zondag 31 juli 2016

Dictatuur kent vele tinten...

Shopping Cart

Ik schuif een winkelwagentje voor me uit. Voor me in het gangpad staat een keurig geklede dame. Ze commandeert een supermarktmeisje: U moet mij even helpen!' 'Ik kom zo!' zegt het meisje die nog snel en met enig plezier een andere collega op weg helpt.

'Zegt u het eens!'
'Waart staat de kwort?'
'De hort?'
'Nee, de gort!, G-O-R-T.'
'Gort?  Nee, eh, dat ken ik niet. Wat is dat?'
'U weet niet wat het is?'
'Om eerlijk te zijn niet.'
'Dan gaat u nu eerst maar eens naar een collega vragen die dat wel weet, komt u dan maar terug.'

Het meisje druipt bedremmeld af naar het magazijn. De glimlach is inmiddels van haar gezicht.
Ondertussen foetert de dame tegen haar al even keurige man: 'dat ze dat niet weet...'

Even later komt het meisje monter - en met glimlach - terug.

'Loopt u maar even mee.'
'Nou, we zullen zien.'
Gedecideerd loopt het meisje naar het juiste vak en laat zien waar de dame uit kan kiezen.  De dame maakt haar keuze en loopt verder.  Dan hoor ik haar nog even uitvallen tegen haar man:
'En je moet vanmiddag wel het grasmaaien hoor!'

Zou Poetin ook ooit zo begonnen zijn? Dictatuur kent vele tinten.

Foto: Rick Harris

maandag 18 juli 2016

Zespuntenmanifest voor het Deltaplan Digitale Vaardigheden

Enig idee hoeveel Nederlanders er nooit op internet zitten? Het CBS onderzocht dat afgelopen jaar en schrik niet: het is 8% van alle personen boven de 12 jaar: 1,2 miljoen Nederlanders. Dat zijn er nog best veel. En toegegeven, het zijn er minder dan in 2012  - toen was het nog 10% - maar toch.

Verder is bekend dat van alle Nederlanders die zelf geen internet hebben, 20% buitenshuis internet gebruikt. Dat kan dus ook een bibliotheek zijn.

Waarom gebruiken mensen geen internet? Wat zit daar achter? Ook dat onderzocht het CBS.


De optie 'Geen interesse' had ik zelf niet zo gauw verzonnen. Maar het toont aan dat er een groep is die zich nog steeds zonder internet kan handhaven. Hoewel iedereen natuurlijk aan voelt komen dat dat op lange termijn niet de beste strategie is. Daar achter volgt als reden 'Geen kennis en vaardigheden'. Wij zijn het natuurlijk wel met elkaar eens dat daar nog een kans en opdracht ligt voor bibliotheken. Ook als het gaat om de redenen 'Apparatuur of installatie te duur' en 'Mogelijkheid internet elders' is voor bibliotheken met computerfaciliteiten goed te ondersteunen.

20% redt het niet alleen
Ander onderzoek - dat van Dialogic uit 2013 - toont aan dat 20% van de Nederlander niet óf slechts met hulp zichzelf kan reden in de digitale wereld. Speciale aandachtsgroepen zijn ouderen (35%) ,  laagopgeleide oudere vrouwen (32%) en werkende mannen van middelbare leeftijd met een hoog inkomen (14%). Ik heb het niet verzonnen, ook dit komt uit het rapport van Dialogic.

Deltaplan Digitale Vaardigheden?
Al eerder mijmerde ik dat het goed zou zijn dat er een Deltaplan Digitale Vaardigheden voor Nederland komt. Een Deltaplan om burgers goed op weg te helpen en degenen die het echt niet kunnen langdurig een vangnet te bieden.  Ik weet zeker dat wij daar als bibliotheken toe in staat zijn. Samen met allerlei partners natuurlijk. En misschien moet het ook koppelen aan onze inspanningen rond laaggeletterdheid en moet het een Deltaplan Basisvaardigheden worden.

De succesfactoren in het Dialogic-rapport
Het rapport van Dialogic gaf daar in 2013 al een aardige aanzet toe. Frappant dat dat toen niet gelijk is opgepakt. Blijkbaar was de tijd er toen niet rijp voor.

Dialogic noemt vijf succesfactoren voor zo'n vangnet voor Nederland (p. 31 en verder voor wie het nog eens na wil lezen).
'A. Landelijke slagkracht met lokale verankering
B. Klassikaal en kleinschalig
C. Gezamenlijk vangnet
D. Oog voor privacy
E. Inspireren en beïnvloeden intentie tot gebruik'
Ik ga niet op alle punten in maar vooral het kopje landelijke slagkracht met lokale verankering gaat precies over waar bibliotheken met de Belastingdienst nu mee bezig zijn: grote partijen verbinden aan lokaal initiatief binnen een landelijk kader. De rol van lokale gemeenschappen en het creëren van vangnetten op dat niveau blijken van essentieel belang. Misschien toch interessant om er weer eens bij te pakken. Ook de Deense aanpak rond de e-overheid - die een apart hoofdstuk krijgt in dit rapport - is nog eens het bestuderen waard. Ook daar hebben bibliotheken - in het creëren van die lokale gemeenschap die ondersteunt - een belangrijke rol.

Het Deltaplan van de Wallabies
Een ander mooi voorbeeld komt uit Australië. Daar kennen ze het programma 'Go Digi' Go Digi is een vier jaar durend nationaal programma dat erop gericht om digibetisme uit te roeien. Met andere woorden: zoveel mogelijk burgers digitaal vaardig maken. Om precies te zijn: zo'n  300.000. Australië is qua inwonertal maar een beetje groter dan Nederland  (22.500.000 inwoners).  Mooie ambitie toch?

Onlangs publiceerden zij hun 6-punten plan voor digitale inclusie. Digitale inclusie wil zeggen dat een ieder zich kan redden en dat niemand zich uitgesloten hoeft te voelen. U raadt het al: een digitaal deltaplan.

Ik heb eens gekeken naar dit manifest en het vertaald en verfraaid naar de Nederlandse situatie.

Zespuntenmanifest voor het Deltaplan Digitale Vaardigheden

Aldus overeengekomen tussen Nederlandse gemeenten, provincies, het ministeries van Onderwijs en Cutltuur, Economische Zaken, Sociale Zaken, Volksgezondheid en Financiën.

Overwegende dat de samenleving verder digitaliseert en dat deelnemen aan de samenleving steeds vaker vraagt om digitale vaardigheden, besluiten zij zich in te zetten voor een hulpstructuur die kan dienen als Deltaplan Digitale Vaardigheden conform de onderstaande zes punten.

Punt 1: Lokale gemeenschappen zijn de drager

Digitaal meedoen wordt gedragen door gemeenschappen. Gemeenschappen die vaak lokaal verankerd zijn en die elkaar kunnen ondersteunen. Gemeenschappen die zichzelf ontwikkelen, verrijken en waar nodig ondersteund worden.

Ondersteuning kan bestaan uit 1-op-1-begeleiding, burenondersteuning, intergeneratief leren (jongeren ondersteunen ouderen en vice versa), ondersteuning op afstand, digitale ondersteuningssoftware, opleiding of combinaties van vormen. Telkens wordt met elkaar gekeken wat het beste past in de gemeenschap en hoe het beste talenten binnen de lokale gemeenschap gebruikt kunnen worden.

Punt 2: Gemeenschappen creëren kansen

De (lokale) gemeenschappen hebben een belangrijke taak: kansen creëren voor burgers: van meedoen in de samenleving tot het verbeteren van onderwijsresultaten en carrièremogelijkheden. Gemeenschappen zorgen hiermee voor wezenlijke oplossingen voor sociale en economische vraagstukken.

Punt 3: Overheid en bedrijven sluiten met hun beleid aan bij Digitaal Meedoen

Overheid en bedrijven realiseren zich dat digitalisering niet alleen is gericht op kostenreductie in (administratieve) processen maar ook op digitale inclusie. Overheid en bedrijven denken bij al hun handelen hierover na en proberen hun producten en diensten zo gebruikersvriendelijk als mogelijk in te richten. Tevens ondersteunen overheid en bedrijven om die reden de digitale gemeenschappen.

Overheden en bedrijven realiseren zich dat zij mede-verantwoordelijkheid dragen om elke Nederland deel te laten nemen aan het maatschappelijk leven als digitale burger.

Punt 4: Bruisende fysieke ruimtes voor digitaal leren en participeren

Er zijn bruisende fysieke plaatsen nodig waar mensen toegang kunnen krijgen tot digitale technologie en ondersteuning.  Bibliotheken, buurthuizen, openbare gebouwen, onderwijsinstellingen, verzorgingshuizen moeten faciliteiten hebben om deze gemeenschappen alle mogelijkeheden te geven. Maak fysieke hubs voor digitaal leren en participeren.

Punt 5: Leven-lang-leren moet beschikbaar zijn voor iedereen

De digitale ontwikkelingen zullen nooit meer stil komen te staan. We zullen ons blijven ontwikkelen. Onze digitale vaardigheid is van essentieel belang voor onze toekomstige welvaart. Er zal en variëteit aan studiemogelijkheden beschikbaar zijn die passen bij elke burger: informeel leren met maatjes, online leren of klassikaal les.

Punt 6: Digitale toegang is een mensenrecht

Betaalbare toegang tot internet en andere digitale technologie moet worden erkend als een mensenrecht voor alle Nederlandse burgers, net zo goed als dat elektriciteit een noodzaak is van het moderne leven.  Er zullen inspanningen moeten worden geleverd om de kosten van deze toegang, zodanig te beperken dat kosten geen aanleiding kunnen zijn voor het vergroten van de digitale kloof. Dit zorgt er voor dat ook de kwetsbaren uit onze samenleving zichzelf toegang kunnen verschaffen.

Aldus overeengekomen de ....

Zo. Nu nog een paar handtekeningen eronder en aan de slag.

zaterdag 16 juli 2016

Soms is doorlopen ook een goede daad...


Het is zaterdagochtend. Ik loop naar de kiosk voor de krant. Tussen de viskraam en de bakker staat een keurige man met achter hem een kraampje met boeken. Het zijn gratis bijbelcursussen.

Mijn blik gaat nog eens naar  de kramen waar hij tussen staat. Even hou ik in. Zal ik hem vragen naar die truc met de broden en de vissen? Maar ik loop door.  Stel dat het lukt, dan kunnen die bakker en visboer wel sluiten. En er is al zoveel leegstand.

Soms is doorlopen ook een goede daad.

dinsdag 12 juli 2016

Ik ben ook gelukkig zonder...


Zaterdag aan het eind van de middag is de batterij van mijn iPhone leeg. Hij schakelt zichzelf uit en ik loop naar de oplader en sluit hem aan. Na een aantal minuten springt de telefoon dan wel weer aan. Zo ook nu. Het Apple-logo verschijnt.... en blijft daar op staan.

Even herstarten dan maar.
Nope.
Even googlen en kijken wat je moet doen.
Nope.
Maar even laten liggen dan en straks maar weer proberen.
Nope.

Het is een druk weekend, zo'n weekend met allemaal afsluitingen van van alles. Dus ook wel een veel Whatsapp-verkeer over dingen die geregeld moeten worden. De bandleden waar ik zondag mee optreed, mail ik zaterdagavond nog snel:  'ik ben uit de lucht en offline...' Gelukkig leest nog iemand de mail en laat me weten wat de laatste instructies zijn voor mij.

En dan van het digitale leven stil. Eerst mopper ik nog over al die stomme apparaten maar langzaam komt er ook een bepaalde rust over me. Er zijn even geen berichtjes waar ik naar hoef te kijken. Geen piepjes. Geen belletjes. Geen meldingen. Het voelt eigenlijk wel als vakantie. De behoefte om her en der berichtjes te plaatsen is binnen een dag verdwenen. En eigenlijk lach ik mezelf ook wel uit: jeetje, wat ben ik eigenlijk ook een druktemaker op al die media.

Op zondag kijk ik op mijn laptop even in mijn werkagenda voor deze week: wie moet er weten dat ik niet telefonisch bereikbaar ben op dit moment? Die mensen laat ik dat weten en ik meld onze helpdesk dat ik hulp nodig heb en wanneer ik op kantoor ben. Ze melden terug dat we dinsdag alles kunnen oplossen.

Op maandag reis ik naar Den Haag. Ik check geen reisplanner, want die zit op mijn telefoon. Mij bereiken geen berichten dat de treinen door werkzaamheden heel anders lopen. Maar ik tref wel toevallig een collega op het station die dezelfde kant op reist. Hij heeft wel een smartphone en hij wordt mijn reisleider. Ik wandel rustig achter hem aan en geef me aan hem over. Het werkt prima.

Op de terugweg reis ik  zelfs met groepje collega's terug. Op een gegeven moment wordt het wat stil en blijkt iedereen op z'n smartphone te zitten. Ik voel me een beetje buitengesloten en begrijp nu wat ouderen zonder smartphone voelen. Wie meedoet met de smartphone, vind het heel gewoon om zo met z'n allen op een scherm te kijken. Wie niet meedoet, schudt meewarig het hoofd.

Op dinsdag helpen mijn collega's mij weer op weg. Ze wisselen mijn telefoon om er blijkt keurig een backup te zijn. Binnen een paar uur krijg ik een nieuwe telefoon terug die als twee druppels lijkt op mijn oude. Heel even twijfel ik of ik blij moet zijn dat ik dit apparaat weer terug heb. Het was eigenlijk wel lekker rustig.

Mijn gedachten gaan naar dat filmpje van Frans Bromet uit 1999 over de mobiele telefoon. 'Ik ben ook gelukkig zonder...' zegt iemand.

Een kleine 60 uur 'offline' en ik weet dat de voorzienigheid me in ieder geval prima heeft voorbereid op mijn vakantie.

woensdag 6 juli 2016

Kinderen van vier jaar: zonder voorlezen, 1.500 woorden, met voorlezen 3.500 woorden..


Goedemorgen! Wat een leuk nieuws om de dag mee te beginnen. Dit filmpje over de VoorleesExpress ging onlangs de lucht in. Het slechte nieuws: 25% van de kinderen start de basisschool met een taalachterstand en 25% verlaat die school ook weer met een taalachterstand.

De VoorleesExpress leest met vrijwilligers voor bij gezinnen die wel een duwtje in de talige rug kunnen gebruiken. Want voorlezen maakt veel verschil. Kinderen die worden voorgelezen kennen op hun vierde jaar 3.500 woorden. Kinderen die niet worden voorgelezen slechts 1.500 woorden. Door elke dag voorlezen kun je je kind een cadeau van onschatbare waarde geven.

Nou ja, ik hoef u dat allemaal niet te vertellen... Maar het filmpje geeft prachtig aan wat de waarde is van bibliotheken die dit organiseren. En een pluim aan Linda Voortman en Karien van Buuren die sinds de start in Overijssel zich inzetten voor dit mooie resultaat.

zaterdag 2 juli 2016

Terrormeeuwen


Donderdagochtend breng ik mijn auto voor een onderhoudsbeurt naar de garage. Ik loop naar de bushalte om vervolgens met de trein ergens aan de andere kant van Nederland aan het werk te gaan. Niets vermoedend loop ik over het industrieterrein tot ik plotseling een zachte klap op mijn achterhoofd krijg.... Een meeuw!

Nu valt het mij pas op dat er twee meeuwen rond mijn hoofd zwermen. Elke keer zetten ze een duikvlucht naar me in. Ik besluit mijn paraplu maar te gebruiken als bescherming. Als ik langs het volgende pand loop, zie ik mensen in een kantine. Die lachen naar me. Die hebben dit tafereel blijkbaar al vaker gezien.

Aan het eind van de middag haal ik de auto op. Ik moet weer langs datzelfde punt. En inderdaad: de twee meeuwen zitten al klaar. Ze beginnen te schreeuwen en beginnen daarna hun duikvluchten weer. Dit keer besluit ik mijn hachelijke avontuur te filmen.

Als ik bij de garage kom en vertel dat ik met gevaar voor eigen leven binnen kwam, begint de monteur te lachen... 'Ja, dat is bekend.... We hebben wel eens een jong van ze doodgereden, misschien zijn ze daar nog een beetje boos over.'


Het deed me denken aan mevrouw Helderder uit Pluk van de Petteflet. Die gewapend met helm en vlag haar flatje wil weer terug wilde veroveren maar belaagd werd door dezelfde terrormeeuwen.



Weer anderen wezen me op de film 'Birds' van Hitchcock. Mijn filmpje zou door kunnen gaan voor een goedkope Nederlandse remake van deze film: slechts twee meeuwen.

Vervolgens vroeg ik mij af of meeuwen eigenlijk eetbaar zijn en over er recepten voor zijn? Dat blijkt het geval: kijk maar eens op deze site.  Het mooiste recept komt uit onverwachte hoek: Jan Wolkers

Recept voor de bereiding van een zeemeeuw (uit de hongerwinter)

Men zette een meeuw op in ruim kokend water, zodat men er een baksteen naast kan leggen.
Als de baksteen gaar is, gooie men de meeuw weg.

Het geeft wel aan dat bereiding niet eenvoudig is. Zelfs daarvoor deugen die beesten dus niet.

Lekkere vrienden had die Pluk. Mijn volgende auto wordt een rood kraanwagentje. Dat lijkt me wel zo veilig.