zondag 30 mei 2021

Weggegumd uit de bibliotheekgeschiedenis: het lot van elf Joodse bibliotheekmedewerkers


Eind 1940 werden in de Nederlandse bibliotheken elf Joden ontslagen. Of uit hun functie ontheven, zoals het netjes heette.  Wie waren ze en hoe verging het ze? Ik neem u mee in een zoektocht naar onze Joodse collega's die vaak geruisloos werden weggegumd uit de bibliotheekgeschiedenis.  En ik verklap u vast: ik ga er een boek van maken.

Ariërverklaring
In mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Na enkele dagen van weerstand en het bombardement op Rotterdam gaf  Nederland zich over. De bezetting was een feit. Hoewel de massadeportaties van Joden uit Nederland vooral in 1942 en 1943 plaatsvonden, startte de vervolging al veel eerder. In oktober 1940 werd de ariërverklaring gevraagd van alle ambtenaren en van alle instanties die gelieerd waren aan overheden, zoals bibliotheken. Wie drie of vier Joodse grootouders had, werd ontslagen. In totaal moesten zo'n 200.000 mensen die ariërverklaring invullen. Slechts enkele tientallen tekenden hier protest tegen aan. Zo'n 2.500 Joden werden op straat gezet. Daarvan werkten er elf bij een Openbare Leeszaal.

Een onbekende geschiedenis
De lijst van deze elf Joodse collega's kwam ik op het spoor toen ik bezig was met met mijn vorige boek 'Alles behouden', het boek over de oorlogsdagboeken van de bibliotheek Deventer. In het Nationaal Archief vond ik een lijst met de elf namen. De Centrale Vereniging - zo heette de Verenging van Openbare Bibliotheken in die tijd - beijverde zich in die tijd voor de financiële consequenties die het ontslag van deze medewerkers had. Nee, de Centrale Vereniging heeft, zoals bijna alle instellingen, geen verzet gepleegd tegen het ontslag.

Nu ik onderzoek doe hiernaar, merk ik dat het een onbekende geschiedenis is, zelfs voor de bibliotheken waar de Joodse collega's werkten. Op sommige plekken heeft het al wel eerder aandacht gehad. In Amsterdam heeft men Celine Polak een terechte plek gegeven in het boek 'Amsterdammers en hun bibliotheek' . Doeke Sijens van het Groninger Forum tekenden enkele decennia geleden al de geschiedenis van Josef Cohen op en in de bibliotheek in Steenwijk hangt een plaquette voor de omgekomen bibliotheekdirecteur Julia de Vries.  

Wie waren ze?
Want wie waren ze, die elf medewerkers? Er zaten drie directeuren bij: die van Groningen, Leeuwarden en Steenwijk. Josef Cohen, de directeur van de bibliotheek in Groningen, overleefde de oorlog dankzij een huwelijk met een niet-Joodse vrouw. Hij was overigens de broer van David Cohen, de voorzitter van de Joodse Raad. Jacques van Dijk van Leewarden en Julia de Vries van Steenwijk overleden allebei in Auschwitz.  

Julia de Vries trouwde overigens nog in Westerbork maar van haar leven resteert geen enkele foto. Er is één historische foto van de bibliotheek in Steenwijk waar een vrouw in de hoek van de leeszaal te zien is, en dan ook nog op de rug, waarvan wordt gezegd dat het Julia is. Sommige levens zijn letterlijk en figuurlijk volledig uitgewist.



De meesten waren assistent in de leeszaal. Dora Belinfante werkte bijvoorbeeld in de leeszaal in Zeist. Daar werd ze ontslagen waarna ze nog geruime tijd vrijwillig in het Vredespaleis in Den Haag werkte. In Den Haag woonde ook haar familie.  Haar broer Wim en haar jongere zus Ada vluchtten in mei 1940 naar Engeland door een reddingsboot te stelen uit de haven van Scheveningen. Dora is daar niet bij omdat ze op dat moment nog in Zeist werkt. Dora verblijft bijna drie jaar in kampen: van Westerbork naar Barneveld, van Barneveld naar Westerbork, van Westerbork naar Theresienstadt en vandaar naar Zwitserland en uiteindelijk terug naar Nederland. Het is een reis waarbij ze meerdere malen door het oog van de naald kruipt. Zo'n reis van jaren door Europa vind je terug op kaartjes van de cartotheek van de Joodse Raad en het Rode Kruis zoals je hierboven ziet.  Overigens werkte Dora daarna nog ruim 25 jaar en met veel plezier voor de Koninklijke Bibliotheek. 

Soortgelijke verhalen kan ik vertellen over Fanny Simons en Hannie Wollf uit Den Haag, Gonda Jacobs uit Hilversum, Jetje Meijler uit Winterswijk en Hendriëtte de Leve uit Leeuwarden.

De oudste medewerker en medewerker met het kleinste contract was Salomon van der Meusen, hij was 67 toen hij ontslagen werd uit de bibliotheek in Dordrecht. Hij was daar zaalwacht voor de zondag, een bijbaantje dat je nog op hoge leeftijd kon uitvoeren. Hij overleed in 1942 in Auschwitz.

Een boek als klein monument
Van de elf collega's overleden er vijf maar zes overleefden de oorlog. Dat is een opmerkelijk hoog aantal. Van de 140.000 Joden die in Nederland woonden zijn er namelijk ruim 100.000 vermoord. Toch hebben maar twee bibliotheekcollega's ondergedoken gezeten om aan hun lot te ontkomen: Celine Polak uit Amsterdam en Hendriëtte de Leve in Leeuwarden. Toch is er nog wel wat over te zeggen waarom relatief veel bibliotheekcollega's het overleven maar dat is een wat langere geschiedenis, die ik zeker in het boek uit de doeken zal doen.

Overigens werd lang niet iedereen weer met open armen ontvangen bij de oude werkgever. Vaak waren oude plekken al weer ingevuld en ontbrak het eigenlijk aan financiële middelen om ze weer aan te stellen. Men werd soms knarsetandend weer aangenomen. Er zijn ook uitzonderingen: in Den Haag hield Greve, de directeur van de bibliotheek, de plekken open, werden ze met bloemen onthaald en ging men over tot de orde van de dag. Over de ervaringen in de oorlog werd namelijk nauwelijks gepraat.

Het is vaak een pijnlijke geschiedenis met soms bijzondere lichtpuntjes. Naar mijn gevoel verdienen deze collega's dan ook een klein monument. Met een boek wil ik ze dat monument graag geven en ik wil ze graag weer een gezicht in de geschiedenis geven. Ondertussen ben ik met alle bibliotheken die het betreft in contact en proberen we samen de puzzel van elk van deze collega's te leggen. Zo ontdek je bijvoorbeeld dat één van de collega's nog bibliothecaresse in Westerbork was,  dat een ander Joodse collega te boek stond als verhalenverteller in het werkkamp waar hij zat en dat een volgende collega nog schaakles heeft gehad van Max Euwe of op een toneelvereniging zat.  

Het boek moet in het voorjaar van 2022 uitkomen bij WalburgPers. Ik hou u op de hoogte en ik hoop straks samen met jullie dit kleine monument te onthullen. 

zondag 16 mei 2021

Bibliotheken in Crisistijd : deel 22 : D-day

 

De afgelopen week was om meerdere redenen een bijzondere week. Een week waarin op meerdere vlakken een beslissende en onomkeerbare stap werd gemaakt uit deze crisis. Een soort D-day dus.

Op de eerste plaats werd er in kamerdebat na de persconferentie van afgelopen dinsdag besloten om openbare bibliotheken een uitzonderingspositie te geven en als enige 'doorstroomlocatie binnen' toch mee te nemen in stap 2 van het openingsplan. 

Goed nieuws 1: heropening bibliotheken

Eerlijk gezegd had ik mezelf er al bij neergelegd dat bibliotheken weer later open zouden gaan. Stap 2 uit openingsplan was al uitgesteld naar 19 mei en bibliotheken - toen nog in stap 3 van het plan - pas open gaan op 9 juni. Bibliotheken hadden al een paar keer een uitzonderingspositie gehad ten opzichte van andere culturele instellingen. Ze mochten eerder open bij de vorige lockdown. Dus ik dacht dat we ons portie geluk nu wel gehad hadden. 


De kamer besliste anders Dit na lobby van VOB en KB getuige dit bericht van Cyril Crutz. Jan Paternotte van D66 diende samen met Christenunie, PvdA, CDA en Groen Links een motie in om bibliotheken onderdeel te maken van stap 2 van het openingsplan. 

De motie werd met algemene stemmen aangenomen. Niet op 19 mei maar op 20 mei gaan bibliotheken nu open. Dit heeft te maken met het feit dat de regeling die hier bij hoort nog op 19 mei in de Staatscourant moet verschijnen en pas daags daarna kan ingaan.  Wel zijn er nog aanvullende voorwaarden meldt de VOB: 1 persoon per 25m2, reserveren, registratie en gezondheidscheck zijn verplicht. In stap 3 worden deze regels waarschijnlijk weer versoepeld. En o ja, de reeds gedaalde - maar nog altijd hoge ziekenhuiscijfers - moeten op minimaal dit niveau blijven. 

156 dagen dicht

Bibliotheken gingen dicht op 15 december 2020 en heropenen weer op 20 mei. Dat betekent dat we straks 156 dagen aaneengesloten dicht zijn geweest. Ruim 5 maanden.  Dat is ongekend in de bibliotheekgeschiedenis. Zelfs in de oorlog zijn bibliotheken niet zo massaal en zo lang achter elkaar dicht geweest. Het kenschetst de situatie en wellicht geeft het ook wel aan hoe belangrijk volksgezondheid is geworden. 

Zelf heb ik het gevoel dat we na deze heropening niet meer gaan sluiten. Ik hoop dat het vaccinatiebeleid er toe leidt dat het virus inderdaad dooft. Wel zal het nog een flinke tijd duren voor we terug zijn bij normaal. Nog elke dag zijn er meer dan 6.000 mensen die positief getest worden en de aantallen in ziekenhuizen dalen wel maar liggen nog steeds vol. Begin dit jaar dacht ik dat januari en februari nog de zwaarste maanden zouden worden maar dat het daarna toch snel beter zou worden. Dat werd dus niet eind februari maar eind mei. Het duurt dus langer dan je denkt, het gaat nog tijden duren voor we echt terug zijn bij normaal. 

Goed nieuws 2: Mariëtte Hamer informateur

Naast de heropening van bibliotheken was er nog meer goed nieuws voor bibliotheken. Mariëtte Hamer, voorzitter van de Sociaal Economische Raad, wordt de nieuwe informateur. Waarom is dat goed nieuws voor bibliotheken, hoor ik u denken? Nou, Mariëtte Hamer is iemand die de bibliotheken een zeer warm hart toe draagt. Zo sprak ze bijvoorbeeld bij de opening van het eerste Informatiepunt Digitale Overheid in de bibliotheek Venlo medio vorig jaar. 

Ze zei daar toen: 
Het is daarom goed dat hier vandaag gestart wordt een informatiepunt digitale overheid. Ik ben heel blij dat de informatiepunten worden ingericht bij bibliotheken. Bibliotheken zijn immers een mooie laagdrempelige voorziening met een steeds breder aanbod. Het is goed dat bibliotheken steeds toegankelijker worden, ook voor mensen die niet zoveel hebben met letters, boeken en tijdschriften. Goed dat we voor de informatiepunten niet weer nieuwe kantoren gaan bedenken en inrichten, maar gebruik maken van bibliotheken die midden in de samenleving staan.

Hamer is ook voorzitter van de stichting Lezen en Schrijven. In maart van dit jaar pleitte ze met deze stichting nog voor aanzienlijke investeringen op het thema laaggeletterdheid, basisvaardigheden en een leven lang ontwikkelen. Met andere woorden: als er al gedacht wordt aan een dunner regeerakkoord dan is de kans dat bibliotheken daarin voorkomen met Hamer een stuk gestegen. 

De Raad voor Cultuur stelde net na de verkiezingen al voor om 95 miljoen extra voor bibliotheekwerk uit te trekken, D66 pleitte al eerder voor 80 miljoen extra voor bibliotheken  en in een ambtelijke ombuigings- en intensiveringslijst van de ambtenaren worden bibliotheken (op p. 123) genoemd voor 60 miljoen extra. Deze laatste lijst stellen rijksambtenaren voor elke verkiezing op om tijdens de formatie invulling te kunnen geven aan het regeerakkoord. Het feit dat je hier genoemd staat betekent niet dat het gebeurt maar je ligt toch wel in de etalage waaruit gekozen kan worden.  In elk van de gevallen gaat het om het op peil houden van het voorzieningenniveau, het intensiveren van inzet voor laaggeletterdheid en inzetten op digitale vaardigheden en een leven lang ontwikkelen. Exact de thema's waar Hamer voor pleitte met de stichting Lezen en Schrijven. 

Sterker uit de crisis

Ik hoop dat ik niet al te veel verhaaltjes meer hoef te schrijven over bibliotheken in crisistijd. We zijn nu echt op de weg terug naar 'normaal' maar het zal stapje voor stapje gaan en het najaar kon nog best eens spannend worden. Flakkert het virus op of niet? We gaan het zien en hopen er het beste van.

Tegelijkertijd is mijn beeld dat dit afgelopen jaar de sector eerder sterker en zelfverzekerder heeft gemaakt dan zwakker. We hebben initiatief genomen waar dat kon: van afhaalbieb tot digitale taalhuizen en van biebboys tot belacties naar ouderen. We klopten aan bij de politiek die vaak ontvankelijk voor ons bleek. Nee, er wordt misschien niet altijd automatisch aan ons gedacht maar als we ons lieten horen werd er bijna altijd constructief meegedacht. Dat is winst. Die politieke weg mogen we vaker bewandelen.

Maar ook de sector als geheel, de samenwerking tussen bibliotheken, POI's, KB en VOB is onder druk van de crisis, naar mijn mening, verstevigd. Er ligt een landelijk convenant met zelfs zicht op extra geld en er ligt een netwerkagenda waar uitvoering aan gegeven kan gaan worden. Dat mag ook wel eens gezegd.

Samen kunnen van enorme waarde zijn voor elke plaats in Nederland. En zoals ik al eerder zei: Er kan iets moois gebeuren in Nederland en het heet: de bibliotheek. 

Succes allemaal de komende week!

zondag 9 mei 2021

Van Swelmen: 'Zijn wij dan niet de supermarkt met voor iedere geest wat wils?' : Bibliotheken in crisistijd, deel 21

De immer erudiete directeur van de bibliotheek van Oppendam, Van Swelmen, heeft ook nu weer simpele oplossingen voor een complex probleem. Want terwijl bibliotheken klagen en niet snappen waarom ze nog niet open mogen, heeft één bibliotheek de deuren nooit dicht gedaan. U raadt het al: Oppendam!

Verdorie, waarom zijn die bibliotheken van jullie nog dicht? En kom me nou niet huilend aan met de opmerking: het mag niet van de overheid. Want kijk even om u heen? Alles is toch al open? U zit alleen in de verkeerde sector. Nou, daar kunt u wat aan doen. 

Ik zal u verklappen: In Oppendam zijn we nooit dicht geweest. U hoort het goed, niet één dag! Terwijl de hele sector druk was met overleg over lobby bij ministeries en veiligheidsregio’s, digitale spreekuren, ebooks, webinars en andere moderne fratsen, liep bij ons gewoon alles door. Niemand in de sector die het zag!

Goed, ik snap dat u, omdat zo druk was met overleg, u geen tijd had voor mijn simpele oplossing.  Daarom leg ik het u nog één keer uit! Op de eerste plaats heb ik mijn SBI-code bij de Kamer van Koophandel gewijzigd. Die stond natuurlijk netje op ‘91011’, de code van openbare bibliotheken. Die heb ik natuurlijk laten wijzigen in ‘471’, de code voor ‘Supermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment’. Want laten we wel wezen, we zijn toch ook gewoon supermarkten met voor ieders geest wat wils? Nou, u ziet, zo simpel is het! Overigens, kon ik mijn personeel nu ook omzetten naar de CAO voor de detailhandel. Dat was dan weer de tweede winst.

Overigens, zonder die simpele truc waren er natuurlijk al tal van alternatieven. Want terwijl heel veel dicht was, was er ook heel veel open. Want waarom zou je geen terras mogen hebben waar je in plaats van een biertje een boek kunt bestellen? Bekijk even het uitgaansplein van uw stad en bedenk even dat u met een iPad op elk tafeltje de bestelling uit uw catalogus kunt laten opnemen die u een paar minuten later aan dat tafeltje bezorgt. Want laten we we wel wezen: Zijn bibliotheken niet het terras waar u vaardigheden en verbeelding kunt bestellen? 

En wat te denken van de tankstations? In Oppendam kreeg iedere bezoeker van een tankstation een boek onder de ruitenwisser. Welk boek hing af van wat ons algoritme adviseerde. Voor Teslarijders rolde er vaak ‘De blikken trommel’ uit van Günther Grass, bij de Fiat Multipla ‘Les Misérables’ en bij de motorrijders natuurlijk: ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’. Bij een enkele auto rolde er ‘Op hoop van zegen’ van Heijermans uit. Want laten we wel wezen: Zijn bibliotheken niet het tankstation voor kennis en cultuur? 

Verder stonden we natuurlijk ook gewoon achter de coronateststraat. Van de mensen die zich daar lieten testen, is ongeveer 10% positief en aan bed gebonden. Toch de ideale plek om een verrassingstas met boeken uit te delen. De bibliotheek Oppendam stond daar gewoon, week na week. Want laten we wel wezen: Zijn bibliotheken niet de teststraat van uw literaire ontwikkeling? 

Ik hoor u denken, hebt u dan helemaal geen geweten en gaat dan niets u te ver, meneer Van Swelmen? Het antwoord is: ja natuurlijk heb ik wel een geweten. Zelfs in Oppendam hebben we kansen laten schieten omdat zelfs wij die te ver vonden gaan. We hebben gespeeld met het idee om toch wat op de IC’s van ziekenhuizen wat te doen. Iets met luisterboeken of zo. Maar uiteindelijk vonden we dat toch niet kunnen. 

Maar goed, dan heb ik het nog niet gehad over onze samenwerking met de pakjesbezorgers, de bouwmarkten, het tuincentrum, het basisonderwijs, het openbaar vervoer, de onderdelenhuizen, de fietsenmakers en garages en de hondenbezitters tijdens de avondklok. 

Dus beste bibliotheken, beste supermarkten voor de geest, beste terrassen voor vaardigheden en verbeelding, beste tankstations voor kennis en cultuur: hup aan de slag!