woensdag 29 oktober 2008

We kunnen weer wedden! Nu op de volgende fusiepartner!

Nog één dag en dan neemt Henk Middelveld officieel afscheid. En op zijn laatste echte werkdag werd bekend dat de OBD en Probiblio nadere samenwerking gaan onderzoeken.

Het officiële communiqué luidt:

Naar aanleiding van een aantal actuele ontwikkelingen in het landelijk bibliotheekbestel hebben de directie van ProBiblio en de Raad van Bestuur van de Rijnbrink Groep een eerste verkenning gedaan van de mogelijkheden om te komen tot intensieve samenwerking. De bevindingen hiervan zijn gepresenteerd aan de Raden van Commissarissen van ProBiblio en de Rijnbrink Groep. Beide Raden hebben uitgesproken dat de voorgestelde samenwerking kansrijk is en opdracht gegeven om de haalbaarheid nader te onderzoeken.
Hiermee spelen de beide organisaties in op de roep om schaalvergroting bij de provinciale serviceorganisaties, met als doel hun bijdrage aan het openbaar bibliotheekwerk te vergroten, zowel op
bibliotheekinhoudelijk als op facilitair terrein. In de komende periode gaan ProBiblio en de Rijnbrink Groep de haalbaarheid van de samenwerking onderzoeken en de voorwaarden waaraan dan voldaan moet worden. In het onderzoek zullen de provincies en bibliotheken nadrukkelijk worden betrokken. Dit resulteert in een document aan de hand waarvan beide Raden elk afzonderlijk zullen beslissen of daadwerkelijk tot intensieve samenwerking moet worden overgegaan.

Prachtzet

Ik denk dat het strategisch gezien een prachtige zet is en op een ongelofelijk goede timing. Er moet straks gekeken worden wie uitvoering gaat geven aan de vernieuwing. In het geruchtencircuit werd al wel vernomen dat de Rijnbrinkgroep en Probiblio daar beiden wel oren naar hebben. De handen ineen slaan is voor alle partijen dan een prima zet.

Eerlijk gezegd moet natuurijk de samenwerking tussen de OBD en Biblioservice Gelderland ook nog even gedaan worden. Maar de constructie met de holding Rijnbrinkgroep biedt wel ruimte tot snel handelen en daarna verder uitwerken.

Overigens, prachtzetten zijn geen garantie op een vlekkeloze uitvoering. Er is dus nog genoeg te doen.

Wie volgt?

Er zijn nu een aantal mensen bij andere organisaties die denken "waarom heb ík dat niet bedacht?" of "daar moet ik nu bij gaan horen". Want als de OBD + BSG + Probiblio de handen ineen slaan, wie zou daar dan nog meer bij willen horen?

En daarmee zijn we natuurlijk weer lekker terug bij het ouderwets speculeren. En er kan natuurlijk weer gewed worden!

Op de eerste plaats kun je verwachten dat Biblionet nu toch even denkt, meedoen of niet? Hadden we Rob Pronk bij de vorige weddenschap nog op ons lijstje staan voor de Rijnbrinkgroep, nu zetten we hem er maar weer bij. Want met alle respect, we kunnen allemaal nog veel leren van Groningen.

Tja, dan wordt de naam van Cubiss nog genoemd. Er wordt echter gezegd dat zo'n stap voor hen twee jaar te vroeg komt.

Het Servicecentrum van Flevoland lijkt met onze "opportunity snatcher" Ronald Spanier een kandidaat die de gedachte ongetwijfeld nu door zijn hoofd laat gaan.

En daarmee lijken de PSO-kandidaten wel op naar men zegt. Dan kunnen we nog eens kijken naar leveranciers in de branche. Wie zegt dat HKA - de makers van Bicat - niet willen praten met de Rijnbrinkgroep.

Ik zou zeggen: place your bets! En vooral wat vindt u ervan? Laat uw reactie eens achter.

Oh ja, één ding weten we zeker: de agenda van Bouke Arends - de opvolger van Henk Middelveld - zal de komende weken geen gaatje laten. En voor Henk: het ga je goed en wat een kenmerkend slotakkoord!

zondag 26 oktober 2008

Reanimeer de bibliotheek in drie stappen / Strategie met kop en staart ; deel 4



In de loop van 2008 zijn er in Overijssel 5 programmamanagers aan de slag gegaan. Ondergetekende mag samen met Geny Nijboer, Stephan de Vilder, Frans Jaspers en Mirjam Wijers die rol uitvoeren.

Wij hebben een prachtige opdracht: Zorg binnen vier jaar voor stijgende ledentallen en zorg dat de uitleningen weer gaan stijgen (of in ieder geval niet meer dalen). We zijn al door velen uitgelachen (onhaalbaar, onrealistisch, veel te ambitieus) maar ik geloof serieus dat bibliotheken op vele fronten de weg omhoog kunnen vinden.
De strategie die Overijssel gaat volgen is afgekeken van The Long Tail van Chris Anderson. Hier zo tussen al die ander blogs hoef ik niet uit te leggen wat dat is.


Als je de strategie van de Long Tail bekijkt zie je een kop en een staart. Met de long tail is het mogelijk om het aanbod veel groter te maken en ook de 1'tjes en 2'tjes uit de collectie toch te laten renderen (maar dan wel op veel grotere schaal). Marktplaats maar dan voor bibliotheekcollecties.
Door samenwerking is dus veel meer met collecties te doen. Dat moet ook wel op dat niveau want de lokale bibliotheken worden omgebouwd naar het winkelconcept volgens een beperkt aantal formules.

Tot slot zie je dat door bundeling van collecties en diensten op netwerkniveau het mogelijk wordt om ook (grotere) nichemarkten te benaderen. Het bekendste voorbeeld is wel de ROC-dienstverlening die in Overijssel wordt opgepakt. Diensten die op lokaal of bovenlokaal niveau al bestonden worden samengevoegd tot een nieuw dienstverleningsconcept. In onze termen noemen we zo'n dienstverleningsconcept ook wel een themakanaal.

De strategie bestaat dus letterlijk en figuurlijk uit een kop en een staart.

We hebben dus een kop:

- Ontwikkeling van winkelformules in fysieke biblitoheken en

We hebben een staart:

- Ontwikkeling van een brede multi-meidale netwerkcollectie en

- Ontwikkeling van themakanalen (zoals voor het ROC) voor niche-markten op netwerkniveau.

Als je die drie invult is ook helder wat je ongeveer de komende jaren moet gaan doen.

Wat te doen in de kop?

Alle vestigingen in Overijssel kun je ombouwen naar de winkelformules. Daarbij hanteren we de formule voor stad, dorp, wijk en servicepunt. De komende jaren moeten dus 100 vestigingen opnieuw ingericht worden. Maar herinrichten alleen is niet voldoende. Het gaat ook om veel scherper collectiebeleid, veel meer digitale gemaksdiensten zoals attendering, veel meer promotie. En tot slot: veel meer scholing op het gebied van retailmanagement en verkooptraining.

Wat te doen in de staart?

In de staart ontwikkelen we de Overijsselse variant van Bol.com. Een digitaal punt waar klanten makkelijk hun materialen kunnen bestellen en kunnen laten afleveren in hun vestiging (of thuis natuurlijk). Het adagium is: vandaag besteld, morgen geleverd. Dat betekent dus intensivering van transport en distributie.

Het betekent ook het goed invlechten van de zwaartepuntcollecties en landelijke "etalages".

Naast levering van fysieke informatie zal er ingezet worden op het uitbouwen van de digitale collectie. Hier zal substantieel meer geld in moeten dan thans het geval is. Ik denk dat er nu 5 euro per inwoner in Overijssel wordt besteed aan fysieke media. Voor digitale media komen we niet verder dan 21 eurocent.

In de staart zit ook de uitbouw van themakanalen. Als we een beetje doorbouwen hebben we over vier jaar contracten met bijna alle ROC's en kunen we zo een klein 80.000 nieuwe leden inschrijven.

Het overzicht
De programmamanagers hebben laten zien waar ze nu staan met hun programma's en hoe die zich verhoudt tot bovenstaande kop/staart-strategie.

Vragen, vragen, vragen
In Overijssel is er redelijke overeentemming over deze richting. Maar er zijn ook nog veel vragen: Hoe krijg je dat geld voor die ombouw van vestigingen bij elkaar, Lukt het ons om echt gezamenlijk te gaan collectioneren, Hoe gaan we om met de spanning tussen lokale autonomie en centraal ingevulde formules?, Hoeveel gaan die gezamenlijke back-offices kosten en hoe gaan we die financieren.

Van Hans van Velzen heb ik altijd geleerd dat je eerst moet zorgen dat je het juiste probleem hebt voordat je het gaat oplossen. In Overijssel zijn dit nu de vragen. En als je het mij vraagt, hebben we het juiste probleem te pakken. Dat betekent dat je de juiste vragen kunt oplossen.

In de afgelopen stukjes heb ik wat reacties gehad, dat ik een beetje een zuurpruim begon te worden. Ik kreeg van sommige mensen al tips voor goede pillen. Wat ik heb willen laten zien is dat er goede kansen zijn maar het tempo moet wel omhoog. Kortom, ik ben ervan overtuigd dat er een prachtige toekomst is voor bibliotheken. De kansen liggen echt voor het oprapen.

Wordt (denk ik) vervolgd

dinsdag 7 oktober 2008

In vier stappen 30% van je collectiebudget anders ingezet/ Strategie met kop en staart ; deel 3


Na de vorige twee artikeltjes kunnen mensen toch zijn gaan twijfelen over hun aanwezigheid in het bibliotheekwerk. De scenario’s zijn grijs en zwart en we zien om ons heen dat ook gerespecteerde zaken toch gewoon failliet kunnen gaan.

Als er iets is dat wel duidelijk moet worden uit deze stukjes is dat het inmiddels vijf voor twaalf is…..geweest. Het is erop of eronder voor bibliotheekwerk.

Iedereen kijkt hiervoor gespannen naar de innovatiecommissie. Waarom eigenlijk? Daar wordt toch niks gemaakt? Dat gebeurt toch gewoon aan de balie en in de werkkamers van nijvere bibliotheekmedewerkers? Waar worden de beslissingen genomen over collectiebudget? Waar die over het personeel? Dat doen de directeuren zelf. Dus kom in de benen en verschuil je niet.

Ik zal het u laten zien aan de hand van de netwerkcollectie Nederland.

De netwerkcollectie Nederland is namelijk al een feit. U kunt uw collectie allang populairder maken. U kunt 30% van uw collectiebudget verschuiven naar toptitels.

Pardon, 30% verschuiven? Dat kan nooit, hoor ik u denken.

Ik zal u laten zien dat het kan met vier eenvoudige stappen.

Hoe werkt dat dan? Laat u boektitels zien van ander bibliotheken in uw bibliotheek? En zo ja, ook van andere bibliotheken die toevallig met een ander bibliotheeksysteem automatiseren? En zo ja, biedt u dan ook nog aan om gratis al die titels te bestellen? En zo ja, communiceert u daar dan ook nog veelvuldig over met uw klant?

Voor bijna alle bibliotheken is hier het antwoord nee. En dat betekent dat u het netwerk ten onrechte te weinig belast. Door dat netwerk namelijk veel meer te belasten kun je veel populairder gaan aanschaffen. 20% van de titels zorgt voor 80% van de uitleningen. Het is een oude wet die nog steeds werkt. Veel bibliotheken halen niet meer dan 1% van hun uitleningen uit de netwerkcollectie. Dat kan best naar 5-10% . Ja, dat is inderdaad meer werk in logistiek en distributie. Maar het scheelt 30% collectiebudget. Budget dat u kunt inzetten om stapeltjes top-10 te hebben.

Is het zo makkelijk? Ja, het kan in de volgende vier stappen:

Stap 1: Laat je netwerkcollectie zien
Want het betekent dat je een catalogus inricht waar heel veel titels inzitten. Het meest logische op dit moment is daarvoor een aquabrowser met minimaal de gehele provinciale collectie. Daaraan toegevoegd natuurlijk de CDR, onze nationale bibliotheek voor beeld en geluid.

Stap 2: Maak bestellen en reserveren gratis
Dat is even slikken voor veel bibliotheken. Kom op. In veel provinciale netwerken wordt er niks onderling verrekend. 90% van je aanvragen zit daar. Met de CDR is ook te overleggen over een afkoopsom. De transportbusjes rijden toch al en moeten misschien wat vaker rijden.

Stap 3: Maak promotie en communiceer
O ja, niet vergeten om 1.000 keer tegen je klant te hebben dat je dit hebt. Deventer is nu anderhalf jaar volgens dit concept bezig. Ze hebben best veel moeite gedaan om het publiek dit te vertellen. Maar als ik nu voor die bibliotheek ga staan weet nog de helft van de mensen niet dat deze service bestaat. En dat terwijl de bestel- en reserveerplanken uitpuilen in deze bibliotheek.

Stap 4: Verschuif het collectiebudget
Et voila. Haal 30% van het meest onrendabele segment af en zet dit in op populaire thema’s.

Kom op directeuren, zo moeilijk is het niet.