar gaan we nog wat conclusies trekken. Maar wat we hier zien is dat de technische mogelijkheden er al volop zijn maar dat het gedrag van burgers nu langzaam daar naar toe gaat. Tien jaar geleden zagen we de contouren van wat technisch zou kunnen. Nu tien jaar verder zien we langzaam het consumentengedrag veranderen maar zien we vooral dat ze hele nieuwe terreinen bewandelen. Het oude medialandschap (kijken, lezen) kantelt langzaam maar het nieuwe medialandschap (communiceren) dendert door de samenleving.
En de grote vraag is: wat betekent dit voor de bibliotheek? Daar gaan we het in het volgende blogje nog maar eens over hebben...
dinsdag 5 mei 2015
Lezen is dood! Leve de bibliotheek! Hoe ontlezing een feit werd... SCP-rapport Media: Tijd in beeld : deel 2
Ontlezing... feit of aanname. Hoewel ik hartstochtelijk van lezen hou: het is een feit. Het wordt de pijnlijke boodschap van vandaag. Hoewel...
In het vorige blog constateerden we dat media en communicatie een steeds dominantere plek innemen in ons leven. Meer en meer tijd besteden wij aan steeds meer apparaten en typen media. Onze ouders hadden slechts een radio en krant of boek. Pas later televisie en nog weer later een vaste telefoon. Als ik dat vergelijk met mijn kinderen dan zijn daar mobiele telefoons, computers en tablets bij gekomen. De mogelijkheden nemen snel toe.
Verdringen al die nieuwe mogelijkheden het lezen? Het antwoord is: 'ja'. In de vorige blog gebruikte ik ook al bovenstaande plaatje. In 1975 lazen we nog 6,1 uur per week, in 2011 was dat nog 2,5 uur.
Het rapport stelt:
Lezen is geen dagelijks routine meer....
Kijk maar eens naar bovenstaande tabelletje.
Het rapport stelt:
Lezen is dood, leve de bibliotheek!
Wethouders die willen bezuinigen zeggen dat bovenstaande een argument is om op de bibliotheek te bezuinigen. De bibliotheek zou geen bestaansrecht meer hebben.
Dat is voor mij echter nog maar de vraag. In een ander SCP-rapport: 'de sociale staat van Nederland' wordt namelijk gemeld dat 14% van de 15-jarigen laaggeletterd is en dat dat percentage eerder toeneemt dan afneemt.
Hoe zou dat komen? Ik durf de stelling aan dat het feit dat lezen uit onze dagelijkse routine verdwijnt er debet aan is dat het aantal laaggeletterde jongeren toeneemt. Recent onderzoek rond de bibliotheek op school toont aan dat elke dag lezen op dit punt tot vooruitgang leidt. Gebrek aan routine rond lezen heeft dus zijn weerslag op hoe kinderen presteren op school en welke startpositie zij krijgen voor de samenleving.
Met andere woorden: in een wereld waar lezen geen dagelijkse routing is, ligt er juist een extra taak voor de bibliotheek.
Lezen is dood, leve de bibliotheek!
Meer achtergrondinformatie:
De leesmonitor van Stichting Lezen is heel informatief, maar lees wel tussen de meningen door.
Uit 1997: een artikel van Aleid Truijens over taalonderwijs, 18 jaar later heeft bijna 40% van de leerlingen de Bibliotheek op school.
Ook leuk om terug te lezen: een artikel van schrijver Marcel van Driel over het 'feit' ontlezing.
In het vorige blog constateerden we dat media en communicatie een steeds dominantere plek innemen in ons leven. Meer en meer tijd besteden wij aan steeds meer apparaten en typen media. Onze ouders hadden slechts een radio en krant of boek. Pas later televisie en nog weer later een vaste telefoon. Als ik dat vergelijk met mijn kinderen dan zijn daar mobiele telefoons, computers en tablets bij gekomen. De mogelijkheden nemen snel toe.
Verdringen al die nieuwe mogelijkheden het lezen? Het antwoord is: 'ja'. In de vorige blog gebruikte ik ook al bovenstaande plaatje. In 1975 lazen we nog 6,1 uur per week, in 2011 was dat nog 2,5 uur.
Het rapport stelt:
De trends over lezen in het reguliere SCP/CBS-tijdbestedingsonderzoek liegen er niet om. Sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw is een gestage daling zichtbaar, die zich ook in recente jaren (2006 en 2011) heeft doorgezet. In 2011 waren er minder lezers en lazen ze ook gemiddeld minder lang dan vijf jaar daarvoor (onderzoek van De Haan en Sonck, 2013). Het genoemde onderzoek vond een leestijd van gemiddeld tweeënhalf uur per week. Ook het leesbereik (het aantal Nederlanders dat gedurende minstens tien minuten van de dagboekweek gedrukte media las) daalden van 85% in 2006 naar 67% in 2011.
Lezen is geen dagelijks routine meer....
Kijk maar eens naar bovenstaande tabelletje.
Het rapport stelt:
Na decennia van teruglopende leestijd behoort het lezen van een krant, tijdschrift of boek niet meer tot de dagelijkse routine van veel Nederlanders. Zelfs inclusief het digitale leesgedrag las 50% van de bevolking in 2013 niet eens tien minuten op een gemiddelde dag.Lezen behoort niet meer tot de dagelijkse routine van Nederlanders. En wie verder kijkt ziet dat lezen in opvolgende generaties sterk afneemt. Boven de 65 jaar leest 80% dagelijks. Onder de 19 is dat nog 25%.
Lezen is dood, leve de bibliotheek!
Wethouders die willen bezuinigen zeggen dat bovenstaande een argument is om op de bibliotheek te bezuinigen. De bibliotheek zou geen bestaansrecht meer hebben.
Dat is voor mij echter nog maar de vraag. In een ander SCP-rapport: 'de sociale staat van Nederland' wordt namelijk gemeld dat 14% van de 15-jarigen laaggeletterd is en dat dat percentage eerder toeneemt dan afneemt.
Hoe zou dat komen? Ik durf de stelling aan dat het feit dat lezen uit onze dagelijkse routine verdwijnt er debet aan is dat het aantal laaggeletterde jongeren toeneemt. Recent onderzoek rond de bibliotheek op school toont aan dat elke dag lezen op dit punt tot vooruitgang leidt. Gebrek aan routine rond lezen heeft dus zijn weerslag op hoe kinderen presteren op school en welke startpositie zij krijgen voor de samenleving.
Met andere woorden: in een wereld waar lezen geen dagelijkse routing is, ligt er juist een extra taak voor de bibliotheek.
Lezen is dood, leve de bibliotheek!
Meer achtergrondinformatie:
De leesmonitor van Stichting Lezen is heel informatief, maar lees wel tussen de meningen door.
Uit 1997: een artikel van Aleid Truijens over taalonderwijs, 18 jaar later heeft bijna 40% van de leerlingen de Bibliotheek op school.
Ook leuk om terug te lezen: een artikel van schrijver Marcel van Driel over het 'feit' ontlezing.
zondag 3 mei 2015
We communiceren ons te pletter! : SCP-rapport Media: Tijd in beeld : deel 1
Ik hoef de komende week niet te werken. Zoals wel meer Nederlanders. Een goede gelegenheid om nog eens een rapport van de stapel te pakken wat al lang op me lang te wachten. Het gaat om het rapport: 'Media: Tijd in beeld' van het Sociaal Cultureel Planbureau. Ik besprak wel vaker SCP-rapporten zoals de Sociale Staat van Nederland. Het is een taai werkje maar bijzonder interessant om te doen. En ook dit keer, lijdt het voor mezelf tot een aantal confronterende conclusies.
Ik verwacht dat ik de komende dagen hier vier of vijf artikelen aan ga wijden. Dus maak uw borst maar nat. Vandaag het thema: wij communiceren ons te pletter.
Media: in tijd en beeld
Het doel van het rapport is om een beeld te geven van de dagelijkse tijdbesteding aan media en communicatie. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen die het gebruikt voor verschillende beleidsterreinen. Het onderzoek is in februari 2015 verschenen maar baseert zich op onderzoeksgegevens van eind 2013. Goed om te weten in snel veranderde digitale werelden.
Ons mediagebruik: 8 uur en 40 minuten per dag
Enig idee hoeveel tijd wij met media per dag bezig zijn? Het is 8 uur en 40 minuten. Van de 24 uur die we hebben op een dag, zijn we dus meer dan een derde bezig met media: kijken, luisteren, internetten, bellen, whatsappen, mailen etc. Als we er vanuit gaan dat je ook nog eens 8 uur per dag slaapt dan is zijn we dus van de resterende 16 uur meer dan de helft bezig met deze bezigheden.
Je denkt bijna dat het onmogelijk is. Het SCP heeft ook onderzocht of we - als we bezig zijn met media - ook nog wat anders doen. Met andere woorden: multitasken we? Ja, dat doen we zeker. Kijk maar naar bovenstaande tabel. Daarbij wordt nog onderscheid gemaakt naar 'gewoon' multitasken over media-multitasken. Gewoon multitasken is bijvoorbeeld televisiekijken tijdens het eten; media-multitasken betekent dat je met tablet op schoot tv kijkt.
Kijken nog steeds het belangrijkste
Ik verwacht dat ik de komende dagen hier vier of vijf artikelen aan ga wijden. Dus maak uw borst maar nat. Vandaag het thema: wij communiceren ons te pletter.
Media: in tijd en beeld
Het doel van het rapport is om een beeld te geven van de dagelijkse tijdbesteding aan media en communicatie. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen die het gebruikt voor verschillende beleidsterreinen. Het onderzoek is in februari 2015 verschenen maar baseert zich op onderzoeksgegevens van eind 2013. Goed om te weten in snel veranderde digitale werelden.
Ons mediagebruik: 8 uur en 40 minuten per dag
Enig idee hoeveel tijd wij met media per dag bezig zijn? Het is 8 uur en 40 minuten. Van de 24 uur die we hebben op een dag, zijn we dus meer dan een derde bezig met media: kijken, luisteren, internetten, bellen, whatsappen, mailen etc. Als we er vanuit gaan dat je ook nog eens 8 uur per dag slaapt dan is zijn we dus van de resterende 16 uur meer dan de helft bezig met deze bezigheden.
Je denkt bijna dat het onmogelijk is. Het SCP heeft ook onderzocht of we - als we bezig zijn met media - ook nog wat anders doen. Met andere woorden: multitasken we? Ja, dat doen we zeker. Kijk maar naar bovenstaande tabel. Daarbij wordt nog onderscheid gemaakt naar 'gewoon' multitasken over media-multitasken. Gewoon multitasken is bijvoorbeeld televisiekijken tijdens het eten; media-multitasken betekent dat je met tablet op schoot tv kijkt.
Kijken nog steeds het belangrijkste
Hierboven zie je ook nog een uitsplitsing van die 8 uur en 40 minuten. Ook geeft de tabel aan wat het percentage van de bevolking is dat dit elke dag doet. Van de mensen die doen hebben ze de tijd opgenomen. Het percentage van de bevolking vermenigvuldigt met de tijd die mensen ermee doorbrengen levert de gemiddelde tijd per Nederlander op.
Wij gaan er nog meer tijd aan besteden
De grootste conclusie voor vandaag is echter dat we er nog meer tijd aan gaan besteden. Om het met de woorden van het SCP zelf te zeggen:
'De mediatijdsbesteding van Nederlanders bleef ruim 30 jaar stabiel, maar is tussen 2006 en 2011 voor het eerst toegenomen. Zelfs als onlinecommunicatie hier niet bij gerekend wordt, is die toename zichtbaar. In de beginjaren van internet zagen we nog geen oprekking van de mediatijd. Dit duidt erop dat de ... geschetste ontwikkeling in digitale, internationale en sociale mediamogelijkheden pas recent impact lijken te hebben op de werkelijke dagelijkse tijdbesteding.'
De toename van technologische mogelijkheden leidt dus nu pas tot extra mediatijd. En ga er maar vanuit die 8 uur en 40 minuten gaat dus nog toenemen. Mijn voorspelling: we gaan naar een maatschappij waarin we inderdaad altijd verbonden zijn. Alle kanalen staan open, zoals één van de vorige onderzoeken van het SCP al heette.
We communiceren ons te pletter. En het is nog bewezen ook.
In het volgende blog: 'Hoe ontlezing een feit werd'.
Abonneren op:
Posts (Atom)