zondag 12 juni 2022

Twee op de drie bibliotheken krijgen te weinig geld


Op woensdag 15 juni wordt de hoofdlijnenbrief Cultuur van staatssecretaris Uslu behandeld.  Bibliotheken komen in deze brief op een prettige manier aan bod. Ik schreef er al over en gaf aan dat het mijn verwachting is dat er vanaf 2023 extra rijksgeld komt voor bibliotheken. Met dat debat in aantocht dacht ik, laat ik nog één keer naar de financiële cijfers kijken van de bibliotheken. En wat blijkt, op dit moment krijgen twee van  de drie bibliotheken te weinig geld. Twee op de drie. Tenminste als je het afzet tegen het minimale instapniveau dat gemeenten zelf ooit definieerden.  

Ik neem u even mee hoe ik tot die conclusie kom.

De instapnorm

De instapnorm of het instapniveau dateert al van 2003. In die tijd vond de opschaling van het bibliotheekwerk plaats. Het rijk financierde toen ook tijdelijk extra de lokale bibliotheken. Dat had te maken met de overgang naar grotere bibliotheken en de frictiekosten die daarmee waren gemoeid maar ook met een versnelling van de bibliotheekvernieuwing. Het Rijk betaalde tussen 2004 en 2007 op deze manier mee aan het lokale bibliotheekwerk. Eis van het ministerie was dat men voldeed aan de instapnorm. Die norm was (op prijspeil 2003):

€ 11,- per inwoner voor gemeenten met minder dan 30.000 inwoners

€ 12,- per inwoner voor gemeenten met meer dan 30.000 inwoners maar minder dan 90.000 inwoners en

€ 15,- per inwoner voor gemeenten met meer dan 90.000 inwoner.

Het ging hier overigens om de bibliotheeksubsidie minus de huisvestingskosten. VNG kwam overigens zelf met deze norm en deze was gebaseerd op het feit dat 80% van de gemeenten op dit moment aan die norm zouden voldoen. In 2011 werd de norm overigens nog genoemd in de VNG-handreiking maar in 2015 was deze er uit. Ergens rond die tijd is de norm dan ook afgeschaft. Veel wethouders begonnen het in de crisistijd ook als norm te gebruiken waarmee men kon bezuinigen en dat was nou ook weer niet de bedoeling. Wie meer over deze geschiedenis wil lezen verwijs ik graag naar het boek 'Twintig jaar bibliotheekvernieuwing' van Wim Keizer.

Maar goed, 2003 was natuurlijk een andere tijd met andere prijzen. Wat zou er gebeuren als we dat doorvertalen? Bij het CBS is een mooie tool beschikbaar waarmee je de normen van toen kunt doorrekenen naar de normen van nu. Wie de instapnorm van 2003 vertaalt naar 2020 (het laatste jaar dat we volledige WSOB-gegevens hebben) komt afgerond tot € 15, € 16 en € 20 per inwoner. 

En hoe staan we er nu voor?

Tja, en dan wordt het natuurlijk interessant. Want hoe staan we ervoor? Ik heb die geïndexeerde VNG-norm eens gelegd tegen de subsidiebedragen zoals ze in de gegevenslevering komen. Het meest recente jaar is dan 2020. 

Wie kijkt naar de gemiddelden per categorie ziet het volgende. 


Twee van de drie categorieën scoren gemiddeld al onder het normbedrag. Dan weet je al dat het zorgelijk is. Bij 30.000-90.000 inwoner zitten we net boven het geïndexeerde normbedrag. Maar ook daar zullen dus veel bibliotheken zitten die onder het gemiddelde scoren. 

Ik besloot dus maar eens op een rijtje te zetten welk percentage van de stichtingen onder de norm zat. En dan schrik je pas echt. Dat ziet er namelijk als volgt uit.

 In 2003 haalde 80% de financieringsnorm, nu nog maar 33%

Ziehier het financiële bloedbad dat de bibliotheken in de afgelopen tien jaar hebben meegemaakt. In 2003 haalde nog 80% de financieringsnorm van VNG en in 2020 is dat nog maar 33%. 67% haalt die norm niet. Tot 90.000 inwoners haalt de helft van de bibliotheken die norm niet en bij grotere stichtingen loopt dit op tot boven de 80%. 

Daar is één kleine kanttekening bij te maken. In de gegevenslevering leveren bibliotheken hun financiële gegevens per stichting aan en niet per gemeente. In de categorie met meer dan 90.000 bestaat ongeveer de helft uit stichtingen met meerdere gemeenten. Het zou dus kunnen dat die eigenlijk in een lagere categorie horen en daarmee per saldo toch de financieringsnorm in een lagere categorie zouden halen. Dit zorgt voor enige onbetrouwbaarheid maar zal het grote beeld niet veranderen. Daar komt bij dat gemeenten ook nog steeds herindelen waardoor weer grotere gemeenten ontstaan die in een andere categorie gaan vallen. 

Reparatie naar de norm vraagt € 60 miljoen

Als je weet welke bibliotheken er onder de norm scoren, kun je ook berekenen wat er nodig is om weer op die norm uit te komen. Dat is een kleine € 60 miljoen per jaar wat bibliotheken dan tekort komen. En daarmee heb je dus alleen nog maar geregeld dat je op de instapnorm zit, zeg maar het basisbedrag voor bibliotheek die een beetje mee kan komen, voldoende vestigingen heeft en een basisformatie. 

Wie ook nog wil bouwen aan de maatschappelijke opgaven heeft echt nog meer middelen nodig. De Raad voor Cultuur noemde altijd een bedrag van € 95 miljoen. 

Kun je de norm nog wel gebruiken?

Tja, het bibliotheekwerk van 2003 is natuurlijk niet het bibliotheekwerk van 2022. En is die VNG-norm dan nog wel klakkeloos te gebruiken?  Daar is wel iets over te zeggen. Op de eerste plaats zullen de bibliotheken zeggen dat ze veel meer taken zijn gaan doen: meer cursussen, meer activiteiten en meer programma's als bibliotheek op school, informatiepunten digitale overheid etc. Vanuit dat perspectief zou je zeggen: de norm moet omhoog.

Daar staat echter tegenover dat bibliotheken minder zijn gaan uitlenen. Ongeveer de helft minder dan in 2003 als ik de coronacrisis nog even niet meeneem. Maar goed, ook voor minder uitleningen heb je nog wel steeds dezelfde gebouwen nodig en personeel en iets minder collectie. Dus er valt wel wat weg maar welk deel? Daar zit in ieder geval enige neerwaartse druk. 

Alles bij elkaar zegt mijn gevoel dat die norm dus nog steeds een basis heeft. Maar misschien prima om daar weer eens naar te kijken en de onderbouwing opnieuw te maken. 

Gemeenten: breng financiering bibliotheek op orde; Rijk: investeer in maatschappelijke opgaven

Uslu zegt in haar brief dat ze met alle bestuurslagen wil praten over de toekomstbestendigheid van bibliotheekwerk. Het is duidelijk dat gemeenten in de afgelopen jaren flink hebben bezuinigd op bibliotheekwerk. Dat het ministerie dat nu eenzijdig gaat bijlappen en lijkt me een illusie. Maar een kongsi tussen rijk en gemeenten middels een nieuwe instapnorm zou misschien nog eens niet zo gek zijn. De gedachten is dan dat gemeenten hun bibliotheek op orde moeten hebben met een goede financiering, moeten beloven dat ze niet gaan bezuinigen en dat daarna rijksmiddelen beschikbaar komen om extra te investeren in de maatschappelijke opgaven. Dan wordt de investering van de minister ook echt een versnelling van beleid.  

En om eerlijk te zijn, ik denk dat zo'n afspraak tussen gemeenten en rijk best een haalbare kaart zou kunnen zijn. Maar de voorlopige conclusie is toch wel dat twee op de drie bibliotheken gewoon te weinig geld krijgen voor een goede uitvoering.

Voor dit onderzoek heb ik eerder samengewerkt met Thomas van Dalen. Hij bracht mij op het spoor van de VNG-normen en de doorrekening per stichting. Zijn eerdere berekeningen heb ik geactualiseerd en voorzien van grafieken. Thomas van Dalen moet op deze plek dan ook zeker genoemd worden als mede-initiatiefnemer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten