dinsdag 17 juli 2018

POI-directeur.... dat zal toch wel een deeltijdbaantje zijn?


Gisteren werd bekend dat Annelies Bakelaar de nieuwe directeur van Biblionet Drenthe wordt. Gefeliciteerd met de benoeming vanaf deze plaats! Een nieuwe POI-directeur dus en uiteraard is dat een stevige baan. Ze zal vast fulltime aan de slag gaan. Denkt u ook niet?

Dat de functie van POI-directeur een fulltime functie was, was bij de start van de POI's in Nederland wel anders. Een tijdje geleden scheef ik al over de eerste POI-directeur in Nederland: mejuffrouw Goudzwaard. Ze werd in 1948 aangesteld als directeur van de Centrale voor PlattelandsLectuurvoorziening in Overijssel.

Onlangs kreeg ik het boekje 'Centrale Plattelandsbibliotheek voor Overijssel, 1948-1958' in handen. Het is een gedenkboekje ter ere van het 10-jarig bestaan. Daarin kun je lezen dat de functie van POI-directeur niet zomaar een fulltime functie werd. Het boekje schrijft namelijk:
"Mej. Goudzwaard werd met ingang van 1 april aangesteld tot directrice. Enkele aanwezigen ter vergadering uitten de vrees dat een directrice voor het plattelandswerk in Overijssel geen volledige dagtaak zou hebben en wellicht voor een gedeelte van de tijd kon werken in een stedelijke leeszaal!"
Ik probeer me het voor te stellen, de huidige POI-directeuren in de stedelijke leeszaal. Nee, volgens mij zijn ze op hun huidige plekken echt waardevoller. Maar misschien is het nog wel een mooie inwerktip voor Annelies Bakelaar om haar een tijdje mee te laten lopen. Dat lijkt me wel echt waardevol.

1948-1952 Collectie, collectie, collectie
Maar goed, deze opmerking werd door de tijd achterhaalt. Want het bibliotheekwerk in Overijssel groeide als kool. Tussen 1948 en 1952 werd geïnvesteerd in vele wisselcollecties in Overijssel. Kijk maar eens naar het overzicht hierboven. De Centrale PlattelandsBibliotheek nam de correspondentschappen over die er op vele plekken waren geweest voor de oorlog maar die werden uitgevoerd door stedelijke bibliotheek. Daarnaast ontstonden ook veel nieuwe plekken waar geleend kon worden. Qua opzet was het marginaal.

1953-1958 Bouwen, bouwen, bouwen
De Centrale Plattelandsbibliotheek overlegde met vele gemeentebesturen om tot een betere invulling van het bibliotheekwerk te komen. Er was gezaaid met wisselcollecties en nu werd ingezet op structurele ondersteuning door de gemeenten door ze aan te laten sluiten bij de Rijkssubsidievoorwaarden. Daarmee kwam er structureel flink wat geld bij.

Het boekje meldt dat tussen 1953 en 1958 bibliotheken tot stand kwamen in:


Ruim 30 vestigingen werden in vijf jaar geopend! Elke twee maanden opende er een nieuwe bibliotheek. Kom er nog eens om. Maar het geeft wel aan welk werk verzet werd en in welk tempo. Mejuffrouw Goudzwaard gaf al gauw leiding aan een grote organisatie. In 1958 waren en 32 medewerkers in dienst. Dat waren er 30 meer dan bij de start.

Ook de resultaten lieten een duizelingwekkende groei zien.



Nu snapt u ook waarom de schrijver van dat boekje een uitroepteken plaatste achter die opmerking van het deeltijdbaantje. Wie vooraf voorzien had dat het zo snel zou groeien, had dat natuurlijk nooit gezegd.


Het plaatje in 1958 zag er dan ook als volgt uit. Op vele plekken waren volwaardige bibliotheken gekomen met eigen collecties en eigen personeel. Overigens was al dat personeel wel allemaal in dienst bij de Centrale Plattelandsbibliotheek en ging ook al het geld naar één centrale rekening. Lokale commissies gingen vervolgens over de lokale uitvoering.

Steden
Opvallend is de arcering van de steden. Dit waren gebieden die conform de rijkssubsidievoorwaarden niet onder de steun van een provinciale instelling konden vallen maar die zelfstandig subsidie moesten aanvragen. De tegenstelling tussen stad en platteland die je her en der nog wel ziet (waaronder op de plek waar Annelies aan het werk gaat) is daaruit te verklaren. Het is een relikwie van oude wetgeving en financieringsstromen.

Deeltijdbaantje
Dat de POI-directeur een deeltijdbaantje zou moeten hebben, durft bijna niemand meer te denken. Het zijn stevige managementbanen met veel verantwoordelijkheid in een complexe bestuurlijke omgeving. Toch zou je kunnen zeggen dat een flink aantal POI-directeuren toch een deeltijdbaan heeft. In Noord-Holland en Zuid-Holland delen een POI-directeur evenals Gelderland en Overijssel en Noord-Brabant en Limburg. Eén directeur voor twee provincies. Eigenlijk dus toch twee deeltijdbanen.

En zo is de geschiedenis toch weer rond.

Geen opmerkingen: