vrijdag 22 december 2017

Voor onder de kerstboom: Het Annie M.G. Schmidt Rusthuis


Afgelopen weekend zag ik een bericht voorbij komen dat de huidige bibliotheek van Deventer in de verkoop is gekomen. Het pand is eigendom van de Gemeente Deventer en met het zicht op de verhuizing van de bibliotheek naar de nieuwe locatie moet hier natuurlijk wat nieuws komen.

De gemeente verkoopt het pand voor de vaste prijs van € 1,4 miljoen euro. Dat is een laag bedrag maar de gemeente wil nadrukkelijk kiezen voor een goede nieuwe bestemming die ten dienste zal staan voor de hele stad. Alleen een Mc Donalds erin, zal het dus niet halen als plan.

In een tweetwisseling met stadgenoot Rayond Snijders ontstond het beeld dat een rusthuis voor bibliothecarissen wellicht nog niet zo'n gek idee is.

Ziehier, het Annie M.G. Schmidt Rusthuis.

Huis op de Brink
Annie MG Schmidt schreef voor de opening van dit pand een gedicht: 'Het huis op de brink'

De beginregels luidden:

HET HUIS OP DE BRINK

 Heel nieuw en toch oud
en bekend en vertrouwd
het huis met de tienduizend levens;
hier binnen de muren
is ’t vol met figuren,
de Bartjes en ook de Van ’t Reves.

Wat is er te halen?
Het is (in ’t mentale)
de supermarkt, waar U kunt kiezen,
een onsje techniek of een pak romantiek
en een pond erotiek –maar-geen-vieze

Het gaat nog een aantal refreinen door. Annie M.G. Schmidt had overigens net na de oorlog gesolliciteerd naar de functie van directeur van de bibliotheek maar werd het toen niet. De toenmalige directeur Timmenga (die het toen wel werd) vroeg haar later wel voor het gedicht. Het gedicht kon overigens niet op alle punten de goedkeuring wegdragen van de directeur wat tot een stekelige briefwisseling leidde. Want Schmidt schuwde de erotische kant niet en Timmenga vond dat maar ongepast. Uiteindelijk moest Timmenga zelf maar wijzigen wat ze nog wilde wijzigen vond Schmidt. Wat Timmenga dan vervolgens ook deed.

Annie M.G. Schmidt Rusthuis
Tja hoe zou zo'n rusthuis eruit moeten zien? Ik stel me voor dat er een kleine 20 appartementen in te maken moeten zijn en dat de voorkant van het gebouw dan kan blijven bestaan. Ik stel me een leescafé voor dat gerund wordt door de bewoners zelf. Waar iedereen uiteraard binnen mag lopen en waar natuurlijk allerlei leeskringen bij elkaar komen.

Ook het winkeltje van de Vrienden van de Bibliotheek zou dan zijn oorspronkelijke plek kunnen behouden in de kelder. En tot slot zou de Stichting voor het Oude Kinderboek  eraan gekoppeld kunnen worden. Gewoon een lekkere ouderwetse leeszaal. 

Met uiteraard een klein podium voor wat variété in de stijl van Annie MG Schmidt: dus het Ja-zuster-nee-zuster-genre. De bibliotheek kent al een klein filmzaal die natuurlijk ook in het rusthuis weer zijn plek zal krijgen.

Het lijkt mij een mooie bestemming: een clubhuis voor seniore bibliothecarissen die vervolgens ook weer wat organiseren voor de stad. De nieuwe bibliotheek op de Stromarkt en een hele oude bibliotheek op de Brink. Waar juist de oude bibliotheek weer een belevenis wordt. Het zou wel passen bij de Deventer Boekenstad. 

Met Abeltje als portier en met de vader van Otje als kok. 

Bibliotheekpensioenfonds
Met 20 appartementen moet de exploitatie toch wel rond te krijgen zijn Het Bibliotheekpensioenfonds kan uiteraard financieren en het lijkt me een prima belegging. Daar moet 1,4 miljoen toch een peulenschilletje voor zijn. 

Heilige Geest Gasthuis
Het idee van een rusthuis is overigens nog niet zo gek. Brink 70 was ooit het Heilige Geest Gasthuis, een bijzonder oud pand in de binnenstad. 

Dit oudste gasthuis van Deventer, dat al bestond in 1267, was gelegen aan de Brink (nu nr. 70) en de aangrenzende Kleine Overstraat. Het gasthuis beschikte over een uitgebreid erf. Oorspronkelijk was het bedoeld voor vreemdelingen, zwervers en reizigers die geen herberg konden betalen. Later werden ook zieke en arme burgers van de stad opgenomen. Aan het gasthuis was een gemeenschap verbonden van zusters en broeders. In 1645 werd het gebouw aan de Brink verlaten en verhuisde men naar het gebouw van het voormalige Meester Geertshuis aan de Bagijnenstraat.
Hoewel dit idee begon als een geintje, zie je toch dat er meer raakvlakken zijn dan je denkt. Genoeg elementen voor een goed verhaal....   Een oude bibliotheek voor oude bibliothecarissen. Plannen moeten voor 15 maart ingediend worden. Ik denk er onder de kerstboom nog eens over na.

Goede dagen!

Meer info op Funda.

dinsdag 19 december 2017

Brussels lof: Cook en Book en Muntpunt


Een tijdje geleden bezocht ik met collega's van de Koninklijke Bibliotheek twee bijzondere plekken in Brussel: Cook en Book en het Muntpunt. Beide maakten wel indruk en dus toch aardig om even te delen denk ik.

Cook en Book
Cook en Book is een boekwinkel annex restaurant of andersom. Of eigenlijk het zijn vele boekwinkels en vele restaurants.  Een jaar of vijftien geleden nam een ondernemer de beslissing om een compleet nieuwbouwproject van een winkel- annex cultuurcentrum over te nemen. Zijn enige voowaarde: ik moet in het geheel boekwinkels en restaurants kwijt kunnen. Zo geschiedde.


Dat levert dus plaatjes op zoals deze. Links de tafeltjes voor het restaurant en daar om heen de boeken. Je kunt je voorstellen dat dit de boekhandel is waar mensen de langste verblijfsduur kennen. En misschien kopen ze daardoor ook wel meer. 


Het bestaat nu vijftien jaar - een bewezen concept dus - maar het heeft  wel een kanteling meegemaakt. Waar eerst de omzet grotendeels bestond uit boekverkoop is dat in de loop der tijd meer en meer ook horeca geworden. De hele dag door zijn er meerdere restaurants open.


Er was een vrij grote aparte jeugdafdeling. Qua interactiviteit vond ik die nog wel wat mager maar de speelse boekenkasten vond ik wel mooi om te zien.


Aan de buitenkant is het eigenlijk een onooglijk pand in een wat troosteloze wijk maar de binnenkant is echt met heel veel sfeer aangepakt. Wie wil zien hoe je van een ruimte een belevenis maakt, moet zeker eens gaan  kijken bij  Cook en Book.

Muntpunt



Het Muntpunt was niet alleen een prachtige moderne bibliotheek maar ook even een lesje bestuurlijke  Belgische drukte. Elke Brusselse wijk heeft twee bibliotheken: een Nederlandstalige en een Franstalige. Of een Vlaamse en een Waalse, zo je wilt.  De 19 wijken die Brussel rijk is, hebben dus gezamenlijk 38 bibliotheken. Gevoelsmatig denk je dat dat handiger moet kunnen maar ik ben voorzichtig met mijn oordeel omdat ik niet ben opgegroeid in tweetaligheid.


Brussel is een veelkleurige en internationale stad.Het krioelt er van de nationaliteiten en veel mensen zijn voor kortere tijd door werk aan Brussel verbonden. De bibliotheek is dan vaak een belangrijke plek om je te oriënteren of om te internetten. Veruit de drukste plek in het Muntpunt was deze zaal. En eigenlijk weet ik zeker dat als hij twee keer zo groot zou zijn, hij dan ook zo vol zou zitten.

Het Muntpunt is als bibliotheek in het centrum van Brussel opvallend klein. Wie het vergelijkt met Amsterdam moet menen met een filiaal te maken te hebben. Maar in het compacte gebouw is toch nagenoeg alles wel aanwezig.


Een mooi project dat tentoongesteld werd was het project: Het verhaal van mijn leven. Een project waarbij zevendegroepers van de basisschool werden gekoppeld aan een oudere en over het leven van die ouder een kunstig boek moesten maken. Prachtig om te zien hoe verhalen zo kunnen verbinden. Hoe ouderen de mooie en lelijke en dingen van hun leven verwerken en hoe kinderen daar op hun kinderlijke manier mee omgaan en daar vorm aan geven.



Het verbinden van mensen lijkt dan ook wel een belangrijke taak geworden van de bibliotheek. Het is één van de weinige plekken is waar deze verschillende bevolkingsgroepen elkaar echt zien. Rijk en arm, allochtoon en autochtoon lopen hier door elkaar. Een prachtig instituut.

Navrant was het dan ook dat een half uur nadat wij waren vertrokken er relletjes uitbraken op het Muntplein. Een Franse vlogger organiseerde een meetup die volledig uit de hand liep waarbij auto's werden verwoest en waarbij diverse ruiten van de bibliotheek sneuvelden. Saillant detail: de bibliotheek deed dienst als schuilplek voor velen die niet tussen de relletjes terecht wilden komen. De bibliotheek als plek om gezien te worden, je te oriënteren en te schuilen. Er zijn slechtere defenities zou ik zeggen.

Twee fraaie plekken om wellicht zelf eens te bezoeken.

zondag 10 december 2017

Ode aan de mannen van de leestafel....


Mannen, zijn het. Maar aardige mannen. De mannen van de leestafel. Wie kent ze niet? In elke bibliotheek zijn ze te vinden. Trouwe bezoekers die bijna horen bij het meubilair.

Want  als we om negen uur open gingen stonden ze al voor de deur. Als we om half negen open zouden gaan, zouden ze er ook staan, dacht ik vaak. Soms kregen ze ruzie over wie het eerste het regionale dagblad mocht. Gekibbel als in een goed huwelijk. Ze konden niet met en niet zonder elkaar.

Zoals die man die er elke dag zat om negen uur. Behalve op maandag. Want dan ging hij altijd naar de uitlooptraining van de plaatselijke voetbalclub. Samen met andere mannen-op-leeftijd werd de wedstrijd van het weekend geëvalueerd terwijl hun helden rondjes sjokten rond het veld. Zijn leven lang gewerkt in de opkomende industrie van de stad en aan het eind van zijn carrière als velen met een regeling eruit gegaan. Ik ken zijn verhaal want hij heeft het me al meerdere malen mijmerend verteld.

Of die man die altijd komt voor het Reformatorisch Dagblad. Elke keer kwam hij vertellen dat dat niet vervangen mocht worden door het Nederlands Dagblad. Voor mij allebei kranten voor het bevindelijk christelijk smaldeel maar voor hem een wereld van verschil. Waarna hij vervolgens begint over: "Weet u wie een goede dominee is?" Waarna hij me dat nog eens haarfijn ging uitleggen.

Op woensdagmiddag zaten er altijd drie mannen uit voormalig Nederlands-Indië. Ze lezen met elkaar de krant en praten bij over wat ze meemaakten deze week. Vroeger waren ze met z'n vieren. Maar één is een paar jaar geleden overleden. Soms zijn ze een tijdje met z'n tweeën want nummer drie is soms ziek en dan minder mobiel.

Maar de mooiste is de man die telkens langs komt om te melden met welke puzzel hij bezig is. De uitkomsten stuurt hij op. En hij wint verrekte vaak. Soms een kleine prijs als een horloge maar soms ook een reis. Hij is een meester in slagzinnen. Ik heb hem al vaak voorgesteld dat hij ons als bibliotheek toch eens een taart verschuldigd is. We wachten er nog tevergeefs op.

Mannen zijn het. Gewoon midden uit de samenleving. Soms dacht ik wel eens dat wethouders en raadsleden eens tussen deze mannen moesten gaan zitten. Als je de gewone man wilt spreken, moet je naar de leestafel gaan. Mannen met kleine zorgen en grote woorden.

Die leestafel.  Die tafel die veel meer is een tafel met kranten en wat heren er om heen.
Mannen zijn het. Maar aardige mannen.

Op de foto: de mannen van de leestafel in Lichtenvoorde. Een foto die afgelopen week - in kleur weliswaar - werd gepost op twitter. De foto bracht me terug naar mijn eigen herinneringen over mannen aan de leestafels. Genoemde verhalen gaan dus niet over deze mannen. 





woensdag 6 december 2017

Handleiding voor het leenverkeer (1972)


De afgelopen weken had ik contact met Henk Middelveld, de oud-directeur van de Overijsselse Bibliotheek Dienst. Hij meldde me dat hij door een verbouwing bij hem thuis ook zijn vakliteratuur maar eens ging opruimen. 'Of ik nog interesse had in wat oude meuk?'

En zo trof ik met Sinterklaas twee dozen met oude rapporten, notities en boeken over het bibliotheekwerk uit de jaren '60 en '70. Briljant materiaal waar ik de komende tijd nog wel eens over zal bloggen. Materiaal zoals dit boekje: 'Handleiding voor het Leenverkeer'.

Het IBL stond - zeker in openbare bibliotheken - nog redelijk in de kinderschoenen. Maar met de snelle groei van het aantal openbare bibliotheken in deze jaren nam ook dit toe.

De opkomst van de Plus-functie
Universiteitsbibliotheken kregen hierdoor steeds meer vraag van openbare bibliotheken. En daar waren die universiteitsbibliotheken eigenlijk niet voor bedoeld. Begin jaren '70 komt er dan ook een regeling voor de bibliotheken met een Regionale SteunFunctie (RSF, later WSF, thans Plus).

De commissie die deze handleiding schrijft merkt daar het volgende over op.


De commissie acht de tijd nog niet rijp om deze voorlopers van de Plusbibliotheken toe te laten tot het landelijk IBL. De Plus-bibliotheken moesten vooral hun regionale functie eerst maar eens goed gaan spelen. Volgens mij duurde het nog tot ver in de jaren '80  - met opkomst van Pica en het GGC -voordat de Plus echt mee mocht gaan doen.

Wel bijzonder dat thans juist die Plusfunctie weer onderwerp van studie is in het landelijk collectieplan. Dit omdat in bijna alle provincies geen geld meer beschikbaar wordt gesteld voor deze functie. En waar het in de jaren '70 nog een heidense klus was om uit te vinden waar een boek zich bevond, doen we dat nu natuurlijk met een druk op de knop.

Formulier van bibliotheek naar bibliotheek

Bibliotheken dienden hun aanvragen in bij de Koninklijke Bibliotheek, bij de Landbouwuniversiteit Wageningen of bij de Technische Universiteit Delft. Zij hadden tot taak op hun gebied een centrale catalogus bij te houden. Dat zullen vele kaartenbakken zijn geweest vermoed ik zo. Zij zochten uit waar iets zich bevond en stuurden dan een lijstje langs bibliotheken om het te leveren. Als de eerste bibliotheek niet kon leveren, ging het naar een tweede.

Dat formulier zag er als volgt uit.



In het tabelletje werden dan codes of afkortingen van bibliotheken geplaatst. Deze procedure - van bibliotheken die aanvragen aan elkaar doorsturen totdat iemand levert - is eigenlijk nog steeds de basis van het NCC/IBL. Ik zeg het met een beetje twijfel omdat ik zelf de laatste jaren niet meer zelf in het NCC/IBL actief was.

Het is toch wel bijzonder om te zien hoe vijfenveertig jaar geleden dat hele IBL echt nog moest groeien en wat voor monnikenklus het toen was om aan je materialen te komen.

Van een tijd waarin toegang tot informatie nog schaars toen,  naar een tijd waarin we echt nieuws van fake-nieuws moeten onderscheiden nu. De tijden veranderen en de bibliotheek verandert mee. De vraag die we ons nu stellen is of we iets fysiek nog moeten bewaren als het gedigitaliseerd is. Dan is er in 45 jaar toch een hoop veranderd en is het logisch om die collectietaken opnieuw tegen het licht te houden.

Wie het boekje (in een net iets latere druk) ook eens wil hebben, het is te bestellen via Bibliotheek.nl. Met een druk op de knop heb je het.

donderdag 30 november 2017

De slimme bibliotheek-app van Dublin


Dit is mijn schermpje met apps voor de bibliotheek op mijn iPad. En misschien hebt u er nog wel meer dan ik.Een app van Wise, een app voor vakantiebieb, een app voor de luisterbieb en een app voor de ebooks. Bij drie van de vier moet je authenticeren en soms zelfs op verschillende wijze.

Natuurlijk snap ik dat het zo gaat. Eerst hadden we een app voor de eigen bibliotheek, toen voor de vakantiebieb etc. Maar het kan ook anders. Zo werd ik afgelopen week gewezen op de nieuwe app van de bibliotheek in Dublin.

Alles in één app!
Na het juichende persbericht besloot ik de app toch echt zelf maar eens te downloaden.


Kijk, niks verschillende apps maar zoeken in de eigen bibliotheek en zoeken in ebooks, emagazines en ersources in één scherm. Uiteraard kon ik niet inloggen omdat ik geen lid ben van de bibliotheek maar ik vind het toch wel een fijn beeld. 

Barcode scannen en reserveren maar...
Bij het zoeken in de catalogus kom je uit in het volgende scherm.

Naast zoeken op elk woord, kun je ook gewoon de barcode van een boek scannen. U lacht daar wellicht om, want waarom zou je dat doen? Nou, omdat je bijvoorbeeld in een boekwinkel staat en daar een leuk boek ziet maar het niet wilt kopen. 

Alles in één app?
Toch zit niet alles echt in één app. Wie namelijk doorklikt naar de ebooks komt uit in het volgende scherm. 


Je moet dus dan toch nog een tweede app installeren die overigens dan gewoon doorstart vanuit de eerste app. Of je kunt gebruik maken van de mobiele website.  Bij e-magazines werkt dat wel ongeveer hetzelfde.

Eresources
Bibliotheken kopen naast ebooks ook nog allerlei andere digitale bronnen in zoals de consumentengids of online cursussen. Die biedt men in Dublin dus ook vanuit deze app aan. Dat ziet er wel tof uit.


Een hele lijst van bronnen. Ook in Nederland is niet alles via de catalogus te raadplegen.

Niet volmaakt maar wel een mooi voorbeeld
De app van Dublin is niet volmaakt maar biedt wel heel mooi alle spullen van de bibliotheek heel goed bij elkaar. Dat is een voorbeeld dat ik in Nederland nog niet tegen was gekomen. Wat ik wel een vondst vind is hoe ze verschillende apps in elkaar pluggen. Zo voor de hand liggend eigenlijk. Waarom zou je de ebook-app niet op laten starten vanuit je eigen bibliotheek-app? Bij lokale bibliotheken komen we vaak niet verder dan de app die de leverancier van het bibliotheeksysteem levert. En nee, ook niet overal volmaakt. Ook in Dublin is het niet overal single-sign-on en staan her en der op verschillende wijze hekjes.

Maar toch interessant om eens even naar te kijken. Zowel van de zijde van de lokale bibliotheek als van de Koninklijke Bibliotheek zijn hier denk nog wel mooie stappen van af te leiden.

Dus snel op virtuele studiereis naar Dublin!

dinsdag 21 november 2017

Leren van de dappere boetevrije bibliotheken...

Deze zomer werd ik benaderd door Paul Adels van de Bibliotheek Rotterdam en Guido de Gans van Bibliotheek Rivierenland. Beiden spelen een actieve rol in het traject Route2020 van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Hun vraag was ik of ik hen wilde helpen met een onderzoek naar boetevrije bibliotheken.

Van 0% naar 35% van alle inwoners in acht jaar tijd
Ik maakte een klein vreugdesprongetje toen ik het hoorde. Want het is een onderwerp waar ik exact 8 jaar geleden over begon te schrijven: een boetevrije bibliotheek zou best eens mogelijk kunnen zijn. Twee jaar later trok Ton van Duren als projectleider bij BiblioPlus de stoute schoenen aan en pakte de handschoen op. In twee vestigingen, Boxmeer en Wanrooij, werd een experiment gedaan met boetevrij. Het experiment slaagde en  eindigde begin 2014 gingen alle vestigingen van BiblioPlus over naar boetevrij. Ook Rivierenland was inmiddels een begonnen met alle vestigingen boetevrij. En daarna ging het hard. Inmiddels kennen meer dan 20% van alle bibliotheekstichtingen een of andere vorm van boetevrij en beslaan deze stichtingen zo'n 35% van alle inwoners en gemeenten. Boetevrij is daarmee een fenomeen geworden dat niet meer weggaat.



Presentatie van het rapport
Veel bibliotheken vragen zich dan nu ook af: moet ik ook geen boetevrije bibliotheek worden? Waarom eigenlijk en hoe? Op die vragen zou een onderzoek antwoord moeten geven. En dus ging ik samen met Paul en Guido op onderzoek uit. En gisteren op de conferentie van Route2020 presenteerden we de uitkomsten in een drietal interactieve sessies.

Onderzoek
In het onderzoek zijn drie zeer verschillende bibliotheekorganisaties onderzocht die zijn overgegaan op volledig boetevrij: Rivierenland, Eindhoven en de bibliotheken in de provincie Groningen. Naast allerlei praktische tips over hoe boetevrij ingevoerd kan worden was het met name een eye-opener hoe elk van de drie bibliotheken boetevrij hadden ingepast als randvoorwaarde om te komen tot een maatschappelijke en educatieve bibliotheek.

Elk van de organisaties heeft te kampen gehad met flinke bezuinigingen op vaak al niet erg ruime budgetten. Niet gelijk de ideale voedingsbodem om ook nog eens een deel van de gebruikersinkomsten te gaan schrappen. Toch zal deze schaarste juist hebben bijgedragen aan het vinden van onconventionele oplossingen om toch te kunnen investeren in een innovatieve en brede bibliotheek.

Visie op boetevrij


Want boetevrij wordt in eerste aanleg ingezet om bestaande leners prettiger te laten lenen. Voor de leners prettig en het blijkt dat angsten als 'materialen komen niet meer terug'   of 'we kunnen de inkomsten niet missen' in het geheel niet uitkomen.

Maar achterliggend aan boetevrij is dat het leidt tot een drastische reductie van kashandelingen in bibliotheken. Dit leidt tot minder inzet van personeel voor deze taken en meer personeel dat kan worden ingezet in nieuwe programma's als bibliotheek op school  en basisvaardigheden. Bij deze verschuiving wordt ook vaak gekeken of in vestigingen verder invoering van zelfbediening kan plaatsvinden of dat er samen met partners of vrijwilligers tot ruimere openstelling kan worden overgegaan.

Iemand vertelde mij ooit dat hij dat boetevrij maar niets vond. Hij vond dat bibliotheken vooral bezig moesten zijn met die nieuwe taken. Dat boetevrij vond hij toch vooral iets van de 'oude bibliotheek'. Die oude bibliotheek heeft overigens nog steeds bijna 4 miljoen leden en kent ruim 70 miljoen uitleningen dus zomaar daar mee stoppen lijkt me niet de beste strategie. Maar dat we steeds meer energie zullen steken in nieuwe taken lijkt me evident. En de boetevrije bibliotheek kan u - binnen dit bredere kader - helpen om daar juist ruimte voor te maken.

Download het rapport
Geïnteresseerd geworden? Dan kun u op innovatiebieb.nl het hele rapport downloaden en de resultaten nog een rustig teruglezen. Ook de interviews met de gedreven bibliotheekmensen vindt u daarin terug en ik krijg daar zelf elke keer als ik het teruglees weer energie van.

Acht jaar geleden dachten we nog dat we nooit van boetes af zouden komen. En vandaag denken veel bibliotheken erover na. Misschien kenmerkt dat ook wel de bijzonder tijd waar bibliotheken op dit moment in acteren.

Veel leesplezier!



maandag 13 november 2017

De Grote DigiTaalStrijd : een community-aanpak voor bewustzijn rond basisvaardigheden


Het kwam er even niet van maar ik wist dat er nog een keer over moest schrijven: de Grote DigiTaalStrijd. Een bijzonder evenement van de immer creatieve bibliotheek in Rivierenland om aandacht te vragen voor de strijd tegen laaggeletterdheid en digibetisme.  Misschien idee dat navolging kan vinden bij andere bibliotheken.

Wat is het?
Rivierenland werkt voor vele gemeenten. Op zeven plekken in hun werkgebied organiseerde men voorrondes voor een dictee en een quiz over laaggeletterdheid en digitale vaardigheden. De teams bestonden uit bedrijven en instellingen die voor een mooi sponsorbedrag mochten meedoen. Het organiseren van contacten met deze bedrijven ging via de serviceclub Betuwe in Zaken. Kijk, dat zijn handige partnerschappen.

De ingelegde sponsorbedragen komen ten goede aan de inzet tegen laaggeletterdheid. Van de vele tientallen teams die zo meededen konden er op 26 oktober 10 meedoen aan de finale. Eén team uit elke gemeente uit het werkgebied van de bibliotheek.

De finale vond plaats op 26 oktober. Dit was de dag dat het Cultuurcentrum Zinder waar de bibliotheek van Tiel in gehuisvest is, werd geopend door prinses Beatrix.  Een prachtig gebouw overigens zoals u ziet.



Rijnbrink girls
Ook met onze eigen instelling Rijnbrink deden we mee en een aantal collega's van mij wierp zich - getooid in de huiskleuren - vol in de strijd. De strijd bestond uit een aantal quizrondes met vragen en een groot dictee van de hand van Ronald Giphart.


Die quiz zat trouwens bijzonder goed in elkaar. Elk team kreeg een iPad waar de antwoorden op moesten worden ingevuld waarna de jury gelijk zag wat de actuele puntenstand was. Die techniek was verzorgd Kevin van Blokland van Bloklab. Hij werd ondersteund door studenten van ROC-studenten van het praktijklab.

De avond werd  gewonnen door het team 'ik spreek überhaupt maar één woord Duits'. Rijnbrink eindigde - met vele andere - op de vierde plaats.

Community aanpak met bedrijven
Wat mij opviel op de avond van de finale was hoe men er in geslaagd was om bedrijven te interesseren om zich laagdrempelig en eenmalig te verbinden aan een goed doel. Met overigens een leuke opbrengst van een kleine € 8.000,-.

Door de opzet met de voorrondes zal er in vele bedrijven een keer over gesproken zijn en zal men het op verschillende plekken verder hebben verteld. Een mooi begin van een traditie denk ik. Dit jaar was het nog niet altijd even eenvoudig om overal teams vandaan te halen maar dat een kwestie van traditie opbouwen.

Door de deelname ontstaan ingangen bij bedrijven waar eerst nog geen contact mee was en men maakt op een leuke manier kennis met de bibliotheek. Ik denk echt dat deze aanpak voor andere bibliotheken interessant kan zijn.

Mooie website




Voor de Grote DigiTaalStrijd is een mooie website gemaakt waar veel informatie te vinden is. Opvallend is dat men veel videomateriaal beschikbaar is dat zich weer makkelijk verder laat verspreiden. Daar is bijvoorbeeld ook het filmpje van Ronald Giphart met het eerste dictee nog een keer te zien. Schrijft u maar even mee.

Alles bij elkaar zit dit bijzonder knap in elkaar. Alle complimenten voor de bibliotheek Rivierenland en Betuwe in Zaken. In het bijzonder Lisanne van Iterson die dit als projectleider vanuit de bibliotheek neerzette en die ongetwijfeld bereid is om geïnteresseerde bibliotheken verder te woord te staan. Ik denk dat de opzet zich daar zeer voor leent.

donderdag 2 november 2017

Wouter: ik kom in niet meer in de bibliotheek door die € 1,50 boete....


Wouter legt in zijn vlog in  vier minuten uit dat hij niet meer een boek gaat lezen uit de bibliotheek. Zijn boete was slechts € 0,90 en liep door niet betalen op naar € 1,50. Het gaat om niks geeft hij zelf nog toe en hij had het gewoon in moeten leveren....Maar Wouter is er wel klaar mee: ik ga er nooit meer een boek lenen want ik heb er slechte ervaringen mee.... Nee, fijn, weer een jongen die niet meer leest.....

maandag 16 oktober 2017

Breng dat boek terug of sterf!


'Breng dat boek terug of sterf!'. Is dat niet wat te heftig? Zijn kwartjes en dubbeltjes boete niet voldoende? En kan het niet helemaal zonder die boetes? Dat boetes diep in het DNA van de bibliotheek zitten bewijst bovenstaande plaat.

De plaat komt uit de laatste bladzijde van 'Der naturen bloeme' dat in bezit is van de British Library. Met de hand is op de laatste bladzijde er later in  middelnederlands bij gezet dat degene die dit boek leende zwoer  bij het kruis dat ze dit boek zou terugbrengen en dat men anders haar leven mocht nemen.

Als ik het goed lees staat er zoiets als:

Bij het kruis dat hier staat
Doe ik een dure eed
....
Dat ik dit boek zal weder geve
Of het gebied mijn leven

Dat het een dame was die het boek leende is  te halen uit de onderstaande afzender die eindigt met 'heifmoeder'.

Een bijzondere uitlening dus. Ik stel me zo voor dat ik aan een gemiddelde bibliotheekbezoeker dit ook eens ga vragen: 'Prima dat u dit leent, maar als u het niet terug brengt, kost het uw leven. Akkoord?' Nou, de kinderboekenweek met het thema 'gruwelijk eng' zit er net op. Maar dit had er prima in gepast.

Het boek dat geleend werd is overigens rond 1270 geschreven door Jacob van Maerlant en is een planten- en dierenencyclopedie. De uitlening zou van de viertiende of vijftiende eeuw zijn.  Meer informatie over het boek en de bijzondere uitlening vind je op het blog van de Britisch Library.

vrijdag 13 oktober 2017

Drenthe is klaar met bibliotheekwerk maar er is nog zoveel te doen


Door mijn vriendin werd ik gewezen op dit filmpje over Drentse bibliotheken in 1979. Een aflevering van 'Gewest tot gewest'. In het filmpje wordt verhaald hoe in de periode tussen 1965 en  1979 steeg van 4 - ja, u leest het goed - naar 35. In de jaren '60 waren er dus maar vier openbare bibliotheken in Drenthe.

In 1975 werd de bibliotheekwet ingevoerd en groeide het aantal vestigingen als kool. Uit die periode  komen ook de verhalen dat studenten van de bibliotheekopleiding direct hoofd van de bibliotheek werden. Een schaarste aan personeel.

Dat netwerk van bibliotheken dat we tegenwoordig dus zo normaal vinden, is dus eigenlijk pas echt in de jaren '70 echt opgekomen. Dat is dus nog helemaal niet zo heel lang.

Het is interessant om de heer de Kruif  - de oud-directeur van de PBC Drenthe - te horen over het bibliotheekwerk. Hoewel het meubilair compleet veranderd is en internet zijn intrede heeft gedaan, zijn veel thema's nog steeds actueel. Bijvoorbeeld als je hem hoort over hoe bibliotheken informatie verstrekken over maatschappelijke thema's. Hem wordt ook gevraagd of het nu wel klaar is met die bibliotheken: '35 dat zal toch wel genoeg zijn'. En hij antwoordt dan dat dat qua aantal misschien wel zo is dat maar wie kijkt naar de ontwikkelingen in de samenleving allemaal onderwerpen ziet waar de bibliotheek iets mee moet. Hij heeft het - zij het met andere woorden - over een Leven Lang Leren.

Nou, een mooie een stukkie om vandaag maar eens met een grijns te bekijken. 

zondag 8 oktober 2017

Wie wint? Journalisten versus terroristen, woorden tegen daden


Het zijn beelden uit mijn vroegste jeugd. Die trein die daar stond. Eenzaam geel in het groene landschap. Daar werden mensen in vast gehouden. Meer dan dat heb ik als klein jongetje niet onthouden.

Liever praten dan knokken
Op dit moment vindt een parlementaire hoorzitting plaats over de treinkaping bij De Punt met als vraag of er buitenproportioneel geweld is gebruikt. Het kenmerkt ons land: wij zijn niet (meer) gewend om geweld te gebruiken.

Wij leven in Nederland in een land waarin we problemen oplossen door erover te praten. Liever praten dan knokken. Maar hoe wapen je je in zo'n land tegen terreur? Tegen partijen die bereid zijn om de grens over te steken om anderen fysiek geweld aan te doen of zelfs te doden? Het is een vraag die me op veel vlakken bezig houdt. Hoe wapen je je tegen mensen die bereid zijn andere grenzen over te steken dan jij zelf. Wat als doden en moorden voor jou geen optie is? Of zelfs dichterbij: wat als demagogie of populisme voor jou geen optie is en voor andere partijen wel? Leg je het dan niet altijd af tegen dit soort partijen?

Een woord een woord
Frank Westerman schreef het boek 'Een woord een woord' dat ik in de afgelopen weken ademloos uit las. Westerman woonde in zijn jeugd op 'schootsafstand' van één van de twee door Molukkers gekaapte treinen. Hij vertelt het verhaal van deze kapingen door interviews en bronnenonderzoek vanuit twee perspectieven: die van de onderhandelaars namens de regering en die van Molukse gemeenschap. Dat levert mooie historische journalistiek op waarbij beide werelden voelbaar en inleefbaar worden.

Molukse geschiedenis
Eén van de kapers was namelijk de leraar handenarbeid van Frank Westerman. De Molukse geschiedenis was voor mij trouwens een onderbelichte. En voor veel Nederlanders denk ik. Hoe de Molukkers klem kwamen te zitten tussen  drama van de politionele acties in Nederlands Indië en de zelfstandigheid van Indonesië. En zo belandden de Molukkers in Nederland en worden 'tijdelijk' opgeborgen in de toch leegstaande kampen Westerbork en Vught. Afgedankt door het Nederlandse leger. De rancune die je ziet ontstaan bij deze gemeenschap maakt dat je snapt dat ze - soms wat ondoordachte - gijzelingsacties inzetten. Het was overigens de tijd dat de RAF in Duitsland huis hield en de ETA in Spanje. Wekelijks werden er vliegtuigen gekaapt en bommen tot ontploffing gebracht.

Wereld van de onderhandelaars
De Nederlandse regering zet bij de gijzelingen in op onderhandelingen. Professionele psychiaters die met de gijzelnemers in gesprek gaan. Westerman gaat aan de hand van één van de twee de onderhandelaars uit die tijd - Henk Havinga - op zoek naar hoe je terroristen met woorden toch tot andere daden probeert te brengen. Daar blijkt een hele wetenschappelijke wereld achter schuil te gaan die zich in de afgelopen decennia razendsnel ontwikkeld heeft. Nederland was zelfs lange tijd koploper in deze aanpak: 'The dutch approach' betekent net zo lang praten met je vijanden totdat ze murw zijn.

Als intermezzo's in het boek maakt hij dan ook uitstapjes naar commando-oefening met gijzelpogingen bij de KLM en volgt hij een training voor professionals die met gijzelaars te maken hebben. Het levert een boeiende inkijk op in het spanningsveld tussen inzet van woorden of om als politie toch ook geweld te gebruiken. Ook zijn journalistiek ervaring in de Tjetseense oorlog en gijzelingen in schouwburgen en op scholen  laat hij de revue passeren.



140 tekens
'Kun je met woorden altijd geweld voorkomen?', lijkt de impliciete vraag achter het boek te zijn? Westerman geeft niet direct antwoord. Maar de ander kennen, zijn achtergrond weten en begrijpen blijken wel hele belangrijke zaken. Niet zozeer spreken als wel luisteren blijkt misschien wel het meest sterke wapen. Tenminste als de overzijde ook bereid is te luisteren. Achter al dat luisteren blijft het adagium zweven: Wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog. Optimistisch maar niet naïef, zoiets.

Maar aan dat luisteren valt in deze wereld nog wel wat te verbeteren zolang de dialoog slechts met 140 karakters wordt gevoerd. Sommige mensen bereiden zich iets te graag voor op oorlog.

Een prachtig boek met mooie menselijke verhalen die puzzelstukjes vormen in het grote schaakbord van belangen.

Dit boek bestellen bij je eigen bibliotheek? Klik dan hier.

maandag 2 oktober 2017

Zelfspot: Stakende bibliothecarissen


Geen betere spot dan zelfspot. Vrijdagavond werd ik geattendeerd op dit filmpje van de redactie.be. Het gaat over stakingen in België. De redactie onderzocht de stakingen in Vlaanderen. Het zijn niet alleen de cipiers of de verkeersluchtleiders die het land kunnen plat leggen..... Hoe dat afloopt, bekijk dat zelf. Briljante humor.

Helaas is het filmpje niet te embedden. Even op de link klikken dus.

donderdag 28 september 2017

Liveblog Expeditie Bibliotheekplaza 2017 #biebplaza


6.15 uur
Al vele jaren verzorg ik tijdens BibliotheekPlaza van Probiblio het liveblog. Een prachtige bijeenkomst met de blik naar buiten: wat zien we om ons heen gebeuren wat belangrijk is voor het bibliotheekwerk? Ik noem het altijd: het meest okselfrisse bibliotheekevenement van het jaar.
Dit jaar is de opzet anders dan anders. Het thema is 'Expeditie Bibliotheekplaza' Het programma kent geen lange rij sprekers. Deelnemers is verzocht makkelijk zittende kleding aan te trekken. En voor uw live-blogger betekent dat, dat ik ook nog niet weet wie of wat ik tegen kom. Ik zal dit live-blog deze dag een aantal aanvullen met 'mijn' expeditieverslag. Een Bibliotheekplaza die anders is dan anders. Of toch niet? De tijd om op te staan, 5.15 uur, is voor mij dezelfde als in andere jaren.



10.20 uur
Plaza is begonnen. De zaal is opgedeeld in 54 teams. Elk team bestuurt een land en wil zijn of haar inwoners zo gelukkig mogelijk maken. Probleem is alleen dat je als land niet alleen alles voor elkaar kunt krijgen. Je moet dus samenwerken.  De expeditie gaat dus bestaan uit het gelukkig maken  van je land en het land dat het gelukkigst is wint vandaag.



In de zaal 450 bibliothecarissen. Met de opdracht om een vlag te maken van je land die je identiteit weergeeft. Het wordt een dag met teamopdrachten. Met onderhandelen over grondstoffen, geld en voorzieningen. Een soort Kolonisten van Catan met een supergroot speelbord. 54 teams en slechts 1 winnaar. Degene met de meeste smileys wint.... Hoe simpel kan het zijn.

Opdracht: creëer een strategie, benoem je voorzieningen en maak een vlag. U snapt het nog niet? Prima. De rest van de zaal verkeert ook nog in licht verwarring. Of zoals de spreker het zei: 'Dat is leuk!'



11.20 uur
De eerste opdrachten zitten erop. Een strategie een vlag en de middelen die je nodig hebt om het te bereiken.  Chaos en vertwijfeling. Je moet dealen met de informatie die je nu hebt. Je moet dealen met je nieuwe team. Hoe kunnen we taken verdelen? Wat is een zinvolle actie en wat niet? Maar ondertussen worden er vlaggen gemaakt en jawel er volgt een heuse vlaggenparade.  Gijs van der Linden, ik wist niet dat Eppo van Nispen een broer heeft,  van Business Game praat alles aan elkaar  Hoog in de energie. Maar waar gaat dit naar toe?


12.05 uur
En dan volgt een break. Remco Claassen Een spreker. De energie moet even kantelen. We kwamen net uit een modeshow. 'Iemand enig idee wat ik hier kom doen?' is zijn startvraag. Remco Claassen omschrijft zichzelf als een nerd met menselijke trekjes.  En hij gaat over leiderschap.

Leiderschap gaat over de essentie van het leven: je draagt de consequenties van je vorige stappen en je stuurt naar de consequenties van de volgende stappen. Niet wijzen naar buiten dus. Daar ligt het niet aan. Je bent zelf verantwoordelijk. Zit ik nou naar een goeroe te luisteren? Ik haak even af merk ik.

Maar hij belooft: 'binnen 10 minuten ben je gehypnotiseerd en denk je: dit is goede stuff...'  Nog een oefening met in- en uitademen en ogen dicht. Maar daarna kiest hij toch richting. Hij stuurt naar richtingen waar organisaties naar toe gaan of moeten. Organisaties en medewerkers weten vaak niet waar ze naar toe moeten. Tenminste als je een beetje doorvraagt zit er maar weinig onder het chroom van de managementtaal. Het gaat veel meer over leiderschap. Minder management en meer leiderschap. We moeten niet meer managen. Met moeten meer leiden.

En verhip. Ik zit plotseling toch geboeid te luisteren.

Het begint al met de mission statements... Ja, die heeft uw bedrijf ook. Maar het zijn toch verschrikkelijke volzinnen? En dan die communicatie-afdelingen die dat dan met allerlei middelen lopen uit te dragen. Met zo'n zinnetje zet je echt geen mensen flink in positie om mee te werken.

En wat zegt zo'n zinnetje over die mensen? Toch ook niks? Of verwijst u naar uw HRM-afdeling? Nee, eerlijk gezegd: mission statement, arbeidsvoorwaardenbeleid, uw excelsheets of uw story telling...... het zijn geen leiderschapsmiddelen.

Met al die inzet schiet u niks op.  Die mensen blijven we gewoon hetzelfde doen als wat ze altijd deden. Leuk dat u directeurtje speelt. En na een paar weken constateren ze: 'het werkt toch niet'.

De essentie van zijn verhaal is: 'Mensen willen wel veranderen maar willen niet veranderd worden'.

Ja, dat vinden we ook allemaal. Maar dan kantelt het verhaal. Hé maar dat betekent dat je ook zelf aan zet bent. Hoeveel denk jij zelf eigenlijk na over je toekomst? De meeste mensen besteden meer tijd aan het voorbereiden dan hun vakantie dan hier aan?

Wat heb je nodig in een team, in een gezin of je eigen leven? Hij brengt het via leuke mopje terug naar twee zaken: richtingbesef en moed.

Hij vertelt het verhaal over toen hij 28 jaar was, manager bij een ICT-bedrijf. Hij had alles mee. Zittend in zijn leasebak merkte hij dat hij leegliep.  Alle technieken die hij gebruikte werkten niet meer. En hij ging naar huis. Zonder iets te hoeven. En pas toen ontdekte hij wat werkelijk belangrijk was: waar ga ik van kwispelen? Wie kwispelt houdt energie over.

Doe meer aan kwispeldiagnostiek.
Grijns.
Lunch.


14.10 uur
De lunch achter de kiezen. De buik vol en het spel gaat verder. Nu begint het echte onderhandelen. Met andere tafels moet nu gekeken worden of grondstoffen, geld en arbeid geruild kunnen worden tegen elkaar zodat elk land zijn eigen faciliteiten kan bouwen. Er wordt onderhandeld. Partners tegen elkaar uitgespeeld en coalities gesloten. Ons land zet alles in op samenwerking met twee anderen landen die andere spullen hebben. Door faciliteiten te delen kan geld bespaard worden en tegelijkertijd moet je snel genoeg acteren voordat de faciliteiten. Ik zie drie strategieën om me heen: samenwerken en delen, hard onderhandelen of passief achterover hangen. Een vrouw loopt voorbij en roept naar ons: 'hebben jullie nog niks? Haha losers...' Het tekent de fanatieke sfeer.



14.27 uur
Het spel wordt onderbroken door een schuldencrisis.  Die moet opgelost anders valt anders valt alles in elkaar en heeft niemand wat. Tja, op zo'n interventie kon je wachten. Daarvoor moet iedereen zijn geld en spullen op tafel leggen. Ben je bereid voor het algemene doel dat te doen?  Ik hoor dat ons team alle geld, arbeid en grondstoffen gelijk heeft ingeleverd. Dat blijkt echter niet iedereen te willen. Een collega zegt: 'ik ga mijn geld toch niet inleveren want dan kan ik na de crisis niks meer'. Niks menselijks is ons vreemd. Er wordt geschreeuwd en geronseld. De tijd dringt.  Het wordt gehaald..... inderdaad op het laatste nippertje. Net echt.



14.54 uur
Hans Bassing is de volgende spreker. Met als thema klantgerichtheid. In vergelijking met alle vorige sprekers is Hans bijzonder rustig. Dat is even wennen merk ik maar heerlijk om weer even te ervaren. Zijn verhaal begint over hoe cijfers en rendementen leidend zijn geworden in organisaties en hoe dit doelen op zichzelf zijn geworden. 'Mensen' worden daarmee 'materiaal'.  En dat is natuurlijk de dood in de pot. Mensen moeten mensen blijven. Blijf overal de mensen zien, ook in stresssituaties.

Bibliotheken zitten naar Bassings mening in een spannende tijd zitten. Het moet nu gebeuren. En belangrijk voor het committment om daaraan mee te werken is of je zelf vind dat je bij de goede organisatie zit?  Werk je bij een organisatie die relevant is? Gebeurt daar wat jezelf ook belangrijk vindt?

De basis van klantgericht werken - volgens het Walt Disney-principe is 1) vakkundigheid, 2) gastvrijheid en 3) betrokkenheid. Maar wel in die volgorde. Eerst zorgen dat alles in orde is, zorg voor een glimlach en de juiste toon en kijk of je kunt aansluiten op iets dat specifiek geldt voor deze gast of persoon.

Tja, tot hier hoor ik nog niet veel nieuws.  Toch?

Bassing vindt klanttevredenheid niet helemaal het goede woord. Wie vakkundigheid levert, krijgt tevreden klanten. Wie daar ook gastvrijheid bij levert, krijgt blije klanten, wie ook nog betrokkenheid levert, krijgt enthousiaste klanten.

Vakkundigheid is iets wat je kunt leren. Maar gastvrijheid en betrokkenheid laten zich toch niet leren? Het zijn toch gedragskenmerken? Die kenmerken worden alleen getoond door medewerkers die het 'leuk' vinden bij de organisatie waar ze zitten. Alleen dan wordt ook echt invulling gegeven aan de kernwaarden van een bedrijf.

Toch blijft dit verhaal knagen. Dit verhaal gaat niet lopen en er ontstaat wat geroezemoes. Iemand naast mij fluistert: 'deze man heeft nog een oud beeld van de bibliotheek'. Hij heeft het steeds over meelopen met klanten en de oude taken.  En ik denk dat mijn buurvrouw wel een punt heeft.

Aan vakkundigheid geen gebrek bij deze spreker zullen we maar zeggen.

Hij maakt toch een mooie afsluiter. Hij reflecteert nog even op het spel: 'Hadden jullie nog steeds voor ogen dat je meest gelukkige inwoners moest hebben en niet de meeste smileys?'


16.05 uur
Dan volgt de laatste ronde om te handelen voor je land. Eerlijk gezegd is bij ons de energie wel een beetje op. Er volgt nog een heuse bouwopdracht met Kapla. Je moet je land nog bouwen en ook daar vallen weer - jawel - smiley's te verdienen. Het levert mooie plaatjes op zoals je ziet.

Dan het slot met Bas Haring, volksfilosoof. Hij mag terugkijken op de dag, het spel, verandering in het algemeen en bibliotheken in het bijzonder. Hij waarschuwt maar gelijk: 'aan mijn informatie heb je niks, ik ben immers filosoof'.


Hij zegt maar vast: bibliotheken hebben hem vreselijk veel geld gekost.... Aan boetes wel te verstaan.  Nou, hij is toch nog goed terecht gekomen, denk ik dan maar.

Filosofen houden van informatie. En het liefst doorwrochte informatie. En om eerlijk te zijn: daar hebben we niet zoveel meer van tegenwoordig. Het regent fake-news en gekakel.  En bibliotheken zijn daar ook wel van toch?

En als volksfilosoof houdt hij ook wel van volksverheffing. En daar was u ook wel van toch?

En als laatste houdt Haring een pleidooi voor de verstandelijke makerscultuur. Zoals er een technisch fablab is met 3D-printen en zo moet er ook een verstandelijk makerschap komen. Gewoon dat je in je eentje zelfstandig eens wat uit gaat zoeken. Neem toch niet alles zo maar aan maar ga dat zelf eens doen! Dat past ook wel bij bibliotheken toch?

Nou, dit was het leuke deel waarschuwt hij vast.

Dan zijn reflectie op het spel. Tja, die smileys. Doordat je de ander te slim af bent, krijg jij die punten. Maar de ander niet. Is dat geluk? Ik weet niet hoor, betuigt Haring. Ik heb toch liever een eerlijker samenleving dan een samenleving met gelukspunten.

Die gelukspunten... dat is natuurlijk iets raars. Er zijn wel eens steden geweest die geld wilde uitbannen en een soort stadspunten gebruikten. Maar als je daarmee betaalt dan is dat toch gewoon geld? In de echte wereld zijn onze bankbiljetten gewoon gelukspunten.

Het spel is veilig oefenen. Want het is spel. Dus je kunt heel veilig leren hoe iets werkt. Oefenen is een essentieel deel van leren. Wie niet oefent, leert niet snel genoeg. En oefenen moet je vaak doen om het onder de knie te krijgen. Dat leer je dus niet in één keer. Dus als we zeggen: 'bij ons op ons werk moeten we betere naar elkaar luisteren' dan moeten we dat vaak oefenen. En het liefst zo vaak mogelijk.

In dit spel was er sprake van landen. Landen die elk een doel hadden. En daarmee vergeten ze soms het grote geheel. Maar is dat erg? Tja, het grote geheel is ook wel complex en daarom kan je je beter op iets kleins oplossen dat je wel kan oplossen. Wat is nou beter: grote doelen of  eigen belang?

Haring illustreert dat met een voorbeeld. Hij eet graag scharrel-kippedij. Maar die was op in de winkel. Hij had de keus tussen kip van de kiloknaller of een hele scharrelkip. Dat gaf hem een goed gevoel want een hele kip zorgt ervoor dat er geen kippeafval is. Zo gezegd zo gedaan maar hij stond daarna wel kippenbouillon te trekken terwijl hij eigenlijk had willen fietsen. Ook gezond.

Je kan dus beter je kleine problemen oplossen. Probeer toch niet die grote problemen op te lossen. Tja, het zal niet de beste oplossing zijn maar ach, goed is ook goed genoeg. Het is meer het beeld van het mierennest die blaadjes naar een nest slepen. Ze kunnen die niet opeten maar door ze in het nest te leggen, ontstaat er schimmel waardoor de mier alsnog te eten krijgt. Die mier is dom en kan slechts domme taken uitvoeren. Er zijn geen mieren die alles overzien. En dat geldt voor mensen ook, suggereert hij.

Dan nog over veranderen. Tja, waarom dat lastig is, weet ik niet als filosoof. Maar dat het noodzakelijk is, zie ik wel. En wat noodzakelijk is daar moet je niet tegen vechten. Dan ben je Don Quichotte.

Wat is de essentie van werk?  Waarom werken we? Is het voor geld? Is werk alleen werk als het stom is? Twee keer nee. Werk is jouw tijd ter beschikking stellen aan een ander. En die ander vindt dat waardevol. En daarom krijg je meestal geld.

Als die ander dat niet meer waardevol vindt, dan houdt het op. En dan verandert het dus. Of je kunt zelf niet meer wat je die ander gaf door bijvoorbeeld een fysieke beperking. Dan verandert het dus. Werk is dus altijd veranderlijk. Verandering is dus noodzakelijk en dus kunt u zich er maar beter niet druk om maken.

Dan het slotakkoord. Waar moet het dan naar toe met de bibliotheek? Daar heb ik drie vragen bij. De eerste is: Wie bent u? Zelfs als er niemand meer is?  De tweede vraag is: 'Hoe wilt u contact'  En de derde vraag is 'Waartoe ben ik op aard?' Nou als je die drie vragen kunt beantwoorden ben je goed bezig.

Zijn antwoord voor bibliotheken zou zijn om terug te gaan naar volksverheffing. Fysiek lezen blijft belangrijk. Onderschat dat niet. En tot slot: geef rust in deze drukke samenleving. 

Hoor ik dit nou goed? Is het zo simpel?  Ik ga er denk ik nog maar eens over nadenken als ik de kippenbouillon ga maken als ik ook weer een hele kip heb gekocht.

Het applaus klinkt, de borrel lonkt maar de prijsuitreiking volgt nog. De broer van Eppo van Nispen komt nog even terug. Enthousiast legt hij alles nog eens uit maar hij werkt ondertussen wel op mijn lachspieren. 

Hop hop naar de borrel! Tot volgend jaar.

dinsdag 12 september 2017

Waarom papier de toekomst heeft....


Hoewel mijn dochter van 18 deze vakantie het e-lezen heeft ontdekt - jawel, via de bibliotheek - lees ik zelf toch nog altijd het liefst van papier. Of dat zo blijft? Absolute antwoorden zijn altijd gevaarlijk. Maar sommige filmpjes kunnen je makkelijk overtuigen. Nee, papier blijft altijd. Kijk maar.

vrijdag 8 september 2017

'Waar blijft de 3.000 die in kas zijn?' : De samenwerking van Overijsselse Bibliotheken 1918-1924, Deel 5




Vandaag het laatste deel over die illustere samenwerking in Overijssel tussen 1918 en 1924. Dit keer hoe de subsidie stopte en hoe op een zacht pitje de opmaat naar het vervolg kwam.  De Bond voor Openbare Leeszalen in Overijssel had in 1920 een subsidie gekregen voor drie jaar van de provincie Overijssel.We zagen in een vorig artikel dat men flink bouwde aan een netwerk van correspondentschappen maar ook dat men misgreep bij de landelijke subsidie in 1920.

In 1924 is er geen subsidie meer en lobbyen de Overijsselse bibliotheken voor een verlenging. Zonder resultaat zoals blijkt uit bovenstaande artikel in Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 12 mei 1924.

Het bijzonder aan het verslag van de vergadering,  dat je hierboven ziet, is wel dat de staten vooral vonden dat er geen grond was voor verdere subsidiëring omdat het rijk ook niet subsidieerde.

Heringa, de penningmeester-secretaris van de Bond en directeur van Bibliotheek Enschede informeerde nog wel bij de Centrale Vereniging of er toch geen kans was op rijkssubsidie. In Friesland was de provincie namelijk gestopt met subsidiëren en Heringa hoopte dat hij gebruik zou kunnen maken van de vrijgevallen Friese gelden.

H. E Greve, de secretaris van de Centrale Vereniging antwoordt met bijgaande brief.


De kans dat Overijssel de subsidie van Friesland krijgt is nul. En daarmee valt de deur voor de provinciale subsidie in het slot.  De Overijsselse bibliotheken moeten zich bezinnen op hoe verder.

Referendum van 1924
Ze moeten kiezen: gaan we verder maar zonder subsidie of laten we de correspondentschappen  vervallen? Heel modern organiseert de bond een referendum onder de leeszalen.

Het bestuur van de Bond bereid hiervoor een kort plan voor en stuurt dit in het najaar van 1924 rond en vraagt elk bestuur zich via de post uit te spreken.


Men stelde voor een strategie te volgen zonder subsidie door de contributies te verhogen van fl. 1,50 naar fl. 2,50. Als ik het goed begrijp moest men die fl. 2,50 ook weer afdragen aan de bond om daar de correspondenten en het transport weer mee te betalen. Uit de reserves werd dan nog een tijdje een vergoeding aan de bibliotheken gedaan.

De meeste besturen gaan akkoord met dit voorstel. De enige 'stevige' reactie komt van mejuffrouw Stoffel, de directeur in Deventer. Het archief zit vol met stekelige briefjes tussen Stoffel en Heringa. Maar deze spant wel de kroon.




Aan het eind van het eerste blaadjes schrijft ze:
'waar blijft de 3000 die in kas zijn? Zullen ze aan administratie uitgegeven worden! Vrouwen geven gewoonlijk wat weinig aan dergelijke dingen uit, maar deze som lijkt me toch wel wat erg hoog!' 
Mejuffrouw Stoffel betoogt eigenlijk dat ze net zo goed zelf correspondentschappen kan onderhouden zonder de bond en dat ze dan zelf de contributies kan houden. Het voorstel haalt het overigen gewoon en de bond gaat op een laag pitje verder.

Verder op een lager pitje

De verhoogde contributie en verminderde vergoeding voor de correspondent leidt tot een terugloop. Er vallen correspondentschappen af zoals hier  in Borne.



Het overzicht van 1928 laat dan ook het volgende zien.


Waar in 1923 nog negen correspondentschappen waren zijn er in 1928 nog zes. Het aantal leden en uitleningen liep terug. Het wegvallen van de provinciale subsidie had een stevig negatief effect. Toch valt het niet stil en zet de bond zijn werk - op een lager pitje weliswaar - voort.

In het archief komen daarna nog een paar documenten voor. Eind jaren '20 en eind jaren '30, begin jaren '40 is er weer wat correspondentie of toch niet getracht moet worden om opnieuw te proberen provinciale subsidie te verwerven.

In 1941 stuurt Molhuysen, inspecteur van de Centrale Vereniging en directeur van de Koninklijke Bibliotheek bijgaande kattebelletje.



Hoewel op dit scherm wellicht niet heel goed leesbaar geeft hij aan dat er wellicht wat zicht is op provinciale middelen en dat het goed is als de provinciale bonden dan weer paraat zijn. Blijkbaar waren de besturen dus niet helemaal meer op sterkte aangezien hij aanraad om weer een voorzitter te zoeken en daarvoor de heer Tulp uit Deventer aanbeveelt. Het archief kent vervolgens de correspondentie met de heer Tulp en hij aanvaardt, zij het tijdelijk, het voorzitterschap.

Vereniging voor reizende bibliotheken
Eind jaren '30 en begin jaren '40 hebben bibliotheken geen middelen meer om zelf nog nieuwe zaken op te zetten. In het archief zitten dan ook veel briefjes van de Vereniging voor de reizende bibliotheek. Dat was een landelijke vereniging (die wel subsidie kreeg) en die op aanvraag boekenkisten kon toesturen.


Deze vereniging stuurde dus altijd een keurig briefje of het goed was dat men dit leverde in het werkgebied van de bond. De bond verleende altijd toestemming. Dat zorgde vervolgens voor een briefje waarin de vereniging voor reizende bibliotheken maar voorstelde om voortaan.

Van BOLO naar VOBO naar DOBO
Ook uit de begin jaren '40 zien we nog allerlei overzichten waar de bibliotheken uitleencijfers en boekenbezit met elkaar vergeleken. Men was geïnteresseerd in elkaars werk en probeerde waar mogelijk zaken uit te wisselen.



Kenmerkend is dan ook dat vlak na de oorlog gelijk weer de draad wordt opgepakt en men op werkbezoek gaat in Deventer, zoals uit bovenstaande brief blijkt. Een brief met prachtige details over wie welke trein moet nemen en wie mag blijven slapen bij mejuffrouw Timmenga, de directeur van de bibliotheek in Deventer en de opvolger van mejuffrouw Stoffel.

Vlak na de oorlog was Overijssel de eerste provincie die in 1948 begon met een provinciale bibliotheekcentrale en daar provinciale subsidie voor gaf. Waar men in 1920 net te laat was, was men in 1948 de eerste in Nederland. Over dat werk en het pionierswerk van Van Uxem en Goudzwaard schreef Marijke Borghgraef  in 2010 een uitstekende en lezenswaardige scriptie.

En de bond? De bond bleef bestaan! De BOLO ging over in de VOBO (Vereniging van Openbare Bibliotheken in Overijssel). De VOBO werd opgeheven in maart 1987en men besloot door te gaan als een informeel DOBO (Directie-overleg) Openbare Bibliotheken in Overijssel. Dit DOBO overlegt nog ongeveer elke maand, hebben een eigen programma voor vernieuwing van het bibliotheekwerk en werken nog steeds samen met de Vereniging van Openbare Bibliotheken (de voortzetting van de Centrale Vereniging). What's new?



P.M. Heringa
Een laatste woord is misschien nog op zijn plek voor P.M. Heringa, de directeur van de Bibliotheek in Enschede die vanaf de oprichting van in 1920 zeker tot begin jaren '40 veel werk heeft verzet als de vaste secretaris-penningmeester.Op de foto - die gemaakt is bij de opening van het Blijdesteinhuis in Enschede - is het man met het lichte jasje.

In Enschede opende onder zijn leiding in 1938 de muziekbibliotheek (volgens eigen opgave de derde in het land). Onbekende schenkers gaven fl. 10.000,- met als opmerking dat nooit naar ras of politieke overtuiging van de componist mocht worden gekeken. Een bijzonder statement in die tijd.

Heringa lijkt met zijn combinatie aan activiteiten  een beetje op zijn evenknie bij de Centrale Vereniging H.E. Greve die ongeveer over de hele zelfde periode actief is geweest. Verder is er ook  een P.M Heringa als bestuurslid betrokken bij de oprichting van de Almelose leeszaal in 1918. Maar ik vermoed echter dat hij dat niet zelf maar misschien wel zijn vader is zijn geweest.

Bijna een eeuw samenwerking
In den lande roemt men vaak de samenwerking tussen de Overijsselse bibliotheken. Men bedoelt daarbij vooral de samenwerking van de afgelopen decennia en hoe men in gezamenlijk de vernieuwing van de bibliotheek vormgaf. Met succes. Wie echter verder terug kijkt ziet dat die samenwerking dus al bijna een eeuw oud en begon in oktober 1918 toen het Zwolse bibliotheekbestuur ander bibliotheken uitnodigde om maar eens te praten over samenwerking. Een samenwerking die tot op heden zijn vruchten afwerpt.

Dit artikel maakt onderdeel uit van een vijfdelige reeks over de geschiedenis van de samenwerking tussen de Overijsselse bibliotheken tussen 1918 en 1924. 

De vijf delen zijn:
Deel 1: Hoe het begon in 1918
Deel 2: De rijkssubsidievoorwaarden 1921
Deel 3: Hoe de bond startte in 1920
Deel 4: De correspondentschappen 1920-1924
Deel 5: Verder zonder subsidie