zondag 30 mei 2010

Hoe verder? : TNO-rapport eBooks : deel 7 : reacties en slot


Aan de martelgang van het TNO-rapport komt een eind. En dat is maar goed ook. We hebben er nu wel lang genoeg over gepraat. Nog een paar reacties en dan aan de slag.

Tempo en geld
Tempo wil iedereen. Iedereen vindt die twee tot drie jaar te lang. Ook René Bladder - beheerder van de LinkedIngroep Ebooks - reageerde dat bibliotheken tempo moeten maken. Erna Winters, directeur van Kennemerwaard, gaf aan bereid te zijn geld vrij te willen maken in forse omvang. Zelfs in deze moeilijke tijden.

Google?
Ook een heel sympathieke reactie via de mail kreeg ik van Rob de Bie, projectleider ICT bij Biblioservice Gelderland. Hij schreef mij over de strategie van Google. Iets waar ik bij de bespreking nauwelijks bij stil heb gestaan. Maar inderdaad, Google gaat ondertussen natuurlijk gewoon verder. Wat doen we daar mee? Waar denkt u dat Google over twee tot drie jaar staat? Jan Klerk wijst in één van zijn laatste blogposts op het horrorscenario als blijkt dat Spotify ook voor eBooks beschikbaar gaat komen.

En wat moeten wij dan nog? En dat onderstreept nu net die urgentie. Het is echt erop of eronder.

Bibliotheken verenigt u!
Eén grote Nederlandse internetbibliotheek. TNO geeft de aanzet, aan ons om 'm in te koppen. Met een flinke zak geld op zak om content te regelen. Als het gaat om verenigen hadden we daar volgens mij de VOB voor. En als het gaat om inkopen een inkoopcommissie. Wat mij betreft moet maar eens nagedacht worden hoe de opdracht van de inkoopcommissie eens flink verruimd kan worden.

Bibliotheek.nl
Bibliotheek.nl heeft bewust een periode genomen om na het verschijnen van het TNO-rapport nog eens goed te luisteren naar de branche. Er zijn gesprekken over dit rapport ingepland met de VOB-commssies Marketing en Digitale Bibliotheek. Maar dat is het dan ook maar wat mij betreft. Minder praten, meer werken. En het zou mij niet verbazen dat achter de schermen door bibliotheek.nl ook al gewerkt wordt aan de eerste stappen.

Onze Vlaamse collega's en DBNL
Eén van die eerste stappen zou bijvoorbeeld best eens de aankoppeling kunnen zijn van de digitale bibliotheek van de de Nederlandse letteren: DBNL. Dit is een site waar al heel veel Nederlandstalige titels rechtenvrij beschikbaar zijn. Onze Vlaamse collega's hebben dat al gerealiseerd (zie foto). Zo las ik het Achterhuis van Anne Frank en Kruistocht in spijkerbroek. Zou mij dus niet verbazen dat pal na de zomervakantie dat beschikbaar zou komen in Nederland. Als ik Bibliotheek.nl was, zou ik daar nu mee bezig zijn.

NBD plus plus plus
Van NBD-zijde heb ik niet echt een reactie gehoord en ook niet echt gevraagd. Het lijkt mij dat dit voor de NBD toch reden genoeg zal zijn om hun ePortal nog eens flink op te schudden en te investeren in een paar aardige verbeteringen. Zo suggereert Kees Hamann van Bibliotheek Vlissingen dat het goed zou zijn om onbekende schrijvers de gelegenheid te geven om via de bibliotheek te publiceren. Voor de schrijvers creëren de bibliotheken een podium, voor de bibliotheken betekent het content. Overigens is dit een initiatief waarvan ik al gehoord heb dat Bol en iTunes daar ook al naar kijken. Kapers op de kust dus.

Een ander idee waar NBDBiblion ook nog wat zou kunnen werd me in de schoot geworpen door Erwin Karst van de Bibliotheek Hengelo. Hij vroeg zich af op Spotify bijvoorbeeld niet gekoppeld kan worden aan onze systemen. Niet alleen boeken maar ook muziek.

En ze leefden nog lang en gelukkig?
Ik eindig graag positief. En toch kan ik aan dit verhaal niet alleen maar een prachtig harmonieus slotakkoord laten horen. Jazeker, er ligt een goed rapport. Veel aanknopingspunten. Meer eerlijk is eerlijk: veel wisten we natuurlijk ook al.

Waar het nu om gaat is dat er echt wat gebeurt, dat er visie is op basis waarvan geld beschikbaar komt en draagvlak om met z'n allen daar ook de schouders onder te zetten. Tegelijkertijd zou het toch niet verkeerd zijn om te linken aan partijen als Google en Bol.

Meer en meer raak ik ervan overtuigd dat het niet alleen goed moet zijn maar ook nog eens razendsnel beschikbaar moet gaan komen. In de sector die altijd poldert zal dat nog een hele kluif worden. Ik wens onszelf veel succes!

zaterdag 29 mei 2010

Gerard Bierens vat even samen : TNO-rapport eBooks : deel 6 en samenvatting


Zo, die Gerard Bierens vat alles van het rapport nog even alles handig samen. Handig als je intern nog even mensen wilt bijpraten. En aan het eind aardige stellingen om samen met je collega's over te praten.

Oh, ja, er gaat telkens wat mis bij mij met deze slidesharepresentatie. Dus klik even op dit linkje om goed naar zijn presentatie te komen.

donderdag 27 mei 2010

Jan de Waal komt bij Blauwe Brug werken!

Enige tijd geleden meldde ik dat we een nieuwe collega zochten. Dat was nog geen makkelijk traject. En om eerlijk te zijn: we zijn ook nog niet helemaal klaar. Het blijkt dat het vinden van een goede ICT-collega met flink verstand van bibliotheekwerk nog niet zo'n hele logische combinatie is.

Een stukje van de vacature is echter ingevuld en met een naam die velen zullen kennen: Jan de Waal, werkzaam bij de Bibliotheek Maasland. Jan had een prachtige sollicitatiebrief die ongeveer in de trant lag van: 10 redenen voor mij om niet te solliciteren. En hij deed het toch!

De komende tijd zal Jan de Waal voor ongeveer twee dagen per week aan het werk zijn voor Blauwe Brug. Een deel van zijn werk zal gekoppeld zijn aan het webpresenceproject in Deventer. Daar koppelen we ideale website van de Overijsselse bibliotheken aan de ICT-ontwikkelingen van Bibliotheek.nl. Dit terwijl we tegelijkertijd doorsteekjes maken van Joomla! naar BARTcms en van Vubis naar Bicat.

Naast de ondersteuning in het landelijke traject in de bibliotheek Deventer zal hij ook de ICT-afdeling gaan ondersteunen in brede zin. De komende tijd zal hij dan ook met een flink aantal klanten van Blauwe Brug kennis maken en met de afdeling zelf.

Jan de Waal heeft een bijzonder overzichtelijk CV. Hij werkt gewoon sinds 1987 bij dezelfde werkgever. En ook daar blijft hij gewoon aan het werk. Zijn directeur is ervan overtuigd dat door deze gecombineerde functie ook de Bibliotheek Maasland er beter van wordt.

Naast de activiteiten van Jan de Waal in de Joomla!-gebruikersgroep is hij ook wel bekend van zijn inzet in Second Life. Het afscheidsfilmpje voor Henk Middelveld is mede door zijn inzet en dat van een aantal ROC-studenten tot stand gekomen. Daarnaast publiceerde hij voor 23dingen een merken-ABC. Een filmpje dat inmiddels door een half miljoen mensen is bekeken.

Minder bekend is zijn fascinatie voor de kunstenaar Loustal. Hij runt al 10 jaar de website Loustal.nl.

Jan welkom in Overijssel en Gelderland en veel succes!

woensdag 26 mei 2010

Wat een vader zijn dochter leert of toch andersom?

Aan het eind van het pinksterweekend komt mijn oudste dochter wat nukkig naar me toe. "Het wil niet", bromt ze. Ze lijkt boos maar ik weet dat als ze zo doet dat ze zichzelf dwars zit. Kan ik je helpen vraag ik? "Ja", bromt ze nog even boos. Ze heeft een drukke week voor de boeg in haar 2-Gymnasiumklas. Ze kan goed leren maar ze is wat ziek geweest in het pinksterweekend. En nu ziet ze even niet hoe alles moet.

We maken een planning samen. Die is inderdaad krap voor deze week. Ze lijkt een paar privédingen te moeten laten schieten. Dat is niet leuk. Dan heeft ze nog een practicum Natuur/Scheikunde waar ik haar even mee moet helpen om op gang te komen. Dat kost niet veel tijd maar we wel even afspreken wanneer we dat doen. Ik ben - helaas voor haar - ook niet altijd op afroep beschikbaar. De planning voor deze week loopt nu voor haar. Haar twee proefwerken, het SO en werkstuk (dit is echt een gewone week!) zitten er in.

De volgende ochtend start ik zelf alles weer op. Pfff. Wat een rare week is dit. Een beetje een rot gevoel. Veel kortere afspraken in Deventer die telkens mijn dag breken. Mijn week valt uiteen in allerlei brokjes. Dat voelt niet lekker. Nergens meer een heel dagdeel om eens wat uit te werken of rustig alle mail weg te werken.

Ik denk aan mijn dochter: hoe loste zij dat op? Oja, een planning. Ik pak mijn agenda en zet op een rijtje wat er deze week allemaal moet: wat zijn mijn proefwerken en werkstukken. Wat moet wel en wat moet niet? Et voila, de tent de draait weer.

Leuk om die parallel zo te kunnen zien. Dat trucjes soms gewoon ook werken. Maar ook een beetje genant. Want eerlijk gezegd was ik wel een beetje boos op haar geworden dat ze haar planning zo had laten lopen. En wat denkt u: Was ik boos op mezelf dat ik mijn eigen planning zo had laten lopen? Welnee, ik vond mezelf alleen maar zielig dat het zo druk was. Nou ja, allebei weer wat geleerd zullen we maar zeggen. En allebei weer flink aan de slag.

zaterdag 22 mei 2010

Heren opgelet: wat te doen ná sjaaltjesdag!

Heren... even onder elkaar. Alle dames kunnen dit bericht dus overslaan. Het heeft ook niks met bibliotheekwerk te maken dus ook al die mensen kunnen dit bericht overslaan.

Vandaag zwaaide ik naar mevrouw D. en er ontglipte haar een klein gilletje. Een gilletje van opwinding wel te verstaan. En ik moet zeggen dat dat niet altijd de normale reactie is van mevrouw D. En mannen... we zijn nu toch onder elkaar, zo ingewikkeld is dat niet. Dus, nee haak nog even niet af, lees nog even door. Kleine moeite groot plezier.

Een jaar geleden attendeerde ik mijn lezers al dat er een mannelijk equivalent is voor rokjesdag: sjaaltjesdag. U weet wel die sjaaltjes waar ik nog mee op de cover van mijn eigen tijdschrift kwam. Rokjesdag is overigens dat jaar al weer een paar keer gepasseerd. En ja heren, sjaaltjes kunnen ook in 2010 nog wel.

Mijn veel te grote ego en mijn ijdelheid zijn u inmiddels wel bekend. Wellicht ook mijn voorkeur voor casual-maar-ook-weet-niet-té-casual-kleren. Terwijl ik me tegelijkertijd ook weer probeer te kleden naar de situatie. Waar een jasje usance is, zal ik dat ook vaak doen. Situaties met te veel stropdassen negeer ik overigens stelselmatig.

U weet inmiddels dat in huize D. vier mevrouwen D. wonen. Daarvan hebben drie dames D. inmiddels een eigen mening en voorkeur voor kleding. Kortom, mijn kleding wordt van alle kanten gewikt en gewogen.

Maar beste leden-van-het-sterke-geslacht, meer dan ooit draait het om detail. Eigenlijk maakte het niet meer uit welk truitje u aantrok, als die sjaal er maar om heen zat. En zo geldt voor 2010: niet de deur uit zonder armbandje.

De proef op de som is natuurlijk of het zinvol is om een armbandje te dragen. Ik zwaai met mijn rechterhand naar mevrouw D. : er gebeurt niets. Ik zwaai met mijn linkerhand (met armbandje).... nu ja het resultaat weet u inmiddels.


Het is wel grappig om te zien hoe je meegaat met van alles en nog wat. Elke keer volgt er weer een mentale barrière. Na het sjaaltje de gezichtscrème, na de gezichtscrème het armbandje. Het wachten is inderdaad op de verdere make-up voor mannen. Dus kop op vrienden - zo mogen wij elkaar toch wel noemen? - de volgende keer meer over het oogpotlood en de mascara!

En voor alle vrouwen: foei, hebt u toch tot hier gelezen!

woensdag 19 mei 2010

Bouke bedankt!


Vandaag is het officiële afscheid van Bouke Arends bij de Rijnbrinkgroep. Alle officieuze afscheidsmomenten heb ik tot nu toe gemist. Dus dit is echt mijn laatste kans.

Bouke en ik zijn ongeveer tegelijk begonnen bij de OBD. Hij als sectordirecteur facilitair en ik als ICT-medewerker. En beiden kunnen we zeggen dat de OBD en de Rijnbrinkgroep ons vele kansen heeft geboden.

Broekies voeren Cyberwar
We hebben een lange geschiedenis samen. Met een paar prachtige momenten. Eén van de meest spannende was wel een traject waarbij we in conflict zaten met een leverancier van datalijnen. De Overijsselse bibliotheken gingen gebukt onder allerlei rare storingen. Elke leverancier wees weer naar een volgende leverancier. In het diepste geheim is toen besloten om in één weekend te wisselen van leverancier. Dat was een militaire operatie waarbij 100 vestigingen in twee dagen voorzien werden van nieuwe apparatuur. Waarbij niet getest kon worden vooraf en waarbij alles goed moest gaan. Bij de start van de operatie kreeg de bestaande leverancier door wat er gebeurde. Er ontstond een cyberwar waarbij de betstaande leverancier op afstand apparatuur onklaar begon te maken. De leveracier verloor die cyberwar overigens. Broekies waren we overigens in die tijd. Ik net onder de 30, hij er net boven.

Spannende en leuke tijden dus. Ik vond die samenwerking mooi omdat ik vond dat wij elkaar goed aanvulden. Bouke was veel sterker in de bestuurlijke trajecten en ik deed meer de inhoudelijke invulling. Van Bouke heb ik dan ook geleerd dat het proces soms belangrijker is dan het resultaat. Soms los je iets niet op door harder te werken of meer geld te investeren. Soms is meer communiceren en juist langzamer opereren effectiever.

De "dames van P&O"
Over het communiceren van Bouke zijn overigens ook nog wel boekdelen te schrijven. Hij had er een ongelofelijk genoegen in om tijdens de lunch de “dames van P&O” binnen een minuut op de kast te jagen met zijn mening over het doorgeschoten emancipatiebeleid. Waarbij hij steevast werd teruggepakt met opmerkingen over zijn fruitdieet en balansdagen.

Zijn laatste 1-april-grap was trouwens ook prima. In het OBD-gebouw waren net allemaal beveiligingskastjes aangebracht waarbij je alleen nog sommige kamers in kon met een pasje. Toegangsbeveiliging dus. Zo’n kastje heeft hij vervolgens ook laten aanbrengen op het toilet in de buurt van zijn werkkamer. Met de opmerking: vanaf heden is dit toilet alleen beschikbaar voor gebruik door de directeur en diens bezoek.

Wie hier nu het gevoel krijgt dat Bouke louter grappenmakend en shockerend door het leven gaat, krijgt een verkeerd beeld. Bouke werkte keihard waarbij hij inhoudelijke en bestuurlijke specialisten telkens op de juiste plek probeerde te laten staan. Heel resultaatgericht.

Zakelijkheid en menselijkheid
Ik heb altijd een groot respect gehad voor hoe hij al de taken die hij had combineerde met zijn privé-leven. Achter alle zakelijkheid heb ik ook regelmatig veel emotie gezien en kon hij diep geroerd zijn door het lief en leed van anderen. Achter alle zakelijkheid zat ook heel veel menselijkheid. Een kant die door alle bestuurlijke besognes door velen vaak minder gezien is. Eigenlijk is dat wel jammer.

Bouke heeft ongetwijfeld nog een mooie toekomst voor de boeg. Daar wensen we hem natuurlijk alle goeds bij. Wij heffen nog één keer het glas: Op Bouke!

Foto: Anneke Duinkerken

dinsdag 18 mei 2010

Even geen geleuter


Ik publiceer nooit zo maar. Vandaag wel. Soms moet je even genieten dat alles loopt. Kom er maar in!

maandag 17 mei 2010

Tips voor bibliotheek.nl en de rest van Nederland : TNO-rapport eBooks / deel 5 en conclusies


Zo, aan de martelgang van eBookblogs begint een eind te komen. Dit is het voorlaatste deel van de serie. Laten we eens kijken wat we op basis van de vorige artikelen mee zouden kunnen geven aan Bibliotheek.nl als uitvoeringsstrategie.

Tempo, tempo, tempo
Op de eerste plaats is meer tempo vereist dan TNO aangeeft. Bibliotheken gaan geen twee tot drie jaar meer wachten. Dit najaar moeten de contouren voor een landelijke dienstverlening al te zien moeten zijn. Begin 2011 moet een nieuwe dienstverlening draaien. Begin 2012 moet 20% van onze klanten er gebruik van maken en in 2014 50% van ons ledenbestand.

Collectie
TNO geeft aan dat de beste kansen lijken te liggen in de “shoulder” van de long tail. Grofweg kan gezegd worden dit overeen komt met de non-fictie-collectie van openbare bibliotheken. Een goede uitvoeringsstrategie die zicht biedt op een goede informatieve digitale collectie zal bibliotheken er toe doen besluiten gezamenlijk te investeren in deze collectie.

Dat levert op de achterkant van mijn sigarendoos een budget op van 25 miljoen per jaar.

Dat budget moet voldoende zijn om die informatieve collectie neer te zetten maar om ook nog twee andere dingen te doen.

Extra ding 1: Shoulder én Kop
Op de eerste plaats zou dit budget ook ruimte moeten bieden om ook in de populaire fictie een aantrekkelijke lijst met titels beschikbaar te krijgen. Niet alleen de “shoulder” van de long tail, maar ook een flinke aanzet in de kop. Wie als doelstelling heeft dat grote delen van de Nederlandse bevolking interesse heeft, moet meer bieden dan alleen de “shoulder”.

Extra ding 2: Web2.0
Naast een goede eCollectie met fictie moeten we ook werken aan allerlei web2.0-toeapssingen rond de eContent. Bijvoobeeld, automatisch laten Twitteren welke boeken je net hebt teruggebracht, filmpjes toevoegen als leesrecensie of op FourSquare meldden waar je een boek for book crossing hebt achter gelaten. Het is interessant om eens te brainstormen wat hier allemaal nodig is.

Urgentie
Samengevat kan gezegd worden dat het TNO-rapport een goede aanzet is maar de ambities wat mij betreft nog wel flink opgepompt mogen worden. Het moet sneller, groter, beter en interactiever. En ja, het wordt ook duurder dan u denkt. Maar wie zich voor ogen houdt dat dit een overlevingsstrategie is voor bibliotheken, weet ook dat dit een lieve duit mag kosten.

Slot
Ik heb in de planning zitten om nog één aflevering te publiceren over dit TNO-rapport. Maar die reactie zal even op zich laten wachten. In die laatste aflevering wil ik een aantal experts nog een keer laten reageren. Voor nu: dank voor uw aandacht en doe er uw voordeel mee!

Foto: Smohundro

vrijdag 14 mei 2010

Quanta costa? Een budget van 25 miljoen per jaar : TNO-rapport eBooks / deel 4

“Zo Deckers, je hebt weer lekker kletsen”; ik hoor het u denken. “Dat verzint maar allerlei toepassingen en denkt dat de bomen tot in hemel groeien. Wie gaat dat betalen? En waarmee?”

Want eerlijk is eerlijk. Een goede inzet op eBooks is noodzakelijk maar gaat natuurlijk geld kosten.

20% tot 30% van het collectiebudget
Toen ik februari samen met Annemarie van Essen een studiedag organiseerde voor Overijsselse Bibliotheken deden we een spelletje over wat dit geheel mocht kosten. Daarbij kwamen we er op uit dat dat eBooks en eContent binnen enkele jaren zo maar 20% tot 30% van het collectiebudget zouden kunnen vragen. En directies in Overijssel gaven aan dat zij wel voor zich zagen dat er een groeiend budget hiervoor beschikbaar moet komen.

Nu zit tussen zeggen en doen nog een taaie wereld van verschil.

Wat zou het mogen kosten?
Je kunt ook anders redeneren. Wat zou het mogen kosten? Zullen we even een sommetje maken op de achterkant van een sigarenkistje?

Het Nederlandse bibliotheekwerk heeft een totaalbudget van circa 550 miljoen euro. Ongeveer 10% tot 15% van de budgetten van een bibliotheek zitten in het collectiebudget. Wie kijkt naar CBS-cijfers over 2008 ziet dat er ongeveer 75 miljoen euro aan mediakosten is. Dus dat klopt wel aardig.

In het vorige artikeltje hadden we het over de “shoulder” van de long tail en daarbij trok ik de conclusie dat dit wel eens de informatieve collectie van de bibliotheek zou kunnen zijn. Die collectie kopen we op termijn dus digitaal in.

Tien jaar geleden was het nog heel gewoon dat die informatieve collectie zo’n 50% van het collectiebudget besloeg. In de afgelopen jaren heb ik dat bij verschillende bibliotheken zien verschuiven naar meer veelgevraagde romans en DVD-speelfilms. Veel bibliotheken besteden dus nog zo’n 30% van het collectiebudget aan informatieve materialen voor volwassenen en jeugd.

25 miljoen euro per jaar?
Als dat digitaal kan hoeven we dat niet meer gedrukt te kopen. Dat scheelt dus 30% van het collectiebudget dat ingezet kan worden voor een digitale collectie. Oftewel: een budget van 25 miljoen euro per jaar. Als ik goed luister naar bibliotheekdirecteuren zijn zij bereid om voor een goede strategie, een goed platform en goede content een dergelijk pad in te slaan. En misschien is 25 miljoen teveel van het goede, het gaat in ieder geval om veel meer dan de 3,5 miljoen euro die we nu met elkaar opbrengen voor bibliotheek.nl.

U wilde grote stappen maken? Dan gooi ik dit sigarendoosje nog even niet weg. Maar ik ben wel benieuwd wat u ervan vindt!

Foto: Johnny Vulkan

woensdag 12 mei 2010

De shoulder van de long tail : TNO-rapport eBooks / deel 3

Het moet dus snel en het moet op een web-2.0-manier. Okee, daar zijn we het dan over eens. Maar wát moet dan op die manier? Met andere woorden: over welke collectie praten we? Sheet 26 van het TNO-rapport gaat daarop in.

Shoulder van de Long Tail
Bijgaande plaatje toont de propositie die TNO voorstelt. De startpositie van een goede collectie eBooks zit in de shoulder. Dat is het gedeelte tussen de kop en de staart. De gedachtengang daarbij is dat er op korte termijn met de uitgevers toch geen goede deal is te maken over de top-10-boeken. Anderzijds ziet TNO dat de tail toch vooral door de Koninklijke Bibliotheek en de Universiteitsbibliotheken moet worden ingevuld.

En ik denk dat TNO dit wel goed ziet. Maar waar bestaat die shoulder dan eigenlijk uit? Modellen zijn geduldig. Maak het eens concreet. Wat is de shoulder van de collectie van Bibliotheek Nederland?

Wat is de shoulder van Bibliotheek Nederland?
Laten we dan eens beginnen met wat het niet is. Het is niet de top-50-romans, ook niet de top-100-romans. Als er al romans in de shoulder zitten, zijn het romans die minder geleend worden. Het zijn waarschijnlijk ook geen films. Die markt is door piraterij al kapot Als het gaat om non-ficitie dan gaat het niet om de top-10 of top-25 van non-fictie want die gaat nog te goed in hardcover. Ook zijn het geen wetenschappelijke verhandelingen of hoogdravende bewaarexemplaren. Want die zitten in de tail.

Als ik er wat langer over nadenk zou je kunnen zeggen dat de shoulder bestaat uit 90% van onze huidige non-fictie-collecties in openbare bibliotheken. Wellicht wat aangevuld met wat buitengaatse romans en muziek van de CDR.

En eigenlijk is dat natuurlijk nog niet zo gek. De non-fictie-collectie heeft tot nu toe het zwaarst te leiden gehad onder de opkomst van internet. Mijn stelling is dan ook dat een goede collectie non-fictie-eBooks einde gaat betekenen van grote delen non-ficitie in de fysieke bibliotheek. Als bibliotheek in de breedte nog iets willen betekenen in non-fictie, dan zal het digitaal moeten.

Plus web-2.0
Zo makkelijk als het hier staat is het echter niet. Alleen de collectie aanbieden is niet voldoende. Rondom de collectie zullen web-2.0-applicaties beschikbaar moeten zijn die de klant in staat stellen om te spelen met brokken informatie. Wat dat precies is, weet ik ook niet. Maar in die richting moet onze ontdekkingsreis gaan.

Dus: daar gaat onze fysieke non-fictie-collectie en minder gebruikte romancollectie en hup naar web-2.0 met die collectie? Mee eens?

dinsdag 11 mei 2010

Een e-reader is geen e-reader : TNO-rapport eBooks/ deel 2


In de vorige post ging het over tempo. Dit keer gaat het over de Ereader die geen Ereader is.

Een half jaar geleden kon ik gebruik maken van de Sony Ereader. Leuk ding. Goed gekoppeld aan de boekwinkel van Bol. Goed te gebruiken als alternatief voor het boek.

Twee weken geleden heb ik een kwartiertje gespeeld met een Ipad. Kenmerkend aan de Ipad is dat ie altijd online is. Dus wat waren de eerste dingen die ik met deze “e-reader” ging doen? Precies, Twitteren, Googlemaps bekijken en Youtube. Niks lezen, allemaal web-2.0-applicaties opstarten. Het filmpje dat hier bij staat is minder dan drie minuten lang. Maar pas in de buurt van de tweede minuut wordt gemeld dat de Ipad ook een “e-reader” is.

De e-reader bestaat niet. Tenminste, niet lang meer. De Ipad is gewoon een grote mobiele telefoon of een het is een laptop zonder toetsenbord. In het afgelopen jaar is de markt voor handheld met internetverbinding explosief gegroeid. Waar twee jaar geleden internet op je mobiele telefoon toch vooral een gadget was, daar is het nu een noodzaak geworden.

Ik heb de eerste mensen al gesproken die op hun vliegreizen al hele boeken lazen op hun mobiele telefoon.

Mijn stelling is dus dat de e-reader niet bestaat. Het is een handheld. Lezen op die handheld moet dus concurreren met het gebruik van YouTube, Twitter of FourSquare.

Dat levert voor mij op dat het kopen van content straks niet genoeg is. Als we alleen de boekencollectie digitaal beschikbaar maken dan hebben we onze bestaande functie gedigitaliseerd. Maar dat is niet genoeg. Er moeten tegelijkertijd een flink aantal web-2.0-toepassingen bij moeten komen die gebruikers de kans te geven iets toe te voegen. Bijvoobeeld, automatisch laten Twitteren welke boeken je net hebt teruggebracht, filmpjes toevoegen als leesrecensie of op FourSquare meldden waar je een boek for book crossing hebt achter gelaten. En zeg niet dat niemand daarop zit te wachten. Wie had gedacht dat we op Twitter zouden melden dat we naar de kapper zijn geweest? Precies.

Geen e-readers dus maar mobiele devices die altijd online zijn. En daar dan weer web-2.0-content voor maken. Die focus zit wel her en der verstopt in het rapport. Maar ik zou hem toch maar wat naar voren halen.

zondag 9 mei 2010

Over het gevoel van urgentie : TNO-rapport eBooks / deel 1

Houd u vast. Want dit wordt een marteling. In minimaal zes afleveringen ga ik u door het TNO-rapport leiden over eBooks. Vandaag deel 1 over de urgentie van eBooks.

Eén van de conclusies van het rapport is de volgende:
“Er van uitgaande dat openbare bibliotheken tijdig een eBooks aanbod willen aanbiden, is de vraag welke timing voor bibliotheken de juiste is. TNO is van mening dat het voor openbare bibliotheken – gegeven de geschetste ontwikkelingen – nu het moment is om te starten met het ontwikkelen van een Ebooks propositie en de realisatie hiervan.
Voor de ontwikkeling van een goed functionerend platform zal circa 2 a 3 jaar nodig zijn.”
Twee tot drie jaar. Dat lijkt mij rijkelijk lang. Ik dacht dat het al vijf voor twaalf was op dit feestje? Waar stond Twitter drie jaar geleden? Waar stond Facebook? Drie jaar is in deze wereld een eeuwigheid.

En eerlijk gezegd: ik denk niet dat bibliotheken zolang willen wachten. Mijn verwachting is dat dit najaar de contouren voor een landelijke dienstverlening al te zien moeten zijn. Begin 2011 moet een nieuwe dienstverlening draaien. Begin 2012 moet 20% van onze klanten er gebruik van maken.

Volgens mij is dat het tempo dat we willen. Het tempo moet rap omhoog. Alles staat of valt met de rechten van uitgevers en de vergoeding daarvan. Het gaat om snel met elkaar een businessmodel vinden en lef tonen door geld op tafel te leggen.

Een bevriende collega die werkt bij Nederlands grootste eBookverkoper verzuchtte in een reactie aan mij: “Tja, twee tot drie jaar… in jouw sector gaan ze eerst veel praten en dan doen. Hier gaan ze eerst doen zonder te praten.”

Wat mij betreft gaan we vandaag nog doen, gaan we er morgen wel over praten.

Foto: Adesigna

zaterdag 8 mei 2010

Zo, dat schiet op met de cijfers over 2009...


Soms is diep zuchten de enige remedie. Probeer het maar eens. Het helpt echt.

Er wordt wel eens gedacht dat de bibliotheken geen flitsende branche is. Dat is natuurlijk geenzins het geval. Het borrelt en bruist in het bibliotheekwerk. Elke technologische verandering wordt gevolgd in het bibliotheekwerk.

Ik stond dan ook perplex om het volgende artikeltje te lezen op de site van onze onvolprezen branchevereniging. Ik slaakte een diep zucht.

In het berichtje wordt opgeroepen om voor 4 juni 2010 de jaarcijfers over 2009 in te leveren. Zucht. Ik weet dat het inleveren van de cijfers best wat werk is maar 4 juni? Lieve help. Het jaar 2010 is al bijna half om.... Zucht. En ja, 4 juni inleveren dat betekent dat we pas ergens in het najaar weten hoe de branche het er in 2009 vanaf heeft gebracht. Zucht.

Het heeft vast te maken met het feit dat ook jaarverslagen pas later gemaakt worden en dat daarin pas de definitieve cijfers worden opgenomen. Zucht.

Kunnen we afspreken dat we de jaarcijfers over 2010 voor de hele branche op 15 februari 2011 beschikbaar hebben? Zou dat echt lukken? Zucht.

Mee eens? Zucht. Laat dan een krabbel achter op het reactieformulier.

vrijdag 7 mei 2010

Stop searching the news, the news finds you


Vorige week kwam het TNO-rapport over E-books uit. De komende posts zal ik erop reageren. Dat zal ik in blokjes doen en vanuit verschillende perspectieven. Onder ander vanuit perspectief van James Cook en in het perspectief van bijgaande filmpje. Als opwarmertje!

Stop met mailen, start met social media!

Filmpje met dank aan Frankwatching.

woensdag 5 mei 2010

De lessen van James Cook

Als opvolger van het boek "Amsterdam in 1597" las ik afgelopen maand de geschiedenis van James Cook. Dit in de dikke maar zeer goed leesbare uitgave van Martin Dugard. De reizen van Cook zitten een flinke tijd later dan die van bijvoorbeeld Tasman. We zitten met Cook in de tweede helft van de 18e eeuw. De VOC is nog steeds een dominante partij maar al wel op zijn retour. In Amerika begint het al flink te rommelen over van wie het land nu is. In Frankrijk zitten we in de opmaat naar de Franse revolutie.

Op jacht naar het onbekende land
En nog steeds zijn grote delen van de wereldkaart onontgonnen. Er bestaat nog steeds geen zekerheid over of er land is aan de onderkant van de wereld. De algemene aanname is dat er heel veel land moet zijn. Australië zou overlopen in Antartica. Een megacontinent dus. En dus wil iedereen dat land wel koloniseren.

James Cook laat zich in zijn eerste reizen kennen als een sociale ontdekkingsreiziger. Hij gaat behoedzaam en met respect om met de primitieve volken die hij treft. Hij gaat humaan om met het scheepvolk en heeft veel oog voor hoe zijn personeel in goede conditie blijft. Zijn sterftecijfers aan boord zijn extreem laag.

Op zijn derde reis - met als opdracht het vinden van een noordelijke doorgang tussen Azië en Amerika - wordt duidelijk dat het karakter van de volken in de zuidzee definitief is veranderd. Inmiddels zijn er regelmatig schepen geweest op al die Zuidzee-eilanden. De kolonisten zijn steeds vaker plunderend binnen gekomen. Als weerwoord zijn de Zuidzeevolkeren steeds brutaler en roven ze de schepen leeg. Het kan verkeren. James Cook delft uiteindelijk het onderspit tegen rebellerende Hawaïanen. Overigens was Cook zelf ook al erg in zijn gedrag veranderd. Schieten op de bevolking was zo ongeveer een nationale volkssport geworden.

Het boek laat een gepassioneerde ontdekkingsreiziger zien die ondanks zijn vele reizen ook een gepassioneerde echtgenoot schijnt te zijn geweest. Hoewel ik dat niet helemaal kan rijmen met die jaren van huis.

Saillant detail: het scheepsvolk dat Cook verzamelde kwam vooral af op het feit dat Cook ook naar Tahiti ging. Over dat eiland ging het verhaal dat vrouwen daar de liefde bedreven met de bemanning in ruil voor een spijker.

Naast de gepassioneerde ontdekkingsreiziger laat het ook zien hoeveel belang er aan ontdekkingen werd gehecht. Drie jaar een schip wegsturen was een verantwoord risico.

Innovatie met lange adem
En dat is dan ook weer mijn bruggetje naar vandaag. Want hoe jachtig zijn wij geworden met onze innovaties? Hoe snel moet alles niet terugverdiend worden? In hoeverre zijn wij echt bereid risico's te nemen. Durven wij een missie te ontwikkelen die drie jaar lang niks op hoeft te leveren en waarvan de kans ongeveer 50% is dat deze niet meer terugkomt?

Innovatie heeft volgens mij te maken met die lange adem. Waar zijn onze ontdekkingsreizigers die bereid zijn om drie jaar van hun leven hierin te steken? Waar zijn de financiers die dat risico durven te lopen?

Een goed boek voor alle bibliotheekdirecteuren die vinden dat innovatie alleen draait om verbetering van rendement of die vinden dat investeringen binnen zeven jaar moeten worden terugverdiend. Het is overigens met acht exemplaren goed vertengwoordigd in het Overijssels netwerk.

Dan ga ik ondertussen verder met Elizabeth Batts, de vrouw van Cook die is beschreven door Anna Enquist in het boek "De thuiskomst". De recensies zijn niet onverdeeld positief over dit boek dus ik ben benieuwd of u er van mij nog wat van hoort. Er zijn vast lezers die het boek al gelezen hebben. Moet ik daar aan beginnen?

dinsdag 4 mei 2010

Van poepplattegrond naar jongerenplattegrond...

Soms zie je Nederland op z'n smalst. Op de mat lag vanavond een brief om de opening van het "JOP Indianendorp" bij te wonen. Een feestelijke opening zelfs. Maar. Wat is "JOP Indianendorp"?

JOP
Het Indianendorp is een plaatsaanduiding in onze wijk. Het is een plek waar een klein speeltuintje zit met daarachter een grasveld. Dat grasveld is overigens aangeduid met bordjes als "poepzone". Een "poepzone"? Ja, een poepzone. En die staat gewoon weer aangeduid op de poepplattegrond die elke burger van onze gemeente heeft gekregen. Daar waren we allemaal al aan gewend. Men vindt namelijk dat hondenbezitters een beetje geholpen moeten worden met het uitlaten van de door mij gevreesde viervoeter. Op dat grasveldje (60 x 40 meter) mogen de honden ongegeneerd hun behoefte doen. Voordat de honden daar bezit van namen, konden jongeren daar een balletje trappen. Maar goed, daar ging het niet over.

Een JOP is weer iets nieuws voor ons. Een JOP is namelijk een Jongeren Ontmoetings Plek. En jawel, nu begint het me weer te dagen. Het klinkt heel aangenaam: een jongeren ontmoetingsplek. In werkelijkheid is het een opgebrande zeecontainer die volledig hufterproof is. Wat blijkt, jongeren hebben behoefte aan een eigen plek. Dat begrijp ik absoluut. Vroeger hadden ze namelijk een leuk grasveldje waar ze konden rondhangen. Nu dat onbegaanbaar is geworden schijnen ze andere plekken te zoeken. Daar klagen bewoners dan weer over.
Reguleren als oplossing
Dus nadat de gemeente regels had gesteld voor honden en daarmee het probleem gereguleerd en opgelost ontstond weer een volgend probleem. En dus moeten net zoals bij de honden, nu ook de jongeren gereguleerd worden.
De JOP's zijn een prachtig initiatief, ze hebben een heuse projectleider hiervoor bij de gemeente. Die koopt dus zeecontainers in die vervolgens opengelast worden. Er worden overlegavonden georganiseerd met de buurt. Hele structuren worden opgetuigd. En eerlijk is eerlijk: de resultaten zijn best goed. Maar soms knaagt er toch iets in me: dat moet allemaal toch veel eenvoudiger kunnen als iedereen gewoon zijn eigen verantwoordelijkheid neemt? Maar blijkbaar is de wereld te complex geworden.

Jongerenzone
En dus verwacht ik binnenkort naast de bordjes "poepzone" ook de bordjes "jongerenzone" En het ontbreekt er nog maar aan of binnenkort krijgen we ook een jongerenplattegrond. Met daarop aangegeven de plekken waar jongeren geautoriseerd mogen rondhangen.