Op dit moment houdt de Tweede Kamer een mini-enquete over de Panama Papers. Een onderzoek naar ontwijking van belasting door allerlei handige constructies. Ook het bibliotheekwerk zou zo'n schandaal hebben volgens uitgevers en auteurs. De kwestie: Bibliotheken zouden moedwillig allerlei nieuw constructies gebruiken als ruilbibliotheken en schoolbibliotheken om het leenrecht te ontduiken.
De kwestie werd een aantal jaren geleden aangezwengeld met de marktverkenning van de Stichting Leenrecht. Een auteur als Ted van Lieshout deed op zijn blog in 2016 ook een stevig duit in het zakje met de titel: 'de zaak van de in het niets oplossende leenrechtgelden' Het meest ronkende voorbeeld kwam wellicht van schrijfster Rian Visser die in de NRC onder de titel 'Stop de boekendief' onder andere schreef:
"Helaas sluiten steeds meer gemeenten, gedwongen door bezuinigingen, hun bibliotheekfilialen en brengen de collecties in scholen onder. Leerlingen mogen de boeken vaak ook mee naar huis nemen en zo delen de scholen gratis boeken uit. Maar ze doen dit bijna allemaal zonder de makers te betalen. Educatieve instellingen, zoals basisscholen, middelbare scholen en universiteiten, zijn namelijk vrijgesteld van het betalen van uitleenvergoeding. Vroeger was dit een relatief kleine schadepost voor de makers, maar op het ogenblik zijn al 2.500 basisscholen aangesloten bij de Bibliotheek op school, die samen rond de twintig miljoen boeken uitlenen."
Twintig miljoen uitleningen zouden bibliotheken verdonkeremanen per jaar! 20.000.000! En daar maar geen leengeld over betalen! Forse beschuldigingen die onderbouwd werden met een schamele aanname uit het rapport van de stichting Leenrecht. Meer dan een snelle rekensom achterop de sigarenkist was het niet. En overigens: schoolbibliotheken vallen (in veel gevallen) onder een legale uitzondering van het leenrecht.
Maar ondertussen was er voldoende rook gecreëerd om vuur te vermoeden en nam het ministerie van OCW begin 2016 het besluit op onderzoek te gaan. Dat onderzoek is er nu dus, ruim een jaar later. En de vraag is: Zijn het de Panama Papers?
Het bureau Ecorys kreeg van het ministerie opdracht om het te onderzoeken. Met 173 pagina's en de keuze voor veel bureauonderzoek is het een prachtig college over leenrecht en statistiek geworden. Heel veel statistiek zelfs. De gemiddelde bibliotheekdirecteur en ook de gemiddelde auteur gaat al die tabellen niet meer doorgronden. Taaie kost dus.
Verder werd bij de onderzoeksvragen al redelijk richting gekozen waar gezocht moest worden. Kijk bijvoorbeeld even naar naar onderzoeksvraag 5:
Met zes observaties leid ik u langs de uitkomsten van het onderzoek en het voorstel van het ministerie.
Het bureau Ecorys kreeg van het ministerie opdracht om het te onderzoeken. Met 173 pagina's en de keuze voor veel bureauonderzoek is het een prachtig college over leenrecht en statistiek geworden. Heel veel statistiek zelfs. De gemiddelde bibliotheekdirecteur en ook de gemiddelde auteur gaat al die tabellen niet meer doorgronden. Taaie kost dus.
Verder werd bij de onderzoeksvragen al redelijk richting gekozen waar gezocht moest worden. Kijk bijvoorbeeld even naar naar onderzoeksvraag 5:
"Waardoor wordt de daling in de afdracht van leengelden door bibliotheken veroorzaakt? Onderliggende vragen zijn: Kunnen de ontwikkelingen in het landschap, zoals het sluiten van vestigingen en het starten van andere en nieuwe(re) bibliotheekvormen (zoals dBos , de komst van alternatieve leenlocaties en vrijwilligersorganisaties), de ontwikkeling in leenvergoedingen verklaren? Zo ja, welk deel?"Dat is niet echt een open vraag. Sommigen zouden zelfs zeggen dat het een doelredenering is. Die deelvragen worden overigens uitstekend nagelopen maar Ecorys neemt niet heel veel ruimte om van de uitgestippelde paden af te wijken. Maar goed, daarover verderop meer.
Met zes observaties leid ik u langs de uitkomsten van het onderzoek en het voorstel van het ministerie.
De auteurs en de uitgevers hebben zich stevig ingegraven en Ecorys volgt met de hierboven genoemde deelvragen de richting waarin auteurs en uitgevers hebben gewezen. De olifant in de kamer wordt naar mijn gevoel grotendeels genegeerd. En die staat hierboven. Hier staat hoe leenrechtafdracht en de uitleningen zich hebben ontwikkeld sinds 1999.
In de onderzochte periode (en die is iets kleiner dan mijn grafiek hierboven) daalde de inkomsten van leenrecht met 34%. Dat is inderdaad een forse val. Leenrecht is 1:1 gekoppeld aan het aantal uitleningen. Minder uitleningen betekent minder leenrecht (behoudens inflatiecorrectie). Het aantal uitleningen daalde echter met 36%. Met andere woorden de daling van de afdracht weerspiegelt grotendeels de daling in uitleningen.
Er is echter nog een tweede olifant in de kamer die niet benoemd wordt. En dat is de uitspraak van de rechter dat verlengingen niet meer onder de leenrechtafdracht vallen. Dat verklaart de sterke terugloop in 2013. Dit feit wordt niet benoemd. Een vergelijking op indexniveau (zoals hierboven) ontbreekt naar mijn gevoel echt in het rapport. Want wie het zo naast elkaar ziet, heeft naar mijn gevoel ruim 90% van alle verklaringen te pakken. En dan had een onderzoek echt niet zo lang hoeven duren.
Maar goed, in de brief van de minister wordt dit overigens wel redelijk rechtgezet zullen we later zien.
Observatie 2: Complexe materie
Ik zei al dat het rapport een uitstekend college leenrecht is. Hierboven zo'n plaatje met een beslisboom of in een situatie vrijstelling op leenrecht geldt of niet. Eén verkeerde afslag en je interpreteert het leenrecht verkeerd en kunnen auteurs en uitgevers terecht hun beklag doen dat we dat zo slordig doen..
De Bibliotheek op school vraagt al je kennis over het leenrecht. In veel gevallen val je onder de vrijstelling maar in een aantal gevallen ook niet. Op pagina 74, 75 en 76 (jawel daar zijn drie pagina's voor nodig) wordt uitgelegd welke varianten er zijn welke wel of niet onder leenrecht vallen.
Dat dit zo complex is, illustreert Ecorys met een enquete onder bibliotheekdirecteuren over leenrecht en schoolbibliotheken. Een soort leenrechtexamen. Lang niet alle vragen worden door de directeuren juist beantwoord: soms geeft men aan dat iets vergoedingsplichtig is terwijl dit niet zo is en andersom. Hier kan de sector echt nog in verbeteren maar eerlijk is eerlijk: de wetgeving is redelijk complex. Want zelfs ik kan bij de verschillende varianten nog weer uitzonderingen verzinnen waardoor je zelf maar weer moet interpreteren hoe het zit.
Observatie 3: Bibliotheken dragen vaker dan nodig leenrecht af in de schoolbibliotheek
De suggestie die door rechthebbenden is gewekt dat bibliotheken proberen stelselmatig leenrecht te ontduiken kan krachtig ontkend worden. Wie goed leest, ziet zelfs dat bibliotheken naar de letter van de wet te veel afdragen.
Ecorys heeft in 52 situaties van schoolbibliotheken onderzocht hoe het nou werkelijk zat. Was hier nou leenrecht verschuldigd of niet? En droeg de bibliotheek ook leenrecht af? Ecorys constateert dat in 31% van de gevallen leenrecht is verschuldigd en in 69% van de gevallen is geen leenrecht verschuldigd. Tot zover lekker overzichtelijk. Maar daarna begint het gedonder.
Wat van die 31% blijkt 15-18% wel leengeld af te dragen en 12-15% niet. Ongeveer de helft doet het dus goed en de andere helft niet. En jawel, hier ontduikt een deel van de bibliotheken het leenrecht.
Maar voordat u nu met zijn allen het boetekleed aantrekt als bibliotheken of de messen slijpt als rechthebbende is het goed om nog wat verder te kijken. Want van die 69% die niet hoeft te betalen.... blijkt 31% tot 36% wél te betalen! De andere helft - ook 31% tot 36% doet het hier wel goed. Kortom, hier betalen bibliotheken waar dat volgens de wet niet zou hoeven!
En omdat die groep die niet hoeft te betalen groter is dan de groep die wel zou moeten betalen maar het niet doet, zou je kunnen concluderen dat er een klein beetje te veel wordt betaald door bibliotheken voor de bibliotheek op school! Mijn conclusie is dat een aantal bibliotheken toch maar het zekere voor het onzekere heeft genomen en het heeft opgegeven voor leenrecht.
Observatie 4: Zijn 10 miljoen verplaatste uitleningen diefstal?
Ecorys gaat echter nog een stapje verder. Ze deden een statistische analyse - let op: dat is geen werkelijkheid maar een cijfermatige nabootsing hiervan - van mogelijk gemiste uitleningen in jeugdbibliotheken die nu in schoolbibliotheken zitten.
Her rapport schrijft:
De Bibliotheek op school vraagt al je kennis over het leenrecht. In veel gevallen val je onder de vrijstelling maar in een aantal gevallen ook niet. Op pagina 74, 75 en 76 (jawel daar zijn drie pagina's voor nodig) wordt uitgelegd welke varianten er zijn welke wel of niet onder leenrecht vallen.
Dat dit zo complex is, illustreert Ecorys met een enquete onder bibliotheekdirecteuren over leenrecht en schoolbibliotheken. Een soort leenrechtexamen. Lang niet alle vragen worden door de directeuren juist beantwoord: soms geeft men aan dat iets vergoedingsplichtig is terwijl dit niet zo is en andersom. Hier kan de sector echt nog in verbeteren maar eerlijk is eerlijk: de wetgeving is redelijk complex. Want zelfs ik kan bij de verschillende varianten nog weer uitzonderingen verzinnen waardoor je zelf maar weer moet interpreteren hoe het zit.
Observatie 3: Bibliotheken dragen vaker dan nodig leenrecht af in de schoolbibliotheek
De suggestie die door rechthebbenden is gewekt dat bibliotheken proberen stelselmatig leenrecht te ontduiken kan krachtig ontkend worden. Wie goed leest, ziet zelfs dat bibliotheken naar de letter van de wet te veel afdragen.
Ecorys heeft in 52 situaties van schoolbibliotheken onderzocht hoe het nou werkelijk zat. Was hier nou leenrecht verschuldigd of niet? En droeg de bibliotheek ook leenrecht af? Ecorys constateert dat in 31% van de gevallen leenrecht is verschuldigd en in 69% van de gevallen is geen leenrecht verschuldigd. Tot zover lekker overzichtelijk. Maar daarna begint het gedonder.
Wat van die 31% blijkt 15-18% wel leengeld af te dragen en 12-15% niet. Ongeveer de helft doet het dus goed en de andere helft niet. En jawel, hier ontduikt een deel van de bibliotheken het leenrecht.
Maar voordat u nu met zijn allen het boetekleed aantrekt als bibliotheken of de messen slijpt als rechthebbende is het goed om nog wat verder te kijken. Want van die 69% die niet hoeft te betalen.... blijkt 31% tot 36% wél te betalen! De andere helft - ook 31% tot 36% doet het hier wel goed. Kortom, hier betalen bibliotheken waar dat volgens de wet niet zou hoeven!
En omdat die groep die niet hoeft te betalen groter is dan de groep die wel zou moeten betalen maar het niet doet, zou je kunnen concluderen dat er een klein beetje te veel wordt betaald door bibliotheken voor de bibliotheek op school! Mijn conclusie is dat een aantal bibliotheken toch maar het zekere voor het onzekere heeft genomen en het heeft opgegeven voor leenrecht.
Observatie 4: Zijn 10 miljoen verplaatste uitleningen diefstal?
Ecorys gaat echter nog een stapje verder. Ze deden een statistische analyse - let op: dat is geen werkelijkheid maar een cijfermatige nabootsing hiervan - van mogelijk gemiste uitleningen in jeugdbibliotheken die nu in schoolbibliotheken zitten.
Her rapport schrijft:
"Wanneer de extra aan het “dBos” programma toegeschreven daling van het aantal jeugdboeken waarover leengeld is betaald, wordt opgeteld over de veranderjaren en de jaren daarna tot en met 2015, resulteert dat in een totale daling van 9,9 miljoen jeugdboeken. Deze 9,9 miljoen jeugdboeken is de meest waarschijnlijke totale “schadepost” voor auteurs (en andere rechthebbenden zoals vertalers, illustratoren en uitgevers) van het “dBos”-programma over de periode 2008-2015. Door de uitrol van dit programma loopt de jaarlijkse schadepost geleidelijk op, van bijna niets in 2008 tot circa vier miljoen jeugdboeken in 2015"
Hier beginnen we de Panama Papers te benaderen. Want hier komen twee weergaven van de werkelijkheid naar voren.
Bibliotheken zeggen: wij werken om goede redenen samen met scholen. Kinderen leren beter lezen en worden beter in taal. Bij-effect is dat we niet meer onder het leenrecht vallen.
De rechthebbenden redeneren anders: bibliotheken verplaatsen hun uitlening naar scholen om hun kosten te verlagen en wij hebben daarvan een schadepost.
Ik vraag u: welke versie van de werkelijkheid is waar? Ik weiger te geloven dat bibliotheken moedwillig vestigingen sloten om onder het leenrecht uit te komen. De vestigingen zijn gesloten doordat gemeenten zwaar hebben bezuinigd. Daar hebben bibliotheken zwaar onder geleden: er zijn vele honderden bibliothecarissen zijn ontslagen in de afgelopen jaren.
En nu ik heb benoemd dat zoveel bibliothecarissen het onderspit hebben gedolven in de afgelopen jaren kom ik ook bij mijn volgende observatie:
Bibliotheken zeggen: wij werken om goede redenen samen met scholen. Kinderen leren beter lezen en worden beter in taal. Bij-effect is dat we niet meer onder het leenrecht vallen.
De rechthebbenden redeneren anders: bibliotheken verplaatsen hun uitlening naar scholen om hun kosten te verlagen en wij hebben daarvan een schadepost.
Ik vraag u: welke versie van de werkelijkheid is waar? Ik weiger te geloven dat bibliotheken moedwillig vestigingen sloten om onder het leenrecht uit te komen. De vestigingen zijn gesloten doordat gemeenten zwaar hebben bezuinigd. Daar hebben bibliotheken zwaar onder geleden: er zijn vele honderden bibliothecarissen zijn ontslagen in de afgelopen jaren.
En nu ik heb benoemd dat zoveel bibliothecarissen het onderspit hebben gedolven in de afgelopen jaren kom ik ook bij mijn volgende observatie:
Observatie 5: Auteurs hebben minder gekregen van bibliotheken
Ook het onderzoek van Ecorys geeft aan dat bibliotheken goed zijn met hun cijfers maar dat ze nog beter moeten worden. Zelf puzzelde ik de afgelopen maanden met de cijfers van bibliotheken uit het WOB-verzoek en ik zag daar zelf welke fouten er werden gemaakt bij het invullen door bibliotheken. Of welke gegevens gewoon niet werden aangeleverd. Die tijd is echt voorbij. Met de toegenomen transparantie klinkt de roep om spijkerharde en eenduidige cijfers over de hele sector. De tijd dat we ons nog discussie konden permitteren over de interpretatie van een definitie is voorbij. Hou er maar rekening mee dat alle cijfers van elke bibliotheek gewoon elk jaar openbaar worden en vergeleken kunnen worden. Dat leenrecht en CBS niet uit dezelfde bron putten is natuurlijk ook niet zo handig.
Reactie van de minister
De reactie van de minister op het onderzoek getuigt naar mijn mening wel van wijsheid. In de brief die de minister meestuurt naar de kamer wordt kort samengevat waar het in zijn totaal om ging.
Reactie van de minister
De reactie van de minister op het onderzoek getuigt naar mijn mening wel van wijsheid. In de brief die de minister meestuurt naar de kamer wordt kort samengevat waar het in zijn totaal om ging.
- Over de periode 2006-2015 is het aantal uitleningen gedaald van ongeveer 125 mln. naar ongeveer 80 mln.;
- In dezelfde periode zijn de afdrachten van leengelden gedaald van circa €15 mln. naar circa € 11 mln.;
- De daling is het grootst onder de uitleningen en afdrachten bij boeken voor volwassenen;
- De gemiddelde inkomsten uit leenrechtvergoedingen waren voor rechthebbenden in 2014 op jaarbasis in reële termen € 775 lager dan in 2006;
- Van de daling van leenrechtplichtige uitleningen van jeugdboeken is over de gehele onderzochte periode een aantal van circa 10 mln. toe te schrijven aan het ontstaan van bibliotheken op school;
- Er zijn verschillen tussen de uitleendata van het CBS en de Stichting Leenrecht. Het rapport beschrijft een aantal factoren dat de verschillen voor een belangrijk deel verklaart.
Zelfs het woordje 'schadepost' is bij de 10 miljoen uitleningen op scholen keurig uitgegumd. De minister geeft aan dat het goed zou zijn dat de sector de cijfers verbetert waarbij het zojuist herstartte datawarehouse goede diensten zou kunnen bewijzen. Bibliotheken kunnen verwachten dat steviger ingezoomd zal worden op de uitleningen op scholen en die uit te splitsen in uitleningen waar wel of niet een afdracht voor nodig is.
Het is goed dat de minister - als wetgever en dus verantwoordelijk voor de regels van het leenrecht - met alle partijen in gesprek blijft. En goed dat het initiatief is genomen tot dit onderzoek. Er zijn geen Panama Papers en geen Bermudadriehoek waar geld in verdwijnt.
Het is goed dat de minister - als wetgever en dus verantwoordelijk voor de regels van het leenrecht - met alle partijen in gesprek blijft. En goed dat het initiatief is genomen tot dit onderzoek. Er zijn geen Panama Papers en geen Bermudadriehoek waar geld in verdwijnt.
Samen voor lezen!
Tot slot: Bibliotheken, uitgevers en auteurs hebben een gezamenlijk belang: lekker veel lezen! Voor ons alle drie zijn financiële marges in de crisis veel kleiner geworden. Wij hebben honderden collega's verloren tijdens de bezuinigingen. U verloor omzet en leenrecht. Laten we elkaar niet de maat nemen maar de hand reiken . Kijken hoe we samen nieuwe wegen kunnen vinden.
Samen met de minister kijken hoe we het moderne lezen weer flink op de agenda kunnen krijgen. Zorgen dat de koek weer groter wordt in plaats van vechten over hoe die kleine koek verdeeld wordt. Elke uitnodiging op dit vlak neem ik van harte - en zonder kosten - aan.
Lees hier het onderzoek en de brief van de minster.
Samen met de minister kijken hoe we het moderne lezen weer flink op de agenda kunnen krijgen. Zorgen dat de koek weer groter wordt in plaats van vechten over hoe die kleine koek verdeeld wordt. Elke uitnodiging op dit vlak neem ik van harte - en zonder kosten - aan.
Lees hier het onderzoek en de brief van de minster.
Dank je wel Mark voor de uitstekende, begrijpelijke samenvatting. En terecht dat je nog even vermeldt dat er geen bibliotheekdirecteur vrijwillig voor kiest om een vestiging te sluiten ten behoeve van de bibliotheek op school. Wat ik nog zou willen toevoegen is dat naast de drie partijen die je noemt: bibliotheken, uitgevers en auteurs wat mij betreft ook het ministerie zich nog eens zou kunnen beraden op de vrijstelling die ze voor zichzelf hebben 'geregeld'. Zou het ministerie niet moeten heroverwegen om voor het basisonderwijs en VO de leenrechtvergoeding wel in te voeren. Juist omdat ook het onderwijs gebaat is met goede, leuke, spannende, leerzame boeken om kinderen aan het lezen te krijgen en te houden.
BeantwoordenVerwijderenDe uitzondering in het leenrecht voor het onderwijs is geregeld in de Europese richtlijn en niet iets dat dat door het ministerie van OCW is geregeld. Idee hierachter is o.a. leesbevordering maar ook laagdrempelige toegang tot boeken voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden (want het geldt net zo goed voor hogeschool- en universiteitsbibliotheken) en dat is wat mij betreft een goede ontwikkeling.
BeantwoordenVerwijderenAls die uitzondering er niet zou zijn is de meest voor de hand liggende consequentie dat scholen stoppen met het uitlenen van boeken. Behalve dat de scholen geen budget zullen krijgen om leenrechtvergoedingen af te gaan dragen, zullen ze ook zeker niet kunnen investeren in een registratiesysteem. Ik denk dat we een dergelijke ontwikkeling niet moeten willen.
Aan de andere kant zou het een mooi idee zijn om juist dat gebruik te stimuleren door bijv. DBoS uitleningen (extra) te subsidiëren met een leenrechtvergoeding waardoor het voor zowel bibliotheken, auteurs en de scholen loont om zo veel mogelijk uitleningen te genereren in scholen.
@Erna: dank voor je reactie. Ik denk dat je opmerking over het ministerie al gehoord is. Het is niet voor niks dat tweede kamerleden hierover geïnformeerd worden. Ik werd er al op geattendeerd dat de minister wel wetsvoorstellen kan doen maar dat de kamer die moet vaststellen. Ik ben voorzichtig met uitspraken over het afschaffen van die exceptie. Ik vraag me af of daar met de huidige liberale wind draagvlak voor is. Wel geloof ik in een leesoffensief en ik vermoed dat daar best partijen voor te porren zijn.
BeantwoordenVerwijderen@Raymond: zeg jij tegen mij dat je niet veel van leenrecht af weet.... Zit je me hier even uit te leggen dat we dat niet eens in Nederland kunnen veranderen... Maar jouw idee om uitlenen op scholen te stimuleren vind ik wel charmant. Want elk gelezen boek op school is van waarde voor de samenleving op lange termijn. Als we nu eens iemand vinden die een bedrag wil storten voor elk gelezen boek op school? En dat weer besteden aan auteurs met als opdracht het leesklimaat te vergroten?
Sluit me graag bij Erna aan! Dank je Mark.
BeantwoordenVerwijderenDank Mark voor je uitstekende analyse. Ik moet bekennen dat ik bij zo'n enquete ook niet de juiste antwoorden zou weten, maar dat ligt aan mijn onervarenheid als bibliotheekdirecteur. Wel hebben wij recent maatregelen genomen om de aan te leveren cijfers uniform en kloppend te maken, uiteindelijk gaat het om transparantie.
BeantwoordenVerwijderen@Con: Dankjewel!
BeantwoordenVerwijderen@Alice: dank voor je complimenten en goed te horen hoe jullie hier mee bezig zijn. Het rapport concludeert zelf ook wel dat CBS en Leenrecht elke op eigen wijze en voor verschillende doelen cijfers verzamelen. Dat levert natuurlijk altijd gedonder op. De suggestie van de minister om allebei uit dezelfde bron te putten, lijkt me een hele wijze.
@Mark Ik ben volgens mij behoorlijk goed thuis in het leenrecht maar dat is uiteindelijk maar de helft van het verhaal en de discussies die gaande zijn. Het gaat de Stichting Leenrecht (en de auteurs) om een redelijke en faire compensatie voor het gebruik van hun werken en dat is natuurlijk terecht en logisch.
BeantwoordenVerwijderenHet hele idee achter de leenrechtvergoeding is daar ook op gestoeld: het mogen uitlenen van boeken is een recht dat voorbehouden is aan de rechthebbenden maar bibliotheken krijgen een aparte positie in de auteursrechtwetgeving met een recht op het uitlenen van werken zonder dat daarvoor toestemming nodig is van de rechthebbenden. Om toch 'recht te doen' aan de auteurs is er een leenrechtvergoeding afgesproken. Tenminste, voor de openbare bibliotheken want onderwijs- en onderzoeksbibliotheken kunnen vrijgesteld worden van het betalen van die leenrechtvergoeding en dat is precies wat er in Nederland gedaan is.
Hoe je vervolgens in een land zorgt voor een redelijke en faire vergoeding aan rechthebbenden, daar kun en moet je als Europese lidstaat zelf afspraken over maken. In Nederland is gekozen om op basis van individuele uitleningen een vergoedingsregeling te treffen en wat het rapport mijns inziens dus aangeeft is dat door het gebrekkig en inconsequent meten van de uitleningen dit de kern van het probleem is. Het is eigenlijk ook precies wat de minister aangeeft volgens mij.
Als ik de reacties van de Auteursbond of die van Stichting Leenrecht lees https://www.cedar.nl/uploads/2/FileManager/Toelichting_belangrijkste_kritiekpunten_OCW_rapport_.pdf dan lijkt het gezamenlijk werken aan een oplossing voor deze kwestie helaas nog wel ver weg te zijn.
@Raymond: dank voor je toelichting en je inkadering. Goed om weer eens te benoemen dat het een recht is tegen een billijke vergoeding. Daar tornen bibliotheken niet aan. Wat mij wel wat stoort is dat Leenrecht nu ook weer zoveel aandacht legt op relatief kleine meetverschillen terwijl men zo snel voorbij gaat aan de daling van 40% in die periode. Wel adresseert Leenrecht dat goed: bij de minister. Vroeger kregen de bibliotheken nog wel eens op kop. Er wordt door verschillende partijen stevig gegoocheld met de statistieken om het eigen punt te maken. Terwijl ik hierboven bibliotheekdirecteuren de ruimte zie geven om samen naar constructieve oplossingen te kijken.
BeantwoordenVerwijderenOp één punt is het rapport in ieder geval duidelijk: Een Boekspot-boek dat van eigenaar wisselt is geen uitlening.
BeantwoordenVerwijderenDaar was bij sommige mensen ook nog een verwarring over, maar die is nu wat mij betreft voor altijd van tafel. Misschien kunnen we het Boekspot principe zelfs breder in Bibliotheken toepassen. Bibliotheken kunnen dus in plaats van bezit van boeken, naar het gebruik van boeken faciliteren. Het bezit ligt dan bij eindgebruikers, niet bij de Bibliotheek.
@Ronald: daar heb je helemaal gelijk in. Tegelijkertijd zegt het rapport dat het om marginale aantallen gaat. Stichting Leenrecht zegt vervolgens weer dat juist door dit soort initiatieven de huidige wetgeving niet voldoet. Dan is het wel weer belangrijk om te benadrukken dat het om kleine aantallen gaat. Overigens: als je iemand een boek cadeau geeft, gebeurt precies hetzelfde: het eigendomsrecht gaat over van de een op de ander. En daar hoor ik geen auteur of uitgever over klagen.
BeantwoordenVerwijderenMisschien moeten ze een stichting Ruilrecht oprichten :)
BeantwoordenVerwijderen@Ronald: als jij dat nou eens doet? :-)
BeantwoordenVerwijderen