Je zal maar minister van Onderwijs zijn, dacht ik na het lezen van de Staat van het Onderwijs 2025. De Staat van het Onderwijs is eigenlijk het jaarlijkse schoolrapport over het hele onderwijs. Want tjonge, wat een opgave heeft dat onderwijs! En dat bedoel ik niet negatief. Ik bedoel dat dat onderwijs zo ontzettend veel moet doen en ook nog in heel veel varianten moet bestaan. Ik neem bij voorbaat mijn petje af voor die hele sector inclusief de bestuurders die de lijnen mogen uitzetten.
Maar ok, daar houden de complimenten ook op. Want ja, er ligt voor dat onderwijs nog een flink aantal opgaven. Overigens is de inspectie - die de Staat van Onderwijs opstelt - milder dan voorgaande jaren over het handelen van het onderwijs. Kregen scholen in vorige rapporten nog wel flink ervan langs, nu is er waardering voor de resultaten die zijn bereikt, terwijl ook helder is dat er nog veel te doen is. Het satirisch programma 'Even tot hier' maakte er zelfs een lied over deze aanpak.
En omdat bibliotheken steeds vaker samenwerken met het onderwijs in de Bibliotheek op school is het toch goed om dit soort rapporten te volgen. Ik las het voor u en pikte er vier grafieken uit waarvan het handig is dat u ze als bibliotheekdirecteur of onderwijsspecialist ze eens gezien hebt. Uw onderwijspartner kan in ieder geval de indruk krijgen dat u de sector toch redelijk op de voet volgt met deze grafieken. Dus doe er uw voordeel mee.
Grafiek 1: Het lijkt best goed te gaan met taal en lezen
De eerste grafiek is bovenstaande over taal, lezen en rekenen. Basisvaardigheden is een belangrijk onderwerp in het rapport. Maar bij de grafiek is wel wat ondertiteling bij nodig. Ik neem u even mee. Het basisonderwijs moet ervoor zorgen dat leerlingen het 1F-niveau halen. Dat is het meest fundamentele niveau als het gaat om lezen en schrijven. 99% van de leerlingen haalt dat ook in het reguliere basisonderwijs (bo) als het gaat om lezen. De percentages bij het speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) liggen gezien de extra opgave in dit type onderwijs logischerwijs lager.
Het 2F-niveau wordt gezien als basisniveau om in te stromen op vmbo-t, havo en vwo. Ook hier zien we dat dat bij lezen best goed lukt in het reguliere basisonderwijs. 75% behaalt bij lezen ook dat niveau.
In die zin is er bij rekenen en taalverzorging meer werk aan de winkel. Maar dan kijken we toch te oppervlakkig.
Grafiek 2: Want kwetsbare groepen blijven achter
'De conclusie uit het peilingsonderzoek dat leerlingen in vmbo-g/t, havo en vwofunctioneren op het niveau dat past bij de schoolsoort is positief. Maar tegelijkertijdconstateren we dat die vaardigheid in elk geval sinds 2018 afneemt. Dat blijkt onder meeruit gegevens uit het leerlingvolgsysteem van Cito voor het vo (figuur 2.2.2b) (Seton et al.,2024). Die laten zien dat de leesvaardigheid van de leerlingen in de onderbouw al sindshet schooljaar 2018-2019 daalt. Datzelfde geldt voor de woordenschat van de leerlingen.Ook in internationaal onderzoek (PISA) onder 15-jarigen werd een afname geconstateerdvan de leesvaardigheid in vergelijking met 2015 en 2018 (Meelissen et al., 2023). De PISAtoets meet meer dan de Nederlandse toetsen hogere-ordeleesvaardigheden, zoals hetreflecteren op en het evalueren van teksten. Nederlandse leerlingen presteren juist in dievaardigheden internationaal gezien slechter.'
'We maken ons zorgen over de beperkte groei in taalvaardigheid van leerlingen dievanuit het bo en speciaal basisonderwijs (sbo) met een leesvaardigheidsniveau onder1F naar het vo gaan. In alle lagen van het reguliere vo dalen de taalvaardigheidsniveausin de onderbouw. Deze zijn vooral te laag in vmbo-b en vmbo-k. Zeker dezeopleidingen moeten zorgen voor uitstekend taalonderwijs zodat leerlingen voldoendetaalvaardig kunnen starten in het mbo op niveau 2. Ook is het van groot belang dathet praktijkonderwijs (pro) blijft streven naar 1F voor hun leerlingen. Op deze manier isniveau 2F voor leerlingen aan het eind van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) opniveau 2 haalbaar. Dit niveau is absoluut noodzakelijk om in de maatschappij te kunnenfunctioneren of om door te kunnen stromen naar hogere mbo-niveaus met beterekansen op de arbeidsmarkt. Het risico op laaggeletterdheid wordt daarmee aanzienlijkverminderd. Toch verlaat een groot aantal studenten het mbo zonder het niveau 2F lezenen luisteren te beheersen. De groep laaggeletterden in onze samenleving is nog altijd tegroot. Daarom moet goed taalvaardigheidsonderwijs in het funderend onderwijs en hetmbo een prioriteit blijven.'
Grafiek 4: Boeken, handelperspectief en burgerschap
Ja, ook dit grafiekje zal op uw mobiel nog niet al te best te lezen zijn. Maar het geeft aan wat thema's zijn rond sociale veiligheid in scholen en waar scholen vaak niet goed in weten te handelen. Het gaat dan om thema's als pesten op social media, (offline) pesten, discriminatie, polarisatie en nog zo wat thema's.