donderdag 30 juni 2022

Waar in Nederland zetten bibliotheken zich voor 110% in voor leesbevordering voor de jeugd?


In mijn laatste blog stond ik nogal opzichtig stil bij hoeveel kinderen er lid zijn van de bibliotheek. Dat bleek gemiddeld nog zo'n 55% van alle kinderen tussen de nul en achttien te zijn. Dit op basis van de cijfers van een flink aantal bibliotheken die gematcht waren met bestanden van het CBS. 55% betekent dat 45% van de kinderen nog geen lid is. 

Want een kind dat lid is van de bibliotheek, heeft de mogelijkheid om meer te lezen. En wie meer leest, wordt beter in taal. En wie beter in taal wordt, heeft meer kansen in zijn of haar leven. En dus graag alle kinderen lid. Toch?

Nou, dat blijkt toch nóg genuanceerder te liggen dan ik schreef. En omdat ik nuances belangrijk vind, ga ik er nog een keer bij stil staan om mijn verhaal aan te vullen. 

Friesland

Zo besteedde Omrop Fryslân naar aanleiding van mijn blog aandacht aan de ledencijfers in Friesland. En Paulien Schreuder, directeur van de Bibliotheken Noord Fryslân werd zo ongeveer ter verantwoording geroepen. In het artikel geeft ze al wel aan hoe het zit:

"Omdat kinderen minder snel naar de bibliotheek gaan, is er een landelijk concept ontwikkeld dat de bieb naar de scholen gaat, legt Schreuder uit. "Dat betekent dat er op de scholen een collectie komt te staan. Bovendien komt er een leesconsulent langs die investeert in het promoten van boeken en de leerkrachten ondersteunt bij het lezen. Dus eigenlijk zijn die kinderen wel allemaal lid van de bieb, maar dan van de schoolbieb."

Aha, dus wel lid van de schoolbibliotheek maar niet automatisch lid van de 'gewone' bibliotheek..... hoe zit dat dan?  Lees dan nog even verder. Ik heb haar gesproken naar aanleiding van de aandacht.

Over AVG en dure schoolbibliotheeksystemen

Dit zelfde verhaal hoorde ik van enkele andere bibliotheken. De AVG-regels maken het nogal omslachtig om telkens de gegevens van leerlingen over te halen naar het bibliotheeksysteem doordat telkens toestemming van de ouders nodig is. Bibliotheken zijn daar ontzettend netje in maar dat levert dus een beste hoeveelheid werk op. Zoveel werk dat sommige bibliotheken een afweging maken: besteed ik hier mijn tijd aan of ben ik meer op een school? En dus valt de afweging soms uit naar meer tijd op school.

De AVG die bedoeld is ter bescherming van de privacy, maakt het dus ingewikkeld om elk kind met weinig inspanning lid te maken van de openbare bibliotheek.

In het geval van Noord Fryslân komt daar ook nog bij dat men er ook voor heeft gekozen om zonder bibliotheeksysteem te werken. Ook de duizenden euro's die ze hiermee besparen stoppen ze liever in extra boeken en vooral extra leesconsulenten. Ook dat is een afweging die iedereen denk ik kan begrijpen. 

Deze punten zorgen er dus voor dat op veel plekken met evenveel of zelfs meer zorg en liefde wordt gewerkt aan leesbevordering voor kinderen. En met boeken op school - het liefst ook nog dat ze mee naar huis kunnen - zijn boeken voor kinderen natuurlijk nog dichterbij dan in een lokale bibliotheek. Ook daar zijn we het met zijn allen over eens.

Maar moeten kinderen dan toch geen lid zijn?

Toch merk ik dat ik dat ik het ingewikkeld vind om me een houding te geven tot dit fenomeen. Ik snap heel goed dat het het beste voor kinderen is om op school de boekencollectie te hebben. En tegelijkertijd gun ik ook elk kind toegang tot de vaak grotere collecties in openbare bibliotheken. Voor allebei is iets te zeggen. En allebei, een schoolbibliotheek én tegelijkertijd lid van de openbare bibliotheek, is natuurlijk ook het mooist. Het levert dan ook nog toegang tot de online bibliotheek op met bijvoorbeeld online luisterboeken. Maar wat doe je als je te weinig tijd en geld hebt? Ik kan me die afweging dan wel voorstellen. 

Overal 110% inzet op leesbevordering

Dat bibliotheken vanwege de AVG niet meer automatisch kinderen lid maakten van de bibliotheek had ik ook in het vorige artikel al genoemd. Toen vooral als verklaring waarom er in de ene meting 66% van de kinderen lid is en in de match met de CBS-gegevens maar 55%. Maar het blijkt dus breder te zijn dan dat. Ook in de kinderen die nu als niet-lid bestempelen zitten dus wel degelijk kinderen die door de openbare bibliotheek ondersteund worden. Alleen zie je dat in de cijfers dus niet terug. Bibliotheken doen met andere woorden veel meer dan kinderen lid maken van de bibliotheek.

En of je nu kinderen automatisch lid maakt van de bibliotheek of niet, het gebeurt allemaal met dezelfde intentie: op elke plek in Nederland willen bibliotheken met de beperkte middelen die ze hebben zo veel mogelijk kinderen zo veel mogelijk leesplezier geven. 

Al die leesconsulenten en onderwijsspecialisten zetten zich daar elke dag 110% voor in. In elk dorp en in elke stad.

En dat mag ook wel eens op een landkaartje. Bij deze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten